Een sage moet je geloven, er zit altijd iets waars in dichtbij ^mmentaar Jacques Sinninghe en zijn 45.000 volksverhalen mmer (1) ïmer (2) ibbelhartig a,rinaturlï jvan kunststof 9" -■sss» het weer Winter te warm weerrapporten Kip of ei, paard of harnas? pyjama liz pnve ÊRDAG 26 FEBRUAR11976 BINNENLAND TROUW/KWARTET 5 langzamerhand wel tot iedcr- ji niet in de laatste plaats tot de zelf. doorgedrongen dat wij invoeren van de Centrale Perso- inistratie niet voorzichtig ge- [unnen zijn. Nu al, nu de over- ninistratic zich nog met de kaar- behelpt, heerst een algemeen van onbehagen en onveiligheid, de meeste burgers niet precies #at de overheid van hen weet en doet met hetgeen zij van hen c^voel door een gezichtsloze, maar 31 ontwijken macht te kunnen wor- 0I] ieerst en gemanipuleerd, kan dui- udig worden versterkt, zodra de ns van onze persoon, in één num- r op één computerbandje opgebor- a( uden worden. la iniek maakt een dergelijke perso on ninistratie tegenwoordig volledig t k. Het kost geen moeite, een aaimen te stellen dat geboortedatum hats uitdrukt en gegevens bevat trtynze kerkelijke gezindte, inko- c i asse en gezondheidstoestand. on ctal kan vervolgens zonder be- ht geheel of gedeeltelijk dienen als jmmer van onze bank- of giro- lig, verzekeringspolis en van het schap van kruisvereniging en Zo'n systeem zou een triomf in de administratieve techniek wij hopelijk gespaard blijven ij de mensen nog meer tot een maakt in plaats er hun alleen ^Jen te geven. »k in Nederland in sommige be- akken het geven (en ontvangen) eekpenningen voor bewezen of te chten gunsten een min-of-meer epteerd gebruik is, kan op zichzelf griezelige zaak genoemd worden, het wordt eerst recht onguur als de leid in dergelijke gevallen zichzelf chelmachtige rol toebedeelt en mét rette knipoog van 'ja, zo gaat dat eenmaal' als jongens onder elkaar edrijven in de gelegenheid stelt lijke steekpenningen als onkosten belastingaangifte op te voeren, moet de juist in deze dagen zijn belastingbiljet, bonnetjes en mties tobbende burger voor indruk 'ouden van zo'n overheid? Eeh leid. die aan één kant (in de per van een belastinginspecteur) rege- n en afspraakjes met de betalers Keekpennirigen maakt en zich be kom de anonimiteit van de ontvan- te ontzien maar die aan de andere (in de persoon van een met het door Barend Mensen BREDA Geen mens hoeft Jacques W. R. Sinninghe (71) een 'sage' te vertellen die pure fantasie is. Hij zal het verhaal onmiddellijk als een verzinsel doorzien en het een sprookje noemen. De arglistige verteller mag dan zelf uitmaken wat hij daarmee bedoelt. Maar een sage is een sage. Die mag nóg zo fantastisch lijken en als onwaar overkomen, er zit een zuivere kern in. Sinninghe, die zijn leven aan het volksverhaal heeft gewijd en er als literator en journalist zo'n zestig boeken en een niet meer vast te stellen aantal artikelen over heeft geschreven, weet feilloos echt van vals te onderscheiden. is registratie van personen door leid op zichzelf allerminst ver- ijk. Zoals staatssecretaris Polak aanbieding van zijn voorontwerp, ret op de Centrale. Personen- itratie schrijft is het bestaan van inregistraties voorwaarde voor 'enheden als: sociale zekerheid, .jverdeling van woonruimte, een k peil van volksgezondheid, belas- ffing, defensie, onderwijs en tien- "]voorzieningen meer. Er kan dan ts op tegen zijn, de registratie van :n zo doelmatig en goedkoop mo- ip te zetten en daarvoor de com- als door mensen ontworpen en ibare apparatuur te gebruiken, it er dan wel om, de ontwikkeling