Portugese politici mogen bewijzen dat zij democratie aan kunnen Communisten alleen gewenst als grote oppositiepartij? Militairen in rol van toeziend voogd Vraag bij de Italiaanse verkiezingen rERDAG 5 JUNI 1976 BUITENLAND TROUW/KWARTET 17 Over drie weken gaan de Por- \Sjtugezen naar de stembus om N, een president te kiezen. Daar- \Nmee wordt het democratisch bouwsel, waaraan ruim twee ^kjaar gewerkt is, compleet. Por tugal is overigens na 27 juni niet onmiddellijk uit alle moeilijkheden. De vorming van een stabiele regering zal grote problemen opleveren en zo'n regering zal, gezien de be labberde economische situa tie waarin het land verkeert, maatregelen moeten nemen die weinig populair zijn. De parlementsverkiezingen van 25 april hebben een politieke patstel ling opgeleverd. Het parlement, dat 263 leden telt. kwam er als volgt uit te zien: de socialisten 107 zetels, de volksdemocraten (PPD) die wel ge kenschetst worden als een linkse VVD, 73 zetels, de rechtse centrum democraten (CDS) 42 zetels, de communisten 40 zetels en de extreem linkse Volksdemocratische Unie 1 ztel. Vóór de parlementsverkiezingen had de leider van de socialisten, Mario Soares verklaard, dat zijn partij geen coalitie zou vormen. De socialisten zouden alleen regeren of ze zouden in de oppositie gaan, zo verklaarde de socialistische leider. De socialisten kwamen echter 25 zetels tekort voor een absolute meerderheid in het parlement. Om dat de PPD en de CDS enerzijds en de communisten anderzijds elkaar over en weer van gelijktijdige deel name aan de regering hebben uitge sloten, zit de politieke situatie vast. De politieke crisis is eind april ech ter niet onmiddellijk acuut gewor den, omdat de regering van premier Azevedo blijft zitten totdat ook een nieuwe president is gekozen. Kandidaten De kandidaten voor de presidentië le stoel in het Belempaleis hebben hun opwachting bij het volk inmid dels gemaakt. Nauwelijks serieus te nemen zijn de kandidaturen van Maria Arlete Vieira da Silva, naar voren geschoven door twee zeer kleine trotskistische partijen, en majoor Carvalho, die gesteund wordt door een vijftigtal kleine volksmachtgroeperingen die een re gering van soldaten- en arbeidersra den willen. De voornaamste kanshebber is de chef-staf van het Portugese leger, generaal Ramalho Eanes. Zijn kan didatuur wordt gesteund door de CDS, de PPD en de socialisten. Wanneer de kiezers van deze partij en zich aan de voorkeur van hun partij houden, dan kan hij rekene- nen op drie kwart van de stemmen. Het is echter niet zeker dat dit ook gebeurt. Ook de huidige premier, ptnheiro de Azevedo, heeft zich in de strijd geworpen en deze geniet een aanzienlijke populariteit. Zijn kansen zijn aanzienlijk verkleind doordat de communisten met een eigen kandidaat zijn gekomen, Oc- tavio Pato. Deze hoeft echter niet te rekenen op veel meer dan 15 pro cent van de stemmen. Generaal Eanes heeft momenteel de beste papieren voor het presi dentschap. De 41-jarige generaal is een pragmaticus met een politiek nauwelijks geprofileerd gezicht. Onder zijn leiding is de poging tot een staatsgreep door uiterst links, november vorig jaar, in de kiem gesmoord. Hij is een vooraanstaand lid van de „operationele" vleugel in Beweging van de strijdkrachten (MFA), die de terugkeer van de mili tairen naar de kazerne voorstaat. Ondanks de steun die hij geniet van PPD, CDS en socialisten, wordt hij beschouwd als een man die boven de partijen staat. Dit maakt hem bij uitstek geschikt voor het presi dentschap. Zijn democratische ge zindheid is buiten kijf. Zo heeft hij zich verzet tegen pogingen om de communistische partij te verbie den. Het is niet zonder reden