e Amerikaanse droom: en verwarrend visioen I Werkelijk nieuw Hoogmoed Gelijkheid Licht en duister Iets verhevens Twee kanten Wantrouwen Verwarrend Verwondering Verstarring Paradox Verzoening Geen boosheid WARTE !DAG 3 JULI 1976 BUITENLAND TROUW/KWARTET 13 „De paradox van het menselijk bestaan, de onlos makelijke verbondenheid van grote visie met al te kleine werkelijkheid, van hoop en doodsangst, die is het aangrijpendst aanwezig in de gemeenschap die vrij is, die niet weet waar zij heen moet, maar weigert stil te blijven staan." oor dr. J. W. Schulte Nordholt |aten wij bij het begin beginnen. Nee, wees niet bang, dat ik een artikel ter gelegenheid van de 200ste verjaardag van Jmerika, in de beruchte fout van mijn vak, de geschiedenis, al vervallen en zo diep in het verleden beginnen dat ik er in lijf steken. En dan nog, de Amerikaanse geschiedenis kan pnminste nog uitgelegd worden zonder dat we tot de nvermijdelijke Egyptenaren en Babyloniërs hoeven terug gaan. We hoeven MAAR 200 jaar te overzien, als we willen. SS5I|r wil beginnen met de woorden van een chter, niet van een historicus. Die dich- |r is de zeer poëtische schrijver Francis ott Fitzgerald, en wat ik van hem ci- er zijn de slotwoorden uit zijn gaafste man, het boek THE GREAT GATSBY. e ik-figuur van het verhaal zit op het irand van de Long Island Sound (de aai tussen Long Island en het vaste ind) en probeert zich voor te stellen hoe Ie wereld er uit zag toen ze nog ongerept Toen de maan hoger in de hemel rees egonnen de onwezenlijke huizen weg te -nelten totdat ik langzamerhand het ou- e eiland voor mij zag dat eens opbloeide oor de ogen van de Hollandse zeelieden - een frisse, groene borst van de nieuwe 'ereld. Zijn nu verdwenen bomen had- en eens met hun verlokkend gefluister e laatste en grootste van alle menselijke romen doen herleven; één voorbij- aand, betoverend moment moet de iens zijn adem ingehouden hebben, nu ij dit nieuwe werelddeel aanschouwde, edwongen tot een schoonheidservaring, tte hij niet begreep en niet wenste, voor e laatste maal in de geschiedenis staan- e van aangezicht tot aangezicht tegeno- pr iets dat opgewassen was tegen zijn jermogen om zich te verwonderen." Jls historicus zou ik genoodzaakt zijn om pze magnifieke passage te becritiseren. rant ik geloof eigenlijk niet dat onze lollandse voorvaderen, typische mensen an de Renaissance, uit op expansie, in paat waren tot zulke romantische gevoe- Ins. N pü weten vry nauwkeurig waar ze op uit paren. twee dingen namelyk: de door- fang naar het Noordwesten en het goud. Sn het gevoel dat Fitzgerald hun toe licht is in de bronnen niet te vinden. Haar in wijdere betekenis genomen, leeft de dichter gelyk. ED Amerika is onze expansie, onze drift, ons verlangen Maar speciaal in de revolutie ontstaat dan die merkwaardige meer waarde, die de Amerikanen blijvend zal stimuleren en belasten, voortstuwen en ^verontrusten, en die men desnoods een droom of een geweten noemt, in elk geval Iets zeer verhevens. Het is eigenlijk geen wonder dat de ter minologie die daarvoor gebruikt wordt, religieuze klanken krijgt, en dat de hele mensheid er bij betrokken is: ..Wij hande len niet alleen voor onszelf, schrijft Jef ferson. „maar voor het gehele mensenlij- ke geslacht De ogen van de lijdende mensheid zijn angstvallig gericht op ons als hun enige hoop." Er is ongetwijfeld veel waarheid in deze voorstelling, al is ze wat overspannen. De late achttiende eeuw is één van die merkwaardige en zeldzame perioden in de geschiedenis der mensheid, dat er een straal van hoop door de wereld gaat, dat het even lijkt alsof