Vlien van 't Sant: 75-jarige s bezig aan haar 77e boek Mam..., ik verveel me zo füXk w probleem o het onze /IlSlllSllI Hamertje tik Nieuwe boeken MEDEDELING Het Onderwijs vraagt donderdagmorgen 1e post lANDAG 23 FEBRUAR11976 BINNENLAND IROUVV/KWARTET 7 *j< ben diep in mijn hart altijd een schooljuffrouw gebleven' nor Fred Lammers p. ]ERSUM 'Literair zal ik (n t nooit hoog aanslaan, al is er :n|n grote markt voor. Toch o)b ik het gevoel er nuttig °'prk mee te doen. Onlangs zei pjn vriendin tegen me, dat als n met een boek twee uur een ita >ns hebt bezig gehouden het 10 een functie heeft gehad. Dat ^.nd ik lief gezegd en 'rtsschien heeft ze gelijk' >p r. in van 't Sant- van Bommel laat 3] r ogen dwalen langs de 65 boe- i die tot nu toe van haar hand zijn schenen. Ze staan in het gelid op kast in haar bungalowtje in rsum. Het is een indrukwekkend -4ital en als je dan ook nog weet dat e vandaag 75 jaar geworden rijfster haar eerste boek pas in 8 in de winkels zag liggen, besef iat zij de afgelopen kwarteeuw met de armen over elkaar heeft ben aan mijn 77e boek bezig. Bij erse uitgevers liggen ma- cripten die binnenkort zullen schijnen', vertelt Mien van 't it, een keurig gekapte dame met ze krulletjes, gekleed in een I ilauwe pantalon en roodblauwe use. Over haar boeken denkt zij nuchter. Na het verschijnen kijkt ze nooit meer in, omdat zij de I oud al zo vaak heeft moeten 'rt-h- 07 (ze is goed en die ook', zegt Mien 't Sant op een paar banden wij- Id. maar van andere boeken moet oegeven dat ze door de tijd zijn terhaald. 'Ik heb het in mijn boe- nooit in excessen gezocht. Ze n over de gewone dingen in het m' in. Al die sex van tegenwoordig sla ft voor mij niet. Stóf om te schrij- 8r- heb ik genoeg. Die heb ik maar ""•Ie rapen. Soms groeit er wat uit dat ik meemaak, soms ook niet. 2gheb perioden dat ik denk nooit *r te kunnen schrijven. Dan :ht ik maar rustig af. Schrijven is ,tofi grote hobby geworden, maar ik entf er niet van te leven. Ik vind het 29k dat ik er aan verdien, maar dat iet vers één.' I ristelijke geest n van 't Sant hecht er waarde aan haar boeken een christelijke it ademen. 'Ik heb geen boek ihreven waaarin ik niet wijs op eerbied die je moet hebben voor leven, voor al wat God heeft oo chappen. Niet dat ik met bijbel kom aandragen. Daarvoor je de bijbel nemen. Ik vergelijk 09 Mien van 't Sant grootmoederverdriet niet te vergelijken met de hopeloze situatie die nu is ontstaan om als nieuwkomer een boek uitgegeven te krijgen. Je vraagt je af of de uitge vers hun bakens op tijd hebben ver zet.' „Self-made" In manier van schrijven wel eens t die van wijlen Diet Kramer.' in van 't Sant heeft persoonlijk r problemen gehad: zij werd ;tien keer in een ziekenhuis ver- Sed. eens bijna vier maanden 03 na het auto-ongeluk dat haar "~fig jaar geleden overkwam en en' rvan zij de gevolgen nog dage- rke i ondervindt Maar met het ,rt" 'ijven is het haar aardig voor de bud gegaan.' Ik heb nooit op de 7 i hoeven staan zoals de jonge urs nu, die geen beleg op hun. „e( >d hebben. Toen ik begon ging if# wel niet zo gemakkelijk als net ive-de oorlog, toen je voor elk ma- i ii cript, hoe slecht het ook was, wel rS u'tgev®1" vond als het maar over ^yorlog ging. Maar het was toch Mien van 't Sant noemt zich 'self made' omdat ze 'literair van nie mand steun heeft gehad.' Ook niet van haar man, die wiskundeleraar was en twaalf jaar geleden werd gepensioneerd. Op de muur vlakbij de voordeur van de bungalow 'De witte raaf' waarin de Van 't Sants wonen, staat alleen haar naam in grote letters te lezen. Als ik