Nee, de poes
valt niet te pletter
Leven met sterven
Weldadigheid op het Waterlooplein
VOORBL
Onze adressen:
ZATERDAG 13 MAART 1976
T
KERK
TROUW/KW
door mevrouw mr J. A. van Ruler-Hamelink
Dr. Blei begint zijn boekje s) met het stellen van de vraag of de
kerk nog toekomst heeft, althans in de huidige organisatievorm
en in West-Europa. Voorzover wij het zien kunnen en naar wat wij
nu te zien krijgen, moet dat ernstig betwijfeld worden, zegt hij.
Maar de kerk heeft ongetwijfeld wel iets te zeggen! Zij heeft het
Evangelie te verkondigen in de wereld met alle actualiteit en con
sequenties voor ons leven, ook op maatschappelijk-politiek terrein.
En dat niet alleen in de prediking, maar in alles waarin de kerk
spreekt, b.v. ook in herderlijke schrijvens, handreikingen, kansel-
boodschappen. rapporten enz.
Moet de kerk. ja. kan de kerk hier
in een laatste woord spreken?
Heeft het spreken van de kerk ge
zag en moeten de kerkleden ervoor
buigen? Dr. Blei geeft dan een in
teressant overzicht van de opvat
tingen die er in de verschillende
kerken in de loop der eeuwen waren
en dit dan toegespitst op de laatste
honderd jaar.
De rooms-katholieke kerk heeft in
1870 het dogma van de onfeilbaar
heid van de paus tenslotte definitief
geformuleerd, waarbij de paus ex
cathedra een laatste woord kan
spreken. Dit is slechts één maal ge
beurd. nl. in 1950 over de ten-hemel
opneming van Maria. Luther en
Calvijn hebben zich op de Heilige
•Schrift beroepen als laatste gezags-
instantie. Daaraan moet alle spre
ken van de kerk getoetst worden:
dat is het laatste woord. Daarnaast
waren er wel de belijdenisgeschrif
ten als authentieke vertolking van
het bijbelse getuigenis, maar er is
altijd een beroep op de Schrift mo
gelijk.
Belijdenis
Langzamerhand. zegt dr. Blei.
kwam echter het accent te liggen
op de belijdenis en werd dat het
laatste woord. Ik betwijfel of hij
dan wel helemaal recht doet aan de
protestantse kerken In de praktijk
zal dit zeker het geval zfjn geweest
want dc belijdenisgeschriften had
den een zeer groot gezag, maar
principieel hebben de kerken van
het gereformeerde type altijd het
sola scriptura ialleen de Schrifti
hooggehouden. Men stond echter
niet kritisch teeenover de belijde
nis vanuit de Schrift, daar zag men
inhoudelijk geen verschillen tussen
ligeen. Pas in de tijd van de Ver
lichting ging men zich verzetten te
gen dogma's en belijdenissen. Ook
in de hervormde kerk ontstonden er
grote spanningen, waarbij het ge
zag van de belijdenis de inzet was.
Deze resulteerden in de uittredin
gen van 1834 en 1886.
De hervormde kerk heeft in haar
kerkorde van 1951 tenslottp haar
standpunt bepaald in artikel X.
waarin het belijden duidelijk in ver
band wordt gebracht met de Heili
ge Schrift. Telkens opnieuw ge
schiedt dit belijden 'in gemeenschap
met' dc belijdenis der vaderen. Dit
drukt verbondenheid uit en geeft
toch de nodige ruimte. Het artikel
eindigt met: De Kerk weer al wat
haar belijden weerspreekt.
Verontrusten
Velen gingen zich later afvragen
wat die 'gemeenschap met' en dat
'weren' in wezen inhouden: 'zien we
daar wel iets van'? Zo verscheen in
1971 het Getuigenis, waar dr. Blei
geen. maar dan ook geen enkel
goed woord voor overheeft. Ook in
de gereformeerde kerken ontstond
verontrusting over de opvattingen
van enkelen van haar theologen.
Al deze verontrusten opereren vol
gens dr. Blei vanuit de traditionele
opvatting over het gezae van ker
kelijke uitspraken, nl. dat deze een
laatste woord zijn. Deze ongerefor.
meercie zienswijze zou ik hen niet.
graag in de schoenen willen schui
ven. De bijbel heeft het. laatste
woord en de mogelijkheid van het
indienen van een gravamen, een be
zwaarschrift tegen de belijdenis,
staat kerkordelijk geheel open. De
belijdenis is een baken in zee. niet
meer. maar ook niet minder! En na
tuurlijk spreekt, zoals dr Blei zegt.
