Nigeriaanse
kunst in het
Afrika Museum
Dostojevski: boeiend en riskant
Naar aanleiding van een Amerikaanse roman
Een Afrikaans genootschap
gaf zijn geheimen prijs
JACK KEIIIAt
flISTISSA
T 2: ZATERDAG 1 MEI 1976
KUNST
TROUW/KWARTET 23
Maskers uit Mali en Opper-Volta in de hal. Foto Henk van Halm.
door Henk van Halm
Het Afrikaanse dorp. Foto Henk van Halm.
Tot 1 augustus huisvest het
Afrika Museum in Berg en Dal
bij Nijmegen een grote over
zichtstentoonstelling van cul-
tusvoorwerpen die worden ge
bruikt door de Ogboni, een
geheim genootschap van de
Yoruba.
Dit volk is het grootste in Ni
geria en bezit een cultuur, die
ondanks veel westerse verwor
venheden voor een deel nog in
oude vorm bestaat.
Het Yoruba-gebied heeft al heel
lang centra van bronskunst gekend.
Radio-carbondateringen hebben
aan het licht gebracht dat in Igbo-
Ukwu gevonden bronzen in het
midden van de negende eeuw ge
maakt moeten zijn. Zij zijn de tot
dusver oudste vondsten in dit ge
bied. De beroemdste bronskunst
van Nigeria is die van Benin, in 1897
ontdekt tijdens een Engelse straf
expeditie waarbij de stad en het
paleis van Benin werden verwoest.
De oudste van de meer dan 2000
bronzen, die toen werden buitge
maakt. dateren uit de vijftiende
eeuw. Tussen de vondsten van Ig-
bo-Ukwu en de bronzen van Benin
in moeten de Ifebronzen worden
gedateerd, in de dertiende en veer
tiende eeuw, een Yoruba-kunst, die
een opmerkelijk realisme en een
perfecte techniek toont. Maar het
was veel later, pas tegen het einde
van de jaren vijftig, dat een geheel
andere bronskunst van de Yoruba
algemene bekendheid kreeg: de re
kwisieten van het Ogboni-
genootschap. Het bestaan van dit
genootschap was al in 1875 bekend
(P. G. Wood, „De onbeschaafde vol
ken") maar de geheimen werden
uiterst streng bewaakt. Wie er iets
van liet uitlekken, werd ter dood
gebracht. De rituele voorwerpen
kwamen nooit buiten de kring van
ingewijden in het genootschap. In
de laatste decennia toen Nigeria
steeds meer een westerse levenswij
ze en sociale structuur tot de zijne
maakte, verloor het genootschap
zijn politieke macht en is er iets
bekend geworden van de rituelen
en de voorwerpen die er een rol in
spelen.
Grote politieke macht
In het verleden was de macht van
de Ogboni bijzonder groot. Het ge
nootschap had tot belangrijkste
taak de orde te herstellen als de
aarde was bezoedeld. Dat kon ge
beuren door twist en onrecht, voor
al als daarbij bloed vloeide. Van de
twee leidende functionarissen van
het genootschap, de oloewo (heer
van het geheim) en de apena (de
wegbereider) was de laatste met de
rechtspraak belast.
Beschermd door de plicht van ge
heimhouding konden de leden, ou
dere mannen en enkele vrouwen,
vrijuit hun mening zeggen tijdens
de bijeenkomsten. Alle hoge
Edan uit een particuliere col
lectie op de Ogboni-
tentoonstelling.
ambtenaren zijn lid van het ge
nootschap en vallen dus binnen de
macht van de Ogboni. die daardoor
de belangrijkste politieke tegen
hanger was van de absolute macht
van de koning. Het genootschap
kon de koning zelfs tot zelfmoord
dwingen.
Verering van de aarde
De godsdienstige grondslag van het
genootschap is de verering van de
aarde, die de vruchtbaarheid
schenkt, die de moeder is waarin de
doden terugkeren en waaruit deze
soms als voorouder herrijzen. De
aarde wordt dan ook voorgesteld
door het beeld van een vrouw, Oni-
le, dat meestal van messing (in feite
de juiste benaming van alle Afri
kaanse brons) en een enkele maal
van gebakken aarde is gemaakt.
