Westduitsers ervaren hoe taai wantrouwen kan ziin I Oost-Timor is blok aan het been van de Indonesische generaals *>,4 ,Het is de toon die de muziek maakt' TERDAG 12 JUNI 1976 BUITENLAND TROUW/KWARTET 17 In 1969, toen de sociaal democraat Willy Brandt kan selier van de Bondsrepubliek Duitsland werd, begon in Eu ropa langzaam maar zeker het wantrouwen tegen alles wat Duits was, te verdwijnen. Dat kon omdat Brandt een onver dacht verleden had en West- Duitsland nog een politieke dwerg was, hoewel het in eco nomisch opzicht al geruime tijd de gestalte van een reus had aangenomen. Br-andt daarbij gesteund door de in datzelfde jaar gekozen president Gustav Heinemann - streefde in de vijf jaren van zijn kanselierschap met succes naar een werkelijke nor malisering van de betrekkingen tussen de Westduitsers en andere Europeanen, die in het Oosten inbe grepen. Hij had vooral succes om dat hij de Duitsers voor ogen hield, dat zij het verleden niet mochten vergeten. Maar ook het feit dat hij geen leidende politieke rol voor zijn land opeiste, bezorgde hem overal in Europa bewonderaars. Hem viel zelfs de Nobelprijs voor de vrede ten deel. Naarmate de politieke invloed van West-Duitsland toenam, mede als gevolg van Brandts streven naar normalisatie, viel het de kanselier al wat moeilijk om deze ontwikke lingen te negeren. Met name tegen over Frankrijk vermeed hij angst vallig van de zich wijzigende omstandigheden gebruik te maken. In wezen zette hij daarmee het be leid voort, dat de christen democratische kanselier dr. Kon rad Adenauer met de onderteke ning van een door de Franse presi dent Charles de Gaulle gewild Frans-Duits vriendschapsverdrag in gang had gezet. Afscheid Twee jaar geleden zag Brandt zich door de Guillaume-affaire gedwon gen om als kanselier af te treden. Zijn afscheid betekende tevens het einde van de periode, waarin West- Duitsland alles deed om vriend en vijand ervan te overtuigen, dat het geen internationale politieke ambi ties had. Zijn opvolger, de sociaal democraat Helmut Schmidt, liet er van het begin van zijn optreden als kanselier geen twijfel over bestaan dat de Westduitsers, die sinds 1945 - bijna lang 30 jaar lang - de rol van berouwvolle zondaars hadden ge- door J. den Boef speeld. voortaan voor vol aangezien moesten worden. De opvatting van Schmidt, dat de Westduitsers nu eindelijk eens als echte Europese democraten geac cepteerd moesten worden, was op zichzelf heel begrijpelijk. Er is sinds 1945 een nieuwe generatie Westduitsers opgegroeid, die de Hitler-periode niet heeft meege maakt en zelfs voor een groot deel na de Tweede Wereldoorlog werd ge boren. Deze mensen wilden niet meer worden lastiggevallen met de ellende, die vorige generaties over grote delen van Europa hadden ge bracht. Zij waren opgegroeid in een democratische samenleving en wensten niet langer als tweede rangs Europeanen te worden be schouwd. Dit laatste was hun goed recht. En Helmut Schmidt beriep zich terecht op hun standpunt. De nieuwe kan selier, die nooit geleden heeft onder gebrek aan zelfvertrouwen, zou ech ter blijken niet de meest geschikte man te zijn, die het beeld van de .nieuwe Duitser' gestalte moest ge ven. Gerespecteerd worden is heel wat anders dan zich doen gelden als Europeanen onder de Europeanen. Dat heeft Schmidt vooral in de af gelopen maanden ervaren. Ook Frankrijk In april liet Schmidt zich in een tv-interview laatdunkend uit over Europese landen, waar de commu nistische partij grote invloed heeft of kan krijgen. Hij noemde Italië. Spanje. Portugal, en in zekere mate ook Frankrijk, sinds