e Amerikaanse droom:
en verwarrend visioen
I
Werkelijk nieuw
Hoogmoed
Gelijkheid
Licht en duister
Iets verhevens
Twee kanten
Wantrouwen
Verwarrend
Verwondering
Verstarring
Paradox
Verzoening
Geen boosheid
WARTE
!DAG 3 JULI 1976
BUITENLAND
TROUW/KWARTET 13
„De paradox van het menselijk bestaan, de onlos
makelijke verbondenheid van grote visie met al te
kleine werkelijkheid, van hoop en doodsangst, die
is het aangrijpendst aanwezig in de gemeenschap
die vrij is, die niet weet waar zij heen moet, maar
weigert stil te blijven staan."
oor dr. J. W. Schulte Nordholt
|aten wij bij het begin beginnen. Nee, wees niet bang, dat ik
een artikel ter gelegenheid van de 200ste verjaardag van
Jmerika, in de beruchte fout van mijn vak, de geschiedenis,
al vervallen en zo diep in het verleden beginnen dat ik er in
lijf steken. En dan nog, de Amerikaanse geschiedenis kan
pnminste nog uitgelegd worden zonder dat we tot de
nvermijdelijke Egyptenaren en Babyloniërs hoeven terug
gaan. We hoeven MAAR 200 jaar te overzien, als we willen.
SS5I|r
wil beginnen met de woorden van een
chter, niet van een historicus. Die dich-
|r is de zeer poëtische schrijver Francis
ott Fitzgerald, en wat ik van hem ci-
er zijn de slotwoorden uit zijn gaafste
man, het boek THE GREAT GATSBY.
e ik-figuur van het verhaal zit op het
irand van de Long Island Sound (de
aai tussen Long Island en het vaste
ind) en probeert zich voor te stellen hoe
Ie wereld er uit zag toen ze nog ongerept
Toen de maan hoger in de hemel rees
egonnen de onwezenlijke huizen weg te
-nelten totdat ik langzamerhand het ou-
e eiland voor mij zag dat eens opbloeide
oor de ogen van de Hollandse zeelieden
- een frisse, groene borst van de nieuwe
'ereld. Zijn nu verdwenen bomen had-
en eens met hun verlokkend gefluister
e laatste en grootste van alle menselijke
romen doen herleven; één voorbij-
aand, betoverend moment moet de
iens zijn adem ingehouden hebben, nu
ij dit nieuwe werelddeel aanschouwde,
edwongen tot een schoonheidservaring,
tte hij niet begreep en niet wenste, voor
e laatste maal in de geschiedenis staan-
e van aangezicht tot aangezicht tegeno-
pr iets dat opgewassen was tegen zijn
jermogen om zich te verwonderen."
Jls historicus zou ik genoodzaakt zijn om
pze magnifieke passage te becritiseren.
rant ik geloof eigenlijk niet dat onze
lollandse voorvaderen, typische mensen
an de Renaissance, uit op expansie, in
paat waren tot zulke romantische gevoe-
Ins. N
pü weten vry nauwkeurig waar ze op uit
paren. twee dingen namelyk: de door-
fang naar het Noordwesten en het goud.
Sn het gevoel dat Fitzgerald hun toe
licht is in de bronnen niet te vinden.
Haar in wijdere betekenis genomen,
leeft de dichter gelyk.
ED
Amerika is onze expansie, onze drift, ons
verlangen Maar speciaal in de revolutie
ontstaat dan die merkwaardige meer
waarde, die de Amerikanen blijvend zal
stimuleren en belasten, voortstuwen en
^verontrusten, en die men desnoods een
droom of een geweten noemt, in elk geval
Iets zeer verhevens.
Het is eigenlijk geen wonder dat de ter
minologie die daarvoor gebruikt wordt,
religieuze klanken krijgt, en dat de hele
mensheid er bij betrokken is: ..Wij hande
len niet alleen voor onszelf, schrijft Jef
ferson. „maar voor het gehele mensenlij-
ke geslacht De ogen van de lijdende
mensheid zijn angstvallig gericht op ons
als hun enige hoop."
Er is ongetwijfeld veel waarheid in deze
voorstelling, al is ze wat overspannen.
De late achttiende eeuw is één van die
merkwaardige en zeldzame perioden in
de geschiedenis der mensheid, dat er een
straal van hoop door de wereld gaat, dat
het even lijkt alsof er werkelijk een radi
cale verandering van het menselijk lot
mogelijk is.