er werkelijk een radi cale verandering van het menselijk lot mogelijk is. De Amerikaanse revolutie is de exponent van die hoop. en de dromers van een betere wereld heffen hun ogen dan ook op naar het Westen. Een goed voorbeeld daarvan is de radica le Doopsgezinde dominee van Leiden, Frangois Adriaan van der Kemp, die op de preekstoel belijdt: „In Amerika is de Heilzon opgedaagd, welke ons ook zal bestralen, indien wij willen: Amerika le vert ons opnieuw een sprekend bewijs op hoe de Gerechtigheid een volk verhoogt en de zonde de schandvlek is der natiën Amerika is door het Wezen aller wezens verordend om Neerlands laatste Boet prediker te wezen. Amerika is verordend om de leemten van Neerlands volk te helen, indien 't derzelver voetstappen wil drukken; indien 't zich wil bekeren en leven." De Verenigde Staten van Noord- Amerika vieren morgen voor de 200ste maal hun Onafhankelijk heidsdag. Ter gelegenheid van dit tweede eeuwfeest schreef prof. dr J. W. Schulte Nordholt, hoogleraar in de cultuur en geschiedenis van Noord-Amerika bijgaand artikel. Een ander artikel van hem over 'tweehonderd jaar Amerikaanse re volutie' plaatsten wij 31 december van het vorig jaar. teur van het Algemeen Handelsblad Charles Boissevain schrijft in zijn boek „Van 't Noorden naar 't Zuiden, schetsen en indrukken van de Verenigde Staten van Noord Amerika (Haarlem 1881-1882): „Om Amerika goed te begrijpen moet men uit ons keurige, helder gewassen, zindelijke, glanzend gepoetste, kleine landje komen waar men nauw aan een geschikt wordt, als ware men deel van een legprent. Van het afgewerkte, nette, juist be grensde en afgeronde overbevolkte landje (in 1880!) komt men in een land waar het onbegrensde, ongeacheveerde en ledige u er te telkens aan herinnert, dat dit land jong en nieuw is en dat de wereld nog in geen eeuwen vol zal zijn". En de Kampense professor H. Bouwman, die in 1912, natuurlijk bij J. H. Kok, zijn verslag van een reis publiceert („Ame rika. schetsen en herinneringen) waarschuwt eveneens tegen te gemakke lijk oordelen: „Nederla een grote tuin. waar elke voet grond in cultuur is ge bracht. maar Amerika is een grote vlakte". concrete zaken tot abstracties kan ma ken... Zijn geest is als een licht dat de omtrekken van het object dat het be schijnt verdoezelt: er is veel licht maar je ziet heel weinig." odra Amerika begint, zodra het zoekt m een eigen identiteit te vinden en de oloniale omhulselen afschudt, is het recies dat waar het om gaat: om een rezenlijk nieuw begin, om een verschyn- el dat 's mensen vermogen om zich te erwonderen, werkelijk aanspreekt. )e Amerikanen zelf, en wel in het byzon- ler de geestelijke vader van de natie, de chryver van de Onafhankelykheidsver- tlaring Thomas Jefferson, hebben het laar voortdurend over: Amerika is wer kelijk nieuw, in de nieuwe wereld is de teuwige keten van lijden en teleurstelling findelyk doorbroken, daar gebeurt het Ongelooflijke, daar begint de mensheid Dpnieuw. Wonderlijk is dat. uit een geschiedenis can koloniale hebzucht en wreedheid ontstaat tenslotte een droom. Historisch Iran men het wel trachten te verklaren joor te zeggen dat het eeuwig dubbele Europa óók zijn idealen naar Amerika meeneemt Maar er blijft iets raadselach tigs in die plotselinge hevigheid van idea lisme. en ik citeer met bewondering een passage uit één van de voortrèffelijke 5086 reisboeken van Inez van Dullemen over Amerika (Logeren op een vulkaan, Nieu- ice reisbrieven uit Amerika, Amsterdam. Em. Querido, 1971, p.8): „Amerika, de man-made natie, oorspronkelijk de on- lichtbare. gehuld in een mist tussen