de Gaullisten er hun stempel op drukken', die tientallen jaren door conserva tieven en zelfs door fascisten wer den geregeerd. Met deze losse flod ders. die vooral op de Italiaanse christen-democraten en over hun Een voor sommigen sprekend b eeld van een ontmoeting tassen de Franse president Valery Giscard d'Estaing en de Westduitse kanselier Helmut Schmidt. hoofden heen tot hun geestverwan ten in West-Duitsland waren ge richt. jaagde Schmidt echter ook de Fransen tegen de Bondsrepubliek in het harnas. President Giscard d'Estaing, enke le jaren geleden nog goed bevriend met Schmidt, toen zij beiden nog minister van financiën waren, gaf zijn ministers opdracht, mee te doen aan plechtigheden ter gele genheid van de verjaardag van de Duitse capitulatie op 8 mei 1945. Eerder had hij die festiviteiten offi cieel afgeschaft Premier Jacques Chirac riep veelbetekend in herin nering dat het „op initiatief van generaal De Gaulle was. dat West- Duitsland uit het isolement kon ko men. waarin het sinds zijn ontstaan verkeerde". Chirac doelde hiermee op het al eerder genoemde Frans-Duitse vriendschapsverdrag, dat in 1963 door de Gaulle en Adenauer werd ondertekend. „Het lijkt niet aan Schmidt te zijn", aldus Chirac in een verklaring voor de Franse Nati onale vergadering. ..dergelijke on doordachte verklaringen af te leg gen". En hij voegde er aan toe: „Vandaar dat in deze geest op ver zoek van de president van de Fran se republiek de regering de noodza kelijke stappen heeft ondernomen bij de Westduitse regering." Evenwicht Bijval kreeg vooral Michel Debré, de bewaker van de gaullistische er fenis met de verklaring: „De herkre gen economische macht van Duits land schijnt zijn politici het recht te geven. Frankrijk aanmatigend te behandelen. Maar als het Europa der vaderlanden morgen zou ont staan en de kleuren van Duitsland zou dragen, dan zullen wij er niet aan meedoen". Debré spreekt niet meer namens Frankrijk, maar in zijn hart zijn veel Fransen met hem eens. dat West-Duitsland het even wicht in Europa niet mag verstoren, zowel in economisch als in politiek opzicht. Ook bij de Franse socialisten kan West-Duitsland geen goed meer doen. Enkele weken geleden maak te hun leider. Frangois Mitterrand, demonstratief de oprichting be kend van een „Internationaal comi té voor de verdediging van de bur gerlijke vrijheden en de be roepsvrijheid in de Bondsrepubliek Duitsland". Mitterrand raakt hier mee een heel teer punt aan. waar West-Duitsland moeilijk raad mee weet. Hij doelt met name op het zgn Radicalen-decreet, dat kanselier Willy Brandt in 1972 in overleg met de leiders van de regeringen van de deelstaten uitvaardigde om te voorkomen. dat „grondwetsvijandige" elementen in overheidsdienst „binnendringen". De drastische stap van Mitterrand heeft echter ook betrekking op de lichtvaardigheid. waarmee de wetswijzigingen tot stand zijn geko men om de leden van de „Rote Armee Fraktion", beter bekend on der de naam Baader-Meinhof- groep, te kunnen veroordelen. Ove rigens is Mitterand niet de enige die daar ernstige kritiek op heeft. Niemand minder dan de als conser vatief bekend staande Franse hoog leraar Alfred Grosser, heeft aan het „geweten" van West-Duitsland ge appelleerd. Niet nodig Grosser maakt zich meer zorgen over het feit dat de Westduitsers zo gemakkelijk een deel van hun vrij heden opofferen, dan over de maat regelen van het Westduitse staats apparaat. De Franse hoogleraar waarschuwt dat een volgens hem democratisch stabiele staat als de Bondsrepubliek de maatregelen te gen radicalen van links en rechts niet