De Amerikaanse revolutie is de exponent
van die hoop. en de dromers van een
betere wereld heffen hun ogen dan ook
op naar het Westen.
Een goed voorbeeld daarvan is de radica
le Doopsgezinde dominee van Leiden,
Frangois Adriaan van der Kemp, die op
de preekstoel belijdt: „In Amerika is de
Heilzon opgedaagd, welke ons ook zal
bestralen, indien wij willen: Amerika le
vert ons opnieuw een sprekend bewijs op
hoe de Gerechtigheid een volk verhoogt
en de zonde de schandvlek is der natiën
Amerika is door het Wezen aller wezens
verordend om Neerlands laatste Boet
prediker te wezen. Amerika is verordend
om de leemten van Neerlands volk te
helen, indien 't derzelver voetstappen wil
drukken; indien 't zich wil bekeren en
leven."
De Verenigde Staten van Noord-
Amerika vieren morgen voor de
200ste maal hun Onafhankelijk
heidsdag. Ter gelegenheid van dit
tweede eeuwfeest schreef prof. dr J.
W. Schulte Nordholt, hoogleraar in
de cultuur en geschiedenis van
Noord-Amerika bijgaand artikel.
Een ander artikel van hem over
'tweehonderd jaar Amerikaanse re
volutie' plaatsten wij 31 december
van het vorig jaar.
teur van het Algemeen Handelsblad
Charles Boissevain schrijft in zijn boek
„Van 't Noorden naar 't Zuiden, schetsen
en indrukken van de Verenigde Staten
van Noord Amerika (Haarlem 1881-1882):
„Om Amerika goed te begrijpen moet
men uit ons keurige, helder gewassen,
zindelijke, glanzend gepoetste, kleine
landje komen waar men nauw aan
een geschikt wordt, als ware men deel
van een legprent.
Van het afgewerkte, nette, juist be
grensde en afgeronde overbevolkte
landje (in 1880!) komt men in een land
waar het onbegrensde, ongeacheveerde
en ledige u er te telkens aan herinnert,
dat dit land jong en nieuw is en dat de
wereld nog in geen eeuwen vol zal zijn".
En de Kampense professor H. Bouwman,
die in 1912, natuurlijk bij J. H. Kok, zijn
verslag van een reis publiceert („Ame
rika. schetsen en herinneringen)
waarschuwt eveneens tegen te gemakke
lijk oordelen: „Nederla een grote tuin.
waar elke voet grond in cultuur is ge
bracht. maar Amerika is een grote
vlakte".
concrete zaken tot abstracties kan ma
ken... Zijn geest is als een licht dat de
omtrekken van het object dat het be
schijnt verdoezelt: er is veel licht maar je
ziet heel weinig."
odra Amerika begint, zodra het zoekt
m een eigen identiteit te vinden en de
oloniale omhulselen afschudt, is het
recies dat waar het om gaat: om een
rezenlijk nieuw begin, om een verschyn-
el dat 's mensen vermogen om zich te
erwonderen, werkelijk aanspreekt.
)e Amerikanen zelf, en wel in het byzon-
ler de geestelijke vader van de natie, de
chryver van de Onafhankelykheidsver-
tlaring Thomas Jefferson, hebben het
laar voortdurend over: Amerika is wer
kelijk nieuw, in de nieuwe wereld is de
teuwige keten van lijden en teleurstelling
findelyk doorbroken, daar gebeurt het
Ongelooflijke, daar begint de mensheid
Dpnieuw.
Wonderlijk is dat. uit een geschiedenis
can koloniale hebzucht en wreedheid
ontstaat tenslotte een droom. Historisch
Iran men het wel trachten te verklaren
joor te zeggen dat het eeuwig dubbele
Europa óók zijn idealen naar Amerika
meeneemt Maar er blijft iets raadselach
tigs in die plotselinge hevigheid van idea
lisme. en ik citeer met bewondering een
passage uit één van de voortrèffelijke
5086 reisboeken van Inez van Dullemen over
Amerika (Logeren op een vulkaan, Nieu-
ice reisbrieven uit Amerika, Amsterdam.
Em. Querido, 1971, p.8): „Amerika, de
man-made natie, oorspronkelijk de on-
lichtbare. gehuld in een mist tussen twee
oceanen, is altijd blyven opdoemen als
feen object van begeerte, van passie.