Van beide zijn op de tentoonstelling
fraaie voorbeelden te zien, met ka
rakteristiek hoornvormig kapsel en
de handen in de Ogboni-groet, twee
vuisten op elkaar. De onile staat in
de iledi, het Ogboni-huis, en is van
het genootschap. Persoonlijk bezit
van de leden zijn de edan. beeldjes
die meest in paren met een ketting
verbonden zijn. Ze bestaan uit ijze
ren pennen, waarop een messing
kop of hele figuur van een man en
een vrouw gegoten zijn, die vermoe
delijk Ogboni en zijn gade Erolu
voorstellen. Soms is de ijzeren pen
van buiten niet te zien. maar is hjj
verborgen in de messing beeldjes.
Dat doet veronderstellen dat de bij
uitstek mannelijk god van het ijzer
en de oorlog, tevens patroon van de
jagers en de handwerkslieden Ogun
door de Ogboni mede vereerd
wordt. Bij zijn intrede in het ge
nootschap laat elk lid een edan-
koppel voor zich zelf maken. Ze
worden in verloren wasvorm (cire
perdue) gegoten, d.w.z. om een klei-
kern uit was geboetseerd, vervol-
Houten weefrolhouder van de Baule,
Ivoorkust.
gens ingepakt in een mengsel van
klei en houtskool en daarna verhit.
Daarbij smelt en verdampt de was,
die een holte achterlaat die met
vloeibare messing wordt gevuld. Na
afkoeling wordt de kleimantel ver
nietigd en blijft het beeldje over.
Anders dan gietsels uit een mal zijn
dus geen twee beeldjes gelijk, maar
unica in de enge zin van het woord.
In de kleikern huist de godheid, die
het beeld kan .verlaten via een daar
op aangebracht vogelfiguurtje. Hij
kan dan voor zijn eigenaar bij diens
vijanden spioneren en in een droom
boodschappen overbrengen. Edan
wijzen in een orakel schuldigen aan
een misdaad aan, genezen zieken,
beschermen als een onzichtbaar
kleed de eigenaar tegen kwaad en
voorspellen de toekomst.
Honderdtachtig
stukken
De edan vormen het leeuwedeel van
de ongeveer honderdtachtig voor
werpen op deze uitzonderlijke ten
toonstelling. Daarnaast worden ook
andere cultusvoorwerpen getoond,
zoals ratelaars, arm- en enkelban
den. bellen, enige zeldzame minia
tuur-maskers en drie agbatrom-
men. De laatste dienen om de leden
van het genootschap bijeen te roe
pen bij bijzondere gelegenheden,
vroeger met name als er een dood
vonnis geveld werd. meestal ter be
straffing van verraad van de gehei
men. Het bloed van de geëxecuteer
de werd daarna over de trom uitge
goten.
Buiten de Ogboni-expositie. die
wordt begeleid door een catalogus
met 160 afbeeldingen, geschreven
door drTh. A. H. M. Dobbelmann. is
er nog veel meer te zien in het
museum. De permanente expositie
omvat beelden en maskers uit ge
heel West- en Midden-Afrika. Daar
onder zijn zeer zeldzame stukken zo
als het witte apemasker van de Do-
gon van Mali en een paar Malinke-
beelden. Ook kun je je er oriënteren
over andere kunstuitingen van de
Yoruba, houten maskers, beelden
en door kariatiden gedragen kruk
jes. Enkele jaren geleden heeft men
besloten de vitrineglazen voor de
tentoongestelde stukken te verwij
deren, omdat het glinsterende glas
een directe beleving van Afrikaanse
kunst in de weg stond.
Ook voor kinderen is het museum
boeiend. Op het omliggende terrein
is een Afrikaans dorp opgebouwd
en op woensdagmiddagen stimu
leert de educatieve dienst de
zelfwerkzaamheid. Het uitdrukke
lijk doel van alles wat het Afrika
museum onderneemt, is het zwarte
werelddeel nader te brengen tot de
Nederlandse bevolking, van mens
tot mens. En wie dat wil. moet met
de kinderen beginnen.