nodig heeft om te kunnen optreden tegen het betrekkelijk kleine aantal „vijanden van de grondwet" in openbare dienst. Dezelfde Alfred Grosser heeft het overigens voor West-Duitsland op genomen tegen de redacteuren van de Franstalige Belgische tv. Deze hadden in een speciale uitzending, gewijd aan het in West-Duitsland bestaande „beroepsverbod", de Bondsrepubliek vergeleken met landen als Chili en parallellen ge trokken met het begin van de Hit- lertijd. Hoofdfiguur in de uitzen ding was de Westduitse communis te Doris Schwerdt. Grosser noemde - ondanks zijn kritiek op de Bondsrepubliek - de in het tv- programma gemaakte vergelijking „klinkklare onzin". Niettemin vraagt de liberale „Frankfurter Rundschau" zich in een hoofdartikel af. waarom de Westduitsers de kritiek van iemand als Grosser niet ter harte zullen nemen. „Het perfectionisme, waar mee bij ons naar .vijanden van de grondwet' wordt gezocht, kan de indruk wekken, dat de overheid steeds minder tolerant wordt". Een vrije samenleving die bereid is uit angst haar vrijheid stukje voor stukje op te offeren, zal spoedig niet meer echt vrij zijn. Zij offert name lijk alle waarden op. die zij juist wil verdedigen". Vooroordeel Het blad herinnert er aan. dat de Westduitsers in de afgelopen tien jaren vaak niet meer hebben stilge staan bij het feit, dat wantrouwen en vooroordeel een taai leven kun nen leiden. „Wij hebben als Duit sers zelf aanleiding gegeven tot dit wantrouwen en vooroordeel. Ver dragen maken daar geen eind aan. We doen er dan ook goed aan, ons daarop in te stellen, niet alleen in onze omgang met de Franse socia listen. We moeten weer gaan besef fen dat het de toon is. die de muziek maakt. Dat geldt voor de kanselier evengoed als voor zanglustige Duit se toeristen". Wat Schmidt betreft: het Franse dagblad Le Monde heeft zich al eens afgevraagd, of hij een nieuwe „ijzeren kanselier" wil worden. Hiermee heeft het blad herinnerin gen opgeroepen aan de stichter van het Duitse rijk. Otto von Bismarck, die in 1871 een oude rekening met Frankrijk had vereffend. Le Monde beklaagt zich voorts over de druk. die Schmidt op de landen van de Europese Gemeenschap uitoefent. De „bureaucraten" in Brussel zijn al eens door Schmidt vergeleken met lieden, die niet eens een tram- onderneming kunnen leiden, zon der binnen twee jaar in de verlies cijfers terecht te komen. De Britten hield Schmidt voor. dat zij een „slaperig Industrie- management" hebben en hun vak bondsleiders noemde hij „bekrom pen eilandbewoners". President Ford kreeg van de kanselier te ho ren, dat hij zich wat meer met de problemen van de stad New York moest bemoeien. En zo zijn er meer voorbeelden te noemen van de los lippigheid van Schmidt, die boven dien nog als een betweter bekend staat. Niettemin wijt de kanselier het onbehagen over zijn optreden vooral aan het feit. dat West- Duitsland 31 jaar na de Tweede Wereldoorlog niet alleen een econo mische reus. maar ook een politieke factor van betekenis is geworden. Irritatie Dit laatste is niet juist. Irritatie ontstaat slechts over de wijze, waar op van die economische en politie ke macht gebruik wordt gemaakt. Ook de manier, waarop West- Duitsland als model voor de andere Europese landen wordt aangepre zen. wordt niet in dank afgenomen. Bijvoorbeeld als Hans Apel. minis ter van financiën en goede vriend van Schmidt, zegt: „De Westduit sers zijn eenvoudig te goed. Zij wor den benijd omdat bij hen de prijzen niet zo snel stijgen, de vakbonden niet zo vaak staken en de sociale vrede zeker is." De Westduitsers hebben gelijk als zij zeggen, dat