.aat de
Evelijn: „Even lijnen"!
ds Clerc je eenmaal in de tang heeft..
Niet piekeren maar puzzelen
w
rans en
)aans in
telgevechten
m
am
m
u
m
m
XI
O
Weekend puzzel
6
IS
I9
ol
dammen
l I i
J 9
i_J
i
O
SI
P
P
©1
t:
P
©1
shaken
A
lü' I!
A AAA A
it 4
A A A
B
■JLB
B
SB
AA
is
i
A
O
1
(589e Opgave voor de Ladderwedstrijd)
/V
<- r t -|
h -t - -
r-r
J.J.JJ.Lj.X
*r%RDAG 24 APRIL 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 19
ronde vijver, uitlopend in een
lelijk brede vaart, die weer uit-
idt in de Nieuw Meer, om die
>er een rietkraag van minstens
eter breed, uitlopend in een
and. dat zich nog een kilometer
;s de Koenenkade voortzet. Ten
irden begrensd door een weiland
r greppels, ten Zuiden door bos.
iet vijvertje een eiland van riet
liezen en zeggen. Het terrein ligt
st het befaamde Elzenbos, waar
lijzen en kepen en uilen dit jaar
in. Eerst langs de Tribune van
Bosbaan, dan loop je over de
rechtdoor, zodat je bij een
de strook rietmoeras komt. Je
it links af en dan kom je in het
inbos. Die vijver met riet hadden
:s en ik nog nooit onderzocht,
i trokken we kousen en schoe-
uit en stroopten de pijpen van
ie plusfours tot boven onze knie-
op. En zo gingen we het riet in.
in we vlak in de buurt van de
-er kwamen, zag Kees ineens een
dat hem een kreet ontlokte,
75 lelijk: „Een slang, een slang."
17pr hoe ik ook keek, nergens zag
iets. Volgens Kees was de slang
water gegaan en in 't rietland
dwenen. Kees dacht nu, dat de
ïg vooreerst wel niet uit het riet
nen zou en ging daarom weer
ir zijn kousen en schoenen. Ik
de moed echter niet op en bleef,
niet tevergeefs, want opeens zag
een slangekop, prachtig geel,
in en zwart getekend, tussen de
itengels bewegen en enkele se-
len later gleed de kop door 't
er. Alleen de kop stak boven
er uit, de rest van 't lichaam
m er met aalachtige bewegin-
»ter*
gen onder water achter aan. Het
was zeer duidelijk een ringslang,
een wijfje, van ca. 75 cm lengte. Hij
zwom recht op me af. Toen hij de
oever van 't rietland bereikt had, en
die plaats was vlak bij me, kroop hij
voor de helft van zijn lichaam uit
het water, maar toen bemerkte hij
me en zwom weer naar zijn onbe
reikbare eiland terug. Ik liep naar
de kant en even later kwam hij weer
terug en had me nu niet in de gaten.
Hij was nu nog maar een halve
meter van me verwijderd, ik bukte
me om hem te grijpen, maar toen
zag hij opeens mijn hand. Hij gooi
de zich om met een soepele bewe
ging en verdween weer tussen het
riet, waarna hij zich niet meer liet
zien. Toen hij zo vlak onder me was,
kon ik hem schitterend bekijken.
Van boven was hij grijsgroen met
allemaal zwarte vlekken en vooral
duidelijk Was zijn gele nekring met
de twee zwarte vlekken erachter.
Voor zo'n ringslang hoeft niemand
bang te zijn, want hij is volkomen
ongevaarlijk. In ieder geval ben ik
blij, dat hij hier al in 't bos huist.'
25 jaar geleden
Zo beschreef ik als vijftienjarige op
donderdag 10 mei 1951 in mijn dag
boek mijn eerste echte ontmoeting
met een ringslang. Tot dan toe had
ik alleen, een jaar eerder, een ring
slang als een donkere schicht zien
wegschieten tussen het riet van de
Koenenkade. De volgende dag vrij
dag 11 mei 1951, deed ik een poging
de slang te vangen.
