Immy Carter verbergt zijn
natisme achter brede lach
Jordanië en Palestijnen:
een gedwongen huwelijk
V s
itenstaander werd snel serieuze presidentskandidaat
Verhoudingen beheerst door wantrouwen
,.iand zich in goed twee jaar uit de grauwe onbekendheid
;en tot president van de Verenigde Staten? Volgens de
i verhalen over de Amerikaanse democratie moet het
h en Jimmy Carter uit Georgia wil bewijzen dat het kan.
nsloos geachte buitenstaander liet hij eind '74 de natie
dat hij naar het Witte Huis ging solliciteren. Nu, na de
voorrondes in een lang verkiezingsjaar is hij de leider van
Docratische presidentskandidaten.
bevolking van het kleine
orpje Pains in Georgia lijken
twijfels meer te bestaan:
aats van Jimmy Carter, onze
president' staat er op het
tover de hoofdstraat is gesla-
^ashington is men zo ver nog
ar begint men zo langzamer-
:h opgewonden te raken over
imeen Carter. Naarstig wor-
;evens over afkomst, loop
achtergronden van deze
ig verzameld en onder de
lomen. Er is heel wat speur-
verrichten want tot voor kort
les Earl Carter een volslagen
ide voor de in Wasliington
Rimmer Muidér
verzamelde politici en commenta
toren.
Frisse wind
Carter zelf ziet het allerminst als een
probleem dat hij nooit iets te maken
heeft gehad met de bureaucratie in
de hoofdstad. Hij mikt juist op de
gevoelens dat er nodig eens een frisse
wind moet waaien door het apparaat
van de federale regering. Na de on
verkwikkelijke Watergate-
schandalen heeft de gemiddelde
Amerikaan niet zo veel achting meer
voor het politieke bedrijf en Carter
buit dat gretig uit. Hij laat zich erop
voorstaan nooit lidmaat te zijn ge
weest van die verdachte Wash-
ingtonse kringen. Hij presenteer zich
als de zakelijke, a-politieke en goud-
rlijke buitenstaander. 'Ik zal de
eerste boer zijn in het Witte Huis
sinds Jefferson,' aldus Carter. Her
haaldelijk belooft hij zijn gehoor dat
hij 'nooit een leugen zal vertellen of
een misleidende verklaring zal afleg
gen en nooit het gegeven vertrouwen
zal schenden.' De godvrezende zui
derling wekt de indruk alsof hij
wordt gedreven door een heilige
opdracht om oude waarden als fat
soen en oprechtheid terug te brengen
in de Amerikaanse politiek. 'Ik heb
niet het gevoel van: het is Gods wil
dat ik president word en daarom
moet ik dit doen. Maar ik heb wel het
gevoel dat ik al mijn talenten en
mogelijkheden, wat die ook zijn, zo
volledig mogelijk moet besteden om
God en mijn medemens te dienen. Ik
bid vaak dat zó mijn leven mag zijn,'
tekende een verslaggever van Wash
ington Post op uit de mond van de
baptist Carter.
Vuile handen
In werkelijkheid is Jimmy Carter be
paald meer dan een fatsoensrakker.
Hij mag in Washington een onbeken-
Jimmy Carter
de zijn, in zijn eigen staat Georgia is
hij al sinds het begin van de jaren
zestig actief in de politiek. Daar heeft
hij al lang bewezen best te beseffen
dat je om vooruit te komen in de
politiek wel eens vuile handen moet
maken. In 1966 probeerde hij voor
het eerst gouverneur van Georgia te
worden, maar nij verloor in de voor-
verkiezingen. Vier jaar later bereidde
hij zich beter voor. Zijn staf rekende
hem voor dat hij het best kon mikken
op de behoudende blanke meerder
heid van de bevolking. Hij moest het
niet openlijk opnemen voor de zwar
te minderheid in Georgia, want dat
zou in deze zuidelijke staat zeker
verlies betekenen. Carter wilde win
nen en begon onverbloemd te lonken
naar de blanken die de laatste resten
van de rassenscheiding probeerden
te verdedigen. Hij liet zich lovend uit
over George Wallace, de gouverneur
van de buurstaat Alabama en de held
van het conservatieve blanke zuiden.