God het laatste woord Ik denk dat
zelfs de paus ex cathedra spiekend
dat zal toegeven. Het laatste woord
is een betrekkelijk begrip, er is ook
nog een 'allerlaatste' woord.
Anders
De auteur laat tenslotte zien hoe er
zowel binnen de r.k. kerk als in de
protestantse kerken de laatste ja
ren anders wordt gedacht over de
kerk en het spreken van de kerk.
Theologen als Küng. Rahner en
Schillebeeckx zien de kerk meer als
het volk van God dat onderweg is,
de gelovigen gezamenlijk, of dat nu
ambtsdragers zijn of niet, en met al
hun fouten en dwalingen. Hier
speelt leergezag, laat staan onfeil
baar leergezag een veel kleinere
rol. Men ziet dogma's als menselij
ke formuleringen die in een bepaal
de tijd ontstaan zijn en zeker niet
onveranderlijk en altijd geldend
zijn.
In de protestantse theologie is er
door Barth een vernieuwd denken
gekomen over deze dingen. Dit
speelt ook in de gereformeerde ker
ken een rol waar men sinds 1971 de
binding aan de belijdenis ziet als
een 'dynamische binding': niet een
binding aan de letter, maar aan de
inhoud: een binding die bedoelt uit
te drukken de eenheid des geloofs
met de belijdenis, met name de
'drie formulieren van enigheid'. En.
zegt men. uit broederlijke liefde te
genover elkaar en vanwege deze
eenheid moet men zich hieronder
Konden we Het maar weggooien.'
voegen en bepaalde meningen onder
zich houden.
'Voorlopig'
Dit komt op mij over alsof men zo
de belijdenis toch. zij het met een
ander motief en (min of meer» vrij
willig tot een laatste woord maakt.
Maar in deze contekst is het inder
daad mogelijk om aan dr. Wiersin-
ga te vragen in zijn ambtelijke
werk het belijden der kerk niet te
weerspreken, al lijkt het mij een
onmogelijkheid om een dergelijke
belofte af te leggen en te houden.
Men kan natuurlijk ook zijn ambt
neerleggen wanneer men meent te
moeten spreken. En de kerk heeft
de mogelijkheid van een leertucht-
proces. dus een justitiële behande
ling met de mogelijkheid van har
de gevolgen. Dat lijkt dan wel op
een laatste woord, maar onder iede
re leertuchtbeslissing ligt minstens
een tijdbom. Dat is. evenals alle
spreken van dc kerk, een voorlopig
woord.
Toch zou ik niet willen spreken van
'slechts' een voorlopig woord. Dat
ontneemt te veel het gezag aan dit
spreken. Want, de kerk spreekt
toch met een bepaald gezag?! De
kerkdat is toch niet zomaar een
lichaam? Zij is het lichaam van Je
zus Christus. Hij is het hoofd en
leidt en bestuurt haar door mensen
die in Zijn dienst staan en aan wie
Hij de Heilige Geest beloofd heeft.
Om die Geest bidt de sprekende
kerk toch? Of bidden wij tever
geefs om die hulp?
In spanning
Dr. Blei houdt ons. als in een ouder
wetse roman, over dit gezag tot het
laatst toe in spanning. Valt de poes
te pletter of komt ze op haar poot
jes terecht? Nee, ze valt niet te
pletter, want op twee na cie laatste
bladzij zegt schrijver dat een ker
kelijke (synodale» uitspraak niet
maar een willekeurige mening is.
'Een officiële kerkelijke uitspraak
is geen 'laatste woord'. Maar zij
mag er wel aanspraak op maken.
bij de oordeelsvorming terzake on
der christenen (kerkleden) bepaald
mee te tellen.'
Het heeft dus' iets te zeggen, een
materieel gezag. Maar, zegt dr.
Blei, 'ook zoiets als een formeel ge
zag'. voorshands hebben de ker
kelijke uitspraken recht op ons kre
diet!' En dan alle: die uit het ver
leden en eventuele toekomstige: die
de 'leer' betreffen en die het 'leven'
betreffen. Dat daarbij de in artikel
X genoemde belijdenisgeschriften
(de drie oecumenische symbolen en
die drie formulieren van enigheid)
een speciale plaats innemen, zal dr.
Blei. naar ik hoop. met mij eens
zijn.
