.aat de Evelijn: „Even lijnen"! ds Clerc je eenmaal in de tang heeft.. Niet piekeren maar puzzelen w rans en )aans in telgevechten m am m u m m XI O Weekend puzzel 6 IS I9 ol dammen l I i J 9 i_J i O SI P P ©1 t: P ©1 shaken A lü' I! A AAA A it 4 A A A B ■JLB B SB AA is i A O 1 (589e Opgave voor de Ladderwedstrijd) /V <- r t -| h -t - - r-r J.J.JJ.Lj.X *r%RDAG 24 APRIL 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET 19 ronde vijver, uitlopend in een lelijk brede vaart, die weer uit- idt in de Nieuw Meer, om die >er een rietkraag van minstens eter breed, uitlopend in een and. dat zich nog een kilometer ;s de Koenenkade voortzet. Ten irden begrensd door een weiland r greppels, ten Zuiden door bos. iet vijvertje een eiland van riet liezen en zeggen. Het terrein ligt st het befaamde Elzenbos, waar lijzen en kepen en uilen dit jaar in. Eerst langs de Tribune van Bosbaan, dan loop je over de rechtdoor, zodat je bij een de strook rietmoeras komt. Je it links af en dan kom je in het inbos. Die vijver met riet hadden :s en ik nog nooit onderzocht, i trokken we kousen en schoe- uit en stroopten de pijpen van ie plusfours tot boven onze knie- op. En zo gingen we het riet in. in we vlak in de buurt van de -er kwamen, zag Kees ineens een dat hem een kreet ontlokte, 75 lelijk: „Een slang, een slang." 17pr hoe ik ook keek, nergens zag iets. Volgens Kees was de slang water gegaan en in 't rietland dwenen. Kees dacht nu, dat de ïg vooreerst wel niet uit het riet nen zou en ging daarom weer ir zijn kousen en schoenen. Ik de moed echter niet op en bleef, niet tevergeefs, want opeens zag een slangekop, prachtig geel, in en zwart getekend, tussen de itengels bewegen en enkele se- len later gleed de kop door 't er. Alleen de kop stak boven er uit, de rest van 't lichaam m er met aalachtige bewegin- »ter* gen onder water achter aan. Het was zeer duidelijk een ringslang, een wijfje, van ca. 75 cm lengte. Hij zwom recht op me af. Toen hij de oever van 't rietland bereikt had, en die plaats was vlak bij me, kroop hij voor de helft van zijn lichaam uit het water, maar toen bemerkte hij me en zwom weer naar zijn onbe reikbare eiland terug. Ik liep naar de kant en even later kwam hij weer terug en had me nu niet in de gaten. Hij was nu nog maar een halve meter van me verwijderd, ik bukte me om hem te grijpen, maar toen zag hij opeens mijn hand. Hij gooi de zich om met een soepele bewe ging en verdween weer tussen het riet, waarna hij zich niet meer liet zien. Toen hij zo vlak onder me was, kon ik hem schitterend bekijken. Van boven was hij grijsgroen met allemaal zwarte vlekken en vooral duidelijk Was zijn gele nekring met de twee zwarte vlekken erachter. Voor zo'n ringslang hoeft niemand bang te zijn, want hij is volkomen ongevaarlijk. In ieder geval ben ik blij, dat hij hier al in 't bos huist.' 