Carters opzet lukte en hij kreeg het
vertrouwen van de Democratische
partij, verreweg het machtigst in
Georgia. Ongelukkigerwijs schoof de
partij hem Lester Maddox toe als
kandidaat voor het vice-
gouverneurschap. Deze racist knup
pelde in de jaren zestig nog eigenhan
dig zwarte demonstranten uit zijn
restaurant in Atlanta, maar in 1970
vond Jimmy Carter het kennelijk no
dig om Maddox te prijzen als 'het
wezen van de Democratische partij.'
Hij zei er trots op te zijn Maddox als
partner te hebben.
Ommezwaai
Eenmaal gekozen tot gouverneur van
Georgia keerde Carter zich om als
een blad aan de boom. In zijn rede bij
de beëdiging kondigde hij aan dat de
tijd van racisme en rassenscheiding
voorbij was. Er kwam een portret van
Martin Luther King in het gouverne
mentshuis te hangen en overheidsba
nen werden bereikbaar voor zwarten.
De conservatieve blanken voelden
zich verraden. 'De oneerlijkste man
die ik ooit heb gekend,' zegt Maddox
sindsdien van Jimmy Carter.
Als gouverneur ontpopte de ambi
tieuze politicus zich als een energiek
bestuurder. Hij reorganiseerde het
hele overheidsapparaat van Georgia
grondig door het aantal departemen
ten van 300 tot 22 terug te brengen.
Volgens Carter zelf bespaart dat de
staat wel vijftig miljoen dollar per
jaar, maar dat wordt door anderen
betwist. Verder zorgde hij voor een
beter milieubescherming, een wette
lijke regeling voor consumentenbe
langen, modernisering van het ge
vangeniswezen en veel voorzienin
gen voor geestelijk gestoorden. Als
gouverneur werkte Carter het liefst
met enkele jonge mensen, die nog
geen banden hadden met de
ambtenarij of met partijpolitici. Zij
zijn nu de mensen, die met veel toe
wijding zijn verkiezingscampagne
organiseren. De nu veelvuldig ge
raadpleegde „politieke waarnemers"
in Atlanta zijn het er wel over eens
dat gouverneur Carter een uiterst
ijverig en doelmatig werker is. Zel
den liet hij het werk ophopen op zijn
bureau. De mensen in zijn omgeving
hield hij voortdurend bezig met.
meestal korte, met de hand geschre
Jimmy Carter heft zijn jongste dochter boven zijn hoofd tijdens de
persconferentie waarop hij aankondigde president van de Verenig
de Staten te willen worden.
ven opdrachten. Een energieke en
stelselmatige aanpak kenmerkt nu
ook zijn campagne voor het presi
dentschap.
Cola-flessen
De nu 51-jarige James Earl Carter
zegt het harde werken te hebben
geleerd op de katoen- en pindakwe
kerij van zijn vader in het kleine
dorpje Pains. Zijn ouders behoorden
niet tot de armsten, maar Jimmy
groeide zeker niet op in weelde. Hij
was de eerste van de Carters die de
middelbare school doorliep. Daarna
wilde hij bij de marine. Het verhaal
wil dat hij de eeerste keer niet door
de keuring kwam ondat hij te licht
was en last had van doorgezakte
voeten. Het eerste euvej bestreed hij
door zich dagelijks vol te proppen
met bananen, het tweede door uren
lang te lopen op cola-flessen die hij
dwars onder zijn voeten had gebon
den. Hoe het ook zij. Jimmy Carter
kon in 1943 naar de marine-
academie in Annapolis, waar hij tot
de betere leerlingen ging behoren. In
1950 kreeg hij uitzicht op een veelbe
lovende loopbaan door zijn indeling
bij de toen nog kleine afdeling voor
kernonderzeërs.
Enkele jaren later echter keerde
Carter terug naar zijn geboorte
plaats om na het overlijden van zijn
vader de familiezaken te gaan rege
len. Samen met zijn broer Billy
stortte hij zich op de handel in en
verwerking van pinda's. Met succes,
want de Carters zijn nu in goede
doen. Jimmy's bezit is volgens eigen
opgave ruim 650.000 dollar waard.