„Natuurlijk ging ik eerst weer naar
de oude plaats naar de slang zoe
ken, maar tevergeefs. Ik had de
moed al bijna opgegeven, toen ik
ineens dacht aan 't weiland ten
Noorden van 't moeras. Ik wandelde
er lang een slootje, toen ik ineens
een heftig gesis hoorde. Ik draaide
me om en zag aan de overkant van
't slootje een ringslang, een wijfje,
opgerold in de zon liggen. Ik sprong
over 't slootje heen en wilde hem
grijpen. Maar hij was ook niet gek
en gleed vlug het slootje in om dan
weg te zwemmen en onder 't kroos
te verdwijnen. Maar even later
kwam zijn kop weer boven en toen
nam ik mijn stok en zwiepte hem
netjes het water uit. Toen hij in het
gras neerviel, bleef hij even ver
doofd liggen, ik sprong toe, greep
het heftig kronkelende lichaam
(waar hij tussen twee haakjes een
kwalijk-riekende witte stof uit
druppelen liet: de inhoud van zijn
stinkklieren), rende ermee naar
mijn fiets, stopte hem in een siga
renkistje, deksel erop, touw erom,
op de bagagedrager en zo veilig
verzekerd liet ik de slang op mijn
fiets achter. Want ik wilde onder
zoeken, of er nog meer zaten. En ja
hoor, na vijf minuten kwam ik weer
een ringslang tegen, nu een manne
tje, veel donkerder van kleur. Hij
schuifelde zo'n beetje tussen 't riet
en was niet langer dan een halve
meter. Ik pakte hem niet. Ik reed
naar huis, waar ik de ringslang eerst
eens goed bekeek en daarna met de
centimeter mat. Op de kop af 1
meter, geen centimeter langer of
korter. Niet te geloven."
Het dier heeft jaren in een ruim
terrarium doorgebracht, er zelfs eie
ren in gelegd. En in dat ene jaar
1951 heb ik in het Amsterdamse
Bos, daar aan de Koenenkade, nog
veel meer ringslangen gezien. Maar
die kade bestaat niet meer, het riet
land is nu een grasvlakte, de vijver
opgeruimd. En naar slangen kun je
er lang zoeken. Vangen en in een
terrarium stoppen mag je ze trou
wens niet meer, want de ringslang is
nu een wettelijk volledig be
schermde diersoort, samen met alle
inheemse reptielen en amfibieën.
Verdwenen
Tot voor enige jaren namen ring
slangen een ruime plaats in onder
de dieren die regelmatig aan Artis'
poorten als geschenk van particu
lieren worden binnengebracht. In
1949 waren het er 73, in 1950 81 en in
1951 zelfs 109. Sinds dat topjaar
1951 verminderden de aantallen
snel en nu is de soort zeker rond
Amsterdam zo zeldzaam geworden,
dat vorig jaar voor het eerst geen
ringslang op de ijst van ingekomen
Artis-dieren prykte. In mei 1970 zag
ik de laatste ringslang in het oever
land van de Amstelveense Poel.
De ooizaak van die achteruitgang?-
Het verdwijnen van waterrijke ruig
telandjes als die aan de Koenenka
de, maar evengoed aan de Diemer-
zeedijk en op tal van andere plaat
sen. En het vangen van slangen
door vijftienjaren en anderen, én
het ten onrechte doden in de veron
derstelling dat deze slang giftig is.
