Jniversiteit van Zambia
sfeer van intimidatie
pendenkooi middelpunt
an een familie-reünie
THE UNIVERSITY of zuii
Amsterdam: voorhaven is nodig
en Schiphol moet vergroot worden
^lokmannen bijeen in Vijfhuizen
arteicdag 10 mei 1976
RH
George Siemensma
i. datmdag opent de University of Zambia (UNZA) weer haar
'ijndrecfen, ruim drie maanden nadat de regering haar sloot. Zijn er
man p we ongeregeldheden te verwachten?
1 moet tten nog steeds zestien studenten, een staflid en een journa-
allen Zambiaan. gevangen. De universiteit kampt verder met
tr Ett< rfenis van de gevangenschap en uitwijzing van vijf buiten-
se docenten waaronder ikzelf en nog een Nederlander. Een
1 nvv p andere stafleden vertrok als reactie daarop. Maar bij de
reorgai [ondiging Van de opening maakte minister van onderwijs
feeled fata in een met dreiging en intimidatie geladen toespraak
n Beki eliJk dat geen enkele oppositie geduld zal worden.
r in fe' ei onder meer: „De regering zal enige tot nu toe echt gebruikte na-
Na de gebeurtenissen op de uni
versiteit houdt de Zambiaanse re
gering nog steeds zestien studen
ten. een wetenschappelijk mede
werker en een journalist, allen
Zambianen, gevangen, tot dusver
zonder enig proces. De redenen
die voor hun gevangenschap wor
den opgegeven zijn uiterst vaag
en op geen enkel concreet feit
gebaseerd. Vijf buitenlandse staf
leden die gevangen hebben geze
ten werden eind maart onder druk
van buitenlandse publiciteit vrij
gelaten en uitgewezen. Maar over
de Zambianen zwijgt de pers en
bovendien kunnen zij niet wor
den uitgewezen. Hun vrijlating
kan mogelijk worden bewerkstel
ligd door redelijke brieven aan
president Kenneth Kaoenda en
de Zambiaanse regering, waarin
gewezen wordt op het on
rechtvaardige van de gevan
genschap. Scheldbrieven daaren
tegen zouden de gevangenen al
leen maar schade doen. (Inlich
tingen bij Amnesty International,
020—847905).
inng v aarzelen korte metten te maken
itsgevK pgfj ieder die opnieuw het func-
sren van de universiteit ont-
q ht door ernstig wangedrag of in-
e.rLs* k op de vrede." Verder
et Tom SChuwde hij dat „tegen hen die
*n a vrijwillig laten misleiden opge-
Jf en zal worden" en „dat zij van de
?u.c.h* ersiteit zullen worden verwij-
lgie a Er is geen twijfel", zei hij,
studenten en staf, met inbe-
van rest van de Zambiaanse
eenschap, óók hun les hebben
erd uit het ongelukkige voorval."
is echter voor Zambia te hopen
bij „de rest" ook de regering
lort. Een analyse van de gebeur-
ssen, gekoppeld aan de officiële
1 itingen zowel door de regering
1 - door de politie die ons verhoorde
11 idt onvermijdelijk tot de conclu-
1-1U at de onregelmatigheden die tot
sluiting hebben geleid, door de
iring zijn uitgelokt,
lijkt vreemd dat dit de opzet van
ele P' egering kan zijn geweest. De uni-
"^litêit is immers erg belangrijk, als
'aer "fnnale trots en men hoopt er door
ileiden van Zambianen op dit
iu sneller te komen tot vervan-
van buitenlanders in top
les. Voor het sluiten van de uni-
lit zijn echter twee hoofdrede-
aan te voeren: de aandacht af te
van ernstige binnenlandse
[heden en 'n in waarschuwing
horen hoe de regering bij (al
iniet vermeend) verzet tegen haar
iid op zal treden.