De meest gewelddadige natie had het
meest gewelddadige verleden, want de
reeën gouddorst en moordlust stonden
ban haar wieg. En al die gouddorst en
moordlust stroomden, tezamen met vita
liteit en vrijheidsdrang, uit de afvoerpijp
|van het christelijk Europa.
Europa loosde in de Nieuwe Wereld zijn
onverzadigbare hebzucht. Maar het won
derlijke is dat dit monsterkind van Euro
pa na verloop van tijd een geweten kreeg.
Wat het verhaal van Amerika zo drama
tisch maakt is de strijd tussen dit gewe
ten en de nog altijd diep gewortelde
passies naar geld en macht."
-
lelfs als ik een enkele bedenking heb
;egen deze passage ik weet niet of we
a twee wereldoorlogen nog kunnen zeg-
;en dat Amerika gewelddadiger is dan
'uropa dan nog ben ik getroffen door
e hier scherp aangegeven Europese ach-
.ergronden van de Amerikaanse geschie
denis.
Ziedaar het verrpogen om zich te verwon
deren, met Amerika als bewonderd ob
ject. Zo beginCaan beide zijden van de
Oceaan, wat wij sindsdien zijn gaan om
schrijven als de Amerikaanse droom.
Wat dat dan precies is. dat is niet zo
eenvoudig te zeggen.
Er is wel een grondwet voor die droom,
een tekst waarop hij berust en dat aHfc»?
natuurlijk de vermaarde woorden uit^tle
Onafhankelijkheidsverklaring, zoals Jèf- n y
ferson ze geformuleerd heeft: „Wij hou- ee" ie'
den deze waarheden voor vanzelfspré*
kend, dat alle mensen gelijk zijn geschal ,,'o
pen en dat zij door hun Schepper zijn'*
begiftigd met zekere onvervreemdbare* omgezet ynacra
rechten, en dat onder die rechten zijn
leven, vrijheid en het nastreven van
geluk."
w Het is opvallend]
van licht enjMÉ
besprekipg van
blijkt weer de i
de Zaak waar
^Jromers g
len flcM.jg&jfl
kwaad.
Maar het f
is dat hij wijst
lichting, dat onts®
lij kg verwachtingen
ken van.de Ém
•r de beeldspraak
m zwang is bij de
léf Maaftsme. Daaruit
tïjtègeladenhéijd van
—•"gaat. alle réligii
fenstejlingj
,«oëd. duistej
■ans prol
ïundeld wi
UL-Jn Jïlaa
de trro'
i. die he'
jklaren?
dat alle beginselen welke Amerika be
lijdt, zou verloochenen."
Het Amerikaanse dilemma benart deze
Hollandse idealisten, zoals het omge
keerd ook de realisten benart. Wie dro
men van een schonere samenleving in de
geest van de Onafhankelijkheidsverkla
ring zyn verbijsterd over Amerika's te
korten
Wie omgekeerd Amerika zien als het land
van het burgerlijk behoud, van de gema
tigde middenweg tussen tyrannie en de
mocratie, staan al even ontsteld over de
verregaande volksinvloed die zich daar
'jnaakt.
iGysbert Karei, van Hogendorp,
J3. twintig jaar oud. naar Ameri-
3m te zien „hoe een staat wordt
keert teleurgesteld terug. Het
s veel te ver daar. er is zoveel
senlykste menselijke
vérdoezeld.
Maar hoe groots, hoe verheven die woor
den ook zijn, een juridische formule zijn
ze niet bepaald, en ze hebben dan ook
aanleiding gegeven tot een eindeloos
twistgesprek Want Amerika is niet al
leen. en misschien zelfs niet in de eerste
plaats gemaakt door dromers die aan het
verleden denken te kunnen ontsnappen.
Van het begin af zijn er naast de idealis
ten de realisten, zij die niet geloven in de
perfectibiliteit van de mens, die niet aan
nemen dat de geschiedenis nu voorbij is
en alles nieuw is geworden.
Wat betekent gelijkheid eigenlijk? John
Adams, de man die in 1782 de erkenning
van de Nederlandse Republiek wist af te
dwingen en die later de tweede president
van de Verenigde Staten werd (Jefferson
was de derde), twijfelde van het begin af
aan zoveel nivellering.