zij ten onrechte wor den gewantrouwd. Niettemin is een deel van de kritiek od hun doen en laten, juist. Niet alleen wat betreft het internationale niveau, maar ook wat betreft de alles over één kam scherende wetgeving ten aanzien van het weren ven radicalen uit overheidsdienst en het vergemak kelijken van het proces tegen leden van de Baader-Meinhofgroep. Aan deze kritiek kunnen de Westduit sers niet voorbijgaan, willen zij voorkomen, dat zij op den duur onnodig een slechte naam krijgen. Dat geldt zoals de Frankfurter Rundschau schreef inderdaad zo wel voor de Westduitse kanselier als voor zanglustige toeristen. Begin deze week zei president Soeharto van Indonesië dat hij een onderzoekscommissie naar Oost-Timor zou sturen voordat een definitieve aan fluiting van het oostelijke deel van het eiland bij Indone sië een feit kan worden. „Het Indonesische volk moet zich zelf kunnen overtuigen en met zijn broeders praten zodat een juiste en snelle beslissing over de integratie genomen kan worden." De president zei dit in antwoord op een verzoek van een 50 man sterke delega tie uit Oost-Timor om tot on middellijke opneming van de vroegere Portugese kolonie als 27-ste provincie van de Re publiek Indonesië te be sluiten. De delegatie staat onder leiding van Arnoldo dos Reis Araujo. leider van de voorlopige regering van Oost-Timor. die zegt de ongeveer 700.000 inwoners van het gebied te vertegenwoordigen en vrijwel over al de macht volledig in handen te hebben. De delegatie is vandaag uit Jakarta vertrokken om „voorberei dingen te treffen voor de komst van de parlementaire onderzoekscom missie uit Indonesië." Tezelfdertijd, ook deze week is een twee-mans delegatie uit Oost- Timor begonnen met een bezoek aan Nederland. Zij zijn ook verte genwoordigers van een regering uit de vroegere Portugese kolonie. Het zijn José Ramos Horta, de mi nister van buitenlandse zaken en informatie van de Democratische Republiek Oost-Timor en Leonel Andrade. vertegenwoordiger van het Fretilin voor Europa. Het Freti lin. Revolutionair Front voor een onafhankelijk Oost-Timor, heeft op 28 november vorig jaar eenzijdig de onafhankelijke Democratische Re publiek Oost-Timor uitgeroepen. Ook deze beide Fretilin-mensen zeggen het Oost-Timorese volk te vertegenwoordigen en ook hun re gering zegt behalve de be langrijkste steden, het overgrote deel van Oost-Timor ondercontrole te hebben Volgens het Fretilin dat zich in de ontoegankelijke bergen van Oost-Timor heeft teruggetrok- Adam Malik, de Indonesische minister van buitenlandse zaken door Johan ten Hove ken is de voorlopige regering van Araujo niéts meer of minder dan een marionetten-bewind dat door de Indonesische generaals in stand gehouden wordt, met de bedoeling het oostelijk deel van het eiland zo snel mogelijk te annexeren. En hoewel president Soeharto nu vindt dat er eerst een parlementaire commissie naar Oost-Timor moet om eens uit te zoeken hoe men daar over integratie met Indonesië denkt, meer dan een poging om de inlijving een wat eleganter aanzien te geven is het niet. Duidelijk is dat de annexatie op zeer korte termijn een feit zal zijn. Vrijwel zeker zal Oost-Timor „op verzoek van de voorlopige regering" op 17 augus tus, de onafhankelijkheidsdag van Indonesië bij de republiek ingelijfd worden. Waarmee Indonesië juist die trek ken gaat vertonen die het in zijn eigen onafhankelijkheidsstrijd zo zeer bestreed, namelijk imperialis tische. Politieke partijen Met de Portugese omwenteling op 25 april 1974 en de daarbij komende ontmanteling van het Portugese koloniale wereldrijk