Laten we zuinig zijn op de slangen
die er gelukkig in tal van andere
delen van het land nog zijn. Bespied
ze, maar stoor ze niet. En ga er
vooral niet naar zoeken.
perm Wiersma is er weer in ge-
bgd het kampioenschap van Ne-
rland op zijn naam te brengen,
t Rob Clerc de tweede plaats
»r veroverde, is voor mij ook niet
i grote verrassing. Hij heeft la-
izien, dat hij een echte toernooi-
ler is. Met de regelmaat van een
k heeft hij zijn punten verza-
Id, heeft geen enkel risico geno-
b, heeft geen enkele partij verlo-
I maar er wel enkele gewonnen
feeen in een kampioenschap van
Ierland altijd een toppositie ga-
jdeert. In de volgende partij
fdt debutant Van der Meeren-
ik met eenvoudige middelen kei-
p met zijn neus op de feiten
tukt.
fc T. van Meerendonk
R. Clerc.
•28 20-25 2. 37-32 14-20 3. 41-37
4. 34-29 17-22 5. 28x17 11x22 6.
5-10 Na deze opening, die als
gunstiger voor zwart bekend
t, gaat wit over tot een uitput-
ictiek van zwarts korte vleu-
Een tactiek die ik ieder af kan
omdat de witte lange vleugel
1 op deze manier helemaal uit-
terwijl zwart er niet de minste
Ier van ondervindt. Integen-
wit helpt zwart zelfs uitste-
d bij het ontwikkelen van de
>emde vleugel.
28 7-11 8. 28x17 12x21 9. 31-26 1-7
5x17 11x22 11. 38-32 8-12 12. 32-28
3-8 13. 28x17 12x21 14. 33-28 7-12
•s
■9
9
9
9
9i
9\
O
O
1
Q
O
Wie de diagramstand aan een nader
onderzoek onderwerpt komt tot de
slotsom dat wit het hier al erg moei
lijk begint te krijgen. Een goede
opbouw van het centrum wordt ver
hindert door 19-23. Wits lange vleu
gel dreigt helemaal lamgelegd te
worden door de actieve opstelling
van zwarts korte vleugel, waar wit
zelf een niet gering aandeel in heeft
gehad. Wit zal in het nu volgende
spelgedeelte van alles proberen te
doen om de zwarte dreiging van een
zeer effectieve hekstelling te ontlo
pen. Maar het gevolg zal zijn, dat hij
zijn lange vleugel nog meer ver
zwakt, hetgeen later dodelijk zal
blijken.
15. 37-32 21-26. Op 16. 40-34 wint
-zwart nu door 19-24 17. 39-33 24-30
18. 35x24 18-23 19. 29x7 20x27 20.
41-37 (op 7-1 volgt 8-12t) 2X11 21.
37-31 26x37 22. 42x22 net geen
schijf. Maar hij slaagt er bij goed
spel wel in wit onder grote druk te
zetten, b.v. 22. 16-21 23. 47-42
8-12 24. 42-37 21-26 25. 36-31 13-18 26.
22x13 9x18 en wit zal het moeilijk
krijgen. Natuurlijk kan zwart de
afwikkeling op de 16e zet ook wei
geren.
Van der Meerendonk stelt zwart
echter niet voor de keus door 16.
41-37 te spelen. 16. .2-7 17. 37-31
26x37 18. 32x41 6-11 Zwart houdt de
formatie 7, 12, 18, in tact, daar hier
een grote kracht van uit gaat.
19. 42-37 Uit angst voor de hekstel
ling probeert wit de bezetting van
zijn centrum zo lang mogelijk uit te
stellen, maar als Clerc je eenmaal
zo in de tang heeft is er geen ont
snappen meer mogelijk.
19. 11-17 20. 39-33 19-23 21. 28x19
14x34 22. 40x29 13-19 (zwart sluit elke
mogelijkheid op ontsnapping uit)
23. 43-38 19-24 24. 37-32 16-21 25. 32-28
21-26 26. 41-37 17-22. Neemt nu OOk
definitief wits lange vleugel in de
tang, en tegen zoveel, met eenvou
dige middelen bereikt, geweld is wit
niet opgewassen.
