Nee, de poes valt niet te pletter Leven met sterven Weldadigheid op het Waterlooplein VOORBL Onze adressen: ZATERDAG 13 MAART 1976 T KERK TROUW/KW door mevrouw mr J. A. van Ruler-Hamelink Dr. Blei begint zijn boekje s) met het stellen van de vraag of de kerk nog toekomst heeft, althans in de huidige organisatievorm en in West-Europa. Voorzover wij het zien kunnen en naar wat wij nu te zien krijgen, moet dat ernstig betwijfeld worden, zegt hij. Maar de kerk heeft ongetwijfeld wel iets te zeggen! Zij heeft het Evangelie te verkondigen in de wereld met alle actualiteit en con sequenties voor ons leven, ook op maatschappelijk-politiek terrein. En dat niet alleen in de prediking, maar in alles waarin de kerk spreekt, b.v. ook in herderlijke schrijvens, handreikingen, kansel- boodschappen. rapporten enz. Moet de kerk. ja. kan de kerk hier in een laatste woord spreken? Heeft het spreken van de kerk ge zag en moeten de kerkleden ervoor buigen? Dr. Blei geeft dan een in teressant overzicht van de opvat tingen die er in de verschillende kerken in de loop der eeuwen waren en dit dan toegespitst op de laatste honderd jaar. De rooms-katholieke kerk heeft in 1870 het dogma van de onfeilbaar heid van de paus tenslotte definitief geformuleerd, waarbij de paus ex cathedra een laatste woord kan spreken. Dit is slechts één maal ge beurd. nl. in 1950 over de ten-hemel opneming van Maria. Luther en Calvijn hebben zich op de Heilige •Schrift beroepen als laatste gezags- instantie. Daaraan moet alle spre ken van de kerk getoetst worden: dat is het laatste woord. Daarnaast waren er wel de belijdenisgeschrif ten als authentieke vertolking van het bijbelse getuigenis, maar er is altijd een beroep op de Schrift mo gelijk. Belijdenis Langzamerhand. zegt dr. Blei. kwam echter het accent te liggen op de belijdenis en werd dat het laatste woord. Ik betwijfel of hij dan wel helemaal recht doet aan de protestantse kerken In de praktijk zal dit zeker het geval zfjn geweest want dc belijdenisgeschriften had den een zeer groot gezag, maar principieel hebben de kerken van het gereformeerde type altijd het sola scriptura ialleen de Schrifti hooggehouden. Men stond echter niet kritisch teeenover de belijde nis vanuit de Schrift, daar zag men inhoudelijk geen verschillen tussen ligeen. Pas in de tijd van de Ver lichting ging men zich verzetten te gen dogma's en belijdenissen. Ook in de hervormde kerk ontstonden er grote spanningen, waarbij het ge zag van de belijdenis de inzet was. Deze resulteerden in de uittredin gen van 1834 en 1886. De hervormde kerk heeft in haar kerkorde van 1951 tenslottp haar standpunt bepaald in artikel X. waarin het belijden duidelijk in ver band wordt gebracht met de Heili ge Schrift. Telkens opnieuw ge schiedt dit belijden 'in gemeenschap met' dc belijdenis der vaderen. Dit drukt verbondenheid uit en geeft toch de nodige ruimte. Het artikel eindigt met: De Kerk weer al wat haar belijden weerspreekt. Verontrusten Velen gingen zich later afvragen wat die 'gemeenschap met' en dat 'weren' in wezen inhouden: 'zien we daar wel iets van'? Zo verscheen in 1971 het Getuigenis, waar dr. Blei geen. maar dan ook geen enkel goed woord voor overheeft. Ook in de gereformeerde kerken ontstond verontrusting over de opvattingen van enkelen van haar theologen. Al deze verontrusten opereren vol gens dr. Blei vanuit de traditionele opvatting over het gezae van ker kelijke uitspraken, nl. dat deze een laatste woord zijn. Deze ongerefor. meercie zienswijze zou ik hen niet. graag in de schoenen willen schui ven. De bijbel heeft het. laatste woord en de mogelijkheid van het indienen van een gravamen, een be zwaarschrift tegen de belijdenis, staat kerkordelijk