dat de communisten hem ook nooit in het publiek hebben aangevallen. Zijn organisatorisch talent zal hem van pas komen bij de vervulling van het hoogste ambt in de repu bliek, want het presidentschap is in Portugal zeker geen erebaantje. De president benoemt de premier, hij heeft het recht het parlement te ontbinden, bézit het recht van veto over door het parlement aangeno men wetten, is voorzitter van de Revolutionaire raad van de Bewe ging van de strijdkrachten en op perbevelhebber van de strijdkrach ten. Iemand die zo zeer boven de partijen staat als Eanes lijkt zo bezien bijzonder geschikt om zich te ontwikkelen tot de samenbin dende figuur die de jonge democra tie nodig heeft. Militairen Tijdens het komende presi dentschap zal de democratie in Por tugal zich moeten waar maken. De militairen, de makers van de revolu tie die in 1974 een vijftigjarige dic tatuur om zeep hielpen, zullen zich op hun plaats in de democratische structuur moeten voegen. Dat zal nog niet meevallen, want de Bewe ging van de strijdkrachten (MFA) heeft de afgelopen jaren een over heersende rol in de Portugese poli tiek gespeeld. Portugese militairen in de straten van Lissabon kort na de staatsgreep van 1974: de gangmakers van de revolutie. In de zomer van 1975 gaf de radicale vleugel van de MFA de toon aan. In die tijd werd een belangrijk deel van het bedrijfsleven genationali seerd, de landbouwhervorming be vorderd en democratie op alle ni veaus aangemoedigd. In augustus vond een belangrijk deel van de revolutionaire raad, de top van de MFA, dat de ontwikkeling in Portu gal een te radicale loop nam. Men vond dat de communisten een te sterke invloed uitoefenden op de loop der gebeurtenissen. Dit leidde tot de val van de regering van pre mier Vasco Gonzalves. De zesde voorlopige regering die in septem ber vorig jaar optrad, was aanzien lijk gematigder. Een poging van linkse elementen in de strijdkrach ten, in november, om terug te keren naar het radicale klimaat van de zomer mislukte. De meest linkse elementen uit de strijdkrachten werden verwijderd; sommigen wer den zelfs gevangen gezet. door Herman Amelink Sedert november bevindt Portugal zich in de periode van de stabilisa tie. Na 27 juni zal moeten blijken of het land in staat is de ontworpen democratische structuur te verdra gen. De Beweging van de strijdkrachten moet dan haar macht overdragen aan de politici. Het lijkt echter niet waarschijnlijk dat de militairen hun zeggenschap volledig uit handen willen geven. Wel zal de directe bemoeienis met de politiek verdwijnen. De MFA zal de taak van toeziend voogd krijgen over de burgerlijke politiek. Een ingrijpen door het leger zou in dat geval alleen mogelijk zijn, als de politieke ontwikkeling de politici volledig uit de hand loopt. Een mili taire president, in de persoon van Eanes, zal de MFA het gevoel kun nen geven dat ze via hem (omdat hij over aanzienlijke bevoegdheden be schikt) zo nodig voortdurend kun nen bijsturen. Doen de politici het goed, dan zal dit kunnen leiden tot een voortgaande terugtred van de militaire factor in de Portugese po litiek. Hobbel Toch is de rol van de militairen eigenlijk vers twee. De eerste grote hobbel wordt de vorming van een regering. Zoals in het begin van dit artikel is aangegeven bedraagt het aantal theoretische regeringscom binaties drie. Een combinatie CDS- PPD-Communisten moet ideolo gisch worden uitgesloten. De twee andere mogelijkheden zijn socialis ten met CDS enyof PPD en een volksfront van socialisten en com munisten. Een verbintenis met de communis ten heeft Soares steeds uitgesloten, hetgeen verklaard moet worden uit de sterk anti-communistische ge zindheid bij