Aan zijn oude veramerikaanste vriend
uit de Hollandse dagen. Van der Kemp
(die in 1788 naar Amerika was geëmi
greerd). schreef hij. zich nadrukkelijk op
de geschiedenis beroepend: „Niet alleen
tegenstand maar zelfs vervolging schijnt
het onvermijdelijke lot te zijn van ieder
mens die zich onderscheidt door ongewo
ne gaven en talenten De meest onge
veinsde stemming die ons ooit is overge
leverd was die in Corinthe (geloof iki:
„Besloten dat alle mensen van superieu
re kwaliteit verbannen worden uit dit
Gemeenebest. Wij willen zulke mensen
hier niet. Laat ze maar ergens anders
heengaan met hun kwaliteiten Wat een
eenvoud' Wat een naïviteit wat een vrij
heid! Wat een gelijkheid'Wat een broe
derschap! Wat een vaderlandsliefde!
Als wij van de Amerikaanse droom spre
ken. moeten wij wel bedenken, dat dat
maar één kant van Amerika is. dat er van
het begin af eert diepe en wezenlijke
ambivalentie is geweest in de natie in de
nieuwe wereld. Zeker, in duizenden rede
voeringen ter gelegenheid van de vierde
juli is nu al tweehonderd jaar trouw be
tuigd aan Jefferson's stralende leuzen,
maar er zijn ook Amerikanen geweest die
ze hebben afgedaan als „glittering gene
ralities." en in de praktijk zijn ze steeds
bitter omstreden gebleven
Het probleem van alle idealisme is nu
eenmaal dat het uitziet naar wat niet
(nog niet?) bestaat, en daarom is het
altijd in de ogen der realisten te vaag
Amerika's idealisme doet mij soms den
ken aan de ietwat boosaardige kritiek die
Herbert Croly (schrijver van een nogal
idealistisch boek dat was getiteld The
Promise of American Life. en uitgever
van de New Republic, een vermaard libe
raal weekblad) had op die allerverhe-
venste van alle Amerikaanse idealisten,
Woodrow Wilson: „Het is de kwaliteit van
Wilson's denken dat hij zelfs de meest
ter doorlichten en cioi
Dat er hier gróte mogelijkheden bei^
is de laatste jaren wel'gejjieken. Dankzij
de scherpe belichting van de comihum-
catie-middelen is er véél xjpgeto'
veel wat het daglicht nietjetdragc
blootgesteld aan de öpejjiJaarhei
En al is het waar dat er.agfueuw>
ten zich breed kunnen
deze reiniging niet die
heid heeft die zi] zich wel eens
toch is de groQfcHeid van Ameril
wezenlijk aanwezig, in dat steei
kerende, haast religieuze élan
de aanval op het kwaad wordt ingi
weer wordt gewerkt aan de realisering
van di^f altijd lokkende, altijd ontwijken
de Amtppikaanse droom van gelijkheid
Dat is precies dat drama van de Ameri
kaanse geschiedenis dat Inez van Dulle-
man bedoelt. Hoeveel eminente leiders
zijn er omïhet te getuigen, vanaf Thomas
Jefferson; ,.Het licht der rede dat zich
overal verspreidt heeft reeds aan een
ieder de tastbare waarheid duidelijk ge
maakt. dat de grote massa der mensen
niet is geboren met zadels op hun rug. en
niet een elite gélaarsd en gespoord om ze
te bereiden en dat nog wel bij de gratie
Gods." tot aan Martin Luther King: „Ik
heb een droom dat dit volk eens zal
opstaan en de'betekenis van zijn ge
loofsbelijdenis waar maken wij houden
deze waarhederi voor vanzelfsprekend,
dat alle mensen gelijk zijn geschapen."
woorden, ieder vihdt iri
hij zoekt, voor zichzelf, en
t er Af Wat -hy al van te
'-■beeld van Amerika i
Ned.
.-bij. WD
inste, in
rrika Wy
jyend vol!
•rdeft ir» een opstai
.orl3erdrtrkk"er. nét.
ners van eên land met een gr.
vrijheid en tolerantie, en ook
constitutionele opbouw tot 1
Zonder het vermogen om zich te verwon
deren kan men over Amerika niet spre
ken, dat zijn de besten onder de waarne
mers zich wel bewust. Maar toch, zoals
gezegd, proberen de meesten wel een
oordeel te geven, en al heel makkelijk
vervallen ze dan in die Europese hoog
moed die zo maar de staf over de nieuwe
wereld breekt.