de Centrale Personen- jistratie van tevoren al zo te sturen te schermen, dat zij onder geen 'beding in de buurt komt van de "or geschetste monsterbank van inlijke gegevens. _jal zegt niemand op het ogenblik |n te hebben zo'n echte „monster- op te zetten - het gaat (nu en niet alleen maar om de overheid iaar CPA-compujer. Er staan in land inmiddels al heel wat particu- -«omputers, waarin allerlei gege- de /persoonlijke sfeer van hon- zenden Nederlanders zijn opge- theoretisch (en helaas ook prak- icel gemakkelijk al die losse gege- net alkaar te combineren. Juist de lm»ter maakt ons dit mogelijk en op tnier kan er voor belanghebben- nieuwsgierigen van ieder van ons eeld worden opgeroepen dat de y in hoge mate kan bedreigen, het zo gemakkelijk en zo verlei- is het te doen, zal het ook gebeu- de moeilijkheid is nu dat er op dit nauwelijks waterdichte garanties ijk zijn. De Centrale Personen- ïistratie zowel als de bescherming e persoonlijke levenssfeer is een beleidsterrein waarop nog niets ludbaarheid en werkbaarheid is efd. wel zo dat staatssecretaris Polak i zijn voorontwerp CPA lijkt te n uitgeput bij het zoeken naar orgen tot bescherming van de pri- maar hij kan natuurlijk niet garan- dat er nooit ergens een nu verbor- aatje zal gaan lekken. Evenmin ij de zeer bescheiden opzet die de nu zou krijgen, voor alle tijden Etsbaar maken voor -de druk van ek en administratie om deze CPA breiden en alle mogelijkheden tot dem te benutten, om is het wijs van de staatssecreta- it hij naar hij nu al heeft kondigd een algemene wet ter erming van de persoonlijke.levens bij persoonsregistratie zal laten aan: dat hij de CPA niet in wer- zal laten treden vóórdat die alge- wet van kracht wordt, ms betreft had de heer Polak het elemaal zeker te zijn zelfs ster- logen zeggen: wij wachten met de tot de algemene wet niet alleen van maar ook beproefd is. Maar hij is dan ook dé deskundige in deze sector van de volkskunde in het Nederlandse taalgebied. Ook in het buitenland wordt met respect over zijn ongeëvenaarde kennis en over zijn unieke verzameling van 45.000 op kaart gebrachte sagen en legenden gesproken. Dat heeft hij niet alleen te danken aan zijn vele publikaties in Neder landse, Franse en Engelse tijdschrif ten en aan zijn lezingen tijdens con gressen en referaten voor universitei ten in Frankrijk, Griekenland, Israël, Hongarije en België. Ook aan zijn moed om met de samenstelling van een catalogus een overzichtelijk beeld te geven vap de rijkdom aan volksverhalen, die in de lage landen ligt opgeslagen. Deze veel studie en tijd gevergd heb bende catalogus is in het Duits uitge geven door 'Folklore fellows commu nications' in Finland en draagt als titel 'Katalog der NiederlSndischen MSrchen, Ursprungssagen, Sagen- und Legendenvarianten\ Een prach tig werk, dat op alle Nederlandse en veel buitenlandse universiteiten wordt gebruikt. Sinninghe is lid van de Maatschappij van Letterkunde en van de Zuidne derlandse pendant daarvan. Hij is vijftien jaar dagelijks bestuurslid ge weest van de 'International society for folk-narrative', die haar hoofdze tel heeft in Parijs. Voorts is hij lid van verdienste van de sectie free lance- joumalisten van de Nederlandse Ver eniging van Journalisten. En toch was dit allemaal niet de bedoeling van de jonge Sinninghe, die op zeventienjarige leeftijd een bundel gedichten van zijn hand uit gegeven zag. In Roermond geboren, zijn schooltijd doorgebracht in Bre da, studeerde hij braaf aan de Econo mische Hogeschool in Rotterdam. Een carrière als waarop