geheel open. De belijdenis is een baken in zee. niet meer. maar ook niet minder! En na tuurlijk spreekt, zoals dr Blei zegt. God het laatste woord Ik denk dat zelfs de paus ex cathedra spiekend dat zal toegeven. Het laatste woord is een betrekkelijk begrip, er is ook nog een 'allerlaatste' woord. Anders De auteur laat tenslotte zien hoe er zowel binnen de r.k. kerk als in de protestantse kerken de laatste ja ren anders wordt gedacht over de kerk en het spreken van de kerk. Theologen als Küng. Rahner en Schillebeeckx zien de kerk meer als het volk van God dat onderweg is, de gelovigen gezamenlijk, of dat nu ambtsdragers zijn of niet, en met al hun fouten en dwalingen. Hier speelt leergezag, laat staan onfeil baar leergezag een veel kleinere rol. Men ziet dogma's als menselij ke formuleringen die in een bepaal de tijd ontstaan zijn en zeker niet onveranderlijk en altijd geldend zijn. In de protestantse theologie is er door Barth een vernieuwd denken gekomen over deze dingen. Dit speelt ook in de gereformeerde ker ken een rol waar men sinds 1971 de binding aan de belijdenis ziet als een 'dynamische binding': niet een binding aan de letter, maar aan de inhoud: een binding die bedoelt uit te drukken de eenheid des geloofs met de belijdenis, met name de 'drie formulieren van enigheid'. En. zegt men. uit broederlijke liefde te genover elkaar en vanwege deze eenheid moet men zich hieronder Konden we Het maar weggooien.' voegen en bepaalde meningen onder zich houden. 'Voorlopig' Dit komt op mij over alsof men zo de belijdenis toch. zij het met een ander motief en (min of meer» vrij willig tot een laatste woord maakt. Maar in deze contekst is het inder daad mogelijk om aan dr. Wiersin- ga te vragen in zijn ambtelijke werk het belijden der kerk niet te weerspreken, al lijkt het mij een onmogelijkheid om een dergelijke belofte af te leggen en te houden. Men kan natuurlijk ook zijn ambt neerleggen wanneer men meent te moeten spreken. En de kerk heeft de mogelijkheid van een leertucht- proces. dus een justitiële behande ling met de mogelijkheid van har de gevolgen. Dat lijkt dan wel op een laatste woord, maar onder iede re leertuchtbeslissing ligt minstens een tijdbom. Dat is. evenals alle spreken van dc kerk, een voorlopig woord. Toch zou ik niet willen spreken van 'slechts' een voorlopig woord. Dat ontneemt te veel het gezag aan dit spreken. Want, de kerk spreekt toch met een bepaald gezag?! De kerkdat is toch niet zomaar een lichaam? Zij is het lichaam van Je zus Christus. Hij is het hoofd en leidt en bestuurt haar door mensen die in Zijn dienst staan en aan wie Hij de Heilige Geest beloofd heeft. Om die Geest bidt de sprekende kerk toch? Of bidden wij tever geefs om die hulp? In spanning Dr. Blei houdt ons. als in een ouder wetse roman, over dit gezag tot het laatst toe in spanning. Valt de poes te pletter of komt ze op haar poot jes terecht? Nee, ze valt niet te pletter, want op twee na cie laatste bladzij zegt schrijver dat een ker kelijke (synodale» uitspraak niet maar een willekeurige mening is. 'Een officiële kerkelijke uitspraak is geen 'laatste woord'. Maar zij mag er wel aanspraak op maken. bij de oordeelsvorming terzake on der christenen (kerkleden) bepaald mee te tellen.' Het heeft dus' iets te zeggen, een materieel gezag. Maar, zegt dr. Blei, 'ook zoiets als een formeel ge zag'. voorshands hebben de ker kelijke uitspraken recht op ons kre diet!' En dan alle: die uit het ver leden en eventuele toekomstige: die de 'leer' betreffen en die het 'leven' betreffen. Dat daarbij de in artikel X genoemde belijdenisgeschriften (de drie oecumenische symbolen en die drie formulieren van enigheid) een speciale plaats innemen, zal