De vrijzinnige dominee Van Mourik
Broekman schrijft twee boeken vol over
de Amerikaanse samenleving en cultuur,
heel leesbaar (De yankee in denken en
doen. Haarlem 1914. en „Amerikaanse
cultuur in de praktijk". Leiden 1914),
maar met als uitgangspunt dat Ameri
kaanse cultuur een contradictio in termi
nis (innerlijk in tegenspraak) is.
Het vermogen om zich te verwonderen is
speciaal bij de culturele elite van Europa
dikwijls afwezig.
Een uitzondering die dan genoemd moet
worden is Huizinga. De grote cultuur
historicus geeft in het jaar 1917-1918 in
Leiden een college over de Amerikaanse
geschiedenis, waarschijnlijk het eerste
ooit in ons land. waarin hij op indrukwek
kende wijze begrip opbrengt voor de an
dere wereld daarginds.
Maar hij heeft dan ook begrip voor wat
het andere is, hij bewondert de wezenlij
ke Amerikaanse dichter Walt Whitman,
en in hem begrijpt hij Amerika beter dan
alle betweters (Mens en menigte in Ame
rika. Haarlem 1918).
Het thema waarmee hij Amerika meet. is
precies datzelfde thema van de spanning
tussen de enkeling en zijn waarde en de
gemeenschap en haar behoefte tot asso
ciatie en gelijkstelling.
Hij ziet het dilemma waarin het land
gevangen zit maar hij ziet meer; hij be
grijpt dat juist in die spanning, voortdu
rend beleefd en verwerkt, de grootheid
van Amerika ligt.
Maar het is precies ckt visioeh. d§t twee-
honderd jaar oude credo. da£fiet beeld
van Amerika zo vreemd. z<5> verward
maakt voor wie het tracht te begrijpen, te
omlijnen. „xy
Dat de oorzaak is van de voortdurende
ambivalentie waarmee de Amerikanen
zelf en bun Europese vrienden deze
niéuwe wereld benaderen.
Juist die Amerikaanse droom leidt zo
licht tot bewondering die bij het minste
omslaat in afkeuring, tot hóóp. die ver
keert in teleurstelling. Dart stralende
licht Is zo versluierd.
De eerste bewonderaars Amerika
hier in Nederland worstelen daar al mee.
Zy dwepen met het land waar dfifafeon
is opgegaan, zoals Van der. Kemp-bek
zegt, waar. aldus zfjn vrind Johan Derk
van der Capellen. de beroemde Zwolse
Patriot „brave lieden de recnt&rfli'e zy
als mensen niet van de wetgevende
macht in Engelahd, maar van God zelve
hebben ontvangen, op een frgfadigde,
manmoedige. godvruchtigê"wijze verde
digen."
Maar dezelfde Van der Capellen is woe
dend. zoals hy aan een Engelse vriend
schrijft dat er in de nieuwe republiek
zoveel onverdraagzaamheid heerst.
„De slavernij te laten voortbestaan in de
dertien staten, dat zou een gedrag zijn
met dezelfde federale trekken, net als zij.
Van beide zijden werd het zo gevoeld.
Voor John Adams naar Holland ging,
geloofde hy daar een verwant volk aan te
treffen.
„De gelijkheid in gewoonten, in
godsdienst, en. in sommige opzichten, in
constitutioneel bestel, de analogie tussen
de manier waar op beide republieken
onafhankelijk werden, en bovenal, de we
derzijdse handelsbelangen, zullen onze
twee naties ongetwijfeld steeds meer ver
enigen".