25 jaar geleden Zo beschreef ik als vijftienjarige op donderdag 10 mei 1951 in mijn dag boek mijn eerste echte ontmoeting met een ringslang. Tot dan toe had ik alleen, een jaar eerder, een ring slang als een donkere schicht zien wegschieten tussen het riet van de Koenenkade. De volgende dag vrij dag 11 mei 1951, deed ik een poging de slang te vangen. „Natuurlijk ging ik eerst weer naar de oude plaats naar de slang zoe ken, maar tevergeefs. Ik had de moed al bijna opgegeven, toen ik ineens dacht aan 't weiland ten Noorden van 't moeras. Ik wandelde er lang een slootje, toen ik ineens een heftig gesis hoorde. Ik draaide me om en zag aan de overkant van 't slootje een ringslang, een wijfje, opgerold in de zon liggen. Ik sprong over 't slootje heen en wilde hem grijpen. Maar hij was ook niet gek en gleed vlug het slootje in om dan weg te zwemmen en onder 't kroos te verdwijnen. Maar even later kwam zijn kop weer boven en toen nam ik mijn stok en zwiepte hem netjes het water uit. Toen hij in het gras neerviel, bleef hij even ver doofd liggen, ik sprong toe, greep het heftig kronkelende lichaam (waar hij tussen twee haakjes een kwalijk-riekende witte stof uit druppelen liet: de inhoud van zijn stinkklieren), rende ermee naar mijn fiets, stopte hem in een siga renkistje, deksel erop, touw erom, op de bagagedrager en zo veilig verzekerd liet ik de slang op mijn fiets achter. Want ik wilde onder zoeken, of er nog meer zaten. En ja hoor, na vijf minuten kwam ik weer een ringslang tegen, nu een manne tje, veel donkerder van kleur. Hij schuifelde zo'n beetje tussen 't riet en was niet langer dan een halve meter. Ik pakte hem niet. Ik reed naar huis, waar ik de ringslang eerst eens goed bekeek en daarna met de centimeter mat. Op de kop af 1 meter, geen centimeter langer of korter. Niet te geloven." Het dier heeft jaren in een ruim terrarium doorgebracht, er zelfs eie ren in gelegd. En in dat ene jaar 1951 heb ik in het Amsterdamse Bos, daar aan de Koenenkade, nog veel meer ringslangen gezien. Maar die kade bestaat niet meer, het riet land is nu een grasvlakte, de vijver opgeruimd. En naar slangen kun je er lang zoeken. Vangen en in een terrarium stoppen mag je ze trou wens niet meer, want de ringslang is nu een wettelijk volledig be schermde diersoort, samen met alle inheemse reptielen en amfibieën. Verdwenen Tot voor enige jaren namen ring slangen een ruime plaats in onder de dieren die regelmatig aan Artis' poorten als geschenk van particu lieren worden binnengebracht. In 1949 waren het er 73, in 1950 81 en in 1951 zelfs 109. Sinds dat topjaar 1951 verminderden de aantallen snel en nu is de soort zeker rond Amsterdam zo zeldzaam geworden, dat vorig jaar voor het eerst geen ringslang op de ijst van ingekomen Artis-dieren prykte. In mei 1970 zag ik de laatste ringslang in het oever land van de Amstelveense Poel. De ooizaak van die achteruitgang?- Het verdwijnen van waterrijke ruig telandjes als die aan de Koenenka de, maar evengoed aan de Diemer- zeedijk en op tal van andere plaat sen. En het vangen van slangen door vijftienjaren en anderen, én het ten onrechte doden in de veron derstelling dat deze slang giftig is. Laten we zuinig zijn op de slangen die er gelukkig in tal van andere delen van het land nog zijn. Bespied ze, maar stoor ze niet. En ga er vooral niet naar zoeken. perm Wiersma is er weer in ge- bgd het kampioenschap van Ne- rland op zijn naam te brengen, t Rob Clerc de tweede plaats »r veroverde, is voor mij ook niet i grote verrassing. Hij heeft la- izien, dat hij een echte toernooi- ler is. Met de regelmaat van een k heeft hij zijn punten verza- Id, heeft geen enkel risico geno- b, heeft geen enkele partij verlo- I maar er wel enkele gewonnen feeen in een kampioenschap van Ierland altijd een toppositie ga- jdeert. In de volgende partij fdt debutant Van der Meeren- ik met eenvoudige middelen kei- p met zijn neus op de feiten tukt. fc T. van Meerendonk R. Clerc. •28 20-25 2. 