twee oceanen, is altijd blyven opdoemen als feen object van begeerte, van passie. De meest gewelddadige natie had het meest gewelddadige verleden, want de reeën gouddorst en moordlust stonden ban haar wieg. En al die gouddorst en moordlust stroomden, tezamen met vita liteit en vrijheidsdrang, uit de afvoerpijp |van het christelijk Europa. Europa loosde in de Nieuwe Wereld zijn onverzadigbare hebzucht. Maar het won derlijke is dat dit monsterkind van Euro pa na verloop van tijd een geweten kreeg. Wat het verhaal van Amerika zo drama tisch maakt is de strijd tussen dit gewe ten en de nog altijd diep gewortelde passies naar geld en macht." - lelfs als ik een enkele bedenking heb ;egen deze passage ik weet niet of we a twee wereldoorlogen nog kunnen zeg- ;en dat Amerika gewelddadiger is dan 'uropa dan nog ben ik getroffen door e hier scherp aangegeven Europese ach- .ergronden van de Amerikaanse geschie denis. Ziedaar het verrpogen om zich te verwon deren, met Amerika als bewonderd ob ject. Zo beginCaan beide zijden van de Oceaan, wat wij sindsdien zijn gaan om schrijven als de Amerikaanse droom. Wat dat dan precies is. dat is niet zo eenvoudig te zeggen. Er is wel een grondwet voor die droom, een tekst waarop hij berust en dat aHfc»? natuurlijk de vermaarde woorden uit^tle Onafhankelijkheidsverklaring, zoals Jèf- n y ferson ze geformuleerd heeft: „Wij hou- ee" ie' den deze waarheden voor vanzelfspré* kend, dat alle mensen gelijk zijn geschal ,,'o pen en dat zij door hun Schepper zijn'* begiftigd met zekere onvervreemdbare* omgezet ynacra rechten, en dat onder die rechten zijn leven, vrijheid en het nastreven van geluk." w Het is opvallend] van licht enjMÉ besprekipg van blijkt weer de i de Zaak waar ^Jromers g len flcM.jg&jfl kwaad. Maar het f is dat hij wijst lichting, dat onts® lij kg verwachtingen ken van.de Ém •r de beeldspraak m zwang is bij de léf Maaftsme. Daaruit tïjtègeladenhéijd van —•"gaat. alle réligii fenstejlingj ,«oëd. duistej ■ans prol ïundeld wi UL-Jn Jïlaa de trro' i. die he' jklaren? dat alle beginselen welke Amerika be lijdt, zou verloochenen." Het Amerikaanse dilemma benart deze Hollandse idealisten, zoals het omge keerd ook de realisten benart. Wie dro men van een schonere samenleving in de geest van de Onafhankelijkheidsverkla ring zyn verbijsterd over Amerika's te korten Wie omgekeerd Amerika zien als het land van het burgerlijk behoud, van de gema tigde middenweg tussen tyrannie en de mocratie, staan al even ontsteld over de verregaande volksinvloed die zich daar 'jnaakt. iGysbert Karei, van Hogendorp, J3. twintig jaar oud. naar Ameri- 3m te zien „hoe een staat wordt keert teleurgesteld terug. Het s veel te ver daar. er is zoveel senlykste menselijke vérdoezeld. Maar hoe groots, hoe verheven die woor den ook zijn, een juridische formule zijn ze niet bepaald, en ze hebben dan ook aanleiding gegeven tot een eindeloos twistgesprek Want Amerika is niet al leen. en misschien zelfs niet in de eerste plaats gemaakt door dromers die aan het verleden denken te kunnen ontsnappen. Van het begin af zijn er naast de idealis ten de realisten, zij die niet geloven in de perfectibiliteit van de mens, die niet aan nemen dat de geschiedenis nu voorbij is en alles nieuw is geworden. Wat betekent gelijkheid eigenlijk? John Adams, de man die in 1782 de erkenning van de Nederlandse Republiek wist af te dwingen en die later de tweede president van de Verenigde Staten werd (Jefferson was de derde), twijfelde van het begin af aan zoveel nivellering. Aan zijn oude veramerikaanste vriend uit de Hollandse dagen. Van der Kemp (die in 1788 naar Amerika was geëmi greerd). schreef hij. zich nadrukkelijk op de geschiedenis beroepend: „Niet alleen tegenstand maar zelfs vervolging schijnt het onvermijdelijke lot te zijn van ieder mens die zich onderscheidt door ongewo ne gaven en talenten De meest onge veinsde stemming die ons ooit is overge leverd was die in Corinthe (geloof iki: „Besloten dat alle mensen van superieu re kwaliteit verbannen worden uit dit Gemeenebest. Wij willen zulke mensen hier niet. Laat ze maar ergens anders heengaan met hun kwaliteiten Wat een eenvoud' Wat een naïviteit wat een vrij heid! Wat een gelijkheid'Wat een broe derschap! Wat een vaderlandsliefde! Als wij van de Amerikaanse droom spre ken. moeten wij wel bedenken, dat dat maar één kant van Amerika is. dat er van het begin af eert diepe en wezenlijke ambivalentie is geweest in de natie in de nieuwe wereld. Zeker, in duizenden rede voeringen ter gelegenheid van de vierde juli is nu al tweehonderd jaar trouw be tuigd aan Jefferson's stralende leuzen, maar er zijn ook Amerikanen geweest die ze hebben afgedaan als „glittering gene ralities." en in de praktijk zijn ze steeds bitter omstreden gebleven Het probleem van alle idealisme is nu eenmaal dat het uitziet naar wat niet (nog niet?) bestaat, en daarom is het altijd in de ogen der realisten te vaag Amerika's idealisme doet mij soms den ken aan de ietwat boosaardige kritiek die Herbert Croly (schrijver van een nogal idealistisch boek dat was getiteld The Promise of American Life. en uitgever van de New Republic, een vermaard libe raal weekblad) had op die allerverhe- venste van alle Amerikaanse idealisten, Woodrow Wilson: „Het is de kwaliteit van Wilson's denken dat hij zelfs de meest ter doorlichten en cioi Dat er hier gróte mogelijkheden bei^ is de laatste jaren wel'gejjieken. Dankzij de scherpe belichting van de comihum- catie-middelen is er véél xjpgeto' veel wat het daglicht nietjetdragc blootgesteld aan de öpejjiJaarhei En al is het waar dat er.agfueuw> ten zich breed kunnen deze reiniging niet die heid heeft die zi] zich wel eens toch is de groQfcHeid van Ameril wezenlijk aanwezig, in dat steei kerende, haast religieuze élan de aanval op het kwaad wordt ingi weer wordt gewerkt aan de realisering van di^f altijd lokkende, altijd ontwijken de Amtppikaanse droom van gelijkheid Dat is precies dat drama van de Ameri kaanse geschiedenis dat Inez van Dulle- man bedoelt. Hoeveel eminente leiders zijn er omïhet te getuigen, vanaf Thomas Jefferson; ,.Het licht der rede dat zich overal verspreidt heeft reeds aan een ieder de tastbare waarheid duidelijk ge maakt. dat de grote massa der mensen niet is geboren met zadels op hun rug. en niet een elite gélaarsd en gespoord om ze te bereiden en dat nog wel bij de gratie Gods." tot aan Martin Luther King: „Ik heb een droom dat dit volk eens zal opstaan en de'betekenis van zijn ge loofsbelijdenis waar maken wij houden deze waarhederi voor vanzelfsprekend, dat alle mensen gelijk zijn geschapen." woorden, ieder vihdt iri hij zoekt, voor zichzelf, en t er Af Wat -hy al van te '-■beeld van Amerika i Ned. .