nomische
ilijk heden
bia bevindt zich momenteel in
re moeilijkheden dan ooit. De
tuurlijke rijkdom, koper, levert Zam
bia dit jaar geen cent meer op. Dit is
het gevolg van de enorm gedaalde
wereldprijs en van de sterk gestegen
transportkosten tengevolge van ge
sloten spoorwegverbindingen via
Rhodesië en Angola. Hierdoor mist
Zambia ruim 90 procent van haar
inkomsten, buitenlandse valuta die
het land hard nodig heeft. Zelfs voor
het voeden van haar bevolking is zij
deels afhankelijk van de aankoop en
invoer van voedsel uit het buiten
land. Het tragische is dat in de tijd
dat er geld voor was (door de hoge
koperprijzen), men nauwelijks aan
stalten heeft gemaakt om
landbouwprojecten op te zetten. Nu
de noodzaak ervan door iedereen
moet worden toegegeven ontbreken
de financiële middelen. Door deze
economische problemen is de positie
van de vroeger zeei^ principiële presi
dent, Kenneth Kaoenda, zeer ver
zwakt.
In de begroting, vlak na het ui
troepen van de noodtoestand wer
den enkele ingrijpende belastings
maatregelen getroffen, tevens werd
aangekonidgd dat de staatssubsidie
op mais voor de Zambiaan wat de
aardappel voor ons schijnt te zijn -
met 60 procent verminderd. Voor het
gewone maismeel nam de prijs daar
door met de helft toe. de wat luxere
soort - dat door een toenemend aan
tal Zambianen genuuttigd wordt-
werd tweemaal zo duur. Het kwam in
enkele schamele buitenwijken van
Loesaka op zeer beperkte schaal tot
wat opstandigheid.
De begroting was dan ook beslist
niet alléén d? reden voor het uitroe
pen van de noodtoestand. De rege
ring probeerde ook de nationale een
heid te versterken door het noemen
van buitenladnse dreiging, zowel
van buitenaf als van binnenuit.
De noodtoestand was dus meer dan
alleen een middel om uitingen van
onvrede met de regeringspolitiek bij
voorbaat te ontmoedigen. Maar er
diende een voorbeeld gesteld te wor
den. Met de universiteit sloeg de
regering verscheidene vliegen in één
klap. Een ervan was het de ontstane
oppositie tegen het buitynlandse be
leid. De studenten vonden steeds
meer dat hun regerin zich afwendde
van de bevrijdingsstrijd in Zuidelijk
Afrika. Dit bleek uit het propageren
van de ontspanningspolitiek van
Zuid-Afrika, het steunen van Ian
Smith zijn gesprekspartner in de
Rhodesische kwestie, Joshua Nko-
mo en het verminderen van de hulp
aan de Zuid-Westafrikaanse bevrij
dingsbeweging SWAPO; Zuid-
Afrika's vijand Nummer Eén. Het
studentenverzet studentenveizet
hiertegen kwam tot uiting in de af
keuring van het verleggen van Zam
bia's steun van de MPLA naar de
Unita. Vooral toen het duidelijk
werd dat Zuid-Afrika aan de kant
van Unita meevocht dreigde Zambia
met haar standpunt in ideologische
moeilijkheden te komen. Binnen
landse oppositie hhiertegen moest in
elk geval de kop ingedrukt worden.
Universiteit als
voorbeeld
Verder was de universiteit als voor
beeld erg duidelijk: zij heeft een be
langrijke functie. Als de regering de
universiteit durfde aan te pakken
zou ze zeker niet aarzelen om ook
elders in te grijpen. De regering hoef
de' ook niet te vrezen dat door haar
ingrijpen onrust zou toenmen. Er
bestaat een grote afstand tussen de
bevolking en de studenten, die wor
den beschouwd als een élite. Daarbij
heeft de universiteit één van de
hoogste percentages buitenlanders
in haar staf. In partij en regering
bestond reeds lange tijd een onge
noegen over de houding van de stu
denten. Velen voelden zich in hun
positie bedreigd door de studenten,
die inderdaad na hun afstuderen in
snelle vaart de hoogste posities inne
men. De studenten hebben ook geen
gelegenheid voorbij laten gaan om
de leiders te vertellen hoe deze mos
ten handelen. De studenten menen
op grond van wat universitaire jaren
dat zij alles veel beter weten dan hun
huidige leiders, die vaak niet meer
dan lager onderwijs hebben gevolgd.