dr. Blei. naar ik hoop. met mij eens zijn. Mevrouw mr. J. A. van Ruler-Ha melink, lid van het moderamen der hervormde synode, bespreekt: 'Het laatste woord?' (ondertitel: Over het gezag van kerkelijke Ieeruit* spraken als vraagstuk in de oeku- mene, door dr. K. Blei, hervormd predikant te Haarlem. Uitg. Kok. Kampen, 159 pag., prijs 15,90. in de verte Toen Abraham op de der zijn ogen opsloeg 1 zag hij die plaats tl in de verte. (Genesis 22,4) e Het verhaal van Isaaks o een verhaal vol van een e draaglijke spanning. De b e duidelijk: deze God is andju goden. Hij wil geen mens het verhaal zelf zijn de wt 1 hierboven staan een weer M die spanning. Ogenschtye overbodige opmerking. Jaft een moment geweest zijn el ham Moria in de verte 2 maar waarom dit afzond 1' meld? Er zit iets in van s levenservaring is. Een ra weg naar iets moeilijks, p daar doorheenl Hij ziet dia„ de verte. Wat gaat er door 1 Wat ging er door Jezus hee het verzet en de planng mensen steeds duidelijker zag komen? Op elke wé mens zijn die momenten s Zal ik terugkeren? Het is Hier wordt van mij teveel Neem deze beker van Mij! ziel ontroerd. Op de lijdei de Heer die de evangeliste bijna zonder enige emotif beschrijven zijn ze er tocH menten dat het niet te os- Het lijden grijpt aan. „Ik trouwen ook toen ik bik, moest zeggen: ik stort inee v 116,10). Abraham bleef ve Hij vond woorden voorzijnl zoon. Met het mes door f bleef hij hem rustig toespr kracht krijgt een mens die de God van zijn weg troui Stanley Keieman is een geboren Amerikaan van joodse afkomst. Hij stu deerde in Duitsland en Amerika medicijnen en psychologie. In 1973 vormde hij te Berkeley. Californië. een centrum voor wat men noemt "energetic studies'. Van dit centrum is Keieman de leider. .De grond gedachte is dat mensen zowel zichzelf als hun wereld vormen. Het pro gramma bestaat uit onderwijs, gemeenschappelijk werk en publicaties. Men baseert zich op de mens als biologisch wezen, maar heel duidelijk niet in de geest van het materialisme. verschillende manieren van sterven te clas sificeren. Geen verslag Het genoemde centrum kent geen trainings programma. maar men wil de cursisten leren contact met zichzelf te verkrijgen. Het komt erop neer de eigen ervaringen vruchtbaar te maken en in je levenspraktijk te integreren. Vanuit dit gezichtspunt heeft men ook het 0^53] boekennieuws Prol. OR. A. A. van Ruler BLIJ ZIJN ALS KINDEREN 234 blz., geb. f 24.90 Een groot aantal gelools- en levensvragen worden in dit boek besproken, om blij te maken en te bemoedigen Prof. Or. A. A. van Ruler MARCUS 14 140 b!z.. 14.95 MARCUS 14 (vervolg). 15 en 16 176 blz 19.50 In de lijdenstijd voor de radio uitgesproken sterven bestudeerd. Zo ontstond het boek van Stanley Keieman: Leven met sterven, met de ondertitel 'Over de potentialiteit van het stervensproces'. Vóór mij ligt de nederlandse vertaling door Martien Janssen te Amster dam. Het boek van 1'25 bladzijden is ver schenen bij Uitgeverij Bert Bakker. Den Haag. onder redactie van en in samen werking met de NVSH. De prijs is 14,90. Moeilijkheid Het is mijn gewoonte verslag uit te brengen van de inhoud van het boek dat aan de orde is. liefst met citaten. In dit geval zie ik daar van af. Niet omdat ik het een minderwaar dig product vind. maar ik hen bang dat deze recensie een onleesbaar stukje zou worden. Wie in de stof geïnteresseerd is. zal zijn geld heus wel besteed vinden, als hij of zij het hoek koopt. Men zet zo'n boek niet in zijn kast weg zonder te proberen tot de achtergrond door te dring en. In het algemene kader van de centrale aandacht voor de mens in een postchristelijke samenleving is een boek als dit een poging om in dr mens zelf, in zijn onvervangbare ei