En van Nederlandse zijde werd de over
eenkomst al even zeer gevoeld. Ik schreef,
al eens in deze krantover Abraham Küi<
pers hartelijke bewondering voor veel in
Amerika,, voortkomend uit dezelfdJ? ]g€-
dachtenwereldéfeh ér zyn méér dergelijke
voorbeeldeQ_tQjp(J'emeTv/
Maar larfgzamertfand gingen tengevolge
van dei" ontwikkeling de verschillen toch
zwaarder wegen dan de overeenkomsten
Toen Amerika zich vrij vocht was het een
land van ongeveer ttoen veel inwoners als
ons land. iets meer: 3 miljoen tegen 2.5
Maar sindsdien werd het. goals leder
weet. eert wereldmacht. Thans left het"
215 miljoen mefisen en daarbtf a^jn onze
14 wel achtergelrféven. Die discrepantie
is meer en me©»* het oordeel gaan bepa-
Wij leven tegenwoordig in een tijd waann
het goede mode is geworden om alle
;rote leuzen te wantrouwen. Wij hebben,
ker van de Amerikanen, zo geweldig
1 schone dromen te horen gekregen, er
oveel verwachting gewekt, dat er een
terugslag is gekomen,
van In Amerika zelf hebben de krachtige ho-
eeh 'rizontalisten van de ..Social Gospel"-
foóftri. beweging die aan het begin van deze
len, heeft JtetqTéjd' gewijzigd heeft eigen
lijk het vermogen om zich te verwonde-
Ven nog aanziénlyk meer voedsel ver-
'ischatL^/-' -
Leest men de reisverslagen van Neder
landers in de nieuwe wereld dan wordt
men getroffen door die voortdurende ver
wondering. Er zyn heel wat van zulke
reisboeken, want het was en is nog wel zo
dat wie naar Amerika reist vindt dat hy
daar verslag van moet doen
Moge daar pretentie in steken, anderzijds
moet gezegd worden dat er ook nogal
eens het besef wordt gevonden dat Ame
rika niet met onze maten gemeten kan
worden
De bekende liberale politicus en redac-
middelen wij moeten blijven bidden voor
het doel".
Zoals men ziet. de dialectiek, met een
vromer tintje, is werkelijk geen monopo
lie van Oosteuropese revolutionairen.
Er is inderdaad een levensgroot gevaar in
alle idealisme en wie voelt niet soms de
neiging om daaraan te ontsnappen om
dan maar eerlijk en ronduit de steeds
smallere grens naar het realisme over te
stappen en zonder leuzen, „sans phra
ses". te doen wat het eigenbelang, als
natie, vereist. Dat is de logische reactie
op het drama Vietnam, tenminste voorlo
pig. want in Amerika wordt het roer
gemakkelijk en snel weer gewend, ook
naar een gewaande morgen.
Maar nu. nu wij de herdenking van de
onafhankelijkheidsverklaring vieren, nu
is het misschien toch goed om de zaak
eens van de andere kant te bekijken Om
te beseffen dat wij weliswaar niet met het
idealisme kunnen leven, maar mog veel
minder zonder.
Dat het een vloek kan zijn. maar ook een
zegen: dat dat geloof in een nieuw begin,
hoe overspannen ook. de voorwaarde is
voor alle ontwikkeling der mensheid.
In werkelijk realisme en daar versta ik
dan onder het aanvaarden van de werke
lijkheid zoals wij menen dat zij zich aan
ons voordoet en het afstemmen van ons
handelen op het directe nut dat wij me
nen dat het zal hebben zouden wij
verstarren. De glorie van de mens is dat
hij meer is dan de materie om hem heen,
dat hij op weg is ergens naar toe.
Waar naar toe. wie zal het precies kunnen
zeggen? En wee de idealist die dat meent
wel te kunnen doen. net als de realist zal
hij in verstarring beklijven. Rusland is
daarvan het afschrikwekkende voor
beeld.
eeuw floreerde, ruimte moeten maken
voor een andere meer pessimistische be
nadering.
In de denkwereld en niet alleen de
theologische is het vooral Reinhold
Niebuhr geweest, die grote invloed heeft
gekregen.
Een wijs realisme heeft zich baan ge
broken en het beschuldigt, en niet zonder
reden, de idealisten ervan dat ze zelf hun
droom verraden hebben door hem te ver
absoluteren. Dat in naam van vrijheid en
gelijkheid er zoveel kwaad is gedaan, dat
het beter is om al die huichelachtig ge
worden grote woorden maar niet meer te
gebruiken.
rfel"ïé allemaal wijs en waar en het was
hoog nodig dat dit gebeurde Want de
ontsporing wel gróót. Om in naam
van een wereldwijde ..Great Society" de
rampzalige ooftog in Vietnam te voeren,
dat was toch wel een staaltje „van de
absurditeit waartoe de Amerikaanse
droom kon leiden.