-bij. WD inste, in rrika Wy jyend vol! •rdeft ir» een opstai .orl3erdrtrkk"er. nét. ners van eên land met een gr. vrijheid en tolerantie, en ook constitutionele opbouw tot 1 Zonder het vermogen om zich te verwon deren kan men over Amerika niet spre ken, dat zijn de besten onder de waarne mers zich wel bewust. Maar toch, zoals gezegd, proberen de meesten wel een oordeel te geven, en al heel makkelijk vervallen ze dan in die Europese hoog moed die zo maar de staf over de nieuwe wereld breekt. De vrijzinnige dominee Van Mourik Broekman schrijft twee boeken vol over de Amerikaanse samenleving en cultuur, heel leesbaar (De yankee in denken en doen. Haarlem 1914. en „Amerikaanse cultuur in de praktijk". Leiden 1914), maar met als uitgangspunt dat Ameri kaanse cultuur een contradictio in termi nis (innerlijk in tegenspraak) is. Het vermogen om zich te verwonderen is speciaal bij de culturele elite van Europa dikwijls afwezig. Een uitzondering die dan genoemd moet worden is Huizinga. De grote cultuur historicus geeft in het jaar 1917-1918 in Leiden een college over de Amerikaanse geschiedenis, waarschijnlijk het eerste ooit in ons land. waarin hij op indrukwek kende wijze begrip opbrengt voor de an dere wereld daarginds. Maar hij heeft dan ook begrip voor wat het andere is, hij bewondert de wezenlij ke Amerikaanse dichter Walt Whitman, en in hem begrijpt hij Amerika beter dan alle betweters (Mens en menigte in Ame rika. Haarlem 1918). Het thema waarmee hij Amerika meet. is precies datzelfde thema van de spanning tussen de enkeling en zijn waarde en de gemeenschap en haar behoefte tot asso ciatie en gelijkstelling. Hij ziet het dilemma waarin het land gevangen zit maar hij ziet meer; hij be grijpt dat juist in die spanning, voortdu rend beleefd en verwerkt, de grootheid van Amerika ligt. Maar het is precies ckt visioeh. d§t twee- honderd jaar oude credo. da£fiet beeld van Amerika zo vreemd. z<5> verward maakt voor wie het tracht te begrijpen, te omlijnen. „xy Dat de oorzaak is van de voortdurende ambivalentie waarmee de Amerikanen zelf en bun Europese vrienden deze niéuwe wereld benaderen. Juist die Amerikaanse droom leidt zo licht tot bewondering die bij het minste omslaat in afkeuring, tot hóóp. die ver keert in teleurstelling. Dart stralende licht Is zo versluierd. De eerste bewonderaars Amerika hier in Nederland worstelen daar al mee. Zy dwepen met het land waar dfifafeon is opgegaan, zoals Van der. Kemp-bek zegt, waar. aldus zfjn vrind Johan Derk van der Capellen. de beroemde Zwolse Patriot „brave lieden de recnt&rfli'e zy als mensen niet van de wetgevende macht in Engelahd, maar van God zelve hebben ontvangen, op een frgfadigde, manmoedige. godvruchtigê"wijze verde digen." Maar dezelfde Van der Capellen is woe dend. zoals hy aan een Engelse vriend schrijft dat er in de nieuwe republiek zoveel onverdraagzaamheid heerst. „De slavernij te laten voortbestaan in de dertien staten, dat zou een gedrag zijn met dezelfde federale trekken, net als zij. Van beide zijden werd het zo gevoeld. Voor John Adams naar Holland ging, geloofde hy daar een verwant volk aan te treffen. „De gelijkheid in gewoonten, in godsdienst, en. in sommige opzichten, in constitutioneel bestel, de analogie tussen de manier waar op beide republieken onafhankelijk werden, en bovenal, de we derzijdse handelsbelangen, zullen onze twee naties ongetwijfeld steeds meer ver enigen". En van Nederlandse zijde werd de over eenkomst al even zeer gevoeld. Ik schreef, al eens in deze krantover Abraham Küi< pers hartelijke bewondering voor veel in Amerika,, voortkomend uit dezelfdJ? ]g€- dachtenwereldéfeh ér zyn méér dergelijke voorbeeldeQ_tQjp(J'emeTv/ Maar larfgzamertfand gingen tengevolge van dei" ontwikkeling de verschillen toch zwaarder wegen dan de overeenkomsten Toen Amerika zich vrij vocht was het een land van ongeveer ttoen veel inwoners als ons land. iets meer: 3 miljoen tegen 2.5 Maar sindsdien werd het. goals leder weet. eert wereldmacht. Thans left het" 215 miljoen mefisen en daarbtf a^jn onze 14 wel achtergelrféven. Die discrepantie is meer