Sinds de politiek hem opslokte be
rust de leiding van het bedrijf bij zijn
broer, maar zelf krijgt hij als direc
teur nog een jaarsalaris van 45.000
dollar.
Geletterd boer
Als geletterd boer rolde Carter van
zelf in allerlei bestuursfuncties, die
hem vervolgens op het pad der poli
tiek brachten. De kleine traditionele
boerengemeenschap bleek hem na
zijn tijd bij de marine niet meer
helemaal te passen. Zo kreeg hij wat
moeilijkheden toen hij vond dat ook
zwarten tot de erediensten moesten
worden toegelaten. Zoiets was kette
rij op een dorp waar de rassenschei
ding als een goddelijke ordonnantie
werd beschouwd. Maar met zijn alge
mene ontwikkeling en sprekersta
lenten kon hij zich toch handhaven
als dorpsnotablel. In het begin van
de jaren zestig al werd hij afgevaar
digd naar de Senaat van Georgia en
vanaf die tijd kon hij serieus aan zijn
politieke loopbaan gaan werken.
Na beland te zijn op de gouver
neurszetel in Atlanta moet Carter al
vrij snel op de gedachte zijn geko
men dat het Amerikaanse presi
dentschap wel wat voor hem was. Na
zijn bezoek aan de Democratische
partijconventie van 1972 in Miami is
hij er helemaal van overtuigd dat hij
het Witte Huis kan bereiken. Hij
ontmoette daar alle groten van de
partij en vindt dat hij in niets voor
hen onderdoet.
Met Kennedy
Terug in Georgia liet hij enkele men
sen van zijn persoonlijke staf een
eerste plan de campagne voor de
presidentsverkiezingen opstellen.
Daarbij gingen zij er van uit dat in
1976 Edward Kennedy wel de grote
kanshebber zou zijn en dat George
Wallace, de grote stemmentrekker in
het zuiden, dan niet weer mee zou
doen. Deze is in 1972 door een aan
slag gedeeltelijk verlamd geraakt en
lijkt aan het eind van zijn politieke
loopbaan.
Zonder de concurrentie van Wallace
achtte Carter zich in staat om een
groot deel van het zuiden te kunnen
veroveren zodat hij met een flink
aantal afgevaardigden op de partij
conventie zou verschijnen. Daar zou
hij dan op zijn minst een goede kans
op de kandidatuur voor het vice-
presidentschap hebben gehad. De
partijtop vond het wel een aardig
idee dat de frisse Carter in het zui
den de leidende rol van de besmette
Wallace zou overnemen. Partijvoor
zitter Robert Strauss hielp hem een
handje door hem voorzitter te ma
ken van een nationale commissie,
die bij de Congresverkiezingen van
twee jaar geleden wat hand- en span
diensten moest verrichten aan De
mocratische kandidaten. Het baan
tje stelde niet veel voor, maar Carter
maakte er gebruik van om een groot
deel van het land af te reizen en
overal contacten te leggen met in
vloedrijke partijgenoten.
De ambitieuze gouverneur van Geor
gia moest van tactiek veranderen
toen steeds duidelijker werd dat
Kennedy in 1976 beslist niet, maar
Wallace wel degelijk van de partij
zou zijn. Aan de ene kant werd de
verovering van het zuiden daardoor
veel moeilijker, terwijl aan de andere
kant de strijd om het nationale lei
derschap door het wegvallen van
Kennedy geheel open was. Carter en
zijn staf besloten om meteen maar
een gooi te doen naar dat laatste.
Scherpe klauwen
Begin '75 trad Carter af als gouver
neur en sindsdien besteedt hij al zijn
tijd aan de campagne. Vorig jaar was
hij in totaal 280 dagen op reis om
geld. bekendheid en aanhang te ver
garen. Hij lijkt te denken dat hij
genoeg charme en persoonlijkheid
heeft om president van Amerika te
worden, als hij maar de gelegenheid
krijgt alle kiezers een keer persoon
lijk te spreken.