hij nu terug ziet zag hij toen bepaald niet zitten. Het volksverhaal had hem overigens al wel in zijn ban. Hij is doodernstig als hij een kaart uit zijn archief laat zien, waarop een overgeleverd ver haal is opgetekend over de onmense lijk harde kerkvoogd Gillis Geschiere uit Serooskerke, die na zijn dood bij oude Willem Poppe kwam spoken en het erwten liet regenen. Weemoed is merkbaar, maar hij lacht als hij het over zijn vader heeft, die rond 1900 directeur was van een posttrein. Dat was een rijdend postkantoor met een traject tot over de grens, bijvoor beeld tot Keulen. "Mijn vader kon geweldig vertellen. Hij stierf toen ik twaalf jaar was en ik miste hem ergLater heb ik altijd gedacht dat ik me déardoor op dit pad heb begeven. Ik zocht waar schijnlijk compensatie in de verha len, die me op welke wijze dan ook onder ogen kwamen. Vooral sagen en mythen boeiden me. Op den duur ging ik ze verzamelen en ik zal een jaar of twintig zijn geweest toen ik verhalen, die men mij vertelde, be gon op te tekenen. Wel, toen duurde het niet lang of het werd een ziekte, maar wel een, die veel bevrediging schonk. Ik ben nu 71 jaar en ik moet ophouden met mijn stichting, maar van die ziekte genees ik nooit. Ik blijf schrijven.' Stichting Jacques Sinninghe: 45.000 volksverhalen. Die stichting is een alleen door Sin ninghe geleide en bemande instel ling. Ze heet 'Stichting tot codifica tie van de Nederlandse volksverha len' en is gevestigd in een door de gemeente Breda beschikbaar gestel de ruimte, waarin het befaamde uit 2000 boeken en 45.000 op kaart geno teerde volksverhalen bestaande ar chief is ondergebracht. Er zijn problemen gerezen over de vraag wat er met dat waardevolle archief gaat gebeuren. Het provinci aal bestuur en de gemeente Breda willen het graag in Noord-Brabant houden en het overgedragen zien aan het Provinciaal genootschap voor kunsten en wetenschappen. Daar is echter de medewerking voor nodig van het ministerie van CRM, dat tot 1974 de stichtihg steunde. Sinninghe zegt dat die medewerking maar uitblijft ,en dat dit ligt aan zegge en schrijve één ambtenaar, die «-«""EE»»*»- 5. tnuewwi- V/..WNKB.V. "iCeaiW Telex 4S0S6. maar niet tot een beslissing kan ko men. Dat gaat hem. populair gezegd, de keel uithangen. Bitter gestemd heeft hij al eens gezegd dat als zijn archief geen goede bestemming krijgt, hij het net zo goed kan vernie tigen. Levenswerk Dat zal hij natuurlijk niet doen. want een man laat zijn levenswerk zo maar niet verloren gaan. Boven dien zijn er meer liefhebbers dan het provinciaal genootschap. Onder meer de Koninklijke Akademie in Amsterdam en ook het Volkskunde- museum en het Instituut voor volks kunde in Antwerpen hebben zich als gegadigden gemeld. De conservator van de Antwerpse musea schreef hem: 'Ik zou het onverantwoordelijk vinden als uw archief niet als één geheel bewaard zou blijven. Mijn aanbod tot overname is ingegeven uit eerbied voor uw levenswerk, dat naar mijn mening onder geen beding voor de Nederlandse volkskundewe- tenschap verloren mag gaan.' Het ministerie van CRM moge dit in het oor knopen. En dan is daar ook nog Sinninghes echtgenote, mevrouW Anke Sinning- heTer Gast, die er verzet tegen zou aantekenen als de vrucht van vijftig jaar arbeid van haar man niet de bestemming zou krijgen, die haar wetenschappelijk toekomt. Een charmante, vrolijke vrouw, die zich jarenlang heeft bezig gehouden met radiouitzendingen voor kinderen en met toneel door kinderen en die elf jaar geleden tot haar grote verbazing ontdekte dat zij kon