37-32 14-20 3. 41-37 4. 34-29 17-22 5. 28x17 11x22 6. 5-10 Na deze opening, die als gunstiger voor zwart bekend t, gaat wit over tot een uitput- ictiek van zwarts korte vleu- Een tactiek die ik ieder af kan omdat de witte lange vleugel 1 op deze manier helemaal uit- terwijl zwart er niet de minste Ier van ondervindt. Integen- wit helpt zwart zelfs uitste- d bij het ontwikkelen van de >emde vleugel. 28 7-11 8. 28x17 12x21 9. 31-26 1-7 5x17 11x22 11. 38-32 8-12 12. 32-28 3-8 13. 28x17 12x21 14. 33-28 7-12 •s ■9 9 9 9 9i 9\ O O 1 Q O Wie de diagramstand aan een nader onderzoek onderwerpt komt tot de slotsom dat wit het hier al erg moei lijk begint te krijgen. Een goede opbouw van het centrum wordt ver hindert door 19-23. Wits lange vleu gel dreigt helemaal lamgelegd te worden door de actieve opstelling van zwarts korte vleugel, waar wit zelf een niet gering aandeel in heeft gehad. Wit zal in het nu volgende spelgedeelte van alles proberen te doen om de zwarte dreiging van een zeer effectieve hekstelling te ontlo pen. Maar het gevolg zal zijn, dat hij zijn lange vleugel nog meer ver zwakt, hetgeen later dodelijk zal blijken. 15. 37-32 21-26. Op 16. 40-34 wint -zwart nu door 19-24 17. 39-33 24-30 18. 35x24 18-23 19. 29x7 20x27 20. 41-37 (op 7-1 volgt 8-12t) 2X11 21. 37-31 26x37 22. 42x22 net geen schijf. Maar hij slaagt er bij goed spel wel in wit onder grote druk te zetten, b.v. 22. 16-21 23. 47-42 8-12 24. 42-37 21-26 25. 36-31 13-18 26. 22x13 9x18 en wit zal het moeilijk krijgen. Natuurlijk kan zwart de afwikkeling op de 16e zet ook wei geren. Van der Meerendonk stelt zwart echter niet voor de keus door 16. 41-37 te spelen. 16. .2-7 17. 37-31 26x37 18. 32x41 6-11 Zwart houdt de formatie 7, 12, 18, in tact, daar hier een grote kracht van uit gaat. 19. 42-37 Uit angst voor de hekstel ling probeert wit de bezetting van zijn centrum zo lang mogelijk uit te stellen, maar als Clerc je eenmaal zo in de tang heeft is er geen ont snappen meer mogelijk. 19. 11-17 20. 39-33 19-23 21. 28x19 14x34 22. 40x29 13-19 (zwart sluit elke mogelijkheid op ontsnapping uit) 23. 43-38 19-24 24. 37-32 16-21 25. 32-28 21-26 26. 41-37 17-22. Neemt nu OOk definitief wits lange vleugel in de tang, en tegen zoveel, met eenvou dige middelen bereikt, geweld is wit niet opgewassen. 27. 28x17 12x21 28. 48-43 8-12 29. 47-41 10-14 30. 36-31 14-19. Deze zet komt precies op tijd. 31-27 is nu verhin derd, omdat na het slaan naar 28 26-31 volgt wat direct de winst ople vert, en na het slaan naar 27 12-17 volgt. Op 27-21 volgt dan 9-14 met altijd dam, en na 37-32 (17-22) 41-36 (22x31) 36x27 (18-22) 27x18 (26-31) valt er voor wit ook geen eer meer te behalen. 31. 44-39 9 j \9 Zwart beslist de partij nu met een laatste krachtzet, die geen verder kommentaar behoeft. 31. 18-22. Dreigt nu met 22-28. Van de Mee rendonk erkende dit gevaar, speel de het enig overblijvende 32. 38-32 maar werd door 32. 19-23 33. 