Een huwelijk blijft een waagstuk SS Q333 Tante Truus'Wijsmuller tachtig jaar Over drinkwater, hart en kiezen HiETHBCMPJHHMtt „Als je graag kinderen wilt, dan vind ik dat je moet trouwen" ^jeshonderd joodse kinderen gered uit handen van Eichmann ERDAG 17 APRIL 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET 11 Een serie over verschillende vormen van (samen)leven door Cisca Dressel- huvs en Kees de Leeuw te en Gerard zijn een gereformeerd htpaar. Ze zijn zes jaar getrouwd en bben twee kinderen: van twee en één ir. Gerard is 35 jaar en leraar wiskun- aan een MAVO. Joke is 36 jaar, -verpleegster maar nu huisvrouw en Deder. Toen ze in 1970 trouwden was t voor hen een heel vanzelfsprèkende ak: ze hebben geen ogenblik overwo- n om ongetrouwd te gaan samenwo- n. Het huwelijk was voor hen de ige mogelijkheid om samen te zijn en aderen te krijgen. ke: „Als je graag kinderen wilt en dat den wij allebei dan vind ik echt dat je >et trouwen. Voor kinderen lijkt het me ders erg moeilijk; ze moeten weten dat hun ders bij elkaar horen, ze zijn erg gevoelig or sfeer en vergelijken wat ze thuis hebben ijd met de gezinnen van hun vriendjes. Nee, ben niet zo voor ongetrouwd samenwonen. Igens mij is zoiets niet te vergelijken met huwelijk, je bent veel vrijer dan in een elijk, je kunt gemakkelijker uit elkaar. Ik Bd het eigenlijk te vrijblijvend. Ik denk, dat me in een huwelijk veel zekerder voel, dan ik t zou voelen wanneer wij niet getrouwd ^Iren. Door te trouwen neem je een stuk ijjfantwoordelijkheid ook voor elkaar op dat je niet gauw zult laten vallen." rard: „Ik heb ook nooit over iets anders dan huwelijk gedacht. Ik heb altijd graag wil- trouwen, ik ben er echt intensief mee bezig J^fcreest, vooral toen ik al wat ouder werd en ongetrouwd was; ik was gewoon bang dat alleen zou blijven. Laten we elkaar niks jsmaken, het zijn heus niet alleen de vrou- •n, die bang zijn om over te schieten. Dat voel heb ik bij mannen en bij mezelf dus c net zo goed aangetroffen. Ach, ik denk bij de beslissing om te trouwen van allerlei itieven meespelen: je wilt samenzijn, je wilt deren en in jouw milieu en jouw opvoeding ort daar onlosmakelijk een huwelijk bij. or mij speelt mijn geloofsovertuiging in :e zaak ook wel een rol; niet dat in de bijbel huwelijk, zoals wij dat kennen wordt ge- smd want dat is gewoon een menselijke telling maar inhoudelijk wordt er toch gesproken over trouw en een vaste verbin- ils tussen één man en één vrouw. Maar laten eerlijk zijn: wij zouden ook al voor het relijk gekozen hebben voor onze familie, wal mijn vrouw. Want reken maar dat haar kr en moeder het vreselijk gevonden zou- hebben als wij zomaar waren gaan samen- .en." An van de tien Jke: „Daar heeft Gerard wel gelijk in, ik trek pe nog steeds veel te veel aan van het oordeel in mijn familie; wat die goedvinden of afkeu- h is voor mij nog (te) belangrijk. Ik probeer ïie daar wel steeds meer los van te maken, Ofcar dat gaat niet zo één-twee-drie." \|ke komt uit een boerengezin, ze is één van >n kinderen. Er was thuis altijd genoeg geld. ^er haar ouders vertelt ze: „Mijn moeder was 1 te volgzaam. Zo zou ik niet willen zijn. in vader besliste altijd alles zonder haar maar ergens in te kennen, hij is erg •ritair. Zo n wisselwerking zie je altijd: als een te dominerend is, wordt de ander vaak ïlfsprekend een volgzaam figuurtje. Mijn moeder is veel te weinig een echte partner." Gerard komt uit een ander milieu. „Ik kom uit een arbeidersgezin, waar de zaken eigenlijk net andersom lagen. Bij ons was het mijn moeder, die altijd alles regelde, die ervoor gezorgd heeft dat mijn vier broers en ik een goede opleiding kregen. Eigenlijk was en is mijn moeder wel een dominerende figuur bij ons thuis, maar ja. mijn vader is ook zo n besluiteloze man. die vindt al gauw iets boven z'n kracht liggen. Hij vond ook altijd dat mijn