een belangrijk deel van de socialisten. Bovendien zou Soa res met de vorming van een volksfrontregering zijn sociaal democratische broeders in Europa, die zijn partij aanzienlijke steun hebben gegeven, voor het hoofd stoten. Een verbintenis met de PPD, even tueel in combinatie met de CDS, heeft Soares gezegd evenmin te wil len. De socialistische leider heeft nog de keus uit een tweetal alterna tieven. Hij kan een minderheidsre gering vormen, waarin hij een aan tal niet partijgebonden ministers opneemt. Zo'n regering zou dan door een of meer partijen gedoogd kunnen worden. De PPD lijkt in dat geval de voornaamste „kandidaat- gedoger". De communisten hebben namelijk verklaard, dat ze geen re gering zullen steunen waarin zij geen ministers hebben. Nationaal kabinet Een andere mogelijkheid, waarop Soares zelf al heeft geduid op de dag na de parlementsverkiezingen, is een kabinet van „nationale red ding". Zouden de communisten niet aan zo'n regering willen deelnemen, dan biedt dat Soares de mogelijk heid alsnog met PPD en CDS in zee te gaan. Het is aannemelijk dat de socialis tische leider in zijn achterhoofd met deze mogelijkheid rekening houdt. Tijdens de campagne voor de parlementsverkiezingen ver klaarde hij, dat de komende vier jaar niet besteed zullen worden aan de opbouw van het socialisme, maar aan het oplossen van de pro blemen waarmee Portugal kampt. Daartegenover staat een verklaring van PPD en CDS, dat ze niet uitzijn op de aantasting van de fundamen tele verworvenheden van de revolu tie. namelijk de landbouwhervor ming en de nationalisaties. Deze uitspraken bieden een perspectief voor toenadering. De voornaamse kanshebber op het presidentschap, generaal Eanes, heeft al aangekondigd dat hij Mario Soares tot hoofd van de regering zal Ramalho Eanes benoemen als hij gekozen wordt. Maar ook een eventuele andere pre sident zal niet om Soares heen kun nen, omdat hij de leider is van de grootste fractie in het parlement. Zij regering zal voor de taak komen te staan Portugal economisch uit het moeras te halen. Portugal heeft een werkloosheid van 15 procent en een inflatieper centage van meer dan 40. De voor uitzichten zijn niet bijster rooskleu rig. Met het verlies van de koloniën in Afrika is het land zijn be langrijkste bron van inkomsten, de export van delfstoffen, kwijt ge raakt. Bovendien heeft het land 300.000 vluchtelingen uit Angola moeten opnemen, die voor het me rendeel zonder werk en zonder mid delen van bestaan ergens een tijde lijk onderdak hebben gekregen. Zij vormen een zware last voor de eco nomie van het land en bovendien een broeinest van politieke ontevre denheid. De demobilisering van een groot deel van het leger vergroot het aantal werklozen. De radicalisering die de revolutie in 1975 doormaakte, heeft een groot aantal ondernemers ertoe gebracht het land te verlaten. Vooral in de Jaren zestig werd er op ruime schaal geïnvesteerd door buitenlandse be drijven. Het economisch klimaat was toen voor hen bijzonder gunstig: de lonen waren zeer laag en arbeidsonrust kende het straf gere geerde land niet. De nationalisaties en de looneisen van de arbeiders hebben de ondernemers, die het er om ging winst te maken, wegge jaagd. De internationale economische cri sis die ontstond na de oorlog in 1973 in het Midden-Oosten, ook kwam daar nog overheen In deze uiterst moeilijke situatie moet de regering aan het werk. Er zullen diep ingrijpende maatrege len moeten worden genomen die niet aangenaam zijn. Een minder heidskabinet van socialisten trekt onder deze omstandigheden waarschijnlijk een te zware wissel op de prille Portugese democratie. Een kabinet van „nationale red ding" lijkt