Er is misschien geen land ter wereld, waarvan de
literaire geschiedenis van de laatste vijfentwintig jaar
een zo boeiend beeld vertoont als de Verenigde Staten.
Het is een literatuur die in volstrekte vrijheid tot stand
kwam en naar alle kanten open is. Zij is geëngageerd en
dat lang niet alleen maatschappelijk; de inwoners van
dit rijke machtige, corrupte, kapitalistische land mo-
Onder de hedendaagse auteurs
neemt Jack Kerouac een
misschien niet zeer voorname
maar toch wel belangrijke
plaats in. Hij vertegenwoordigt
in elk geval de zogenaamde
beat generation, de generatie
van jongeren die gedreven wer
den tot een naar de uitersten
dringende vrijheidsdrang, een
drang die bij hen tot dwang
wordt. Reizend en trekkend,
zich overgevend aan drank,
drugs en sex, trachten zij de
grenzen van hun bestaan te be
reiken.
Men mag ze niet zien als jonge
criminelen (of oude criminelen,
want de beat generation wordt
óók oud), maar als een vrucht
van de geweldige opluchting,
die over de Verenigde Staten
kwam toen de grote oorlog
voorbij was. Het land werd
schatrijk, maar bleef lijden aan
de kleine, maar gruwelijke oor
logen in het verre AzI.
Voeg daarbij politieke onvrede
Verslag
gen in elk geval zeggen, schrijven en doen drukken wat
hun voor de mond komt. Hun diep verlangen naar
vrijheid is het antivirus waarmee ze hun vele kwalen
bestrijden.
Geen land ter wereld waar de tegenstellingen zó groot
zijn en dat niet alleen op maatschappelijk gebied, maar
ook op dat van de geest.
(het land kent geen „linkse"
partijen), een morele verwor
ding en een traditioneel kerke
lijk leven, en men krijgt enig
begrip van de voedingsbodem,
waarop zoveel onrust en ver
twijfeling groeien kon.
Onlangs is in Nederlandse ver
taling een tamelijk korte ver
telling van Jack Kerouac ver
schenen: „Tristessa". Het is
een verslag van een verblijf in
Mexico, waar de „ik" de jonge,
mooie Tristessa ontmoet. Hij
leeft een tijdlang in de kring
van haar vrienden: despera
do's, wanhopigen, aan drugs
verslaafden, mensen die eigen
lijk geen besef hebben van het
leven. Zij hebben nooit over de
diepe levensvragen nagedacht.
Zij missen in hun leven een
dimensie: en daarmee doel ik
niet zozeer op een wijsgerige
beleving als wel op een realis
tische kijk op zichzelf en de
wereld. Hun wereld is vanzelf
sprekend en wanhopig. Het
mysterie ontgaat hun.
Dat is heel erg. Want realis
tisch denken is tevens en per
definitie besef hebben van het
mysterie. En zonder religie is
het mysterie dodelijk.
De inhoud, de feitelijke inhoud
dan. van het boek is onbelang
rijk. De mensen leven erin alsof
het leven „gewoon" is. Het is er
nu eenmaal en daarmee basta.
Geen diepe verwondering.
Maar wel veel leed. Hun ge
schiedenis is niet belangrijk.
Maar hun leed wel degelijk.
Literatuur
Ik heb de laatste tijd nogal
eensbrieven ontvangen van le
zers die mij vroegen boeken
zuiver literair te bespreken. Zij
waren het kennelijk niet eens
over bepaalde conlusies die ik
trok op grond van mijn le
vensbeschouwing. Een zuiver
literaire bespreking is kenne
lijk voor hen een louter taal
kundige en historische bespre
king. Stijl en woordgebruik
moeten worden besproken en
meer niet.
Maar dat is voor mij niet een
literaire bespreking. Want lite
ratuur is veel meer dan taal.
Het is gebruik van taal om te
komen tot expressie. Schilder
kunst is toch zeker niet slechts
gebruik van verf? Als ik het
boek van Kerouac „Tristessa"
naar hun zin zou bespreken,
zou ik spoedig klaar zijn.
Uitstekend geschreven relaas
van een kort oponthoud in een
hippe wereld in Mexico-City.
Een tijdsbeeld.