genheid. bronnen tot vernieuwing aan te boren. Het verschijnsel 'sterven' dient dan bij het leven te worden ingelijfd. Men wijst er dan op, dat het sterven al bij de geboorte be gint. De dood, wel verre van 'de koning der verschrikking' te zijn. zoals hij in christelijke kringen heet. moet om zo te zeggen worden genaturaliseerd. Ja. sterker nog. o.a. door het sterven als een soort orgasme te zien. kan de dood worden be leefd als de mogelijkheid tot een nieuwe vorm van leven. Men wordt hier herinnerd aan ver wante gedachten bij Goethe, die overigens het woord 'dood' niet wilde horen en voor begrafenisstoeten wegkroop. Elementen Het is natuurlijk goedkoop dit alles af te doen als in strijd zijnde met onze christelijke le vensovertuiging. Verstandig is hij. die in afwijkende denkbeelden speurt naar elemen ten van gewettigde kritiek op het eigen stand- doordr. C. Rijnsdorp punt. Als het traditionele christendom te weinig aandacht heeft gehad voor de mens en het menselijke, dan kan een boek als dit als correctief werken: Belangrijk is ook de gedachte, dat de mens een zeer complexe to taliteit is. Hier verneemt men een legitiem protest tegen een mensbeeld en een levens stijl, zoals die ons door onze consumptie maatschappij wordt opgedrongen. En voor zover de kerken haar leden het bijbels mens beeld voor ogen houden, is de vraag gewet tigd of de kerkmensen daaruit werkelijk leven. Niet wat wij offïcieeel aanhangen en leren is beslissend, maar onze hoogst eigen praktijk. Aan de andere kant stemt het verdrietig men sen bezig te zien in hun moeizaam pogen de dood zijn prikkel te ontnemen. Wij sterven anders dan de dieren: de dood heeft een reli gieuze en theologische dimensie en daar gaat niets van af. Zelfs de auteur citeert aan het slot een kindergebedje. (Advertentie) maandblad voor evangelie en cultuur Hak nu de knoop door en neem een abonnement! Tegenover de groeiende invloed van het marxisme in de studentenwereld I en in de hedendaagse cultuur willen wij positieve achtergrond-informatie geven in het licht van het evangelie, zonder te polariseren. Wij geloven niet in het heil van een opstand, maar wel in de kracht van Jezus' opstanding. Komende thema-nummers: het joodse denken eenzaamheid. De abonnementsprijs blijft dit jaar 22,-. Een studentenabonnement kost 16,-. Opgaven voor een abonne ment/proefnummer kunt u zonder postzegels opsturen naar Ermeto. antwoordnummer 34. U kunt ook bel len 03417-1542. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Vriezeveen: J. kei te Arkel;te Slochterenl G. Bos te Noord- en Zuil Streekgem.Maas en Wai J.J.Brörens kand te Delft;] muiden: J.C.Schuurman Aangenomen naar Muide» A. E. J. Bunjes-Van Blomi Amsterdam. Bedankt voor Bennekom: f, Kooten te Delft. te GEREF. KERKEN [t. Beroepen te Nieuwleuseigi Steenhuis te Enschede; tefc G. Warner te Hollandsche\|j Aangenomen naar Milfcl Kantens: W. Stuursfr Zwijndrecht. Ds W. C. van den Op zeventigjarige leeftijd i den de gereformeerde 1 predikant W. C. van den Nieuw-Loosdrecht. Hij was*1* zitter van de vereniging „Se Getuigenis" van de veront de gereformeerde kerken, den Brink begon zijn a#1 loopbaan in Lunteren er >1 heeft hij, tot zijn emeritaatP ber 1971, achtereenvolgens formeerde kerken Gravenzande, te Heemstedj* nendaal, te Den Haag-Oost n kum en Heelsum en t«fe Loosdrecht gediend. „De overdenkingen van Van Ruler zullen ongetwi|teld na zijn dood nog velen lol troost en zegen z<jn Zi| laten de Schnft m haar /errassende heerlijkheid en ri|kdom zien.'" Prof. Dr B J Oosterhoff in De Wekker Ds. E. Pijlman PROCES OM U 64 blz f 7.95 Vier lijdensmeditaties uit het evangelie naar Johannes. Wlm Ramaker (samestelling) WAAR PRATEN JULLIE ZO DRUK OVER? 64 