komt ook het vrijwel vergeten Portugees Timor in het nieuws. Snel achter elkaar worden er poli tieke partijen en bewegingen opge richt die alle zo hun eigen plannen hebben voor de toekomst van Oost- Timor. De UDT, Democratische Unie van Timor, opgericht door Lopez da Cruz. Costa Mouzinho (gewezen burgemeester van Dili) en Mario Carrascalao (vertegenwoordiger van Oost-Timor in het „parlement" van de vroegere Portugese dictator Caetano) wilde in eerste instantie een band met het moederland on derhouden De UDT werd vooral gesteund door de middenstand in Dili, de rijke Portugese koffieplan ters en de Chinese gemeenschap die zich sterk had vermengd met de Timorese bevolking. Een tweede partij is de Apodeti, de Democratische Volksassociatie van Timor, onder leiding van José Fer nando Osorio Soares. Deze is voor integratie in Indonesië en wordt dan ook vanuit Indonesië gesteund. De beweging heeft haar centrum in het westen van Oost-Timor en heeft in ieder geval in de hoofdstad Dili weinig steun gehad. De derde partij, het in september 1974 opgerichte Fretilin komt voort uit een sociaal-democratische be- José Ramos Horta, Minister van het Fretilin. weging van kleine Portugees- Timorese ambtenaren en het lagere kader van het leger. Ook de in Por tugal opgeleide studenten en mid delbare scholieren voelen zich sterk tot het Fretilin aangetrokken. De leiders zijn Francisco Xavier de Amaral. een ex-priester die werkzaam is als douane ambtenaar. de radicalere Mari Al- katiri en de meer naar buitentre- dende José Ramos Horta. de zoon van een Portugese democraat die in de jaren dertig naar Oost-Timor werd verbannen en daar een Timo rese vrouw trouwde. Zij zijn voor standers van een onafhankelijk Oost-Timor en richten zich in hun strijd op verwante bevrijdingsbe wegingen en in andere Portugese koloniën, zoals het Frelimo in Mo zambique en de MPLA in Angola. Verder zijn er nog twee splin tergroeperingen Kota en Trabalis- ta. waarvan weinig bekend is en die ook nauwelijks een rol gespeeld hebben Coalitie In januari 1975 vormen de be langrijkste partijen, het Fretilin en de UDT een wat ongemakkelijke coalitie. Het Fretilin zag van een directe onafhankelijkheid af uit vrees voor een Indonesische invasie en de UDT op haar beurt zag van een blijvende band met Portugal af omdat daar net generaal de Spinola ten val gebracht was en de Portuge se regering voorlopig een meer radi cale koers ging varen die de UDT niet welgevallig was. Maar de UDT ziet met lede ogen de steun van links-radicaal Portugal aan het Fre tilin aan. verbreekt in mei '75 de coalitie, knoopt betrekkingen aan met de Apodeti en doet vervolgens in augustus een greep naar de macht in Dili. De beweging weet Dili en de stad Bacau te bezetten, maar dan ver loopt het even anders dan de UDT en de Portugese officieren op het eiland verwacht hebben. Het Freti lin. dat immers de steun van de Portugees-Timorese onderofficie ren heeft slaat terug en met behulp van de ongeveer 5000 man van de Timorese dienstplichtigen weet het al na tien dagen de macht van de UDT in Dili over te nemen. De Por tugese gouverneur Lemos Pires ver dwijnt met de resten van het Portu gese leger naar het eilandje Atauro, 40 kilometer uit de kust voor Dili en Fretilin-troepen jagen hun te genstanders. aanhangers van de UDT, Apodeti, Kota en Trabalista voor zich uit in de richting van de grens met Indonesisch West-Timor. Velen vluchten ook naar het Aus tralische Darwin en vertellen daar dat het Fretilin slachtpartijen heeft aangericht in Dili onder aanhan gers van de UDT. Indonesië meldt dat er