29x16 24-30 van alle illusies beroofd. Een weinig spectaculaire, maar zeer effectieve partij. FRANK DROST Stelling na 16.h4! >1 de Duitse jeugdkampioen 1st Bach, uit Berlijn, heeft men pe Duitse schaakbond nogal ho- 'verwachtingen. Hij zal zonder Jfel wel de grootmeestertitel be lten. De volgende partij speelde 1 in een match om het Duitse bkampioenschap, tussen Berlin- fuzberg en Hannover. fcNS. ch-reefsch lager. r» e6 2. d4 d5 3. Pd2 Pf6 4. e5 Pfd7 5. c5 6. c3 Pc6 7. Pe2 cd4 8. cd4 Pb6. i zogenaamde „Leningradse sys- a uh", waarbij zwart de c-lijn wil y ruiken om tot tegenspel te ben. anu-o Ld7 10. Pf3. Ook 10. f4 g6 11. h5 12. Ld2 is kansrijk. Le7 11. Pf4 g6! Beter dan a5, rfna het pionoffer 12. Ph5 g6 13. zeer gevaarlijk is. »3 a5 13. b3 a4 14. b4 Pa7 15. De2 16. h4! 26. Td5:! Pd4 27. Td4: Td4: 28. Lf8: Kf8: 29. Pg5 Df5 30. De3 Tg4. Nu volgt een elegant slot. Na 30. Df4 zou 31. Pe6:t Le6: 32. De6: Dd6 33. Dc8t gemakkelijk gewonnen hebben. 31. Tdl! Tg5: 32. Td7: Df6: 33. Del! Opgegeven. Voorzichtig! Let op pat! Deze raadgeving past wel bij het oplossen van het volgende probleem. Het is een gemakkelijke opgave voor bginners maar toch is de oplossing nog tamelijk verrassend. Wit moet een patverdediging weten te voor komen. Dr. W. SPECKMANN Deutsche Schachzeitung 1976. Wit moet beslist energiek optreden, anders komt zwart na Pc4 en Lb5 in het voordeel. Wanneer de zwarte lo per op h4 neemt, volgt 17. Ph4: Dh4: 18. g3 De7 19. Ph3 met 20.Lg5. 16 Pc4 17. Ph3! Met de positionele drei ging 18. Lg5. 17Lh4: Ph4: Dh4: 19. Lg5! Dd4: 20. Tadl! Dc3. Op 20. De5:?? volgt Lc4:. 21. Lc4: Tc4:. Na 21. Dc4: zou direct 22. Df3 heel sterk zijn. 22. Td3! Dc2 23. Df3.. Met de vernie- tigende dreiging 24. Df6. Natuurlijk kan ook 23. O0? niet meer redden wegens 24. Df6. 23f5 24. ef6 e.p. 0-0 25. Lh6 Pc6. De kwaliteit is niet meer te redden met Tf7 wegens 26. Pg5, maar het gaat om iets meer! Stek. a ii Q *•2.. Mat in vier zetten. SPAANS. Dr. PESCH-PACHMAN. Ook grootmeesters „in functie" heb ben het in het Duitse clubkampi oenschap niet gemakkelijk. Dat blijkt wel uit de volgende partij. 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. 0—0 Le7 6. Tel b5 7. Lb3 0—0 8, c3 d5 9. ed5 Pd5: 10. Pe5: Pe5:11. Te5: c6 12. Ld5: cd5 13. d4 Ld6 14. Te3 Dh4 15. h3 Df4 16. Te5 Df6 17. Te3. Een uitnodiging tot herhaling van zetten. De theorie luidt 17. Tel Dg6 18. Df3 Le6 19. Lf4 Lf4: 20. Df4: Lh3: 21. Dg3 Dc2! 17Lf5! 18. Pd2 Tfe8 19. Pfl Dg6 20. Khl? h5! 21. Del Ld7 22. Te8:t Te8: 23. Le3 Lh3:! 24. gh3 De4t 25. Kgl Te6 26. Pg3! Lg3: 27. fg3 Df3 28. Df2 Te3: 29. Df3: Tf3; 30. Kg2 Td3 31. a4! Het pionneneindspel na 31. Tfl Td2t 32. Tf2 Tf2:t 33. Kf2: f6 was voor wit verloren. 31h4! 32. gh4 Td2t 33. Kf3 Tb2: 34. ab5 ab5 35. Ta8t Kh7 36. Td8 Tc2 37. Td5: Tc3:t 38. Kg4 b4 39. Tb5? Wit had nu nog met 39. Tc5! remise kunnen bereiken! 39. Tc4! 40. Td5 b3 met de drei ging Tb4. 41. Tb5 Td4:t 42. Kg5 f6t 43. Kf5 Td3 44. Kg4 Kg6! 