moeder veel te hoog greep met onze scholen en opleidingen. Hij was meer een man van: als je voor een dubbeltje geboren bent., word je toch nooit een kwartje. Mijn moi der is in intellectueel opzicht veel begaafde? dan mijn vader. Dus bij ons was het moeder, die het voor het zeggen had. Maar ik geloof niet, dat ze daar zelf zo geluk kig mee was; volgens mij heeft ze altijd om tegenspel van m'n vader gevraagd, maar dat kwam gewoon nooit. Als ik dan van Joke over haar moeder hoor, die zo serviel is en precies doet, wat haar man voorschrijft, denk ik: ik zou niet met zo'n vrouw getrouwd kunnen zijn, ik heb tegenspel nodig, ik wil dat een vrouw meebeslist en mee-oordeelt. Dat je samen al pratende tot een mening komt en dat je, wanneer je het niet met elkaar eens bent, tot een compromis besluit, dat voor beide partij en aanvaardbaar is. Dat vind ik een huwelijk, niet dat de één klakkeloos doet, wat de ander zegt." Geen hemel op aarde /Op onze vraag hoe zij het huwelijk zagen toen ze trouwden en hoe ze er nu tegenaan kijken, antwoordt Joke: „Ik zou mezelf wel als een romantisch type willen omschrijven; graag ro mannetjes lezen, altijd naar de televisie kijken als er een vorstelijke trouwerij is (en dan met een brok in de keel zitten) en gauw ontroerd zijn door een film of een boek. Toch ben ik. geloof ik, ten opzichte van het huwelijk wel redelijk nuchter geweest en gebleven. Ik ver wachtte er wel veel van, maar ik ben toch altijd blijven denken, dat er in eën huwelijk van alles Er zijn in Nederland ongeveer 3,3 miljoen echtparen. Dat betekent dat de meeste volwassen Nederlanders voor het huwelijk kiezen. Daar naast is er een grote groep (ongeveer 2.4 miljoen), die geen vaste partner (meer) heeft: ongetrouwden, weduwen, weduwnaars en ge scheiden mensen. Naast het huwelijk bestaan er nog andere vormen van samenleven, zoals die van mannen en vrouwen die wel samenwonen, maar die principieel niet willen trouwen, van zusters en broers die samen in één huis wonen, van homofiele paren, van bejaarden die in verzorgings- en verpleeghuizen (140.000) en van de mensen, die in grotere leefgemeenschappen wonen (bijv. communes). In de serie „Ik leef. jij leeft, wij leven" spraken wij met verschillende mensen over hun manier van (samen)leven. argumenten zo draai dat het aannemelijk wordt, een soort manipulatie dus. Ik kan later wel toegeven, dat ik zoiets gedaan heb, soms wel moeilijk, maar het komt er toch wel uit. Daarom wil ik ook persé geen onderdanige vrouw, want dan krijgt die autoritaire kant van mijn karakter veel te weinig tegenspel". Joke: „In het begin van ons huwelijk beet ik veel te weinig van me af. Ik zei maar niet te veel. als ik het niet met Gerard eens was. omdat ik erg onzeker over mezelf was en al gauw geneigd was te denken, dat ik wel onge lijk zou hebben. Dat is nu wel veranderd." Laatste redmiddel Echtscheiding zien Joke en Gerard beiden als een heel ernstige aangelegenheid, een moge lijkheid die er zeker moet zijn, maar die wel pas als laatste redmiddel gebruikt mag worden. Gerard: „Als mensen elkaar het leven tot een hel maken, moeten ze kunnen scheiden, na tuurlijk. Maar ik vind het niet goed als mensen maar erg makkelijk uit elkaar gaan, zo van „ik heb weer eens zin in iemand anders, dus ik ga maar". Als je elkaar trouw hebt beloofd aan het begin van je huwelijk, moet er wel heel wat gebeuren, wil je die belofte ongedaan maken, vind ik. Je hebt nu eenmaal een grote ver antwoording op je genomen door te trouwen, die kun je niet zomaar weer van je af zetten. Ik zie wel, dat huwelijken stuk kunnen lopen, bijvoorbeeld wanneer de man zich erg ontwik keld heeft en de vrouw alleen maar in haar huishoudelijke beslommeringen is blijven ste ken, wanneer de man dus verzuimd heeft z'n vrouw mee te trekken in zijn groet Ik geloof ook niet dat Je altijd kunt voorkomen, dat je