Als een gedrevene sjouwt hij van 's
ochtends vroeg tot 's avonds laat
door de staten waar voorverkiezin
gen zijn. Schijnbaar onvermoeibaar
spreekt hij zelfverzekerd over de eer
lijke en eenvoudige regering die hij
in Washington zal vestigen. De tac
tiek heeft tot nu toe verrassend goed
gewerkt. De hoogblonde en goed
lachs Carter heeft bewezen aantrek
kingskracht te hebben. Na zijn
eerste successen zal hij zeker door
gaan om zijn grote ambitie te vervul
len. Hij mag dan weinig ervaring
hebben in de Grote Politiek, hij is
hard en slim genoeg voor dat vak.
Om zijn eigen moeder aan te halen:
„Hij is een van de aardigste mensen
die ik ken, maar hij is zo fanatiek.
Hij is net als een mooie kat met
scherpe klauwen."
'ertrouwen de Palestijnse Bevrijdingsbeweging
net zo min als de Israëli's, maar wij zijn slimmer
Israëli's. Wij staan hen toe om een kantoor in
ji te bemannen, maar dat is dan ook alles. De
\s (guerrillastrijders) komen ons land niet meer
En daarvoor hebben we meer dan honderd
Redenen," zei een journalist van een vooraan-
Jordaans dagblad tijdens het avondeten tegen
n daarmee vertolkte hij niet alleen wat vele
(ërs diep in hun hart voelen, maar hij duidde ook
plijke uitgangspunten van het Jordaanse beleid
het conflict in het Midden-Oosten.
Jordaanse burgeroor-
:ptember 1970, dat in
;ijnse geschiedschrij-
le Zwarte September
igeduid, toen duizen-
itijnen vermoord wer-
Palestijnse organisa-
let land werden ver
zijn de betrekkingen
PLO en het hasche-
koninkrijk op weder-
ntrouwen gebaseerd.
de Jordaniërs in alle
verklaringen de na-
p leggen dat de PLO
nale vertegenwoordi
gt Palestijnse volk is,
gesprekken met Jor-
regeringsfunctionaris-
auw dat zij hun aan-
ip de westelijke Jor-
ir, die sinds 1967 Israël
izet nog niet hebben
issies
)ijvoorbeeld Rifai, di
eneraal van het Jor-
Inisterie van informa-
de Israëli's niet be-
dat de Arabische lei-
niet kunnen veroorló-
laar een kilometer van
1976 bezette gebied
af te staan. Het zou tot
ebben dat zij zouden
fermoord. Hoewel het
ou zijn geweest, is Jor-
het verleden tot terri-
ncessies aan Israël be-
eest. Wij waren bereid
isiko te nemen, maar
nen niet tot een over-
ning met de Israëli's.
rband ligt het niet in
loeling om eventuele
«kse contacten op
eau te ontkennen noch
igen," waarmee hij op
lieve en openhartige
innerde aan de berich-
geheime ontmoetingen
aanden geleden tussen
ische premier Jitzak
Koning Hoessein,
e uitspraak gaf deze
geringsambtenaar in
dat Jordanië de beslui-
ond van de Arabische
rentie waar de PLO ver
Ide op haar nederlaag
'rdaanse burgeroorlog.
?erd namelijk door alle
landen, met inbegrip
van Jordanië, als de legitieme
vertegenwoordiger van het Pa
lestijnse volk erkend. Deze er
kenning heeft in principe veel
vergaande gevolgen voor Jor
danië, die daarmee haar rech
ten op de westelijke Jordaa-
noever aan de PLO heeft afge
staan.
Maar ondanks de herhaaldelij
ke Jordaanse bekrachtigingen
van de besluiten van Rabat,
heeft het haschemitische re
giem duidelijk de hoop nog
niet opgegeven. Koning Hoes
sein is een slimme politicus, die
menige poging om hem van de
troon te verdrijven heeft over
leefd, en die nog altijd zijn voet
tussen de deur weet te houden.