blz.. geb 9.75 Gedichten over lijden en opstanding van Jaap Zi|lstra, Okke Jager. Ad den Besten. Huub Oosterhuis en nog 11 andere bekende dich ters Verkrijgbaar in de boekhandel De moeilijkheid van dit werk is dat de auteur het heeft geschreven op de hoogte van zijn eigen kennis, ervaring en taalgebruik. Het maakt de indruk van meer voor ingewijden dan voor het grote publiek te zijn geschre ven. Ook heeft het in mijn mond een typisch Amerikaans smaakje, in de geest van Rea der's Digest maar dan op hoger niveau. Hoewel de schrijver het nergens met zovele woorden zegt. het ergste schijnt voor hem te zijn als de mens zichzei! overleeft. Men kent het verschijnsel, zowel op het gebied van de kunst als dat van de wetenschap. Wat de auteur wel duidelijk stelt is dat men moet leren zi/n eigen dood te sterven, dat wil zeg gen niet de dood zoals die wordt gezien door de samenleving waarvan men deel uitmaakt. In Keiemans geval is dat de amerikaanse samenleving, die op prestatie en status is gebaseerd. Om het populair te zeggen: Keie man en de zijnen willen van het sterven iets maken en anderen te helpen dit ook te doen. door A. J. Klei Signalen AMSTERDAM Postbus 859. Wibautstraat 131 Tel 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/DORDRECHT: Postbus 948. Westblaak 9. Rotterdam Tel. 010-115588 DEN HAAG/LEIDEN Postbus 101, Parkstraat 22. Den Haag Tel 070-469445 In de Amerikaanse levensstijl komt het inner lijk van de mens niet tot zijn recht. Keieman wijst erop hoe ingewikkeld de mens in elkaar zit. lichamelijk en geestelijk. Hij pleit voor grote aandacht voor de signalen, die ons van ons innerlijk uit kunnen bereiken, zoals bijvoorbeeld in de droom. Men krijgt de in druk dat hij veel van C. G. Jung heeft geleerd. Hij vertelt dan ook van Jung dat deze. een jaar voor zijn sterven, geen nieuwe patiënten meer aannam, omdat hij zich uit voerig op zijn eigen sterven wilde voorberei den. Men krijgt vanuit zijn binnenste soms waar schuwingen. die men doorgaans in de wind slaaf, omdat inbeelding of gekheid in ons praktisch levensgedrag niet te pn- komen. Zo die oude fransman, overlevende van een vliegtuigongeluk, die gevoeld had dit vlieg tuig niet te moeten nemen maar het toch deed Keleman en zijn school willen dit alle- wel en uit die instelling i- de onderhavige studie geboren. Onze denkbeelden over het sterven kloppen niet met de ervaring van het sterven, meent hit. Hij herinnert aan de ervaringen van mensen die een ongeluk overleefden. Zelf kwam hij eenmaal bijna om met een vliegtuig en een andere keer met een auto. Een zeventienjarige parachutist kwam er met een gebroken neus af toen zijn twee val schermen weigerden open te gaan. Wat er bij zulke gelegenheden in een mens omgaat biedt volgens Keleman waardevolle gegevens om de stervenservaring te bestuderen en Alles komt terug en op het Waterlooplein stond een man die er precies zo uitzag als de boze kapitalist op socialistische spotprenten uit het begin van deze eeuw. Hij had zijn weldoor voede gestalte gestoken in een opzichtig geruit maatcostuum, waarvan het vest zich zonder plooien welfde over een mach tige buik. Zijn nors gezicht was versierd met een enorme, aan weerskanten uitstekende snor, hij droeg een sjieke jachtpet en hield een nijdig wandelstokje in de hand. Dank zij onze sociale voorzieningen stond hij nu niet temidden van uit gebuite arbeiders, maar bij een ver zameling afgedankte meubeltjes uit moeders jeugd. Hij hoorde met duidelijk waarneembare verbijste ring aan. welke gulle bedragen deze spullen moesten opbrengen, schudde afwerend het hoofd en liep statig verder. Merkwaardig eigenlijk, bepeinsde ik. dat je op het eerste oog duidelij ker aan mannen dan aan vrouwen