verliefd op iemand anders wordt. Ik zou me best kunnen voorstellen, dat mij dat ook zou kunnen overkomen. Maar dat betekent niet dat je dan ook maar onmiddellijk zou moeten scheiden. Ik zou altijd bekijken of de zaak niet terug te draaien zou zijn, vooral als het huwe lijk tevoren goed was. Er kunnen natuurlijk perioden in een huwelijk zijn. dat er irritatie bestaat tussen man en vrouw; als je in zo'n situatie een ander tegenkomt, kan ik me voor stellen dat je extra ontvankelijk bent." Joke: „Ik kan me nu niet voorstellen, dat ik gek zou worden op een andere man. Ik zal er in ieder geval hard aan werken dat ons huwelijk goed blijft". Samenwonen Hoewel Joke en Gerard zelf niet ongetrouwd hadden willen samenwonen, zullen ze er niet vreselijk van ondersteboven zijn als een van hun kinderen dat later wel zou willen. Joke: „Ik zou erover praten en zeggen, dat ik er zelf geen voorstander van ben, maar wanneer ze mij zouden kunnen overtuigen van de eer lijkheid van hun motieven, waarom ze liever niet dan wel willen trouwen, zal ik me erbij neerleggen, zonder al te veel moeite". Gerard: „Ik vind ongetrouwd samenwonen ei genlijk net zo iets als geloven buiten de kerk: iets wat wel degelijk bestaat en dat ook heel eerlijk gemeend kan zijn. Ik geloof, dat je best alleen maar een huwelijk-in-de-geest kunt slui ten zonder dat wettelijk te laten bezegelen. Dat bezittersgedoe, wat je vaak ziet in een huwelijk, dat is de bedoeling niet. dus die mensen hebben gelijk als ze daar tegen willen protesteren." kan gebeuren en dat het geen hemel op aard i Een huwelijk blijft toch immers een waagstuk? Wat mijn verwachtingen van het huwelijk waren? Ik zag het wel als iets heer lijks, dat je niet meer alleen zou zijn, dat je altijd iemand had om mee te praten, dat er steeds iemand zou zijn die om je geeft. Verder heb ik me voorgehouden dat het een kwestie van geven en nemen is. van overleggen, van veel rekening met elkaar houden. En tenslotte zag ik het huwelijk als een mogelijkheid om kinderen te krijgen en die wüde ik enorm graag hebben." Niet alleen meer Gerard: „Ik trouwde graag, anders had ik het niet gedaan. Ik ben jarenlang alleen geweest, altijd in m'n eentje op kamers. Wat voor mij belangrijke dingen aan een huwelijk zijn? Nou natuurlijk, dat je niet langer alleen bent. Ik voelde me als vrijgezel altijd erg on-af. Ik miste iemand tegenover me. Ik wilde een gezinnetje stichten. Ik denk, dat ik nooit vrijgezel had kunnen blijven. Dan had ik me echt gefrus treerd gevoeld. Terwijl anderen mijn leven in mijn vrijgezellenjaren echt boeiend vonden. Aan de buitenkant was bij mij ook niet te merken, dat ik zo dolgraag een vrouw wilde hebben. Nu ik getrouwd ben, zie ik de mooie kanten van het vrijgezellen-bestaan wel, maar ik zou toch nooit of te nimmer meer willen ruilen. Ik denk achteraf wel. dat ik meer had kunnen genieten van m'n vrijgezellentijd, ik had die jaren veel prettiger en ontspannener moeten zijn, maar ja. dat is nu achteraf gepraat. In het begin vond ik het huwelijk trouwens moeilijk. Ik heb heel erg moeten wennen aan het samen leven, ik was tenslotte tot mijn 29-ste alleen geweest. Ik ben van nature nogal autoritair en dan altijd alles samen moeten bespreken. dat gaf in het begin wel eens moeilijkheden. Ik wil m'n eigen wil trouwens nog wel eens ongemerkt doordrukken, in de klas bijvoor beeld. Dat gebeurt soms zonder dat ik het zelf merk. Het gebeurt ook wel eens, dat ik een bepaalde zaak wil bereiken en daarom alle oor Jan Roelfs fcïSTERDAM Op j april hoopt zij ichtig jaar te wor- In: mevrouw G. Ijsmuller-Meyer, fante Truus". Een sprek met haar tn eerst plaatsvin- in na haar dagtaak. Ie haar kent, wie let hoe zij sinds 83 op het terrein tn de sociale jlpverlening bezig verwondert dit it. Wie jaren dertig is deze luw, aan wie later vele perscheidingen ten el zouden vallen, be- Unen