Ja. maar er is veel meer. Elk
literair kunstwerk is een open
baring, een verslag van een ge
vecht met het leven. Een mens
ademt erin, hij schreeuwt erin,
hij heeft erin lief. Hij open
baart zichzelf.
Wat mij zeer verwonderde, was
dat de auteur zich nu en dan
tot God wendde. En wanneer
dan? Als hij wanhopig was. Ja,
nood leert bidden, zoals het
spreekwoord leert. Dat is een
moeilijke aangelegenheid. Ik
bedoel hiermee te zeggen, dat
het een onbegrijpelijke aange
legenheid is. De „ik", de auteur,
trekt zich niets van God aan,
hij doet wat hij wil, maar als
het mis loopt, als het dus tot
ellende wordt wat hij beleeft,
dan ineens is ér een God, die hij
beschuldigt. Dan ineens is er
een God die van alles de schuld
heeft. Dat hij, de mens, schuld
heeft, dat hij verantwoordelijk
is voor wat hij doet. is hem
plotseling helemaal onbekend.
Ja. ja, hij heeft drugs gebruikt,
hij heeft gestolen, hij heeft be
drogen, maar dat alles komt
toch doordat hij niet anders
kon? God doet toch alles? God
is toch almachtig?
Daar nu van, ik bedoel van
deze verwoording van de men
selijke situatie, word ik be
roerd. Zij is zo huichelachtig.
(Ik schrijf over een boek, ik ben
dus bezig, een literaire bespre
king te schrijven). Als het mis
gaat op aarde, is God de schul
dige.
Dat kan een religieuze, althans
een theologische these zijn.
Maar is zij een bijbelse? Dus, is
zij een christelijke? Nee, dat is
zij niet. De bijbel leert (hoe
men over de bijbel denken
mag) dat niet God de wereld
regeert, maar dat de mens dat
doet. Lees toch Genesis. Niet
God, maar de mens moet de
wereld bebouwen (cultuur) en
bewaren (cultuur). Vandaar dat
God een oordeel (een rechtsge
ding) in het vooruitzicht heeft
gesteld. Wat heb jij mens met
mijn aarde gedaan?
De duivel
Ik geloof dat Genesis openba
ring is van de situatie waarin
de mens zich bevindt. Wij ne
men de duivel niet ernstig. De
duivel is voor ons, ook voor ons
als christenen, een sprookjesfi
guur. een legendarische figuur.
Folklore. Maar hij is er wel de
gelijk. Dat is uiteraard een
mysterie. Hoe kon er een duivel
zijn terwijl er een God is? Daar
heb ik geen antwoord op. Ik
moet slechts erkennen dat wat
er is, ook werkelijk is. Ik kan
slechts zeggen dat rood rood is
en dat er kwaad is. Ik moet
leven vanuit het mysterie. Er
uit komen doe ik nooit. Maar ik
weiger zoals de „ik" in de ro
man die ik hier bespreek, de
verantwoordelijkheid aan God
terug te spelen. Hij heeft mij de
genade, de grootheid gegeven,
dat ik zelf mag kunnen kiezen
door J. van Doorne
tussen goed en kwaad. Zijn gro
te gift is niet dat hij mij redt uit
ellende, maar dat hij mij de
gelegenheid geeft als God te
zijn, namelijk het kwaad af te
wijzen. Broeder van Hem te
zijn.
Ja, waar een roman iemand
niet toe brengen kan. Ik vind
het niet zo erg. dat mensen niet
meer geloven dat God er is. Ik
vind het wel erg, dat ze niet
meer geloven dat er een duivel
is. Dat is veel meer funest dan
atheïsme. God komen ze vroeg
of laat toch wel tegen. Maar de
duivel, dat is de vernietiger, de
ontkenner, de vernieler, vinden
ze „gewoon". Ze nemen hem
zonder meer aan. Ze denken
dat hjj God is, de onkenbare.
En ze leggen zich bij zijn be
staan neer. En als ze in opstand
komen, noemen ze hem God.
Dat is zijn grote tiomf. Wij den
ken dat hij God is.