Mevrouw mr. J. A. van Ruler-Ha
melink, lid van het moderamen der
hervormde synode, bespreekt: 'Het
laatste woord?' (ondertitel: Over
het gezag van kerkelijke Ieeruit*
spraken als vraagstuk in de oeku-
mene, door dr. K. Blei, hervormd
predikant te Haarlem. Uitg. Kok.
Kampen, 159 pag., prijs 15,90.
in de verte
Toen Abraham op de der
zijn ogen opsloeg 1
zag hij die plaats tl
in de verte.
(Genesis 22,4) e
Het verhaal van Isaaks o
een verhaal vol van een e
draaglijke spanning. De b e
duidelijk: deze God is andju
goden. Hij wil geen mens
het verhaal zelf zijn de wt 1
hierboven staan een weer M
die spanning. Ogenschtye
overbodige opmerking. Jaft
een moment geweest zijn el
ham Moria in de verte 2
maar waarom dit afzond 1'
meld? Er zit iets in van s
levenservaring is. Een ra
weg naar iets moeilijks, p
daar doorheenl Hij ziet dia„
de verte. Wat gaat er door 1
Wat ging er door Jezus hee
het verzet en de planng
mensen steeds duidelijker
zag komen? Op elke wé
mens zijn die momenten s
Zal ik terugkeren? Het is
Hier wordt van mij teveel
Neem deze beker van Mij!
ziel ontroerd. Op de lijdei
de Heer die de evangeliste
bijna zonder enige emotif
beschrijven zijn ze er tocH
menten dat het niet te os-
Het lijden grijpt aan. „Ik
trouwen ook toen ik bik,
moest zeggen: ik stort inee v
116,10). Abraham bleef ve
Hij vond woorden voorzijnl
zoon. Met het mes door f
bleef hij hem rustig toespr
kracht krijgt een mens die
de God van zijn weg troui
Stanley Keieman is een geboren Amerikaan van joodse afkomst. Hij stu
deerde in Duitsland en Amerika medicijnen en psychologie. In 1973
vormde hij te Berkeley. Californië. een centrum voor wat men noemt
"energetic studies'. Van dit centrum is Keieman de leider. .De grond
gedachte is dat mensen zowel zichzelf als hun wereld vormen. Het pro
gramma bestaat uit onderwijs, gemeenschappelijk werk en publicaties.
Men baseert zich op de mens als biologisch wezen, maar heel duidelijk
niet in de geest van het materialisme.
verschillende manieren van sterven te clas
sificeren.
Geen verslag
Het genoemde centrum kent geen trainings
programma. maar men wil de cursisten leren
contact met zichzelf te verkrijgen. Het komt
erop neer de eigen ervaringen vruchtbaar te
maken en in je levenspraktijk te integreren.
Vanuit dit gezichtspunt heeft men ook het
0^53] boekennieuws
Prol. OR. A. A. van Ruler
BLIJ ZIJN ALS KINDEREN
234 blz., geb. f 24.90
Een groot aantal gelools- en levensvragen
worden in dit boek besproken, om blij te
maken en te bemoedigen
Prof. Or. A. A. van Ruler
MARCUS 14
140 b!z.. 14.95
MARCUS 14 (vervolg). 15 en 16
176 blz 19.50
In de lijdenstijd voor de radio uitgesproken
sterven bestudeerd. Zo ontstond het boek van
Stanley Keieman: Leven met sterven, met de
ondertitel 'Over de potentialiteit van het
stervensproces'. Vóór mij ligt de nederlandse
vertaling door Martien Janssen te Amster
dam. Het boek van 1'25 bladzijden is ver
schenen bij Uitgeverij Bert Bakker. Den
Haag. onder redactie van en in samen
werking met de NVSH. De prijs is 14,90.
Moeilijkheid
Het is mijn gewoonte verslag uit te brengen
van de inhoud van het boek dat aan de orde
is. liefst met citaten. In dit geval zie ik daar
van af. Niet omdat ik het een minderwaar
dig product vind. maar ik hen bang dat deze
recensie een onleesbaar stukje zou worden.
Wie in de stof geïnteresseerd is. zal zijn geld
heus wel besteed vinden, als hij of zij het hoek
koopt.