met haar werk fr joodse vluchtelin- voornamelijk kinde- Zorg voor belaagde deren in het algemeen voor de zwakken in de atschappij heeft een ot deel van haar leven erst en dat doet het ■htig jaar. met een vi- Iteit en een dynamiek, verbluffend is. Zij er nog niet op haar in Buitenveldert, ik daar op de afge- 'ken tijd door haar en medebewoonster binnengelaten, itelijk hijgend kwam innen, haar taxi had een verkeersknoop Ie ten. ee. autorijden heb ik it geleerd Wijlen man heeft destijds fcrekend. dat taxis dkoper waren. Ik ben echien niet de oudste wel in jaren de ste taxigebruikster. ^Jongens kennen me. krijg hun vakblad Tante Truus, merkbaar op dieet geweest, laat zich een whiskey in schenken. Daar knapt een mens van op. Het was een drukke dag, de inventaris van „haar" Beatrix-oord. het mini- ziekenhuis, dat één van haar „projecten" was en nu verdwijnt, moet wor den verkocht. Als be stuurslid van de Amster damse Parkherstellings oorden moest zij bespre kingen voeren, het Amsterdams ge nootschap voor werk en omscholing van minder validen vroeg haar aan dacht. Kortom: een hele waslijst. Zij was en is een domine rende vrouw. Men vindt en vond haar wel eens hinderlijk, want zij is al tijd een „doordramster" geweest. Of het nu ging om haar raadslidmaat schap voor de VVD in de hoofdstad, om haar be moeienis met ,,'s Lands weldadigheid" in Surina me, om haar relaties met Het Dorp in Arnhem, waarvan zij van de eerste dag af bestuurslid was of. om haar werkzaam aan deel aan de tbc- bestrijding, zij was im mer strijdbaar en is dat nog. Als vrouw Je als vrouw laten gel den: het onderwerp komt terloops aan de orde en zij en haar flatgenote (die al meer dan veertig jaar bij haar in huis is. juffrouw Ciet) doen om beurten uitspraken, waardoor een vrolijke sfeer ontstaat. „Een ver standige vrouw laat de man in de waan, dat hij de baas is. Een man mag alles eten. maar moet niet alles wéten." Dan nippen ze schaterla chend, samen ongeveer 150 jaar oud, aan hun glas. Als ik vraag aan tante Truus om over haar schouder ver terug te kij ken, dan is er telkens sprake van dramatische gebeurtenissen en van moed. In de tijden dat vervolging en verdruk king in een groot deel van West-Europa heersten, heeft zij jaren lang als een eenling ge holpen. Ze kende Duits land van voor de oorlog, ze hielp mensen en kin deren te emigreren, naar Nederland, Engeland of verder. Ze wist de weg. de Duitse grenspost Emme rich kende „Frau Wijs muller". Zelf heeft ze wei nig documentatie, de honderd en één gebeurte nissen en avonturen, tot in de Pyreneeën toe, zit ten in haar hoofd. In het boek, dat in de jaren zes tig over haar leven is ge schreven „Geen tijd voor tranen" staat veel ver meld. Maar als ze het zelf vertelt, al is het wat frag mentarisch, komt het toch indringend over. Voor het grote publiek blijft de „zaak Eichmann" eruit sprin gen: de fervente joden- vervolger Eichmann, die in Jeruzalem is te rechtgesteld. Zelf vindt ze dat al die vele honder den individuele joden en joodse kinderen die ze heeft weggehaald toen het nog kón. niet minder belangrijk zijn. Die jood se baby uit Keulen, die ze aan boord van de ..Simon Bolivar" bracht, die blin de jood uit Berlijn, die groepen van uitgeteerde Amsterdamse kinderen, die ze. met veel hulp van anderen, in de honger winter naar Friesland heeft kunnen vervoeren. En dat laatste is een ver haal apart. Weense avonturen Na ruim veertig jaar draait ze nog helder haar „Eichmann-film" af. „Hij zat in Wenen, hij was daar sinds de „Anschluss" in 1938 een topfiguur, toen al wist ik, dat hij kon beslissen over leven en dood van naam loze onschuldigen, die in de ogen van het Herren volk schuldig waren om dat ze jood waren. „Het was begin decem ber 1938, een financiële top van Nederland (gro te. invloedrijke mannen) was bijeen. Of ik wilde komen. In hun ge zelschap