Evenzo kon en
en heden ander»
geling. ontred"*-'
liagen aai
De paradox van het menselijk bestaan,
de onlosmakelijke verbondenheid van
grote visie en al te kleine werkelijkheid,
van hoop en doodsangst, die is het aan
grijpendst aanwezig in de gemeenschap
die vrij is. die niet weet waar zij heen
moet maar weigert stil te blijven staan.
Die weet heeft van wat Niebulnrde.irony
of American history" en natuurlijk van
alle menselijke geschiedenis) heeft ge
noemd. van de „misère" in de „gran
deur". maar ook omgekeerd.
Die in alle bescheidenheid de leuze niet
loslaat. Op de 4e juli is het goed om de
interpretatie te citeren die Abraham Lin
coln gaf van de onafhankelijkheidsver
klaring. Natuurlijk, zo gaf hij grif toe, zijn
alle mensen niet gelijk en dat hebben de
opstellers, zo interpreteerde hij, ook niet
willen beweren.
Zij zagen net zo goed als wij de évidente
ongelijkheid om zich heen. in „kleur,
grootte, intellect, zedelijke ontwikkeling,
of sociale vermogens."
Zij definieerden met redelijke nauwkeu
righeid. in welke opzichten zij alle men
sen als gelijk beschouwden gelijk in
„zekere onvervreemdbare rechten, waar
onder leven, vrijheid en het nastreven
van geluk". Dat zeiden zij en dat bedoel
den zij Zij bedoelden enkel en alleen
het recht op gelijkheid vast te stellen,
zodat de verwerkelijking daarvan, zo
spoedig als de omstandigheden niet toe
lieten. zou kunnen volgen.
Zij bedoelden om een standaard-regel op
te stellen voor de vrije maatschappij, die
aan allen bekend zou zijn, en door allen
vereerd; waar men voortdurend naar zou
uit2ien. voortdurend voor zou werken, en
waar men steeds iets dichter bij zou
komen, ook al zou men het doel nimmer
bereiken".
erléden
't>éelden van 'ontre-
an.de goede bedoe-
le oehandeling van
In de imperialis-
r _._'Cten Hf'3e buitenlandse poli
tiek' Het is alles bekencTSënóeg. dank zij
de niets ontziende, ja tof uMtt absurde
overspannen Amerikaan^/ zelfkritiek,
die niets anders is dan de keerzijde van
dezelfde munt van vergeefse zuiverheid.
Kon men nu nog maar beweren dat al die
bezoedeling het gevolg was van menselij
ke boosheid Maar helaas, het zou veeleer
gezegd kunnen worden, dat zij integen
deel inherent is aan het menselijk idea
lisme.
Als men leest in Jeffersons hooggestem
de brieven proeft men daar al iets van:
„Het is te betreuren dat de pogingen van
de mensheid om de lang verloren vrijheid
te herwinnen (proef uit die woorden de
Rousseau-se mythe van een oertoestand
van zuiverheid) vergezeld zullen gaan
van geweld en dwalingen en zelfs misda
den! Maar hoewel wij wenen over de
In die woorden zijn realisme en idealisme
op een meesterlijke wijze verbonden.
Abraham Lincoln, terecht de trots van
zijn volk. komt tot een verzoening van de
spanningen. Hij heeft het vermogen tot
verwondering en het menselijk onver
mogen in deze en vele van zijn uitspraken
verenigd.
In zijn laatste grote rede. de tweede inau
gurele van 4 maart 1865. vindt men dat
op zijn diepst en grootst, daar roept hij
zijn verscheurde volk (na de burgeroor
log) op tot verzoening in die klassiek
geworden woorden: „Met haat tegen nie
mand. met liefde voor allen, met vastheid
in het recht, voorzover God het ons wil
laten zien", daar buigt hij zich voor Gods
wil: „De Almachtige heeft zijn eigen be
doelingen".
Daar zou Paul Gerhardt niet bij misstaan
en laat ik het wagen, nu we het hebben
over onze Westerse verwondering en on
macht. om met zijn woorden, als met een
vrome wens (non sit venia verbo» voor de
Amerikanen (en voor ons daarbij inbe
grepen. zie hierboven Thomas Jefferson)
te eindigen
Zo zal Hij alles maken dat
ge u verwonderen moet.
Tenslotte is Hij het, daar
had Thomas Jefferson ge
lijk in, Die alle mensen ge
lijk heeft geschapen.