Men zet zo'n boek niet in zijn kast weg zonder
te proberen tot de achtergrond door te dring
en. In het algemene kader van de centrale
aandacht voor de mens in een postchristelijke
samenleving is een boek als dit een poging om
in dr mens zelf, in zijn onvervangbare ei
genheid. bronnen tot vernieuwing aan te
boren. Het verschijnsel 'sterven' dient dan bij
het leven te worden ingelijfd. Men wijst er
dan op, dat het sterven al bij de geboorte be
gint. De dood, wel verre van 'de koning der
verschrikking' te zijn. zoals hij in christelijke
kringen heet. moet om zo te zeggen worden
genaturaliseerd.
Ja. sterker nog. o.a. door het sterven als een
soort orgasme te zien. kan de dood worden be
leefd als de mogelijkheid tot een nieuwe vorm
van leven. Men wordt hier herinnerd aan ver
wante gedachten bij Goethe, die overigens
het woord 'dood' niet wilde horen en voor
begrafenisstoeten wegkroop.
Elementen
Het is natuurlijk goedkoop dit alles af te doen
als in strijd zijnde met onze christelijke le
vensovertuiging. Verstandig is hij. die in
afwijkende denkbeelden speurt naar elemen
ten van gewettigde kritiek op het eigen stand-
doordr. C. Rijnsdorp
punt. Als het traditionele christendom te
weinig aandacht heeft gehad voor de mens
en het menselijke, dan kan een boek als dit
als correctief werken: Belangrijk is ook de
gedachte, dat de mens een zeer complexe to
taliteit is. Hier verneemt men een legitiem
protest tegen een mensbeeld en een levens
stijl, zoals die ons door onze consumptie
maatschappij wordt opgedrongen. En voor
zover de kerken haar leden het bijbels mens
beeld voor ogen houden, is de vraag gewet
tigd of de kerkmensen daaruit werkelijk
leven. Niet wat wij offïcieeel aanhangen en
leren is beslissend, maar onze hoogst eigen
praktijk.
Aan de andere kant stemt het verdrietig men
sen bezig te zien in hun moeizaam pogen de
dood zijn prikkel te ontnemen. Wij sterven
anders dan de dieren: de dood heeft een reli
gieuze en theologische dimensie en daar gaat
niets van af. Zelfs de auteur citeert aan het
slot een kindergebedje.
(Advertentie)
maandblad voor evangelie en cultuur
Hak nu de knoop door en neem een
abonnement!
Tegenover de groeiende invloed van
het marxisme in de studentenwereld I
en in de hedendaagse cultuur willen
wij positieve achtergrond-informatie
geven in het licht van het evangelie,
zonder te polariseren.
Wij geloven niet in het heil van een
opstand, maar wel in de kracht van
Jezus' opstanding.
Komende thema-nummers:
het joodse denken eenzaamheid.
De abonnementsprijs blijft dit jaar
22,-. Een studentenabonnement
kost 16,-.
Opgaven voor een abonne
ment/proefnummer kunt u zonder
postzegels opsturen naar Ermeto.
antwoordnummer 34. U kunt ook bel
len 03417-1542.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Vriezeveen: J.
kei te Arkel;te Slochterenl
G. Bos te Noord- en Zuil
Streekgem.Maas en Wai
J.J.Brörens kand te Delft;]
muiden: J.C.Schuurman
Aangenomen naar Muide»
A. E. J. Bunjes-Van Blomi
Amsterdam.
Bedankt voor Bennekom: f,
Kooten te Delft. te
GEREF. KERKEN [t.
Beroepen te Nieuwleuseigi
Steenhuis te Enschede; tefc
G. Warner te Hollandsche\|j
Aangenomen naar Milfcl
Kantens: W. Stuursfr
Zwijndrecht.
Ds W. C. van den
Op zeventigjarige leeftijd i
den de gereformeerde 1
predikant W. C. van den
Nieuw-Loosdrecht. Hij was*1*
zitter van de vereniging „Se
Getuigenis" van de veront
de gereformeerde kerken,
den Brink begon zijn a#1
loopbaan in Lunteren er >1
heeft hij, tot zijn emeritaatP
ber 1971, achtereenvolgens
formeerde kerken
Gravenzande, te Heemstedj*
nendaal, te Den Haag-Oost n
kum en Heelsum en t«fe
Loosdrecht gediend.
„De overdenkingen van Van Ruler zullen
ongetwi|teld na zijn dood nog velen lol troost
en zegen z<jn Zi| laten de Schnft m haar
/errassende heerlijkheid en ri|kdom zien.'"
Prof. Dr B J Oosterhoff
in De Wekker
Ds. E. Pijlman
PROCES OM U
64 blz f 7.95
Vier lijdensmeditaties uit het evangelie naar
Johannes.