was een verte genwoordiger van de Britse regering: Enge land wilde tienduizend joodse kinderen opne men! Maar het Comité in Londen had er zo be greep ik later geen no tie van. wat dit aan voor bereidende maatregelen zou vergen. De dringende vraag: Of ik naar Wenen wilde gaan en Eichmann om tienduizend joodse kinderen wilde vragen. Het transport moest via Hoek van Holland over de Noordzee." „Hier zijn uw vliegtuig tickets, mevrouw Wijs muller. U reist via Berlijn en gaat de volgende dag dóór naar Wenen Neder land en het Verenigd Ko ninkrijk rekenen op u!" Het was middag en ik zou diezelfde avond van het oude Schiphol moeten vertrekken. Ik zei. dat ik eerst met mijn man moest overleggen. Die vond het goed. In Wenen werd in de hal van mijn hotel gecollec teerd voor een Duits doel, dat me niet aan stond. Ik reageerde fel. er ontstond een conflict, ik belandde op een poiitie- wijkbureau, werd opge sloten, trok mijn schoen uit en hamerde net zo lang op de deur. dat ze eindelijk aandacht aan me schonken. Enfin, ik had goeie Nederlandse papieren, zei dat ik naar Eichmann wilde, die in het Weense huis van de Rothschildts verblijf hield. Om het verhaal kort te maken, ik drong door tot zijn werkkamer en deelde hem mee waar voor ik kwam. Jk onderhandel niet met vrouwen." zei Eichmann. „Maar herr Doctor Eichmann. uw land kan een gebaar maken tegen Engeland en de spanning verminderen." (Of woor den van gelijke strek king, ik weet het niet meer precies.) Ik slaagde, hoe dan ook, zij het ten dele. Hij belde en liet ene Friedmann komen, die was de contactman tus sen de Duitsers en de joodse raad in Wenen. Eerlijk hoor, ik heb zitten en staan bibberen. „Dat een Arische vrouw zich daarvoor leent," hoorde ik Eichmann nog zeggen. Zeshonderd Ik kreeg zeshonderd kin deren. ik reisde met ze naar de Nederlandse grens, er konden er maar vijfhonderd op de boot in Hoek van Holland. De overige honderd zijn in Den Haag onderge bracht, ik heb nooit ge weten, wat er van die kin deren is geworden. Ont stellend jammer, dat ze niet mee konden." Enkhuizen Eichmann een onuit wisbare bladzijde in haar rijke, werkzame leven. Er zouden- nog heel wat meer van die bladzijden zijn op te slaan. Zelf denk ik terug aan die dag, geruime tijd na de oorlog, dat ik met haar naar Enkhuizen ben ge weest. Het was als het ware een vervolg op de tochten die zij in de hon gerwinter met kinderen uit Amsterdam naar Friesland maakte. De schepen die op een dag de Oranjesluizen verlie ten, vol met kinderen, waren wegens dichte mist op het IJsselmeer. gedwongen Enkhuizen aan te lopen. Daar heeft de bevolking de kinderen liefderijk opgenomen; er zijn er. die nimmer door hun ouders zijn terugge vraagd. Ik heb toen voor tante Truus nasporingen ge daan en we zijn een dag naar een gezin in Enkhui zen geweest, waar tante Truus emotioneel als ze zijn kan een meisje van achttien jaar in de armen sloot, „Jou, mijn lieve kind, moet ik als baby aan boord van de „Anjo", toen. achter het Centraal Station aan boord hebben gedragen en in het ruim, op een bed van stro hebben ge legd." Tante Truus Wijsmuller (zilveren medaille van de stad Amsterdam, tal van onderscheidingen van joodse zijde) recipieert op die 21ste april van vier tot vijf uur maar het zal wel uitlopen in het Rosariumrestaurant van het Amstelpark in Amsterdam-Zuid. door Rob Foppema Een breed opgezet onderzoek zal de komende jaren het verband vastleggen tussen de preciese samenstel ling van leidingwater en het optreden van hart- en vaatziekten. Dat is om meer dan een reden interes sant. Het werpt met name ook boeiende vragen op voor de mensen die zich hardnekkig verzetten tegen de fluoridering van leidingwater. Want de uiteindelijke bedoeling van dat onderzoek is natuurlijk om er achter te komen of door het toevoegen of onttrekken van stoffen aan het leidingwater, de gezondheid