27. 28x17 12x21 28. 48-43 8-12 29. 47-41
10-14 30. 36-31 14-19. Deze zet komt
precies op tijd. 31-27 is nu verhin
derd, omdat na het slaan naar 28
26-31 volgt wat direct de winst ople
vert, en na het slaan naar 27 12-17
volgt. Op 27-21 volgt dan 9-14 met
altijd dam, en na 37-32 (17-22) 41-36
(22x31) 36x27 (18-22) 27x18 (26-31)
valt er voor wit ook geen eer meer te
behalen.
31. 44-39
9 j
\9
Zwart beslist de partij nu met een
laatste krachtzet, die geen verder
kommentaar behoeft. 31. 18-22.
Dreigt nu met 22-28. Van de Mee
rendonk erkende dit gevaar, speel
de het enig overblijvende 32. 38-32
maar werd door 32. 19-23 33.
29x16 24-30 van alle illusies beroofd.
Een weinig spectaculaire, maar zeer
effectieve partij.
FRANK DROST
Stelling na 16.h4!
>1 de Duitse jeugdkampioen
1st Bach, uit Berlijn, heeft men
pe Duitse schaakbond nogal ho-
'verwachtingen. Hij zal zonder
Jfel wel de grootmeestertitel be
lten. De volgende partij speelde
1 in een match om het Duitse
bkampioenschap, tussen Berlin-
fuzberg en Hannover.
fcNS.
ch-reefsch lager.
r» e6 2. d4 d5 3. Pd2 Pf6 4. e5 Pfd7 5.
c5 6. c3 Pc6 7. Pe2 cd4 8. cd4 Pb6.
i zogenaamde „Leningradse sys-
a uh", waarbij zwart de c-lijn wil
y ruiken om tot tegenspel te
ben.
anu-o Ld7 10. Pf3. Ook 10. f4 g6 11.
h5 12. Ld2 is kansrijk.
Le7 11. Pf4 g6! Beter dan a5,
rfna het pionoffer 12. Ph5 g6 13.
zeer gevaarlijk is.
»3 a5 13. b3 a4 14. b4 Pa7 15. De2
16. h4!
26. Td5:! Pd4 27. Td4: Td4: 28. Lf8:
Kf8: 29. Pg5 Df5 30. De3 Tg4. Nu
volgt een elegant slot. Na 30. Df4
zou 31. Pe6:t Le6: 32. De6: Dd6 33.
Dc8t gemakkelijk gewonnen
hebben.
31. Tdl! Tg5: 32. Td7: Df6: 33. Del!
Opgegeven.
Voorzichtig! Let op pat!
Deze raadgeving past wel bij het
oplossen van het volgende probleem.
Het is een gemakkelijke opgave voor
bginners maar toch is de oplossing
nog tamelijk verrassend. Wit moet
een patverdediging weten te voor
komen.
Dr. W. SPECKMANN
Deutsche Schachzeitung 1976.
Wit moet beslist energiek optreden,
anders komt zwart na Pc4 en Lb5 in
het voordeel. Wanneer de zwarte lo
per op h4 neemt, volgt 17. Ph4: Dh4:
18. g3 De7 19. Ph3 met 20.Lg5. 16
Pc4 17. Ph3! Met de positionele drei
ging 18. Lg5. 17Lh4: Ph4: Dh4:
19. Lg5! Dd4: 20. Tadl! Dc3. Op 20.
De5:?? volgt Lc4:.
21. Lc4: Tc4:. Na 21. Dc4: zou
direct 22. Df3 heel sterk zijn.
22. Td3! Dc2 23. Df3.. Met de vernie-
tigende dreiging 24. Df6. Natuurlijk
kan ook 23. O0? niet meer
redden wegens 24. Df6.
23f5 24. ef6 e.p. 0-0 25. Lh6 Pc6.
De kwaliteit is niet meer te redden
met Tf7 wegens 26. Pg5, maar het
gaat om iets meer!
Stek.
a
ii
Q
*•2..