Wlm Ramaker (samestelling)
WAAR PRATEN JULLIE ZO DRUK OVER?
64 blz.. geb 9.75
Gedichten over lijden en opstanding van Jaap
Zi|lstra, Okke Jager. Ad den Besten. Huub
Oosterhuis en nog 11 andere bekende dich
ters
Verkrijgbaar in de boekhandel
De moeilijkheid van dit werk is dat de auteur
het heeft geschreven op de hoogte van zijn
eigen kennis, ervaring en taalgebruik. Het
maakt de indruk van meer voor ingewijden
dan voor het grote publiek te zijn geschre
ven. Ook heeft het in mijn mond een typisch
Amerikaans smaakje, in de geest van Rea
der's Digest maar dan op hoger niveau.
Hoewel de schrijver het nergens met zovele
woorden zegt. het ergste schijnt voor hem te
zijn als de mens zichzei! overleeft. Men kent
het verschijnsel, zowel op het gebied van de
kunst als dat van de wetenschap. Wat de
auteur wel duidelijk stelt is dat men moet
leren zi/n eigen dood te sterven, dat wil zeg
gen niet de dood zoals die wordt gezien door
de samenleving waarvan men deel uitmaakt.
In Keiemans geval is dat de amerikaanse
samenleving, die op prestatie en status is
gebaseerd. Om het populair te zeggen: Keie
man en de zijnen willen van het sterven
iets maken en anderen te helpen dit ook te
doen.
door A. J. Klei
Signalen
AMSTERDAM
Postbus 859.
Wibautstraat 131
Tel 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/DORDRECHT:
Postbus 948.
Westblaak 9. Rotterdam
Tel. 010-115588
DEN HAAG/LEIDEN
Postbus 101,
Parkstraat 22. Den Haag
Tel 070-469445
In de Amerikaanse levensstijl komt het inner
lijk van de mens niet tot zijn recht. Keieman
wijst erop hoe ingewikkeld de mens in elkaar
zit. lichamelijk en geestelijk. Hij pleit voor
grote aandacht voor de signalen, die ons van
ons innerlijk uit kunnen bereiken, zoals
bijvoorbeeld in de droom. Men krijgt de in
druk dat hij veel van C. G. Jung heeft
geleerd. Hij vertelt dan ook van Jung dat
deze. een jaar voor zijn sterven, geen nieuwe
patiënten meer aannam, omdat hij zich uit
voerig op zijn eigen sterven wilde voorberei
den.
Men krijgt vanuit zijn binnenste soms waar
schuwingen. die men doorgaans in de wind
slaaf, omdat inbeelding of gekheid in ons
praktisch levensgedrag niet te pn- komen.
Zo die oude fransman, overlevende van een
vliegtuigongeluk, die gevoeld had dit vlieg
tuig niet te moeten nemen maar het toch
deed
Keleman en zijn school willen dit alle- wel
en uit die instelling i- de onderhavige studie
geboren. Onze denkbeelden over het sterven
kloppen niet met de ervaring van het sterven,
meent hit. Hij herinnert aan de ervaringen
van mensen die een ongeluk overleefden.
Zelf kwam hij eenmaal bijna om met een
vliegtuig en een andere keer met een auto.
Een zeventienjarige parachutist kwam er
met een gebroken neus af toen zijn twee val
schermen weigerden open te gaan. Wat er bij
zulke gelegenheden in een mens omgaat
biedt volgens Keleman waardevolle gegevens
om de stervenservaring te bestuderen en
Alles komt terug en op het
Waterlooplein stond een man
die er precies zo uitzag als de
boze kapitalist op socialistische
spotprenten uit het begin van
deze eeuw. Hij had zijn weldoor
voede gestalte gestoken in een
opzichtig geruit maatcostuum,
waarvan het vest zich zonder
plooien welfde over een mach
tige buik. Zijn nors gezicht was
versierd met een enorme, aan
weerskanten uitstekende snor,
hij droeg een sjieke jachtpet en
hield een nijdig wandelstokje in
de hand.
Dank zij onze sociale voorzieningen
stond hij nu niet temidden van uit
gebuite arbeiders, maar bij een ver
zameling afgedankte meubeltjes
uit moeders jeugd. Hij hoorde met
duidelijk waarneembare verbijste
ring aan. welke gulle bedragen deze
spullen moesten opbrengen, schudde
afwerend het hoofd en liep statig
verder.