op de bank in de huiskamer tegenover Mien van 't Sant zit, komt de heer des huizes ook spoedig ten tonele.' Hij is in de keuken aan het schilderen. Willem is reuze handig. Ik heb veel gemak van hem. Hij kookt zelfs en zorgt vaak voor thee en koffie. Daar heeft hij aardigheid in. Ik vond het huishouden een noodzakelijk kwaad. Het moet niet rommelig zijn. Aan rondslingerende kranten heb ik een hekel, maar of een kast glimt of niet zal mij een zorg zijn', krijg ik te horen als de heer Van 't Sant thee inschenkt en met een glazen schaal met koekjes rondgaat. In 1963 kwamen de Van 't Sants naar Leersum uit Gorinchem, waar Aar tje ('de lelijkste naam die ik ken') Wilhelmina van Bommel werd gebo ren en opgroeide. 'Ik heb geen spijt van die verhuizing gehad. Om Go rinchem heb ik nooit gegeven, omdat het een plaats is te groot voor servet en te klein voor tafellaken. Het enig leuke van het wonen daar waren onze roeitochten in de Biesbosch en het 's nachts slapen in een hooiberg bij een boer, waar de muizen over je benen liepen'. Laat begonnen Waarom is Mien van 't Sant pas laat met het schrijven van boeken begon nen? 'Dat had verschillende oorza ken. Ik schreef al heel jong. Ik was een erg wild, ondeugend kind, al zat ik op de deftige meisjesschool die Top Naeff zo goed heeft beschreven. Ik wilde een jongen zijn en bracht mijn ouders tot wanhoop. Op school stond ik meer op de gang dan dat ik in de klas zat. In die tijd begon ik met het schrijven van opstellen voor mijn klasgenoten die dan op hun beurt mijn strafwerk maakten. Later ben ik korte verha len gaan schrijven voor diverse bla den, maar het is nooit groot werk geworden. Als jong meisje wilde ik journaliste worden. Dat was toen voor een vrouw nog nauwelijks ont dekt terrein. Mijn vader was er dan ook fel tegen. Dat is een onnet be roep, daar komt niets van in. Ga maar bij het onderwijs net als ik (vader was hoofdonderwijzer en ook thuis de schoolmeester). Dat is een net beroep voor een meisje en met je 65e krijg je pensioen', stelde hij, om het extra aantrekkelijk te maken. Dat advies heb ik opgevolgd, al wist ik van tevoren dat ik het niet tot mijn 65e tussen vier muren zou uithou den. Ik heb acht jaar voor de klas gestaan'. Het plan om boeken te gaan schrijven kon ik pas na de oorlog verwezenlijken. Mijn man was daar altijd tegen geweest. Hij was bang dat ik dan nog meer last van migrai ne zou krijgen. Ik ben een echt mi- graine-mens, net als mijn vader. In 1946 moest ik negen maanden naar een rusthuis in Lunteren omdat ik overspannen was. Toen dacht ik: het kan me niets meer schelen, ik rust hier al de hele dag, ik ga 's middags tijdens het verplichte rusten een boek schrijven. Met" een potloodje schreef ik in schriften 'Op de drem pel' en 'Het volle leven tegemoet'. Weer thuis volgde 'Wijs mij de weg', dat als eerste is uitgegeven'. Bekendheid Met 'de vrouwe van de Oldehoeve' kreeg Mien van 't Sant de meeste bekendheid. 'Dat heeft ook mijn gro te liefde, omdat het mijn enige boek is dat een kern van waarheid bevat. Ik schreef het aan de hand van het geen een Groningse boerin, die ik had ontmoet tijdens een reis naar Oostenrijk, waarbij ik reisleidster was, mij vertelde over haar leven en haar familie, een rijk, trots boeren geslacht. Ik heb haar onherkenbaar gemaakt, maar zelf vond zij het zo mooi dat zij hoofdpersoon werd in een boek, dat ze het overal in het. noorden rondvertelde. Na het ver schijnen was haar familie zo woe dend dat ze eisten dat ik het boek uit de circulatie nam. Dat heb ik natuur lijk geweigerd. Af en toe ontmoet ik die boerin nog'. Kinder- en meisjesboeken schrijft Mien van 't Sant niet meer. 