Dat wij genoegen nemen met
het kwaad omdat het „er nu
eenmaal is", is heel erg. Wij
moeten deel hebben aan een
kosmische opstand tegen het
kwaad. Dat is wat Jezus van
Nazareth ons leert. Of wij be
grip hebben van het kwaad
doet er niet toe. Geen begrip
maar keuze. Blind kiezen.
Blind dan altijd als „niet lo
gisch denkend."
Dus religieus. Een andere mo
gelijkheid tot behoud is er niet.
De auteur van „Tristessa"
speelt zijn wanhoop toe naar
God. Ik kan dat begrijpen,
maar niet billijken. Ik vind het
niet juist. Hij onderschat
zichzelf. Hij is een mens. Hij
kan kiezen. Dat is zijn groot
heid. Na zijn domheid is er de
genade. En dat is de
boodschap, de unieke
boodschap van het christelijk
geloof.
Jack Kerouac: Tristessa. Uitg.
Agathon, Bussum, 134 blz.
f 12,50
95 jaar geleden stierf de grote Russische schrijver Dostojevski.
't Was op 28 januari 1881. Hij werd bijna 60 jaar. De belangstel
ling voor deze schrijver is nog steeds bijzonder groot. Hij is een
boeiend schrijver, omdat hij in zijn romans de diepste vragen
van het leven aan de orde stelt. Hij schreef over liefde en haat in
menselijke relaties, over het sterven, de zelfmoord, de zin van
het leven en over de verhouding van Rusland tot West-Europa.
Dostojevski, naar een portret van F. Vallotton.
Het lezen van Dostojevski's ro
mans heeft ook iets riskants: velen
die over zijn werk schreven, hebben
hem vaak misbruikt om hun eigen
gedachten aan de man te brengen.
Arme mensen
Vaak wordt in verband met Dosto
jevski direct gedacht aan zijn grote
romans, als „Misdaad en straf" (ook
wel vertaald als „Schuld en boete"),
„De idioot" en „De gebroeders Ka-
ramazow".
In 1849 verscheen zijn eerste roman
„Arme mensen", die bestaat uit
brieven die een jong meisje en een
veel oudere ambtenaar elkaar
schrijven. De kern van de briefwis
seling is niet alleen dat ze te arm
zijn om goede kleren te kopen. De
kern is, dat ze merken dat hun
gebrek aan geld voor mensen in hun
omgeving een reden is hen zonder
achting te behandelen. Tegen de
arme mag men blijkbaar alles zeg
gen. Zijn privéleven wordt vaak
met voeten getreden. Met onbe
scheiden blikken wil men in zijn
leven naar binnen kijken. Wegens
zijn gebrek aan geld wordt hij niet
geacht en niet aanvaard.
In zijn roman „De verstotene" ko
men we dit nog tragischer tegen.
Een arm weesmeisje wordt opgeno
men in het gezin van een prinselijke
familie. Dit is een ethisch goede
daad van naastenliefde. Toch ver
teld dit meisje, dat ze nooit het
gevoel heeft gehad dat ze echt aan
vaard was. Ze bleef een vreemde. Ze
kwam immers uit een arm gezin en
de starre, vormelijke etiquette in de
hogere standen van de Russische
samenleving stonden een hartelijke
en aanvaardende liefde in de weg.
De ethisch goede daad van het aan
nemen van een weesje kon in die
samenlevingsverhoudingen niet
echt tot bloei komen.
Zijn tijd
Dostojevski kende het Rusland
van zijn tijd goed. Veel van zijn
verhalen spelen zich af in St. Pe
tersburg. de toenmalige hoofdstad.
De stad van de tsaren, van de adel,
en van de rijken die in koetsen
reden. Ook de stad van de talloze
ambtenaren, dronkaards, bedelen
de kinderen en prostituées. Met ve
le anderen was Dostojevski van
mening, dat er in Rusland veel
moest veranderen. Hij had kritiek
op het grootgrondbezit, de perscen-
suur, lijfeigenschap en rechtspraak.
Hij sloot zich aan bij een verboden
diskussiegroepje. dat in het geheim
bijeen kwam. De zaak werd echter
verraden en Dostojevski werd
hoewel aanvankelijk ter dood ver
oordeeld naar een dwangarbei
derskamp in Siberië gestuurd. Juist
van deze tijd heeft hij later gezegd,
dat ze nuttig is geweest. Hij heeft er
met zware misdadigers samenge
leefd, maar hij heeft daar het een
voudige volk leren kennen. Die peri
ode heeft zijn leven verdiept en ook
zijn latere romans meer diepgang
gegeven.