Genève
Een duidelijk voorbeeld hier
van is de Jordaanse houding
ten aanzien van eventuele bij
eenroeping van de vredescon
ferentie van Genève voor het
Midden-Oosten. „Wij zullen
niet aan de vredesconferentie
van Genève deelnemen want
wij hebben in Rabat onze zetel
aan de PLO afgestaan," is het
stereotype antwoord van Jor
daanse regeringsvertegenwoor
digers op de vraag wat voor rol
zij na Rabat voor Jordanië zien
in toekomstige vredesonder
handelingen met Israël.
Wie hieruit concludeert dat de
Jordaniërs een eenduidige keu
ze hebben gemaakt, zal teleur
gesteld zijn. Dezelfde Jordaan
se zegslieden voegen onmidde-
lijk eraan toe „dat dit niet wil
betekenen dat wij niet
misschien in een later stadium
toch nog bij de conferentie
aanwezig zullen zijn." Is de
voordeur naar Geneve welis
waar voor de Jordaniërs vanuit
de Arabische wereld gebarrica
deerd, zij weten nog altijd een
achterdeur te vinden. Want
wanneer Genève eenmaal bij
een is geroepen, dan hebben de
Jordaniërs nog altijd hun eigen
appeltjes met de Israeli's te
schillen. Verwijzend naar me
ningsverschillen tussen Israël
en Jordanië over Akaba in het
zuiden en naar eventuele
grenscorrecties in het noorden
kan Jordanië een plotseling op
duiken bij een eventuele vrede
sconferentie rechtvaardigen.
Ondanks de besluiten van Ra
bat zal Jordanië het ook niet
nalaten om de PLO in diskre
diet te brengen, waar het maar
kan. Zo zou volgens de Jorda
niërs, de PLO „alleen nog op
papier bestaan" wanneer Israël
door haar domme weigering
om ze te erkennen, ze niet juist
naar de voorgrond had gescho
ven. De diplomatieke succes
sen van de PLO in de Verenig
de Naties en in de nasleep er
van de erkenning door 105 lan
den wordt door hen als een
„luchtballon" door geprikt.
„Wat heeft de PLO nou in wer
kelijkheid gepresteerd" vragen
Palestijnse guerrillastrijders nemen stellingen in tij
dens de burgeroorlog van 1970. In deze oorlog werd de
militaire aanwezigheid van de Palestijnen in Jordanië
definitief gebroken.
zij. „Zelfs op militair gebied
hebben zij nauwelijks wat te
betekenen.
De conclusie ligt voor de hand
dat de Jordaanse aanvaarding
van de besluiten van Rabat
enerzijds het resultaat was van
Arabische pressie en ander
zijds begrepen werd als de
laatste mogelijkheid om niet
definitief buiten spel te raken.
Zij zullen in Rabat wel degelijk
rekening hebben gehouden
met het feit dat Israël vastbe
sloten is om niet aan een tafel
met de PLO te gaan zitten.
Zodra, de impasse die voort
vloeit uit de Israëlische weige
ring op de spits wordt gedreven
is er misschien toch nog een rol
weggelegd voor koning Hoes
sein en de zijnen. Dan zou na
melijk vanuit de Arabische we
reld een beroep op Jordanië
kunnen worden gedaan om de
onderhandelingen met Israël te
voeren.
Zo zegt de Jordaanse minister
van informatie Salah Aboe
Said: „Wij zijn gebonden aan
de beslissingen van Rabat. In
ons beleid hebben wij maar één
richtsnoer: Wat de Palestijnen.
deze arme vervolgde mensen,
ook beslissen, dat zal moeten
gebeuren. De oplossing van het
Palestijnse vraagstuk behoort
vanzelfsprekend tot de ver
antwoordelijkheid van de PLO.
Maar wij voelen ons nog steeds
zeer betrokken bij het zoeken
naar een vrede in het Midden-
Oosten. Wij hebben een lange
grens met Israël en moeten de
betrekkingen met onze buren
in een overeenkomst vastleg
gen. Maar wanneer Israël dit
blijft weigeren, zijn wij bereid
om bij te dragen aan het
totstandkomen van een vrede,
mits hierom door de PLO en de
Arabische staten verzocht
wordt."