ziet dat de terug-naar-vroeger- beweglng nog iet in kracht Is afge nomen. Bij de meest progressieve figuren is het lange haar er weer af. zc knippen snor en baard hij en hebben het uiterlijk gekregen van de jonge intellectuelen die in de tijd van de genoemde spotprenten hun misnoegen jegens uitbuiters in arti kelen neerzetten of in fraaie verzen genoten. Zij keken met meer waar dering dan de kapitalistisch uitge doste heer naar de afdankertjes om hen heen. maar niemand mocht iets. Tussen een paar nachtkastjes met IN HET BITTERUUR Zeker, nog staatspensioen ook. Als er niet zoo hard gewerkt bij moest worden, zou tegenwoordig iedereen wel arbeider willen zijn!" (Spotprent van Albert Hahn uit De Notenkraker van 28 maart 1909). een namaak-marmeren blad lag een -slordige stapel boeken op een ouder wets huiskamertafelkleed, zo een als hippe vogels om de schouders slaan «maar dit gebruik is. geloof ik, zijn hoogtepunt al voorbij). Bovenop zag ik een boek in een uiterst beschaafde groene band met gouden letters. Ik pakte het op en hield een werkje van de Duitse pedagoog Friedrich Wilhelm Foerster in de hand. Het was geluk kig vertaald: 'Levenswandel. Een boek voor jonge menschen', uitge geven door Ploegsma. die blijkens het titelblad toen nog was geves tigd in Zwolle. Wat Kok in Kampen voor de gere formeerden en Callenbach in Nij- kerk voor hervormden was (en is), was (en is) Ploegsma voor vrijzin nigen: de lezer krijgt voedsel van eigen geestelijk deeg. En jawel hoor, Foersters boek werd ingeleid door dr. H. L. Oort. die ik wel niet precies kan thuisbrengen maar die familie geweest kan zijn van de Leidse moderne theoloog prof. dr. H. Oort. Om "Levenswandel' mee te kunnen nemen moest ik een gulden betalen, wat ik grif deed. Ploegsma heeft er destijds vast meer aan verdiend, want mijn exemplaar was de vierde druk. Jammer genoeg stond er geen'jaartal bij, maar thuis leerde de Winkler Prins me dat Foerster dit boek voor jonge mensen in 1909 schreef en toen. naar kennismaking met de paragraaf over 'weldadig heid' me de indruk gaf, nog niet de socialistische denkbeelden koester de welke hem in 1920 zijn hoog leraarschap in München kostten. De heer Foerster gaat er van uit dat zijn boek niet in handen komt van arme jonge mensen. Van de door hem toegesproken jeugdige lezers wordt verondersteld dat zij tot de klasse der potentiële ners behoren. Op een gegeve ment waarschuwt hij zijn af het niet te dol te maken Wele menschen zijn terstom om te geven en te leenen en zich daar nog heel wat op vo staan. Laten zij eens goed nt wat daarbij hun geheimste redenen zijn. Hoeveel behaa nienschenvrees, ijdelheid en ning aan die bereidwilligheü grondslag liggen is veelal ni( zeggen. Hoevelen is het er al maar om te doen. om als ede menschlievend te boek te sti Een ieder heeft niet eens ten tijde het recht om te geven, mag nooit vergeten, dat er e rangorde van plichten bestal dat slechts hij recht heeft ni ten hulp te verieenen. die de plichtingen tegenover den k zijneh getrouw in allen deele komt. We in 't wilde weg er op los geeft en geen orde op eigen zaken-stelt, helpt nierr in den grond waarachtig.' Mooi is ook hét'slothoofdstul In de bedachtzame auteur te geeft dat hij ten gerieve van verkoopbaarheid van zijn gei ten het boek maar niet al te telijk maakte, hij heeft 'bijm sluitend een beroep gedaan dachten en gevoelens, die dei denker even na aan het hart als den geloovige'. Overigen hij wel als zijn mening dat ren zich 'op den duur niet be voelen door een louter social! leer'. Alle komt terug. Petten, snot en opgeknipt haar. Wie weet de levenswandel van weleer, mensen die daarnaar verlanj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 2