schilderen. Zij was toen 56 jaar. Sinsdien heeft zij talloze malen geëxposeerd met ver rassend werk, waaruit een voorliefde blijkt voor de irreële wereld van het sprookje. Het sprookje, dat haar man uiter aard evenzeer boeit, maar dat hij vakmatig lager stelt dan de sagen en de legende. Want: 'Als iemand een sprookje vertelt weet je dat het niet waar is. Een sage daarentegen moet je geloven. Er is altijd wel iets van waar. Het geheugen van het volk reikt tot ongeveer 150 jaar. De in een sage vervatte idèe dat er iets is ge beurd of ergens aanwezig is kan ech ter wel tweeduizend jaar oud zijn. Een voorbeeld: er zijn met net name in het zuiden wel heuvels, die Ka- bouterbergen worden genoemd. In Hoge Loon is er zo een. Sagen vertel len nu dat daar kabouters rondlopen of begraven liggen. Op een goede dag vond men in één zo n heuvel een pré-historisch graf. Er was dus iets. Sagen kunnen voorts een boeiende kijk geven op het leven van de gewo ne man in lang vervlogen tijden.' Naam Sinninghe heeft in Nederland en in Vlaanderen niet alleen onder de vak mensen maar ook bij de gewone man van vandaag een grote naam. Omdat hij, net als zijn vader, een voortreffe lijk verteller is. Of het zijn vele sa genboeken (waarvan er vorig jaar vier over West-Brabant, het Gooi land, Amsterdam en Amstelland en de Zaanstreek en het Waterland zijn verschenen) hij roept er een sfeer in op, waaruit je je maar moeilijk kunt bevrijden voor eb aleer het boek uit is. En hij mag het dan wat kalmer aan gaan doen, hij gaat er wel mee door. Van onze weerkundige medewerker Van de ene verrassing in de andere. Was er dinsdag veel meer bewolking dan verwacht werd, woensdag be vocht vooral in het noorden en oos ten een complete overwinning. De temperatuur deed het goed, acht tot tien graden maximaal in een zuid westelijke luchtstroming. flet zou beter geweest zijn, wanneer de aan gevoerde lucht, vóór zij ons bereikte, niet het vier tot vijf graden kille Noordzeewater moest passeren, waardoor er van de oorspronkelijke (subtropische) temperaturen nogal wat afgeknabbeld werd. Aan de En gelse oostkust kwam de ware aard beter tot uiting. Honington bereikte een top van vijftien graden Celsius, in Aberdeen werd zelfs zeventien graden gemeten door Föhnwerking evenals in Finningley, dicht bij de Wash-baai, een even hoge tempera tuur als in Bordeaux werd bereikt. Reykjavik rapporteerde gisteravond sneeuwverstuivingen bij min twee graden Celsius en aan de zuidkust stond nog steeds een wester orkaan van gemiddeld kracht 11. Ook voor de tweede helft van deze week blijft het sein op groen. Depres sies blijven de zeegebieden bij IJs land onveilig maken, maar wij hou den de bescherming van een krach tig hogedrukgebied in de Golf van Biskaje. 1043 millibar sterk. Ook zonder dit te weten zou men al uit het constant blijven van de barome ter deze gunstige conclusies kunnen trekken. Zou er. wanneer de wind wetboek van srafrecht zwaaiende justi- tie-ambtenaar) ieder bedreigt die in ambtelijke of particuliere werkkring dergelijke giften aanneemt? Wat is dat voor dubbelhartigheid? Amsterdam De Bdt Deelen Eelde Eindhoven Den Helder Luchth R'dam Twente Vlissingen Zuid-Limburg Aberdeen Barcelona Bordeaux Brussel Frankfort Geneve Helsinki Innsbruck Kopenhagen Lissabon Luxemburg Madrid Malaga Mallorca Munchen Nice Oslo Parijs Split Stockholm Zurich Casa Blanca Istanboel Las Palmas New York Tel Aviv Tunis mist zw. bew l bew. fbeJ^W 1 bew. h! bew g'ch bew. h. bew 1. bew nog iets meer naar het zuiden trekt, bij dynamische