nog de beste perspectie ven te bieden. door J. den Boef Bij de parlementsverkiezin gen van deze maand in Italië zal van beslissende betekenis zijn, of de stemgerechtigden, die vorig jaar bij de regionale verkiezingen uit ontevreden heid over het in Rome gevoer de regeringsbeleid de commu nistische partij (PCI) steun den, dit nu ook zullen doen. Het is een bekend verschijnsel dat mensen, die hun onlustgevoelens afreageren op ogenblikken, dat er geen wezenlijke dingen op het spel staan, daarvoor terugschrikken op het moment dat een weg kan wor den ingeslagen, waarop het na ver loop van tijd onmogelijk kan blij ken, terug te keren. In Frankrijk heeft men met dit menselijke trekje rekening gehouden, door de verkie zingen op twee achtereenvolgende zondagen te organiseren. De eerste keer hebben de Fransen gelegen heid zich uit te leven, omdat zij weten, dat er nog een tweede ronde komt, waarbij zij hun verstand en niet hun emoties kunnen laten spreken. Met dit verschijnsel hebben de Ita liaanse communistische leiders ook rekening gehouden, toen zij gepro beerd hebben te voorkomen, dat in hun land vervroegde verkiezingen gehouden zouden worden. Als het aan de PCI-leiding had gelegen, zouden de Italianen pas over een jaar naar de stembus zijn gegaan, als het mandaat van het parlement zou zijn verstreken. Ook zij vreesde, dat de herinnering aan de commu nistische overwinning van vorig jaar nog te vers in het geheugen van de kiezers zou liggen, om bij snelle algemene verkiezingen een beslis sende overwinning te mogen ver wachten. Socialisten Waarschijnlijk hebben de christen democraten zich met de gedachte aan deze in de PCI levende vrees getroost, toen zij hun pogingen op gaven, vervroegde verkiezingen te voorkomen. Lang had hun partij de Democrazia Cristiana ge tracht tot volgend jaar aan de macht te blijven, zo nodig met een minderheidskabinet. Hun afhanke lijkheid van andere partijen met name van de socialistische PSI dwong hen echter vervroegde ver kiezingen te accepteren. Op medewerking van de socialis tische partij, die verantwoordelijk was voor de kabinetscrisis, welke tot ontbinding van het parlement zou leiden, kon de Democrazia Cris tiana niet meer rekenen, tenzij zij bereid was geweest, openlijk steun van de communistische partij te aanvaarden. Men kan moeilijk be weren, dat het landsbelang voorop heeft gestaan, toen de PSI haar beslissing nam. Haar leider, de als een vorst levende Francesco de Martino, leek aanvankelijk niet op een ultimatieve eis aan het adres van de christen-democraten aan te sturen. De tegen samenwerking met de DC gerichte krachten in de PSI bleken echter de overhand te hebben en De Martino trok daaruit snel zijn conclusies. Valt aan de christen-democraten een grote mate van verantwoorde lijkheid voor de huidige chaotische situatie in Italië toe te schrijven, ook de socialisten gaan bepaald niet vrijuit. Sinds de parle mentsverkiezingen van 1972 was het zeer wel mogelijk, een rege ringscoalitie te vormen, waaraan de communistische partij part noch deel hoefde te hebben. Dat deson danks een dergelijke coalitie niet tot stand kon worden gebracht, was niet alleen te wijten aan de innerlij ke verdeeldheid binnen de Demo crazia Cristiana. Het feit dat de PSI van De Martino op twee gedachten bleef hinken, was er oorzaak van. dat nogal eens naar noodoplossin gen moest worden gegrepen. Vier politici spelen een belangrijke rol bij de komende verkiezingen in Italië. Vlnr. PCI-leider Enrico Berlinguer, de socialist Francesco de Martino, de sociaal-democraat Giuseppe Sragat en de leider van de christendemocraten, Benigno Zaccagnini. Kwalijke rol De sterke positie van de