Verkiezingen
Dat een dergelijk mandaat aan
Jordanië door de PLO aan
vaard zou worden is voorlopig
hoogst onwaarschijnlijk. Het
diepe wantrouwen jegens de
bedoelingen van koning Hoes
sein, trad verleden maand nog
eens ten overvloede naar bui
ten in de Palestijnse reactie op
de bijeenroeping van het Jor
daanse parlement. Aan de bij
eenroeping van het parlement
was bovendien een belangrijk
incident vooraf gegaan. Nadat
Hoessein na de conferentie van
Rabat zijn kabinet vrijwel van
Palestijnse ministers had ge
zuiverd, werden begin februari
vier van de westelijke Jordaa-
noever afkomstige Palestijnen
tot minister benoemd. Radio
Amman meldde toen dat Jor
danië met deze stap haar ban
den met de westelijke Jordaa-
noever nauwer wilde aanhalen.
In dit licht is het nauwelijks
verbazingwekkend dat de PLO
zich fel keerde tegen de bijeen
roeping van het parlement. Na
de conferentie van Rabat wilde
Hoessein zijn serieuze bedoe
lingen aantonen om zich te
houden aan de daar genomen
beslissingen door het parle
ment dat voor de helft uit Pa
lestijnen bestaat, te ontbinden.
Volgens de Jordaanse constitu
tie echter moet een ontbonden
parlement binnen achttien
maanden opnieuw bijeengeroe
pen worden of moeten er nieu
we verkiezingen worden uitge
schreven. Verkiezingen kwa
men Hoessein ten zeerste onge
legen want hij had voor de keu
ze gestaan: definitief afstand te
doen van de westelijke Jordaa-
noever of openlijk de besluiten
van Rabat verwerpen en ver
kiezingen houden op belde oe
vers van de Jordaan.
Verdeeldheid
Door het parlement met be
hulp van een grondwetswijzi
ging voor onbeperkte tijd met
verlof te sturen onttrok Hoes
sein zich niet alleen aan de
noodzaak zijn kaarten op tafel
te leggen. Hij demonstreerde
bovendien aan de gehele we
reld de verdeeldheid binnen de
PLO. Enerzijds werd namelijk
Hoesseins beslissing omtrent
het parlement in felle bewoor
dingen door de PLO afgekeurd
door James Dorsey I
en als een schending van de
Rabat-beslissingen gezien. An
derzijds kwam Zoehair Moh-
sen, hoofd van de militaire af
deling van de PLO en leider
van de Palestijnse guerrillaor
ganisatie Al Saika, die door Sy
rië wordt gesteund, met de me
dedeling dat de bijeenroeping
van het Jordaanse parlement
nooit binnen het uitvoerende
comité van de PLO besproken
was en dat de PLO volledig
begrip kon opbrengen voor
Hoesseins hernieuwde ontbin
ding van het parlement.
Velen interpreteren Mohsens
woorden als een nieuw bewijs
voor het feit dat Syrië erop uit
is de PLO en Jordanië nauwer
tot elkaar te brengen en zelfs
enige vorm van samenwerking
te creëren. Vele Jordaniërs
staan hier wantrouwend tege
nover. Zij zijn ondanks alle eco
nomische, politieke en militai
re steun vanuit Syrië, de Sy
rische steun aan de Palestijnse
strijders in de Jordaanse bur
geroorlog van 1970 niet ver
geten.
Typerend voor dit wantrouwen
zijn de woorden van een stu
dent aan de universiteit van
Amman: „Israël is eraan schul
dig dat wij een unie met Syrië
moesten sluiten. Wanneer wij
een goed aanbod vanuit Israël
hadden ontvangen, dan had
den wij de Syrische steun kun
nen afwijzen. Het is ons heel
duidelijk waarop de Baath-
partij uit is; het wil de macht
over zowel Jordanië, Libanon
als Palestina krijgen. Zelfs de
Israëlische angst om de Golan-
hoogvlakte terug te geven, is
mij onder deze omstandighe
den begrijpelijk..."
(Dit is het eerste artikel in een
serie over Jordanië).
bAG 20 MAART 1976 BUITENLAND
TROUW/KWARTET 17