Er zijn een aantal aanwijzingen dat
de incidenten, die uiteindelijk heb
ben geleid tot het sluiten van de
universiteit door de regering zijn uit
gelokt:
na afloop van een vreedzame pro-
MPLA demonstratie op het universi
teitsterrein op 15 januari verbrak de
politie een sinds 1971 bestaande af
spraak dat zij daar niet zou komen.
Zonder enige aanleiding of reden
sloot zij op het terrein de gebouwen,
inclusief studentenflats, af. Verder
dan deze poging tot intimidatie ging
zij niet.
de demonstratie werd niet in de
door de regering gecontroleerde pers
vermeld. Wel verschenen daarin la
ter diverse heftige aanvallen van
partijmensen en redactie op de uni
versitaire staf en studenten. „Marx-
Op 15 januari werd het naambord van de Zambiaanse universiteit aangepast: De universiteit van
Zambia steunt de MPLA.
istische" docenten werden van het
opruien van studenten beschuldigd.
zonder enige aanwijzing te geven
beschuldigde president Kaoenda bij
het uitroepen van de noodtoestand
de universiteit van geïnfiltreerd te
zijn door subversieve elementen die
„de studenten als een orkest be
speelden met een onzichtbare diri
gent op de loonlijst van een socialis
tische imperialistische mogend
heid."
een Britse docent in de politieke
wetenschappen, Dr. Cliffe, werd zon
der enige aanwijzing of beschuldi
ging gearresteerd en gevangen ge
houden.
na deze arrestatie reden er veel
vuldig patrouillewagens van politie
en het leger langzaam over het uni
versiteitsterrein. Dit leidde bij staf
en studenten tot nog meer angst en
onzekerheid.
president Kaoenda sprak niet de
waarheid toen hij op een partijbij
eenkomst beweerde dat de stafleden
in een petitie voor de vrijlating van
Dr. Cliffe hem gedreigd hadden an
ders te gaan staken. Integendeel, de
staf had zelfs besloten geen
ruchtbaarheid aan de petitie te ge
ven om geen druk uit te oefenen.
op zaterdag 7 februari verscheen
in het door de partij gecontroleerde
dagblad Daily Mail een sterk rege
ringsgezind artikel. Dit was de volle
dige tekst van een stencil dat drie
studenten de dag ervoor hadden ge
probeerd op de universiteit uit te
delen. Een van hen, Kashewe. was
zaterdag volgens ooggetuigen met
een pistool gewapend. Achterna ge
zeten door woedende studenten
sloot hij zich in zijn kamer op. Door
de inmiddels gewaarschuwde politie
werd hij gearresteerd, volgens de
studenten is ontzet een beter woord.
Door opzettelijke vertraging hierbij
was het onvermijdelijk, gezien de
stemming, dat studenten met stenen
naar de gewone en para-militaire po
litie gooiden. Deze beantwoordde dit
met traangas en charges met de wa
penstok. Eindelijk had men het inci
dent dat als voorwendsel kon dienen
de UNZA te sluiten. Dit gebeurde
dan ook de volgende dag, de univer
siteit werd ontruimd, een aantal stu
denten en staf werden Gearresteerd.