communis tische partij van Italië is een duide lijke aanwijzing, dat er iets funda menteel mis is met de socialistische partij van dat land. De zwakke posi tie van de PSI ten opzichte van de PCI valt voor een deel te verklaren uit de kwalijke rol. die leidende socialisten speelden in de periode, voorafgaande aan het aan de macht komen van Benito Mussolini. Tij dens het fascistische bewind nam de communistische partij in feite de rol over, van de PSI als be langrijkste vertegenwoordiger van links. Het verzet dat de communis ten vooral tijdens de tweede wereld oorlog tegen het bewind van Musso lini pleegden, stelde hen in staat een hechte organisatie op te bou wen. Daarvan konden zij profiteren, toen dat regime bezweek. De PSI, die al in 1921 werd verzwakt door het uittreden van een groep, die de PCI vormde, kreeg bij de verkiezingen van 1948 een nieuwe slag te incasseren. Toen zij onder aanvoering van Pietro Nenni samen met de PCI van Palmiro Togliatti een volksfront vormde, trad een groep onder leiding van Giuseppe Saragat uit de PSI. Zij vormde de sociaal-democratische partij (PSDI), die afzonderlijk aan de ver kiezingen deelnam. Mede als gevolg hiervan kwam er niets van een volksfront terecht: de PSI van Nen ni leed een zware nederlaag, waar van zij zich nooit meer heeft her steld. PSI en PSDI, die in de jaren zestig nog korte tijd een hereniging beleefden, zouden voortaan een on dergeschikte rol spelen. Ook nu de Democrazia Cristiana veel kiezers ziet vertrekken, is de PSI niet opgewassen tegen de wer vingskracht van de PCI. Bij de regi onale verkiezingen van vorig jaar hadden de communisten ongeveer een derde deel van de kiezers achter zich, terwijl de socialisten met wat meer dan een tiende deel genoegen moesten nemen. En dat terwijl soci alisten en communisten openlijk samenwerkten. Klaarblijkelijk ga ven de ontevreden kiezers, die hun stem aan de Democrazia Cristiana onthielden, er de voorkeur aan, rechtstreeks op de PCI te stemmen. Bij de verkiezingen van deze maand lijkt zich een soortgelijke ontwikke ling te gaan voordoen, tenzij het succes van de PCI velen kopschuw zou maken. Volksfront De hang naar een volksfront met de communisten hebben de socialisten nooit helemaal van zich kunnen af zetten. Er is een periode geweest, waarin het leek of de PSI definitief voor het dragen van regeringsver antwoordelijkheid had gekozen, ten koste van een samengaan met de PCI. Dat was, nadat de Democrazia Cristiana nota bene op aandrin gen van Amintore Fanfani. die deze „vergissing" later zei te betreuren een historische „opening naar links" (apertura sinistra) maakte. Een aantal jaren steunde de PSI door christen-democraten geleide kabinetten, waarvan bijvoorbeeld ook Nenni deel uitmaakte. Tegelij kertijd wilde zij evenwel de achter deur openhouden voor samenwer king met de PCI. Het Chileense drama, dat tot de val van president Salvador Allende leidde, had echter een drastische wijziging in de houding van de PCI tot gevolg. Onder leiding van Enri co Berlinguer wees deze partij een volksfront met de socialisten de monstratief van de hand. En om de Italiaanse kiezers helemaal gerust te stellen bood de PCI de christen democraten een „historisch compromis" aan. Het doel daarvan was: samenwerking tussen chris ten-democraten en communisten om de problemen, waarvoor Italië zich ook al enkele jaren geleden vooral in sociaal en economisch op zicht zag geplaatst, te kunnen op lossen. Met dit aanbod zette Berlin guer de socialisten buitenspel en dwong hij de Democrazia Cristiana te erkennen, dat de PCI bereid is. binnen een parlementaire democra tie regeringsverantwoordelijkheid te dragen. De socialisten