van de gebruiker ten goede kan worden beïnvloed. En over de vraag of zo'n toevoeging toelaatbaar is. ging nu juist het fluoride-debat. Het is misschien dienstig om over deze nieuwe vorm van het probleem al van te voren na te denken. De tot nog toe bekende feiten werden in het vakblad H20 handzaam samengevat door ir. B. C. J. Zoeteman van het Rijksinstituut voor drinkwatervoorziening (jg. 9. pag. 125-131). In 1957 ontdekte de Japanner Kobajasji een verband tussen de zuurgraad van rivierwater waaruit drinkwater werd bereid en de plaatselijke sterfte aan beroerten. De Amerikaan Schroeder merkt op dat zo'n verband voor sterfte aan hartziekten nog duidelijker te zien is. De belangstelling verschuift om technische redenen van de zuurgraad van het water naar de hardheid (het gehalte aan kalk en magnesiumzouten). In tal van landen blijkt dat mensen in gebieden waar hard water uit de kraan komt. minder vaak overlijden aan ziekten van de bloedvaten. Het vervelende is alleen dat we nu, bijna twintig jaar later, nog steeds niet precies weten hoe dat komt. Dat wijst erop dat de zaak in ieder geval niet erg eenvoudig in elkaar zit. Het gevonden verband is vrij zwak er zijn plaatse lijk uitzonderingen op aangetroffen. De hardheid van het water is maar één van de factoren die een rol spelen bij hart- en vaatziekten, en zeker niet de belangrijkste. De bekende trits teveel (verkeerd vet) eten, roken, te weinig bewegen blijft het beeld beheersen. Maar dat neemt niet weg dat die „waterfactor" belangrijk genoeg is om er meer van te willen weten. Ontharden Dat werd nog wat dringender toen de waterleidingbedrijven het plan ontwikkelden om hun produkt centraal te gaan ontharden. Daar zijn technisch goede redenen voor: minder last van ke telsteen. minder verbruik van wasmiddelen en fosfaten. Maar de vraag was wel of met die ontharding het optreden van hart- en vaatziekten niet (een klein beetje) in de hand gewerkt zou worden. Een commissie van de centrale onderzoekinstelling van de Nederlandse waterleidingbedrijven, het KIWA, concludeerde in 1971 dat het bestaan van een verband tussen hardheid en sterftecijfer niet afdoende was aangetoond. Evenmin stond vast dat zo'n verband er niet was. Het advies luidde: ontharden, maar met mate. Dan neem je een flink stuk van de technische voordelen mee, terwijl eventuele effecten op de volksgezondheid miniem zouden zijn. Een commissie van de Gezondheidsraad adviseerde eind vorig jaar vanuit een andere benadering: als je gaat ontharden weet je medisch gesproken niet wat je doet, dus doe het voorlopig maar niet. Zoek eerst maar eens uit wat er nu precies aan de hand is. Dat is dus wat er nu gaat gebeuren. Waarom dat dan de afgelopen twintig Jaar niet heeft mogen lukken, is een heel verhaal dat hoofdzakelijk neerkomt op onderschatting van de ingewikkeldheid. Tot omstreeks 1970, schrijft ir. Zoeteman, is er bijna alleen gekeken naar zulke ruwe kwaliteitsaspecten van het drinkwater als zuurgraad en hardheid. Op details werd nauwe lijks gelet, en „het mag dan ook een wonder heten" dat men desondanks nog een effect vond. Sindsdien zijn de onderzoekers wel in de details gedoken, maar dat waren de details van het water zoals de fabrikant dat de leidingen in pompt. Wat er uit de kraan komt, kan heel iets anders wezen. Drinkwater „komt tijdens het transport naar de consument als geen ander voedingsmiddel in aanraking met een reusachtig oppervlak van verschillende verpakkingsmaterialen die het in meerdere of mindere mate verontreinigen." Agressie En of het water hard of zacht is. kan Juist in dat stadium veel uitmaken. Zacht water is vaak „agressief", het lost bestandde len op uit de buiswand (Zoetemans „verpakkingsmateriaal"). Vooral 's nachts als het water uren stilstaat kunnen er zo sporen koper cadmium of lood in terechtkomen. En of daarvan be langrijke hoeveelheden