Mat in vier zetten.
SPAANS. Dr. PESCH-PACHMAN.
Ook grootmeesters „in functie" heb
ben het in het Duitse clubkampi
oenschap niet gemakkelijk. Dat
blijkt wel uit de volgende partij.
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4
Pf6 5. 0—0 Le7 6. Tel b5 7. Lb3 0—0
8, c3 d5 9. ed5 Pd5: 10. Pe5: Pe5:11.
Te5: c6 12. Ld5: cd5 13. d4 Ld6 14.
Te3 Dh4 15. h3 Df4 16. Te5 Df6 17.
Te3. Een uitnodiging tot herhaling
van zetten. De theorie luidt 17. Tel
Dg6 18. Df3 Le6 19. Lf4 Lf4: 20. Df4:
Lh3: 21. Dg3 Dc2!
17Lf5! 18. Pd2 Tfe8 19. Pfl Dg6
20. Khl? h5! 21. Del Ld7 22. Te8:t
Te8: 23. Le3 Lh3:! 24. gh3 De4t 25.
Kgl Te6 26. Pg3! Lg3: 27. fg3 Df3 28.
Df2 Te3: 29. Df3: Tf3; 30. Kg2 Td3
31. a4! Het pionneneindspel na 31.
Tfl Td2t 32. Tf2 Tf2:t 33. Kf2: f6 was
voor wit verloren.
31h4! 32. gh4 Td2t 33. Kf3 Tb2:
34. ab5 ab5 35. Ta8t Kh7 36. Td8
Tc2 37. Td5: Tc3:t 38. Kg4 b4 39.
Tb5?
Wit had nu nog met 39. Tc5! remise
kunnen bereiken!
39. Tc4! 40. Td5 b3 met de drei
ging Tb4. 41. Tb5 Td4:t 42. Kg5 f6t
43. Kf5 Td3 44. Kg4 Kg6! 45. h5t Kf7
46. Tb6 Ke7 47. h4 Kd7 48. Kf5 Kc7
49. Tb4 Kc6 50. h6 gh6 51. Kf6: Kc5
52. Tb8 Td6t. Opgegeven wegens 53.
Kg7 Tb6.
OPLOSSING PROBLEEM: 1. d8T!
Pb4t 2. Kb3 Pd3. Td3: enzovoorts. Als
wit de pion tot dame had laten pro
moveren, was hij met Dd3: patgezet.
LUDEK PACHMAN.
„Dokter, ik ben te dik"
zuchtte Evelijn. De dokter (U
weet toch, dat dokters óók
mensen zijn?) keek taxerend
en waarderend, raadpleegde
de weegschaal en.
„Maar mevrouw, U heeft pre
cies het juiste gewicht."
Edoch, zij meende, dat haar
lijn wat minder golvend zou
moeten zijn.
Stel U in de plaats van de dokter.
Wat zou U zeggen?.Jujst, U heeft
gelijk. Hij zei precies hetzelfde.
„Als U met alle geweld wilt lijnen,
dan maar veel beweging. En asje
blieft geen dieet op eigen houtje!"
Ook thuis vond zij niet veel steun.
Manlief was best tevreden met ge
wicht en aanblik. Maar zijzelf niet.
En zij besloot, dat zij elke dag haar
boodschappen langs omwegen zou
doen. Toen hadden ze een gezellige
avond. Waarbij zij verklaarde, lang
te willen lopen of fietsen en hij
systematiek in de omwegen wilde
brengen. Nu woonde ze in een Ame
rikaans gebouwde stad: evenwijdi
ge, genummerde straten van noord
naar zuid; en evenwijdige, genum
merde dwarsstraten van west naar
oost. Dies stelde hij voor, dat ze, om
een bepaald kruispunt te bereiken
eerst, uitgaande van huis (het cir
keltje op de hoek van de honderd
ste straat en de honderdste dwars
straat), één blok ver zou gaan, dan
links of rechts afslaan en twee blok
ken ver, dan weer afslaan en drie
blokken ver, enz, tot het kruispunt
van bestemming. Waarbij zij op
geen enkel punt haar afgelegde weg
mocht kruisen of het zelfde kruis
punt mocht passeren. In de figuur
zie u zo'n omweg van 1-2-3-4-5-6-7
waarbij zij weer thuis is.