ruim 40.000 vluchtelingen naar West-Timor zijn uitgeweken, een cijfer dat echter door Kota-leider José Martins (één van de vluchtelingen) wordt terug gebracht tot ongeveer 20.000. „Geheime oorlog" Eind september beheerst het Freti lin Oost-Timor op het grensgebied met West-Timor na. De UDT. Apo deti en de beide andere groeperin gen gaan op instigatie van Indone sië een anti-communistische coali tie tegen het Fretilin aan en worden van wapens voorzien door Indone sische troepen. Dan begint ook de zogenaamde „ge heime oorlog" waar ook geregelde Indonesische troepen aan deelne men. hoewel ze in Indonesië door minister van buitenlandse zaken. Adam Malik en de pers „vrijwilli gers" genoemd worden. Ondanks de pers en de minister weet de Indonesische bevolking wel beter. In gesprekken in Jakarta werd mij herhaaldelijk gevraagd of er in het Nederlandse leger niet zoiets bestond als „het aanwijzen van vrijwilligers" Ook voor de machtsovername door het Fretilin vinden er grensinciden ten plaats. Aan weerszijden worden kampongs aangevallen, mensen ge dood en vee gestolen, maar niet op zo'n grote schaal. „Als het etenstijd was trokken beide partijen zich terug". Het „geheim houden" van de daad werkelijke deelname aan de strijd door geregelde Indonesische troe pen heeft vijf Australische journa listen het leven gekost In oktober vorig jaar filmen zij Indonesische troepen in OostrTimor die de grensstad Balibo aanvielen. Vol gens de Indonesische pers zijn zij vermoord door Fretilin-soldaten. Tijdens mijn verblijf in maart van dit jaar zei de Australische planter uit Oost-Timor, Rex Sydel, die in een ziekenhuis in Jakarta verpleegd werd, hetzelfde. Zijn verklaring werd breed uitgemeten in de Indo nesische pers (alle kranten hadden exact hetzelfde bericht). Maar een familielid van een officier die zelf in Oost-Timor gevochten had ontken de dat het Fretilin de moord opzijn geweten had en liet mij raden wie het dan wel gedaan had. De invasie Nadat blijkt dat er van de Portuge zen niets meer te verwachten is roept het Fetilin op 28 november eenzijdig de onafhankelijkheid van Oost-Timor uit. hetgeen gevolgd wordt door de al even eenzijdige proclamatie van de anti communistische coalitie dat Oost- Timor voortaan bij Indonesië hoort. Kort daarna komt de verwachte Indonesische invasie. Op 7 decem ber 1975 vallen Indonesische mari niers en paratroepen, voorafgegaan door een bombardement vanaf In donesische oorlogsschepen de ste den Dili en Bacau aan. Het gebeurt vooral op aandrang van generaal Ali Moertopo en minister van defen sie en stafchef van de Indonesische strijdkrachten, generaal Maraden Paggabean. Wat echter een snelle bliksemactie moet worden (Moertopo zegt dat alles nog voor eind '75 rond zal zijn) wordt een slepende en zeer bloedige zaak. Indonesië verkijkt zich zowel diplomatiek als militair op Oost- Timor. Diplomatiek: verschillende malen wordt Indonesië in de Veilig heidsraad van de Verenigde Naties veroordeeld wegens agressie en wordt het opgeroepen zijn troepen onmiddellijk terug te trekken. Het aanzien van het land is er door de militaire interventie in Oost-Timor internationaal zeker niet beter op geworden. Militair: de Indonesische gene raals onderschatten de sterkte van het Fretilin-leger. dat goed bewa pend is en het terrein op zijn duimpje kent, en lijden zware ver liezen. Het is min of meer een pu bliek geheim in Indonesië dat de ziekenhuizen van de grote steden op Java vol liggen met gewonden van het Oost-Timor slagveld. De Indonesische pers meldt niets over verliezen. Maar er zijn teveel Ibu's in de