'Sinds we uit Gorinchem weg zijn hebben we het geregelde contact met kinderen verloren. Zelf heb ik geen kinderen. Daar heb ik het nog moeilijk mee. Vroeger was het een moederver- driet, nu een grootmoederverdriet. Als ik zaterdags hierin de buurt de auto's zie voorrijden en hele gezin nen worden begroet door gelukkige grootmoeders, moet ik altijd iets wegslikken'. Terwijl haar man in de keuken kof fie maalt, haalt Mien van 't Sant de onlangs in Engeland verschenen 'World Who's is Who of Authors' voor de dag, een dik boek, waarin willekeurig bijzonderheden over schrijvers en schrijfsters staan ver meld. 'Kijk, hier sta ik ook in. Het heeft me 71 gulden gekost. Eigenlijk had ik het niet willen doen, maar een vriendin heeft me overgehaald', zegt ze, en slaat het boekwerk open bij de plek waar ze er een papiertje tussen heeft gestopt en waar enkele regels aan haar zijn gewijd. 'Ach, het is wel aardig', vindt Mien van 't Sant. 'Zo zou ik ook zo graag eens in dat t.v.-programma van Sonja Barend willen komen. Zij haalt daarin ook voetballers naar voren. Dus waarom ik niet? Voor mezelf kan het me niet veel schelen, maar ik zou het leuk vinden voor mijn man'. door Mink van Rijsdijk Wie zou eigenlijk de voorzittershamer hebben uitgevon den? En waarom? We worden allemaal omringd door voorwerpen, waarvan we ons veel te weinig afvragen of ze wel echt noodzakelijk zijn, laat staan dat we er over piekeren of ze wel tot heil van iets of van iemand zijn. ik heb wat tegen een voorzittershamer. Het apparaat suggereert een zekere macht, maar het gebruik ervan verraadt net een beetje te vaak onmacht om er echt in te geloven. Toegegeven al hamerend kan men een brok agressie kwijt, maar waarom valt die bevoorrechting slechts één persoon ten deel? Een onbillijke zaak. Veel voorzitters, ook de vrouwelijke, maken zich waar bij de gratie van de hamer en is dat niet een tikkeltje sneu? Want wat is zo'n voorzittershamer nou helemaal? Een stuk hout op een steel, meer niet. Een behoorlijke spijker krijg je er warempel niet eens mee in de muur, in een ferme driftbui hoogstens een paar butsen in een tafel. Daar kan niemand mee gediend zijn. Mijn anti-hamergevoel is versterkt in de jaren dat ik als secretaresse werkte naast een voorzitter, die gewoon eerlijk hulpeloos ging kijken als er iets uit de hand liep. Timmeren deed hij nooit. Ik vrees dat er weinig mensen zijn die zoveel persoonlijkheid hebben als hij en hamerloos een vergadering durven leiden. Neem nou de voorzitter van 'De Christelijke Zuivelvereniging'. Ik ken de man niet, maar zorgen om hem kwellen me. Hij is zijn hamer kwijt en weet dat misschien nog niet, maar ik kwam er per ongeluk achter. Bovendien is mij zelfs bekend waar het ding zich bevindt. Hoe moet dat nu straks als de christelijke zuivel vergadert? Ik zou zeggen: gewoon met de blote handen. Kop op, broeder, mijn voorzitter kon het ook erg goed, grijp moed. Neem als morele steun, voor men-kan-nooit-weten, een pakje diepeevroren boter mee. De kou aan de handen zou het hoofd dan weieens koeler kunnen huuden dan welke hamer ook. Tenzij natuurlijk de vergadering al te lang duurt, maar bent u dan mét hamer ook al niet reddeloos, redeloos en radeloos? Het hoge woord moet er nu maar uit. Ik had die christelijke zuivelhamer bijna gestolen. Vreselijke gedachte. Niet mijn eerlijke inborst heeft mij voor dit misdrijf bewaard, maar het koperen schildje van de boter, kaas en eieren. Hoe zoiets kan? Door bestuurswisselingen in mijn club zijn de hamerloze voorzitter en ik door opvolgers vervangen. De nieuwe secretaresse aanvaardde energiek haar taak, ordende de spullen en ontdekte daarbij de afwezigheid van de clubha mer. Ik werd verondersteld hem te hebben. Na een paar zenuwslopende dagen van intensief zoeken was de paniek volledig in me losgeslagen. Zoekgeraakte sleutels, balpen nen en duimstokken kwamen boven water, maar de hamer bleef spoorloos. In deze hachelijke situatie vluchtte ik ten einde raad naar de lokaliteit waar onze club altijd samen komt. 