hebben zich met hand en tand verzet tegen verwe zenlijking van het „historische compromis" van Berlinguer. Zij bo den de Democrazia Cristiana een zelfde verbond aan, waarin zij zichzelf de positie van „bevoorrech te partner" hadden toegedacht. Dit aanbod getuigde echter van weinig zin voor de werkelijkheid, want christen-democraten en socialisten beschikken samen niet over een meerderheid in het parlement. De kleine regeringspartijen (sociaal democraten en republikeinen) voel den er niets voor. naar het tweede plan te verhuizen. Onvermijdelijk Bij het uitblijven van een akkoord met de socialisten, zonder wier steun in het parlement de christen democraten niet op de oude voet konden doorgaan met het vormen van kabinetten, werden vervroegde verkiezingen onvermijdelijk. Want de Democrazia Cristiana bleef elke vorm van samenwerking met de communistische partij weigeren. Zij moest haar pogingen opgeven om haar positie als leidende rege ringspartij nog een jaar te rekken. En vervolgens trachtte zij van de nood een deugd te maken door zich vast te klampen aan de gedachte, dat talrijke kiezers, die in de afgelo pen jaren de DC vaarwel hadden gezegd om de PCI het voordeel van de twijfel te geven, nu zullen terug schrikken voor het risico, dat bij voorbeeld een regering van commu nisten en socialisten voor Italië zou kunnen inhouden. Wat dit laatste betreft: degenen die eventueel hun stem ditmaal niet aan de PCI zullen geven, doen dat niet in de eerste plaats omdat de kerkelijke leiders met openlijke steun van het Vaticaan, hoewel dit formeel een vreemde mogendheid vertegenwoordigt hebben opge roepen. niet op de communistische partij te stemmen, maar de chris ten-democraten te steunen. Zij zou den eerder tot hun besluit kunnen komen door een toch heimelijke angst voor een communistisch avontuur. Zoals het geval is met de Milanese huisvrouw Eleonora Mo- randi, die tegenover een redacteur van het Westduitse weekblad Der Spiegel toegaf: „Ik heb al jaren op de PCI gestemd, omdat ik vond dat we een sterke oppositie moeten hebben. Maar nu? Nee. om Gods wil, want nu kan zij gaan winnen!" Er zijn in de afgelopen jaren heel wat Italiaanse huisvrouwen van de Democrazia Cristiana naar de com munistische partij overgestapt. De PCI zelf heeft dit verschijnsel om begrijpelijke propagandistische re denen breed uitgemeten, omdat het duidde op een belangrijke doorbraak in de Italiaanse politieke verhoudingen. Over enkele weken zal blijken, of degenen die het over stapje naar de PCI maakten dit vooral deden om de regeringspartij en via een versterkte oppositie on der druk te zetten, maar nu het er op aan komt, zullen terugschrikken voor de gevolgen van een grote stembusoverwinning van de PCI. Ondemocratisch Zij die twijfelen aan de democra tische gezindheid van de PCI zullen er in deze dagen voortdurend aan herinnerd worden dat de kern van de partij voor het grootste deel uit dogmatische communisten bestaat, die de taktiek van Berlinguer tegen over de Democrazia Cristiana op de koop toenemen om aan de macht te kunnen komen. Lucio Colletti. een marxistisch theoreticus, voorheen functionaris van de PCI: „Menings vorming en selectie in de leiding van de PCI zijn stalinistisch. Voor discussie is geen ruimte en conflic ten bereiken nooit de basis". Zo is er ook nu nog weinig bekend over de werkelijke Invloed van de stali nistische en de democratische krachten in de PCI. Vorig jaar, bij de regionale, provinciale en plaatse lijke verkiezingen, maakten talrijke Italianen zich nog geen problemen over de ondemocratische structuur van de PCI. Zullen zij dit nu wel doen?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 17