Diepgang
Dostojevski wordt vaak geprezen,
omdat hij mensen psychologisch
scherp kan tekenen en raak kan
typeren. Maar dit is niet alles. Hij
peilt het leven niet alleen in de
diepte, maar ook naar z'n uiterste
grenzen. Vooral in zijn grote ro
mans als „Misdaad en straf", „De
idioot", „Boze geesten" en „De ge
broeders Karamazow" komen deze
grenzen van het leven in zicht.
Deze romans worden gekenmerkt
door veel personen, dramatische en
kluchtige voorvallen, spel en ernst,
maar uiteindelijk komen de conse
quenties van het menselijk hande
len in zicht. Uiteindelijk wordt alles
in de sfeer van de allerlaatste ernst
geplaatst: leven óf dood.
Zo gaat het in „Misdaad en straf"
niet alleen om een student die een
moord pleegt, 't Gaat om een stu
dent, die onder invloed staat van
rationalistische filosofieën
uit West-Europa en die van het Rus
sische volk heeft los gemaakt. Naar
zijn eigen zeggen heeft hij slechts
een luis vermoord, maar de prosti-
tueé Sonja wijst hem terecht: je
hebt een méns vermoord, die naar
het beeld van God is geschapen.
Nastasja (uit: „De idioot") kiest in
haar hart voor dc zuivere vorst
Mysjkin; ze weet dat hij haar geluk
kig kan maken Lichamelijk ver
langt ze naar Rogózjin; haar
hartstocht gaat uit naar zijn wel
lust. Trilt het leven tussen zonde en
genade, na de keus tussen die twee
blijkt dat de consequenties onver
mijdelijk zijn. Nastasja vindt de
dood. Ook in ,.De gebroeders Kara
mazow" zien we mensen, die in toe
nemende mate een lichtend voor
beeld zijn. Bij voorbeeld Aljosja.
Anderen, die in hun leven de zin
loosheid ontmoeten en daar geen
positief antwoord op kunnen geven,
plegen zelfmoord!
Van boven bekeken.
In zijn eerste romans kijkt Dosto
jevski nog min of meer horizontaal
tegen het leven aan. Hij beschrijft
het leven van arme mensen; reli
gieuze gedachten spelen nog geen
belangrijke rol. In de romans na
zijn ballingschap blijkt hij het le
ven meer „van bovenaf" te bekij
ken: hij beschrijft in toenemende
mate de diepste overwegingen van
de mens. wat hem het meest aan-
Dr. H. E. S. Woldring
gaat en ook de consequenties die
zijn belangrijkste levensbeslissin
gen met zich mee brengen. Ook
daarin is Dostojevski boeiend en
riskant: het lezen van zijn romans
daagt uit tot een eigen
standpuntbepaling van de lezer.
Langdradig?
Er wordt wel eens beweerd, dat
Dostojevski en al die Russische
schrijvers zo langdradig zijn en dat
er zoveel mensen in hun verhalen
voorkomen, dat je er haast niet
doorheen kunt komen. Dosto
jevski heeft namelijk veel ruimte
voor zijn verhalen nodig, omdat hij
z'n romanfiguren zo goed mogelijk
uit de verf wil laten komen. Er be
staat tussen hem en z'n romanfigu
ren een relatie van sympatie en
liefde. Of het nu een held of een
schoft is, een heilige of een prosti
tuee, hij laat ze uitvoerig aan het
woord en tekent hen ten voeten uit.
Juist daarom zijn de dialogen in
zijn romans zo belangrijk.
Mede hierom is het zo interessant,
dat de „Herinneringen" van Dosto
jevski's tweede vrouw, Anna Gri-
gorjevna, zojuist in het Nederlands
verschenen. Zij geeft interessante
achtergrondinformatie en ze vertelt
ook hoe haar man met z'n romanfi
guren worstelde om ze zo goed mo
gelijk te beschrijven en de lezers in
staat te stellen hen goed te leren
kennen.