en me©»* het oordeel gaan bepa- Wij leven tegenwoordig in een tijd waann het goede mode is geworden om alle ;rote leuzen te wantrouwen. Wij hebben, ker van de Amerikanen, zo geweldig 1 schone dromen te horen gekregen, er oveel verwachting gewekt, dat er een terugslag is gekomen, van In Amerika zelf hebben de krachtige ho- eeh 'rizontalisten van de ..Social Gospel"- foóftri. beweging die aan het begin van deze len, heeft JtetqTéjd' gewijzigd heeft eigen lijk het vermogen om zich te verwonde- Ven nog aanziénlyk meer voedsel ver- 'ischatL^/-' - Leest men de reisverslagen van Neder landers in de nieuwe wereld dan wordt men getroffen door die voortdurende ver wondering. Er zyn heel wat van zulke reisboeken, want het was en is nog wel zo dat wie naar Amerika reist vindt dat hy daar verslag van moet doen Moge daar pretentie in steken, anderzijds moet gezegd worden dat er ook nogal eens het besef wordt gevonden dat Ame rika niet met onze maten gemeten kan worden De bekende liberale politicus en redac- middelen wij moeten blijven bidden voor het doel". Zoals men ziet. de dialectiek, met een vromer tintje, is werkelijk geen monopo lie van Oosteuropese revolutionairen. Er is inderdaad een levensgroot gevaar in alle idealisme en wie voelt niet soms de neiging om daaraan te ontsnappen om dan maar eerlijk en ronduit de steeds smallere grens naar het realisme over te stappen en zonder leuzen, „sans phra ses". te doen wat het eigenbelang, als natie, vereist. Dat is de logische reactie op het drama Vietnam, tenminste voorlo pig. want in Amerika wordt het roer gemakkelijk en snel weer gewend, ook naar een gewaande morgen. Maar nu. nu wij de herdenking van de onafhankelijkheidsverklaring vieren, nu is het misschien toch goed om de zaak eens van de andere kant te bekijken Om te beseffen dat wij weliswaar niet met het idealisme kunnen leven, maar mog veel minder zonder. Dat het een vloek kan zijn. maar ook een zegen: dat dat geloof in een nieuw begin, hoe overspannen ook. de voorwaarde is voor alle ontwikkeling der mensheid. In werkelijk realisme en daar versta ik dan onder het aanvaarden van de werke lijkheid zoals wij menen dat zij zich aan ons voordoet en het afstemmen van ons handelen op het directe nut dat wij me nen dat het zal hebben zouden wij verstarren. De glorie van de mens is dat hij meer is dan de materie om hem heen, dat hij op weg is ergens naar toe. Waar naar toe. wie zal het precies kunnen zeggen? En wee de idealist die dat meent wel te kunnen doen. net als de realist zal hij in verstarring beklijven. Rusland is daarvan het afschrikwekkende voor beeld. eeuw floreerde, ruimte moeten maken voor een andere meer pessimistische be nadering. In de denkwereld en niet alleen de theologische is het vooral Reinhold Niebuhr geweest, die grote invloed heeft gekregen. Een wijs realisme heeft zich baan ge broken en het beschuldigt, en niet zonder reden, de idealisten ervan dat ze zelf hun droom verraden hebben door hem te ver absoluteren. Dat in naam van vrijheid en gelijkheid er zoveel kwaad is gedaan, dat het beter is om al die huichelachtig ge worden grote woorden maar niet meer te gebruiken. rfel"ïé allemaal wijs en waar en het was hoog nodig dat dit gebeurde Want de ontsporing wel gróót. Om in naam van een wereldwijde ..Great Society" de rampzalige ooftog in Vietnam te voeren, dat was toch wel een staaltje „van de absurditeit waartoe de Amerikaanse droom kon leiden. Evenzo kon en en heden ander» geling. ontred"*-' liagen aai De paradox van het menselijk bestaan, de onlosmakelijke verbondenheid van grote visie en al te kleine