hogedrukverwar- ming misschien voor het scheiden van de (winter)markt dan toch nog een recordje in zitten? We wachten maar af. De afgelopen meteorologische win ter zal naar voorlopige berekeningen ongeveer een halve graad te warm zijn, boven het normale Blitse ge middelde van 2,2 graden Celsius. Collega Pelleboer uit Paterswolde hield in dit verband de Brabantse landbouwer Chris Meeuwsen noe eens even diens in oktober geuite verwachting onder de neus: „Wij moeten rekening houden met een zeer strenge winter, die best eens het kaliber zou kunnen benaderen van 1963". En wat was diens reactie? „Drie mensen hebben de Elfsteden tocht dit seizoen gereden De winter van 1977 ziet hij zacht wor den. In de praktijk zou die, gelet op Meeuwsens voor tachtig procent on gelijk in het verleden, nu Juist wel eens op een streng seizoen kunnen uitdraaien. HOOOWATER vrijdag 27 februari VUasIngen 0.18- 12 11. Hartngvlletalulzen 0 33-12 SS. Rotterdam 2 19- 14.52, Schevrnlngen 1 34-13 54. lJmutden 2 13-14.31 Den Helder 5.29-18 10. Harllngen 8 04-20.31, Delfzijl 10.24-22.42. onder redactie van loes smit De sterke, zware trekpaarden zo- als we die nu kennen, zijn er niet altijd geweest. Een paar duizend jaar geleden bestonden ze gewoon -niet. De paarden die in ons land in de terpen zijn opgegraven, had den een schofthoogte van niet meer dan 1.20 meter. Veel later pas ging men zwaardere paarden fokken, volgens „Ons Trekpaard" het blad van de koninklijke vereniging Het Nederlandsche Trekpaard vermoedelijk, om dat geharnaste ridders behoefte kregen aan dieren die hun ge wicht konden torsen. Maar er was nog een reden, zegt Ons Trek paard: men kende eenvoudig geen doelmatig trektuig. Op afbeeldin gen van oud-Egyptische strijdwa gens zie je tengere paardjes de wagen en zijn berijder trekken aan een halsband met een leidsel en ook de Romeinse wagens wer den nog in de tweede eeuw van onze jaartelling door losse, niet ingespannen paarden aan een halsband voortbewogen. Waren er echte vrachten te vervoeren, dan werden daar geen paarden voor gebruikt die zouden stikken met zo'n gewicht aan hun nek maar runderen of slaven. Slaven waren er toch genoeg en als de voorraad op was gingen hun eige naars wel weer ergens oorlog voe ren en even nieuwe slaven maken. De uitvinding van het gareel en het borsttuig is dan ook van enor me invloed geweest: alles kon in eens vlugger en doelmatiger, er kon veel meer tegelijk worden vervoerd en de boeren kwamen er achter dat paarden veel sneller werken dan runderen. Zo kwamen de landbouwers er op de duur toe paarden voor de ploeg en de eg te spannen. En van het een kwam het ander: na de „uitvinding" van één ingespannen trekpaard werd al gauw duidelijk, dat je daar best nog een tweede paard voor kon spannen en zelfs nog wel twee of drie rijen van twee voor elkaar kon zetten ook. Het enige waar Ons Trekpaard toch niet helemaal zeker ran is, is de vraag wat er nou eerder was: het zwaardere paard of de zwaar dere wapenrusting. Het kan na tuurlijk zo geweest zijn, dat de behoefte aan zwaardere paarden ontstond, doordat harnassen en andere uitrustingsstukken te „ge wichtig" voor de lichte dieren werden, maar het kan net zo goed, dat er al steviger paarden werden gefokt en dat toen die ridders ge dacht hebben: nou kunnen we best een zwaarder harnas aantrekken. Niemand kan vertellen hoe dat precies zat, want het is net zo'n onoplosbaar probleèm als dat van de kip of het ei. Bazen, meent Viva, zijn er in drie soorten: de aardige, welwillende, redelijke; de strenge doch recht vaardige. en