45. h5t Kf7 46. Tb6 Ke7 47. h4 Kd7 48. Kf5 Kc7 49. Tb4 Kc6 50. h6 gh6 51. Kf6: Kc5 52. Tb8 Td6t. Opgegeven wegens 53. Kg7 Tb6. OPLOSSING PROBLEEM: 1. d8T! Pb4t 2. Kb3 Pd3. Td3: enzovoorts. Als wit de pion tot dame had laten pro moveren, was hij met Dd3: patgezet. LUDEK PACHMAN. „Dokter, ik ben te dik" zuchtte Evelijn. De dokter (U weet toch, dat dokters óók mensen zijn?) keek taxerend en waarderend, raadpleegde de weegschaal en. „Maar mevrouw, U heeft pre cies het juiste gewicht." Edoch, zij meende, dat haar lijn wat minder golvend zou moeten zijn. Stel U in de plaats van de dokter. Wat zou U zeggen?.Jujst, U heeft gelijk. Hij zei precies hetzelfde. „Als U met alle geweld wilt lijnen, dan maar veel beweging. En asje blieft geen dieet op eigen houtje!" Ook thuis vond zij niet veel steun. Manlief was best tevreden met ge wicht en aanblik. Maar zijzelf niet. En zij besloot, dat zij elke dag haar boodschappen langs omwegen zou doen. Toen hadden ze een gezellige avond. Waarbij zij verklaarde, lang te willen lopen of fietsen en hij systematiek in de omwegen wilde brengen. Nu woonde ze in een Ame rikaans gebouwde stad: evenwijdi ge, genummerde straten van noord naar zuid; en evenwijdige, genum merde dwarsstraten van west naar oost. Dies stelde hij voor, dat ze, om een bepaald kruispunt te bereiken eerst, uitgaande van huis (het cir keltje op de hoek van de honderd ste straat en de honderdste dwars straat), één blok ver zou gaan, dan links of rechts afslaan en twee blok ken ver, dan weer afslaan en drie blokken ver, enz, tot het kruispunt van bestemming. Waarbij zij op geen enkel punt haar afgelegde weg mocht kruisen of het zelfde kruis punt mocht passeren. In de figuur zie u zo'n omweg van 1-2-3-4-5-6-7 waarbij zij weer thuis is. Nu is Evelijn niet slechts begiftigd met een fraai uiterlijk maar ook met een helder verstand. En zij merkte op: „Maar dan kan ik, hoe ik het ook doe, niet élk kruispunt be reiken, bij voorbeeld niet het kruis punt 101-101 (101e straat en 101e dwarsstraat)." Na enig beraad werd toen besloten, dat zij zou kunnen kiezen tussen twee wandelschema's: het eerste bestaande uit achtereenvolgende stukken 1-2-3-4-5 enz; en het tweede uit 1-1-2-3-4-5 enz. dus met herha ling van het stuk 1). Daar alle winkels gelegen waren in het gedeelte tot de 110e straat en de 110e dwarsstraat knobelden zij eendrachtiglijk toen uit welke vol gens het schema de kortste wegen waren van hun huis naar de hoek punten 100-101, 100-102 tot en met 100-110; en 101-101, 101-102 tot en met 101-110; en 102-102, 102-103 tot en met 102-110; 103-103, 103-104 tot en met 103-110 en enz. tot en met 110-110; dus alle kruispunten in de driehoek 100e straat, 110e dwars straat en 110-110 naar 100-100. In sommige gevallen waren de we gen maar kort (zoals naar 100-101) maar in andere gevallen was het een hele tocht. Aan u, belangstel lende lezer, de taak, deze wegen te vinden. U behoeft daarbij geen figuren te tekenen, maar de weg (zie de figuur) als volgt aan te geven: 1W-2N-30- 4N-50-6Z-72, waarbij de letters de windrichtingen betekenen. Vóór de omweg wordt dan het te bereiken kruispunt gezet, in dit geval 100-100 omdat de omweg weer "thuis" eindigt. Men kan hierbij 15 punten maxi maal krijgen. Deze punten zijn be stemd voor onze doorlopende lad derwedstrijd, waaraan iedere lezer (ook niet-abonnees) kan deelne men. De punten worden op uw per soonlijke kaart genoteerd. Zendt u verder in, dan stijgt uw puntento- Manlief doet uitgeleide voor de eerste boodschappenom- wegtocht. taal voortdurend totdat geen der andere ladderklimmers een hoger totaal heeft dan u, in welk geval u de ladderprijs wint en weer met nul punten een nieuwe start maakt. De oplossingen moeten uiterlijk over vier weken binnen zijn bij mr. G. van