Nu is Evelijn niet slechts begiftigd
met een fraai uiterlijk maar ook
met een helder verstand. En zij
merkte op: „Maar dan kan ik, hoe ik
het ook doe, niet élk kruispunt be
reiken, bij voorbeeld niet het kruis
punt 101-101 (101e straat en 101e
dwarsstraat)."
Na enig beraad werd toen besloten,
dat zij zou kunnen kiezen tussen
twee wandelschema's: het eerste
bestaande uit achtereenvolgende
stukken 1-2-3-4-5 enz; en het tweede
uit 1-1-2-3-4-5 enz. dus met herha
ling van het stuk 1).
Daar alle winkels gelegen waren in
het gedeelte tot de 110e straat en de
110e dwarsstraat knobelden zij
eendrachtiglijk toen uit welke vol
gens het schema de kortste wegen
waren van hun huis naar de hoek
punten 100-101, 100-102 tot en met
100-110; en 101-101, 101-102 tot en
met 101-110; en 102-102, 102-103 tot
en met 102-110; 103-103, 103-104 tot
en met 103-110 en enz. tot en met
110-110; dus alle kruispunten in de
driehoek 100e straat, 110e dwars
straat en 110-110 naar 100-100.
In sommige gevallen waren de we
gen maar kort (zoals naar 100-101)
maar in andere gevallen was het
een hele tocht. Aan u, belangstel
lende lezer, de taak, deze wegen te
vinden.
U behoeft daarbij geen figuren te
tekenen, maar de weg (zie de figuur)
als volgt aan te geven: 1W-2N-30-
4N-50-6Z-72, waarbij de letters de
windrichtingen betekenen. Vóór de
omweg wordt dan het te bereiken
kruispunt gezet, in dit geval 100-100
omdat de omweg weer "thuis"
eindigt.
Men kan hierbij 15 punten maxi
maal krijgen. Deze punten zijn be
stemd voor onze doorlopende lad
derwedstrijd, waaraan iedere lezer
(ook niet-abonnees) kan deelne
men. De punten worden op uw per
soonlijke kaart genoteerd. Zendt u
verder in, dan stijgt uw puntento-
Manlief doet uitgeleide voor
de eerste boodschappenom-
wegtocht.
taal voortdurend totdat geen der
andere ladderklimmers een hoger
totaal heeft dan u, in welk geval u
de ladderprijs wint en weer met nul
punten een nieuwe start maakt.
De oplossingen moeten uiterlijk
over vier weken binnen zijn bij mr.
G. van Vorden, postbus 58 te Eer
beek. Op briefkaart of briefomslag
dient „Niet Piekeren maar Puzzelen
589" te staan en in uw schrijven
dienen uw volledige naam en adres
in blokletters te zijn geschreven of
getikt. En geeft u vooral op als uw
adres en/of naam veranderen, ook
als u lang geleden voor het laatst
inzond.
Niet slechts uw oplossing, ook uw
opmerkingen en kritiek zijn harte
lijk welkom. En een verzoek: geeft u
een waarderingscijfer voor de opga
ve (1 als laagste 10 als hoogste waar
dering)? Dan houd ik rekening met
uw voorkeur.
mr. G. van Vorden
Een gedeelte van de platte
grond van de stad. waar Eve
lijn haar omwegen wilde
maken
V 4 -II L 1 _I_L J
I I I I 1 1
T
L..1X1
- L
LJ. i i_
i i
-r If
L-,L
I
T
T'
-1_
i
i i
I I
l"
- -»-i-
_L_I.