Een van de meest duidelijke aan
wijzingen van politieprovocatie is
het feit dat één van mijn ondervra
gers niemand anders was dan-
.Kashewe. Hij was duidelijk erg
trots op zijn rol als student/poli
tieman.
hoewel de universiteit pas na het
incident op zaterdag werd gesloten,
bleek later dat de opdracht hiertoe
reeds donderdag op het ministerie
van binnenlandse zaken (niet van
onderwijs!) was getypt.
ondanks intensieve en langdurige
verhoren (in mijn geval bv. totaal
bijna honderd uur) is de regering
geen stap verder gekomen in het
bewijzen van een complot. Door vol
ledig gebrek aan bewijs en om het
gezicht te redden kon de regering
niets anders doen dan ons onder
buitenlandse druk vrij te laten en
onmiddellijk uitte wijzen. Overigens
ontmoette ik pas toen twee van de
drie personen waarmee ik samen in
één complot zou hebben gezeten
voor de eerste maal.
Is het uit deze en een aantal andere
aanwijzingen duidelijk geworden
dat de sluiting van de universiteit de
opzet en het werk van de regering
was. minder zeker is dat herhaling
uit zal blijven. Nu achttien mensen
nog vastzitten en in de sfeer van
dreiging en intimidatie lijkt het nau
welijks mogelijk dat de rust aan de
universiteit terugkeert
(George Siemensma is een Neder
landse elektro-technicus. die twee
maanden in Zambia gevangen heeft
gezeten).
or Haro Hielkema
HUIZEN De eendenkooi van Vijfhuizen bestaat dit jaar 275 jaar. Op zichzelf nauwelijks
ienbarend, maar voor de familie Stokman een uitstekende reden om de bloemetjes eens stevig
ten te zetten, zelfs een eucharistie-viering te arrangeren en een dag lang rondom die eendenkooi
j familiereünie te houden. Zaterdag waren Stokmannen uit Nederland, Canada,Californië en
gië in het dorpje in de Haarlemmermeer bijeen.
J eendenkooi van de Stokmannen
mt in het amper honderd jaar
Ie Haarlemmermeer het oudste
uur- en cultuurhistorische monu-
van nt, dat begin dit jaar door de ge-
aan tnteraad van de polder tot be-
chei- ermd natuurgebied werd bestem-
scho-1 Mede-verantwoordelijk was het
arige ds- en familielid Gerard Stokman:
was mag dus niets gebouwd worden;
v ge- is verboden leidingen over of on-
;ad« het gebied aan te brengen. Er
alen g niets veranderd worden".
F1 df Vijfhuizense eendenkooi op een
g bij In stukje grond aan de rand van
mali- vroegere Spieringermeer, stond
leur, al lang voordat het Haarlemmer-
haai er werd drooggemalen. De pastoor
deze i Schalkwijk verkocht het terrein
i een aantal mensen, waarna in
ij de l octrooi werd verleend tot het
juli ichten van een „vogelkooy": het
»ord- enaamde kooikerrecht. In 1757
r aecht Gerrit Stokman de kooi, het
ivam s. het erf en de boomgaard. Hij
Deird de eerste van de tot nu toe
eren lalf Stokmannen, die de kooi
nge iloiteerden.
!V„et°ien boterham
is het een Nico Stokman, die het
derhalve hectare grote gebied met
t^m n zuster beheert. „Ik ben er eigen-
li mijn hele leven geweest, maar
'ds 1935 ben ik echt kooiker. Denk
Wter niet dat het m'n boterham is,
111 e kooi. Ik haal er wel m'n onkosten
i meer niet. Als ik dan nog de uren
rekenen die ik eraan besteed! Ik
tet de bomen elk jaar snoeien, het
nat 23 steeds maaien en de bramen-
"briken regelmatig rooien. Als ik het
bijhoud, zou het gebied zo ver
bloosd zijn", aldus de 58-jarige
loiker.