werkelijkheid, van hoop en doodsangst, die is het aan grijpendst aanwezig in de gemeenschap die vrij is. die niet weet waar zij heen moet maar weigert stil te blijven staan. Die weet heeft van wat Niebulnrde.irony of American history" en natuurlijk van alle menselijke geschiedenis) heeft ge noemd. van de „misère" in de „gran deur". maar ook omgekeerd. Die in alle bescheidenheid de leuze niet loslaat. Op de 4e juli is het goed om de interpretatie te citeren die Abraham Lin coln gaf van de onafhankelijkheidsver klaring. Natuurlijk, zo gaf hij grif toe, zijn alle mensen niet gelijk en dat hebben de opstellers, zo interpreteerde hij, ook niet willen beweren. Zij zagen net zo goed als wij de évidente ongelijkheid om zich heen. in „kleur, grootte, intellect, zedelijke ontwikkeling, of sociale vermogens." Zij definieerden met redelijke nauwkeu righeid. in welke opzichten zij alle men sen als gelijk beschouwden gelijk in „zekere onvervreemdbare rechten, waar onder leven, vrijheid en het nastreven van geluk". Dat zeiden zij en dat bedoel den zij Zij bedoelden enkel en alleen het recht op gelijkheid vast te stellen, zodat de verwerkelijking daarvan, zo spoedig als de omstandigheden niet toe lieten. zou kunnen volgen. Zij bedoelden om een standaard-regel op te stellen voor de vrije maatschappij, die aan allen bekend zou zijn, en door allen vereerd; waar men voortdurend naar zou uit2ien. voortdurend voor zou werken, en waar men steeds iets dichter bij zou komen, ook al zou men het doel nimmer bereiken". erléden 't>éelden van 'ontre- an.de goede bedoe- le oehandeling van In de imperialis- r _._'Cten Hf'3e buitenlandse poli tiek' Het is alles bekencTSënóeg. dank zij de niets ontziende, ja tof uMtt absurde overspannen Amerikaan^/ zelfkritiek, die niets anders is dan de keerzijde van dezelfde munt van vergeefse zuiverheid. Kon men nu nog maar beweren dat al die bezoedeling het gevolg was van menselij ke boosheid Maar helaas, het zou veeleer gezegd kunnen worden, dat zij integen deel inherent is aan het menselijk idea lisme. Als men leest in Jeffersons hooggestem de brieven proeft men daar al iets van: „Het is te betreuren dat de pogingen van de mensheid om de lang verloren vrijheid te herwinnen (proef uit die woorden de Rousseau-se mythe van een oertoestand van zuiverheid) vergezeld zullen gaan van geweld en dwalingen en zelfs misda den! Maar hoewel wij wenen over de In die woorden zijn realisme en idealisme op een meesterlijke wijze verbonden. Abraham Lincoln, terecht de trots van zijn volk. komt tot een verzoening van de spanningen. Hij heeft het vermogen tot verwondering en het menselijk onver mogen in deze en vele van zijn uitspraken verenigd. In zijn laatste grote rede. de tweede inau gurele van 4 maart 1865. vindt men dat op zijn diepst en grootst, daar roept hij zijn verscheurde volk (na de burgeroor log) op tot verzoening in die klassiek geworden woorden: „Met haat tegen nie mand. met liefde voor allen, met vastheid in het recht, voorzover God het ons wil laten zien", daar buigt hij zich voor Gods wil: „De Almachtige heeft zijn eigen be doelingen". Daar zou Paul Gerhardt niet bij misstaan en laat ik het wagen, nu we het hebben over onze Westerse verwondering en on macht. om met zijn woorden, als met een vrome wens (non sit venia verbo» voor de Amerikanen (en voor ons daarbij inbe grepen. zie hierboven Thomas Jefferson) te eindigen Zo zal Hij alles maken dat ge u verwonderen moet. Tenslotte is Hij het, daar had Thomas Jefferson ge lijk in, Die alle mensen ge lijk heeft geschapen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 13