_L_i
i
T-,
-T
- 4- t-
i i i 1
/oo 'Ol /o? Jêé 'O*
yo/ joi /of yof
I- T -1
'°7
Jo£
/of
y<J9
o3
/oi
/O/
/oo
99
9<?
Horizontaal. 1. verharde huid, 5.
knol, 9. vlinder, 14. stengel, 16. voor
lichting, 18. ongaarne. 19. soort
hond, 21. zeepost, 22. kippenloop,
23. voorvoegsel. 24. vogel. 26.
rondhout, 27. vulkaan. 29. rang, 31.
Turkse tarwe, 32. vorm. 34. een ze
kere, 35. Ierland. 37. oliehoudend
zaad. 39. soort duif, 41. radio om
roep (afk.), 42. Europeaan, 43. Noor
se god. 45. afstammeling, 46. getal.
47. reeds, 48. ingang, 50. reeks, 52.
boerderij, 53. ceintuur van Japanse
vrouwen. 55. cylindervormig voor
werp, 56. niet gesloten, 57. rivier in
Frankrijk. 60. tweetal, 61 pers.
voornaamw., 62. plaats in België, 64.
welaan. 65. hoofddeksel, 66 ongaar
ne, 68. vlug slijtend, 70. oorlogsgod,
72. ongevulde, 74. net om vogels te
vangen. 75. hijswerktuig, 76. lof, 77.
bamboestaketsel.
Verticaal. 1. plaats in Duitsland, 2.
gast, 3. Europeaan, 4. niet goed
doorbakken. 6. voertuig, 7.
vochtmaat, 8. ros, 10. meisjesnaam,
11. deel, 12. plaats in Friesland, 13.
rivier in Siberip, 15. deel van een
oog, 17. projectieplaatje. 20. kerkge
bruik. 25. roofdier, 27. Engelse titel.
28. scheepslading. 30. nieuw, 31.
overmatig zoet. 32. gemalen graan,
33. muzieknoot, 35. elektro
technisch ingenieur, 36. torenkraai
(gew 37. niet gespannen. 38. lange
nekharen van dieren, 40. vreemde
munt. 41. spoorstaaf, 44. societé
(afk.), 46. slaginstrument, 48. voed
sel, 49. godin van de dageraad. 51.
voorvoegsel. 52. zalfspaan, 54.
bloem, 56. zangspel. 57. elk, 58. ver
harde huid, 59. werpstrik, 60. vlek,
61. insekteneter. 63. uitstap. 64.
strak. 67. ik (Lat.), 69. eer, 71. mu
zieknoot. 73. water in Friesland.
Oplossingen tvm woensdag a.s. per
briefkaart zenden aan:
Trouw/Kwartet. Postbus 859.
Amsterdam. Linksboven vermel
den: Weekendpuzzel.
Oplossing van vorige puzzel.
Hor. 1. statig, 5. mentor, 10. Ira, 12.
ara. 13. mals. 15. iep, 17. mees, 18.
teen, 20. stal, 22. eb. 23. in. 25. ra, 26.
te, 27. entourage, 31. de. 32. el, 34.
rationeel, 41. os. 42. R O 43. eg. 44.
Po. 45. leem, 47. edel, 49. plan. 51.
aas, 53 loot. 55. eek, 58. Ede, 59.
listig, 60. setter.
Vert 1. simpel, 2. tra. 3. aalt. 4. ik, 6.
'en. 7. tael. 8. ore. 9. raster. 11 re, 14.
sein, 15. in, 16. p s„ 17. maag. 19. ent,
21. tra. 24. nu. 27 eer. 28. obi, 29. ren,
30. eel, 33. dorpel, 35. aren, 36. toe.
37. Ob. 38 eed. 39 egel, 4Q. monter,
45. laks, 46 ma. 47. es. 48. loet. 50.
lei, 52. af. 54. ode. 56. pi. 57. de.