Merkwaardig eigenlijk, bepeinsde
ik. dat je op het eerste oog duidelij
ker aan mannen dan aan vrouwen
ziet dat de terug-naar-vroeger-
beweglng nog iet in kracht Is afge
nomen. Bij de meest progressieve
figuren is het lange haar er weer
af. zc knippen snor en baard hij en
hebben het uiterlijk gekregen van
de jonge intellectuelen die in de tijd
van de genoemde spotprenten hun
misnoegen jegens uitbuiters in arti
kelen neerzetten of in fraaie verzen
genoten. Zij keken met meer waar
dering dan de kapitalistisch uitge
doste heer naar de afdankertjes om
hen heen. maar niemand mocht iets.
Tussen een paar nachtkastjes met
IN HET BITTERUUR
Zeker, nog staatspensioen ook. Als er niet zoo hard gewerkt bij
moest worden, zou tegenwoordig iedereen wel arbeider willen zijn!"
(Spotprent van Albert Hahn uit De Notenkraker van 28 maart 1909).
een namaak-marmeren blad lag een
-slordige stapel boeken op een ouder
wets huiskamertafelkleed, zo een
als hippe vogels om de schouders
slaan «maar dit gebruik is. geloof
ik, zijn hoogtepunt al voorbij).
Bovenop zag ik een boek in een
uiterst beschaafde groene band met
gouden letters. Ik pakte het op en
hield een werkje van de Duitse
pedagoog Friedrich Wilhelm
Foerster in de hand. Het was geluk
kig vertaald: 'Levenswandel. Een
boek voor jonge menschen', uitge
geven door Ploegsma. die blijkens
het titelblad toen nog was geves
tigd in Zwolle.
Wat Kok in Kampen voor de gere
formeerden en Callenbach in Nij-
kerk voor hervormden was (en is),
was (en is) Ploegsma voor vrijzin
nigen: de lezer krijgt voedsel van
eigen geestelijk deeg. En jawel
hoor, Foersters boek werd ingeleid
door dr. H. L. Oort. die ik wel niet
precies kan thuisbrengen maar die
familie geweest kan zijn van de
Leidse moderne theoloog prof. dr.
H. Oort.
Om "Levenswandel' mee te kunnen
nemen moest ik een gulden betalen,
wat ik grif deed. Ploegsma heeft er
destijds vast meer aan verdiend,
want mijn exemplaar was de vierde
druk. Jammer genoeg stond er
geen'jaartal bij, maar thuis leerde
de Winkler Prins me dat Foerster
dit boek voor jonge mensen in 1909
schreef en toen. naar kennismaking
met de paragraaf over 'weldadig
heid' me de indruk gaf, nog niet de
socialistische denkbeelden koester
de welke hem in 1920 zijn hoog
leraarschap in München kostten.
De heer Foerster gaat er van uit
dat zijn boek niet in handen komt
van arme jonge mensen. Van de
door hem toegesproken jeugdige
lezers wordt verondersteld dat zij
tot de klasse der potentiële
ners behoren. Op een gegeve
ment waarschuwt hij zijn af
het niet te dol te maken
Wele menschen zijn terstom
om te geven en te leenen en
zich daar nog heel wat op vo
staan. Laten zij eens goed nt
wat daarbij hun geheimste
redenen zijn. Hoeveel behaa
nienschenvrees, ijdelheid en
ning aan die bereidwilligheü
grondslag liggen is veelal ni(
zeggen. Hoevelen is het er al
maar om te doen. om als ede
menschlievend te boek te sti
Een ieder heeft niet eens ten
tijde het recht om te geven,
mag nooit vergeten, dat er e
rangorde van plichten bestal
dat slechts hij recht heeft ni
ten hulp te verieenen. die de
plichtingen tegenover den k
zijneh getrouw in allen deele
komt. We in 't wilde weg er
op los geeft en geen orde op
eigen zaken-stelt, helpt nierr
in den grond waarachtig.'
Mooi is ook hét'slothoofdstul
In de bedachtzame auteur te
geeft dat hij ten gerieve van
verkoopbaarheid van zijn gei
ten het boek maar niet al te
telijk maakte, hij heeft 'bijm
sluitend een beroep gedaan
dachten en gevoelens, die dei
denker even na aan het hart
als den geloovige'. Overigen
hij wel als zijn mening dat
ren zich 'op den duur niet be
voelen door een louter social!
leer'.
Alle komt terug. Petten, snot
en opgeknipt haar. Wie weet
de levenswandel van weleer,
mensen die daarnaar verlanj