'Een voorzittershamer? Kijk eens hier, dame." Een oude schoenendoos met minstens tien exemplaren werd mij aangereikt. Dat vrolijkte me al aardig op, het idee dat ik niet de enige sloddervos bleek te zijn, bevrijdde me al goeddeels van de hamerneurose. Helemaal blij werd ik pas toen ik dacht 'onze' voorzittershamer te kunnen aanwijzen. De verloren-voorwerpen-man vroeg: 'Bent u de Christelij ke Zuivelvereniging?' 'Hoe dat zo?' vroeg ik. Toen goochelde hij even met de hamersteel en duwde het koperen schildje onder mijn inmiddels tranende ogen. Waar ik maar mee zeggen wil dat mijn aanvankelijke aversie tegen voorzittershamers nu helemaal psychologisch is verantwoord. Ik werd geen dievegge gelukkig, zo hamertje-getikt was ik nou ook weer niet. door Annemarie Lücker 'Schooljuffrouw' 'Ik loop sinds enige tijd met het plan rond een boek te schrijven over het je voorbereiden op met pensioen gaan. Er zijn mensen die denken dat gepensioneerd zijn heerlijk is, maar ze vergeten dat er van alles bij komt kijken. Zo'n boek virfd ik daarom echt nodig. Het zou een mooie afslui ting voor me zijn. Alleen moet ik daarbij oppassen dat ik niet ga pre ken, want ik ben diep in mijn hart een schooljuffrouw gebleven'. ag: Bestaat er een milieuvriende- plastic? Ik erger me namelijk ,rjjjde toenemende gewoonte van de teliers om al hun produkten in tic te verpakken. Je kunt in grote ïn geen klosje garen kopen zon- er een plasticzakje omheen te jen. gewoonte is dan ook, in mijn dschappentasje wat van die zak te bewaren en die dan aan te ien, zodat de man of de vrouw de kassa niet steeds een nieuw e behoeft te gebruiken. Maar dit Kt verwarrend, dus irriterend, zei: 'Mevrouw, waar maakt u druk over. het is milieuvriende- plastic'. Tijd om meer te praten er niet. want er was een grote rij :htcndcn achter me. woord: Er bestaat inderdaad mi- vriendelijk plastic, dat restloos lietigd kan worden. Op de ver- king staat dit wel eens aangege- Gebruik van papier heeft het vaar dat daarvoor hout nodig is. de grote warenhuizen uniforme es gebruiken, is om winkel stallen zo veel mogelijk te voor komen. In één grote zaak volstaat men soms met op grote artikelen een miniscuul plakkertje. Misschien kunnen andere grote warenhuizen dit ook eens doen. In een incidenteel geval houdt het weigeren van ver pakkingsmateriaal te veel op. zoals u al schreef. Wei jammer: Een ferme boodschappentas is immers net zo goed. U ziet: Er zijn meer kanten aan dit probleem. Vraag: Jaren gelden heeft Trouw een boek gerecenseerd, dat gedeel ten van de Bijbel behandelde, o.a. de gelijkenissen, op zeer moderne wijze. De wijngaard wordt b.v. een fabriek. Situaties en personen worden in dit boek op twintigeeuwse wijze be schreven. Antwoord: Het door u bedoelde boek heet 'De barmhartige Samari taan', en is geschreven door tien ver schillende personen onder redactie van Walter Jens. Het is uitgegeven door Ten Have en Keuning. Het is te bestellen bij de boekhandelaar en kostte delaatste tijd 16,50 gulden. Vraag: Wat is het adres van het Nieuw538-Israëlitisch Weekblad? Antwoord: De redactie van het Nieuw-Israélitisch Weekblad (recti ficatie van de Israélische ambassa de) berust bij de heer Copuit, Kei zersgracht 117, Amsterdam C. Vraag: Hoe kan ik b.v. aan de onder kant van antiek porselein de naam van de oorspronkelijke eigenaar met verf. inkt of een andere substantie aanbrengen, zonder dat deze met een afwasbeurt meteen verdwijntn Antwoord: Een ideetje. dat misschien dienstbaar is: Een leuko- plaatje onder het bewuste aarde werk en daarop met O.I.