eendenlokkerij is een arbeidsin-
isieve hobby voor hem, die hij
Mgens alleen van 24 juli tot 13
oruari mag uitoefenen. Buiten die ■■mm—
l is het jachtseizoen gesloten. Nico De eendenkooi van Vijfhuizen (luchtfoto KLM Aerocarto)
okman: „Er is absolute rust voor- J
•chreven tijdens het seizoen, vóór KeJa<>gd worden, een wettelijke bepa-
tijd moet ik in en rondom de kooi lm« dle er mede voor !ore< dat Nico
s voor elkaar hebben" Stokman nog steeds zijn eenden
agprc; „binnen" haalt: „Zodra de jagers de
jacht beginnen, zoeken de eenden
eendenkooi van de Stokmannen een rustiger plekje op: dan komen ze
'taat uit een grote plas waarom- bij mij". Gelokt door het koppel van
ten veel en hoge bomen zijn ge- ongeveer honderd tamme eenden
al-, ant Vanuit het midden van de plas zwemmen de wilde watervogels de
^6 in een cirkel van 1318 meter niet kooi in. Twee kooikerhondjes nemen
het
niet de minste moeite mee. „Er wordt
wel eens gezegd dat het moordkuilen
zijn, maar dat is pure onzin. Zonder
de kooien zouden er te veel eenden
zijn. Als het werkelijk zo erg was. was
de kooi allang weggeweest".
Natuur
De eendenkooi van Vijfhuizen is niet
alleen een historisch monument, ook
uit het oogpunt van de natuur is het
Stokmannenbezit waardevol. De flo
ra en fauna hebben een al evenoud
verleden. Rondom de vijver groeit
veel hop. Van de eenden, die het
levenseinde in de kooi zoeken
vooral slobeenden, talingen, smien
ten en pijlstaarten zijn de talingen
het lekkerste, aldus de kooiker, die
in zijn leven deze dieren vaker heeft
gegeten dan biefstuk.
Hoewel de ongeveer tweehonderd
verwachte Stokmannen op de reünie
een papieren eend met een eigen
kleur naar stamboom droegen, was
eenii beslist geen hoofdgerecht op
het menu. „Dan had Nico al jaren
geleden met invriezen moeten begin
nen." zegt pater Jacques „We-
renfried" Stokman, een katecheet
uit de abdij van het Brabantse Hees-
wijk, die vorige week op de bil
jarttafel van een Vijfhuizens cafeetje
een persbijeenkomst belegde en
naast het vertellen over de Stokman
historie ook zijn dagelijkse
werkzaamheden etaleerde. „De roem
van de kinderen zijn hun voorou
ders" merkt hij op om zijn naspeu
ringen naar familieleden uit te leg
gen en de reden van de reünie te
verduidelijken.
Nico Stokman, de huidige kooiker van de eendenkooi in Vijfhuizen.
Van een onzer verslaggevers
AMSTERDAM Het gemeentebestuur van Amsterdam vindt
het gedeputeerde staten van Noord-Holland onzorgvuldig en
voorbarig te werk gegaan zijn bij het opstellen van de Nota van
Uitgangspunten voor het Amsterdam-Noordzeekanaalgebied. De
problemen rondom de haven, de luchthaven en de stadsvernieu
wing worden in de provinciale nota behandeld zonder dat vol
doende onderzoek en afweging van alle bij de problematiek van
belang zijnde aspecten heeft plaats gevonden.
Bijbelteksten
het dan over en blaffen de wilde
eenden verder de steeds smaller
wordende kooi in. Aan het einde
van de kooi staat dan Stokman
klaar; onverstoorbaar en met een
spottende grijns: „Ik schiet niks. ik
vang ze in netten en dan draai ik ze
de nek om".
De eucharistieviering is er mede een
bewijs van: Nico Stokman heeft er
„We zijn allemaal van één stam
vader," zegt hij en deelt vervolgens
stickers met bijbelteksten uit. „Ik
ben het licht der wereld" en „Ik ben
de goede herder" zijn bovendien ci
taten, die het verband met de een
denkooi en de Stokmanreünie moe
ten leggen. In de geest van deze
teksten wenst de pater namens de
veertien contactpersonen, die alle
adressen van Stokmannen hebben
uitgezocht, een mooie reünie toe.