in de mens terechtkomen, hangt dan nog af van huiselijke details als de vraag of iemand zich eerst wast en dan thee zet, of andersom. Want een paar minuten doorstromen brengt de verontreiniging per liter tot een veel lager niveau terug. Het is op dit soort detail dat het Nederlandse onderzoek zich onder andere gaat richten. Want uit al het oudere onderzoek is wel duidelijk geworden dat niet de hardheid zelf van het water noodzakelijkerwijs de oorzaak hoeft te zijn van de waargenomen verschillen in sterfte cijfer^. Het kunnen best kleine verontreinigingen zijn, veroor zaakt door de agressiviteit die op zijn beurt met de hardheid samenhangt. Dat het de hardheid zelf zou zijn, ligt ook niet eens zo voor de hand. Het zou erop neerkomen dat hart- en vaatziekten in de hand zouden worden gewerkt door een tekort aan bepaalde mineralen. Voor de kalkzouten is dat praktisch uitgesloten. Het gemiddelde leidingwater is een belangrijke bron van kalk in ons voedselpakket (ongeveer eenzesde). Maar dat variaties daarin van belang zouden zijn voor de gezondheid is toch niet aan te nemen, te meer omdat niemand Drecies weet hoeveel kalk een mens nodig heeft. Voor magnesiumzouten ligt de zaak iets minder duidelijk. Met name een aantal Canadese onderzoekers vermoedt dat een gebrek aan magnesium een rol bij hart- en vaatziekten zou kunnen spelen. Maar de meeste gedachten lijken toch uit te gaan naar de agressiviteit, naar de rol van zacht water als transportmiddel van schadelijke metalen afkomstig uit de buisleidingen. Daarop is ook het zwaartepunt van het Nederlandse onderzoekpro gramma gericht. Vrolijks Als het probleem inderdaad in die hoek zit, ziet het er vrolijk uit voor de mensen die het water graag centraal willen ontharden. Zachtheid van het water gaat namelijk niet wetmatig samen met agressiviteit. En in een aansluitend artikel in H20 meldt drs. G. Drost dat leidingwater na ontharding met natronloog in een korrelreactor (de favoriete methode) Juist minder agressief ge worden is. Op die manier zouden dan minstens twee vliegen in een klap geslagen kunnen worden. Dan zou er verder geen probleem zijn. Maar als nu bijvoorbeeld toch die Canadezen gelijk zouden hebben, lis het effect in het magnesium zou zitten. Dan zou je het magnesiumgehalte van zacht leidingwater zodanig willen verhogen dat er zo min mogelijk mensen aan hart- en vaatziek ten doodgaan. Ook dat lijkt geen probleem. Magnesium komt van nature in water (en dus in mensen) voor. Je past alleen de hoeveelheid zo aan dat die mensen zo gezond mogelijk blijven. Maar wat zou in dat geval het verschil met fluoridering zijn? Ook dat komt van nature in water en In mensen voor. Alleen daar hadden we een probleem van ge maakt. Het verschil is dat sommige mensen fluoride een medi cijn noemden, omdat het iets met de gezondheid te maken had. En dat ze er dus tegen waren om het vla de waterleiding te verspreiden. Honderden Het verschil is alleen dat de discussie minder vrijblijvend zou zijn omdat het ditmaal niet om gaatjes in kiezen zou gaan, maar om een paar honderd sterfgevallen per Jaar. Het verschil is alleen dat om fluoride een sfeer van verdachtmakingen en misverstanden was geschapen. Waarin het kon gebeuren dat een moeder haar kinderen geen fluoridetabletjes wilde geven „omdat de deskundigen het er niet over eens waren of je daar kanker van kreeg." (Pardon mevrouw, de deskundigen zijn het daar wél over eens. alleen de heer die breeduit verklaarde dat je er kanker van kreeg was geen deskundige. Hij had fouten gemaakt die men een eerstejaars student al probeert af te leren). Het was alleen maar een voorbeeld. Of magnesium in water - belangrijk is. zullen we pas over Jaren weten. Maar het is misschien dier stig om over de mogelijke consequenties al van te voren na te denken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 11