de slavendrijvers. Bij het laatste type kun je weglopen, je niets' van zijn gebrul aantrek ken of diep onder de indruk raken. Voor de categorie onder-de indruk-geraakten heeft het blad dit beproefde advies: vecht er te gen, bedenk dat een baas ook maar een mens ls en stel je vooral voor hoe hij er in z'n pyjama uit ziet („zo'n gestreepte"). In het Westduitse plaatsje Süderstapel woont de dierenarts Wulf Hansen met zijn vrouw Eva en niet te vergeten de ooievaar Klappi. Drie jaar geleden viel het dier uit het ouderlijk nest en vond een nieuw onderdak bij het echtpaar Hasen, dat steeds gehoopt heeft hun huisdier er nog eens toe te krijgen zich bij zijn soortgenoren te voegen. Maar Klappi voelt daar niets voor. Het ongewone huisdier is zo thuis bij de familie, dat het dan weer eens in de keuken te vinden is als er iets lekkers wordt klaargemaakt en dan weer in de huiskamer, waar het gezellig meekijkt naar de televisie. Het is zover: Elizabeth Taylor en Richard Burton zijn opnieuw uit elkaar. Althans volgens de New York Post, die meldt dat de twee zelfs besloten hebben officieel te scheiden voor de tweedo keer. Na haar vierde echtenoot versle ten te hebben, trouwde Liz In 1964 met Richard, die toen één keer getrouwd geweest was. Tien jaar hielden ze het vol. zij het met horten en stoten, maar toen zetten ze er definitief een punt achter, volgens Liz omdat Richard zo aan de drank was. Zij zocht troost bij de uit Amsterdam afkomstige Henry Wijnberg, hij bij de Joego-* Slavische prinses Elizabeth. Vorig jaar oktober ruilde Richard de laatste Elizabeth toch maar weer om voor de eerste Elizabeth, wie hij gezworen had nooit meer een druppel drank aan te zullen raken. Als oorzaak voor de waarschijn' lijk nieuwe scheiding noemt de Newyorkse krant dat Liz (43) in Zwitserland stiekem een romance zou hebben gehad met een 37- jarige Maltezer, terwijl Richard in New York filmde, waar hij overi gens ook diverse malen gesigna leerd werd met andere vrouwen. In elk geval heeft Elizabeth nu naar New York gebeld om te zeg gen dat ze vrijdag niet op haar verjaardagsfeest zou zijn, een feest in een peperduur restaurant dat nu maar afgelast is. De Canadese premier Pierre Tru- deau wil overal zijn mening over geven, behalve over zijn vrouw. Dat zijn privézaken waarover hij in alle talen zwijgt. Pas nog zat hij in Vancouver op een persconferen tie, waar hij een spervuur van vra gen moest verwerken. Hij ant woordde op alles: wat hij vond van de toestand van de economie, van Franstalige televisie- uitzendingen, van de Olympische Spelen, kortom: van bijna alles. Want toen een verslaggever op merkte dat mevrouw Margeret Trudeau er blijkbaar plezier in heeft te tonen hoe onafhankelijk ze van haar man is, deed de pre mier of hij daar nog nooit van gehoord had. „O, Ja?", zei hij qua- sie-verbaasd. „Nou Ja, ik ben altijd al voorstander van een zo groot mogelijke onafhankelijkheid voor zoveel mogelijk mensen. Volgende vraag." Een teleurstelling voor de beter gesitueerde kringen ln Ca: nada, waar Margaret (27) op het ogenblik het middelpunt van de gesprekken ls, sinds ze al twee keer heeft opgebeld in een recht- steekse radio-uitzending om haar mening te geven over persoonlijke vrijheid en onafhankelijkheid. Roddelend Canada vraagt zich af of de premier dat wel allemaal goed vindt, maar van hem zullen ze het niet horen. Misschien nog wel eens van Margaret Trudeau zelf in een volgend radiopro gramma. „Ik ben de loodgieter. Dit is mijn hulpje.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 5