-inkt (was- merkinkt) het opschrift. U kunt het er ook met fietsenlak op schrijven, Vragen (één per brief) zenden naar: Uw probleem ook het onze. Postbus 507, Voorburg. Naam en adres vermelden. Eén gulden aan postzegels bijsluiten. Geheimhou ding is verzekerd. wel eerst de ondergrond goed schoonmaken. Natuurlijk kan men die opschriften op den duur wel weg wassen, als men dit wiL Reactie van lezeres: Waarom heeft u het in uw antwoord over 'opaatjes en omaatjes, 'die jarig zijn?' Kan u hen niet aanspreken als 'opa's en oma's?' Waarom, vraag ik als oma zijnde, die betutteling? Antwoord: Uw briefkaart heeft ons aan het denken gezet. Uit het feit dat de schrijfster van het bedoelde stukje zelf al oma is, kunt u rustig concluderen, dat 'omaatje én opaa- tje' in geen geval denigrerend of discriminerend is bedoeld. Als wildvreemden een bejaarde aan spreken met opoe of erger, dan heeft u alle aanleiding om eens pinnig te zeggen, dat u zijn of haar opoe niet bent. In dit geval ging het om een verjaar dag. een intiem familiefeestje dus, opaatje en omaatje klinkt dan zo gezellig in de oren en helemaal niet betuttelend. Gelukkig is u met een andere dame maar een van de weinigen, die zich hieraan niet stoorden, maar in het vervolg zullen we proberen nog dui delijker te zijn, zodat geen misver standen als deze kunnen ontstaan. Vraag: Wanneer kan ik het beste coniferen, die in de winter groen blijven, overplanten. Ik zend u hier bij een stukje groen ter vergemakke lijking. Antwoord: De beste plant- en ver- planttijd is in het vroege najaar. Men moet planten en verplanten met een flinke kluit, anders komt er niets van terecht Het plantgat moet veel gro ter zijn dan de kluit. Het gat moet aangevuld worden met losse, niet te droge grond. Uw plant is een thuja, deze houdt van zon, maar kan ook in halfschaduw geplaatst worden. Men moet er zorg voor dragen, dat de richting van de plant ten opzichte van de zon dezelfde blijft. Niets is moeilijker dan het planten en overplanten van coniferen. Het beste is, dit aan een vakman over te laten en zelfs dan gaan ze wel eens dood. Er zijn van die kinderen die altijd lekker bezig zijn buiten schooltijd. Hun fantasie is ein deloos en meestal zijn ze met heel weinig speelgoed uiterst tevreden. Als het weer een beet je redelijk is zijn ze buiten te vinden met hun vriendjes, je ziet ze alleen als ze honger hebben. Ieder kind heeft wel eens een periode van lusteloosheid, waarin een bijna dodelijke verveling hoogtij viert. Niets is goed, alle vriendjes zijn vervelend, alle spelletjes zijn gedaan en alle boeken zijn gelezen. Het kan gebeuren dat een moeder op dat moment geen tijd heeft om iets met de kinderen te ondernemen, het gevolg daarvan is dat iedereen elkaar geïrriteerd voor de voeten loopt. Opmerkingen zoals „ga je kamer eens opruimen" of „ga eens iets doen" vallen dan ook volkomen fout. Want je kamer opruimen in je eentje als je een rotbui hebt is wel het laatste waar je zin in hebt en je weet juist nü niets te doen. Op dat moment moet een moeder eigenlijk een paar