Vorden, postbus 58 te Eer beek. Op briefkaart of briefomslag dient „Niet Piekeren maar Puzzelen 589" te staan en in uw schrijven dienen uw volledige naam en adres in blokletters te zijn geschreven of getikt. En geeft u vooral op als uw adres en/of naam veranderen, ook als u lang geleden voor het laatst inzond. Niet slechts uw oplossing, ook uw opmerkingen en kritiek zijn harte lijk welkom. En een verzoek: geeft u een waarderingscijfer voor de opga ve (1 als laagste 10 als hoogste waar dering)? Dan houd ik rekening met uw voorkeur. mr. G. van Vorden Een gedeelte van de platte grond van de stad. waar Eve lijn haar omwegen wilde maken V 4 -II L 1 _I_L J I I I I 1 1 T L..1X1 - L LJ. i i_ i i -r If L-,L I T T' -1_ i i i I I l" - -»-i- _L_I. _L_i i T-, -T - 4- t- i i i 1 /oo 'Ol /o? Jêé 'O* yo/ joi /of yof I- T -1 '°7 Jo£ /of y<J9 o3 /oi /O/ /oo 99 9<? Horizontaal. 1. verharde huid, 5. knol, 9. vlinder, 14. stengel, 16. voor lichting, 18. ongaarne. 19. soort hond, 21. zeepost, 22. kippenloop, 23. voorvoegsel. 24. vogel. 26. rondhout, 27. vulkaan. 29. rang, 31. Turkse tarwe, 32. vorm. 34. een ze kere, 35. Ierland. 37. oliehoudend zaad. 39. soort duif, 41. radio om roep (afk.), 42. Europeaan, 43. Noor se god. 45. afstammeling, 46. getal. 47. reeds, 48. ingang, 50. reeks, 52. boerderij, 53. ceintuur van Japanse vrouwen. 55. cylindervormig voor werp, 56. niet gesloten, 57. rivier in Frankrijk. 60. tweetal, 61 pers. voornaamw., 62. plaats in België, 64. welaan. 65. hoofddeksel, 66 ongaar ne, 68. vlug slijtend, 70. oorlogsgod, 72. ongevulde, 74. net om vogels te vangen. 75. hijswerktuig, 76. lof, 77. bamboestaketsel. Verticaal. 1. plaats in Duitsland, 2. gast, 3. Europeaan, 4. niet goed doorbakken. 6. voertuig, 7. vochtmaat, 8. ros, 10. meisjesnaam, 11. deel, 12. plaats in Friesland, 13. rivier in Siberip, 15. deel van een oog, 17. projectieplaatje. 20. kerkge bruik. 25. roofdier, 27. Engelse titel. 28. scheepslading. 30. nieuw, 31. overmatig zoet. 32. gemalen graan, 33. muzieknoot, 35. elektro technisch ingenieur, 36. torenkraai (gew 37. niet gespannen. 38. lange nekharen van dieren, 40. vreemde munt. 41. spoorstaaf, 44. societé (afk.), 46. slaginstrument, 48. voed sel, 49. godin van de dageraad. 51. voorvoegsel. 52. zalfspaan, 54. bloem, 56. zangspel. 57. elk, 58. ver harde huid, 59. werpstrik, 60. vlek, 61. insekteneter. 63. uitstap. 64. strak. 67. ik (Lat.), 69. eer, 71. mu zieknoot. 73. water in Friesland. Oplossingen tvm woensdag a.s. per briefkaart zenden aan: Trouw/Kwartet. Postbus 859. Amsterdam. Linksboven vermel den: Weekendpuzzel. Oplossing van vorige puzzel. Hor. 1. statig, 5. mentor, 10. Ira, 12. ara. 13. mals. 15. iep, 17. mees, 18. teen, 20. stal, 22. eb. 23. in. 25. ra, 26. te, 27. entourage, 31. de. 32. el, 34. rationeel, 41. os. 42. R O 43. eg. 44. Po. 45. leem, 47. edel, 49. plan. 51. aas, 53 loot. 55. eek, 58. Ede, 59. listig, 60. setter. Vert 1. simpel, 2. tra. 3. aalt. 4. ik, 6. 'en. 7. tael. 8. ore. 9. raster. 11 re, 14. sein, 15. in, 16. p s„ 17. maag. 19. ent, 21. tra. 24. nu. 27 eer. 28. obi, 29. ren, 30. eel, 33. dorpel, 35. aren, 36. toe. 37. Ob. 38 eed. 39 egel, 4Q. monter, 45. laks, 46 ma. 47. es. 48. loet. 50. lei, 52. af. 54. ode. 56. pi. 57. de.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 19