Kooiker Nico lacht maar wat; hij zal
blij zijn als het weer 24 juli is. maar
hij laat niets los over zijn vangst:
„Soms landen er wel vijfhonderd
eenden tegelijk in de plas. maar hoe
veel eenden ik per jaar vang. dat zeg
ik niet. Niet voor de belasting, maar
meer voor de jagers en de dierenbe
scherming. die toch al commentaar
hebben. Hou het maar op een paar
honderd per jaar."
In de nota wordt de aanleg van een
Voorhaven voor Amsterdam ten
zuiden van IJmuiden door Gedepu
teerde staten van de hand gewezen,
omdat die niet kan samengaan met
uitbreiding van het Hoogovenbedrijf
ten noorden van IJmuiden. Verder
keert het provinciaal bestuur zich
tegen uitbreiding van de capaciteit
van de luchthaven Schiphol via een
vijfde baan. In de reactie van
Amsterdam op de nota vinden b. en
w. dat de keuze voor uitbreiding van
Hoogovens en tegen de voorhaven
onjuist is. Door af 1zien van de
aanleg van een voorh ven wordt een
proces van snelle ecor jmische verou
dering van het bestaande havenge
bied ingeluid, die volgens b. en w.
zowel de bedrijvigheid in het ha
ventransport als in de handel en in
dustrie zal aantasten. De aanleg van
de voorhaven is nodig om de werkge
legenheid in het Noordzeekanaalge-
bied op peil te houden, meent het
gemeentebestuur, dat meer bescher
ming wenst voor het westelijk haven
gebied: dit gebied moet ruimte kun
nen blijven bieden voor de vestiging
van industriële bedrijven. „Een trek
paardfunctie". aldus havenwethou
der Goedkoop, „om ook voor de rest
van Noord-Holland kleinere indus-
triën aan te kunnen trekken."
seerd zal zijn. De aanleg van een
Tweede Nationale Luchthaven in de
Markerwaard, zoals GS voorstaan,
zal op z'n vroegst over vijftien jaar
voltooid zijn." Amsterdam ziet geen
overwegende milieubezwaren voor de
uitbreiding van Schiphol: een directe
relatie tussen het aantal passa
giersbewegingen en de geluidsbelas
ting is niet aanwezig, aldus de
reactie.
Wegen
Schiphol
B. en w. van Amsterdam vinden de
mening dat de capaciteit van Schip
hol niet uitgebreid moet worden en
dat de vierde baan om de geluidsbe
lasting te verminderen gedraaid
dient te worden, voorbarig. Als de
capaciteit van de andere banen ge
lijktijdig beperkt wordt, moet de
aanleg van een vijfde baan niet uitge
sloten worden, vinden zij.
Volgens wethouder Goekoop hebben
gedeputeerde staten onvoldoende de
consequenties overdacht van de be
perkende maatregelen voor de
luchthaven. „Het is niet reëel 17 mil
joen passagiersbewegingen per jaar
als maximum te stellen, omdat dat
aantal al binnen tien jaar gereali-
B. en w. van de hoofdstad vinden
bovendien dat gedeputeerde staten
een nogal sterk accent op de aanleg
van wegen leggen. In de reactie wordt
gepleit voor een hogere prioriteit
voor de uitbreiding van het stedelijk
railnet en een ingrijpende verbete
ring en aanvulling van het NS-net:
aanleg van een spoorlijn naar Almere
en het reserveren van een directe
railverbinding naar Purmerend is
volgens het gemeentebestuur nood
zakelijk.
Volgens wethouder De Cloe (publieke
werken) is de reactie van b. en w. (die
begeleid wordt door een bijlage met
concrete gegevens over de voorhaven
en de havensituatie) een bijdrage
voor verdere studies. „GS hebben
een ingrijpend en vergaand
standpunt ingenomen, dat naar onze
mening te weinig gefundeerd is op
bestaande studies." Woensdag zal de
gemeenteraad de reactie van b. en w.
op de nota bespreken.