kampongs op Java wier zonen nog steeds niet uit de oorlog zijn teruggekeerd. Mis Er gaat van alles mis met de Indo nesische opmars. De verbindingen zijn slecht geregeld, de militaire in lichtingen-dienst doet haar werk slecht en verschillende malen wor den para's op de verkeerde plaatsen gedropt en vrijwel meteen door Fre- tilin-mitrailleurs neergemaaid. Ook de bevoorrading vanuit Java deugt niet. veel goederen „verdwij nen" vanwege corruptie van hoge legerofficieren nog voordat ze in Oost-Timor aangekomen. Fretilin- minister Ramos Horta zegt op een persconferentie deze week. zonder in details te treden, dat zelfs het Fretilin via corrupte generaals in Jakarta wapens krijgt. Eind decem ber moet er een tweede invasie plaatsvinden. De slechte organisatie en amateu ristische aanpak van de generaals in Jakarta zet kwaad bloed bij de directe troepencommandanten in de gevechtsgebieden. Zij zien met lede ogen aan hoe hun slecht uitge ruste en ongemotiveerde soldaten door het Fretilin worden afgeslacht. Het leger en de pro-Indonesische groeperingen wreken zich op de be volking van Oost-Timor, en maken jacht op iedereen die maar van Fre tilin sympathieën verdacht wordt. Zelfs UDT-voorzitter Lopez da Cruz moet toegeven dat er sinds het be gin van de strijd in Oost-Timor on geveer 60.000 mensen, bijna een tiende van de bevolking, zijn ge dood. En bij de slachtoffers zouden uitzonderlijk veel vrouwen en kin deren zijn. Referendum Na de verovering van Dili en de andere belangrijkste steden ver dwijnt het Fretilin naar de bergge bieden om van daar uit een guerril la te voeren. In Dili wordt een pro- Indonesische voorlopige regering gevormd waarbij vooral de Apodeti naar voren wordt geschoven. Deze roept eind mei van dit jaar een speciale volksvergadering van dis trictsvertegenwoordigers bijeen, die unaniem voor de inlijving van het gebied bij Indonsië stemmen. Het door de Verenigde Naties ge vraagde. door Portugal toegezegde en ook door Indonsië geaccepteerde referendum onder de Timorese be volking wordt door de voorlopige regering niet nodig geacht. Een re ferendum. nu gehouden zou vrijwel zeker geen steun opleveren voor een inlijving bij Indonesië. Of het een overwinning voor het Fretilin zou opleveren is ook de vraag. De nogal heterogene (men spreekt minstens 15 talen) en zeer onderontwikkelde autochtone bevolking is waarschijnlijk zeer gelukkig met het vertrek van de Portugezen en wil na enkele eeuwen koloniale overheersing vóór alles met rust ge laten worden. Nu zal dan op 17 augustus Oost- Timor formeel geannexeerd worden door Indonesië. Een ontwikkeling die vanaf de Portugese omwente ling eigenlijk wel te voorzien was. Indonesië heeft meermalen laten weten geen onafhankelijk links- radikaal bolwerk aan zijn grenzen te zullen dulden. Niet dat alle pro blemen voor Indonesië na de 17-de augustus zullen zijn opgelost. Het tegendeel is eerder het geval. De onrust binnen het Indonesische leger is nog niet voorbij en het Fre tilin zal de strijd voorlopig niet op geven. Ook binnen de pro- Indonesische regering rommelt het. Volgens Kota-leider Jose Martins zijn velen die eerst oprecht voor een integratie in Indonesië waren ont goocheld door het brute optreden van de Indonesische troepen en wil len nu niets liever dan dat deze het eiland zo snel mogelijk verlaten. In plaats dat Indonesië de stabiliteit en zijn veiligheid aan zijn zuid-oost grens waarborgde, wat de bedoeling was. heeft het land er opnieuw een gebied bij gekregen dat weinig an ders dan zorgen baart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 17