ijzersterke troeven achter de hand hebben, waarvan ze weet dat de ideeën aanslaan bij haar kind. Bij het onderstaande lijstje zullen ongetwijfeld enkele lachwekkende onderwerpen staan. Maar een kind tussen vijf en zeven jaar kan heel goed: ramen lappen Leo Ross. Op een geringe afstand. Amsterdam (Koninginneweg 164), Thespa, 1975, 31 blz. 8.50 Leo Ross publiceerde de dichtbun dels L'amour vert (1962), De fabels van Lokman (1964) en Classics (1967), en verder gedichten in tijd schriften. De onderhavige bundel is een keus uit dat werk. Poëzie schrijven überhaupt is naar Du Perrons woorden een poging tot af stand. Ross' bundel heet echter Op een geringe afstand, wat de intieme distantie wil benadrukken die zijn poëtische houding kenmerkt. Ergens zegt hij: „ik schrijf zoals een nor maal mens leest weinig". Het en jambement in aanmerking genomen is beide waar. Deze bloemlezing is maar een dun bundeltje en de zorg vuldige taal van deze poëzie verzet zich allerminst tegen interpretatie. De fabels van Lokan steken er als mooie verdichtingen van 17de-eeuws Latijns proza bovenuit. Uit het ande re werk blijkt Ross' gevoel voor sier lijke en beeldende regeis. waarin venijn altijd bedekt aangeboden en angst met zonlicht bestreden wordt. Niet steeds is alles even verrassend, vooral nu de poezie toch al heel wat jaren „verder" is. Maar zulke slotge dichten als „Vasalis" en „Op weg naar het einde" de meest recente (1971) laten mooi zien hoe goed Ross zijn kan. Uit het laatste citeer ik: „Naarmate we ouder worden ra ken we meer en meer verstrengeld in belachelijkheid; nog genieten we van de natuur, slaan urenlang gade hoe aan de kant van een sloot, in het defensief gedrongen, langdu rig verbijsterd, een gladiool twee kansloze klaprozen afweert maar intussen dwaalt een onbe stemde zweem van pijn door ons bloed". T.v.D. zilver of koper poetsen (zilver kan ook met biotex en heet water) alle schoenen in huis poetsen pannekoekbeslag maken (daar hebben ze vaak naast gestaan) ingrediënten voor Iruitsla fijn- snijden een extra feestelijke tafel dekken een naaidoos opruimen een knoop aan eigen kleren zetten een moeilijke (dus spannende) bood schap doen buitenshuis auto of fiets wassen zegelboekje van de supermarkt vol plakken stofzuigen Grotere kinderen hebben meer be wegingsvrijheid buitenshuis maar die kunnen zich natuurlijk ook wel eens vervelen. Stel hen eens voor om: boodschap pen te doen voor een simpele maal tijd naar keuze zelf te koken een das voor zichzelf te breien hun eigen kamer anders in te richten daarbij vanzelfsprekend opruimen oude fotoboeken van vroeger te bekijken plannen te maken voor een feestelij ke bijeenkomst (op papier) Voor al deze karweitjes geldt een regel: .én keer duidelijk uitleggen of bespreken en daarna de kinderen zelf aan de gang laten zonder be moeienissen of waarschuwingen bij kliederpartijen. Mocht u een moeder zijn die haar kinderen automatisch inschakelt bij het huishouden, dan zult u andere dingen moeten verzin nen, want om wekelijks de auto te moeten wassen of zelf schoenen te poetsen is dan een vervelend routine karweitje. Tot slot is een beloning voor alle zilver poetsende of ramen zemende kinderen wel verdiend. aan de adverteerders in de rubriek In verband met de grote hoeveelheid zet-advertenties voor onze zaterdagbladen, dienen advertenties voor deze rubriek Het onderwijs vraagt uiterlijk in het bezit van de advcrlcntieorderafdcling van de Chr. Pers, Postbus 859 ie Amsterdam te zijn. opgave derhalve tijdig in te zenden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 7