Vlien van 't Sant: 75-jarige
s bezig aan haar 77e boek
Mam..., ik verveel me zo
füXk
w probleem o het onze
/IlSlllSllI
Hamertje tik
Nieuwe boeken
MEDEDELING
Het Onderwijs vraagt
donderdagmorgen
1e post
lANDAG 23 FEBRUAR11976
BINNENLAND
IROUVV/KWARTET 7
*j< ben diep in mijn hart altijd een schooljuffrouw gebleven'
nor Fred Lammers
p. ]ERSUM 'Literair zal ik
(n t nooit hoog aanslaan, al is er
:n|n grote markt voor. Toch
o)b ik het gevoel er nuttig
°'prk mee te doen. Onlangs zei
pjn vriendin tegen me, dat als
n met een boek twee uur een
ita >ns hebt bezig gehouden het
10 een functie heeft gehad. Dat
^.nd ik lief gezegd en
'rtsschien heeft ze gelijk'
>p
r. in van 't Sant- van Bommel laat
3] r ogen dwalen langs de 65 boe-
i die tot nu toe van haar hand zijn
schenen. Ze staan in het gelid op
kast in haar bungalowtje in
rsum. Het is een indrukwekkend
-4ital en als je dan ook nog weet dat
e vandaag 75 jaar geworden
rijfster haar eerste boek pas in
8 in de winkels zag liggen, besef
iat zij de afgelopen kwarteeuw
met de armen over elkaar heeft
ben aan mijn 77e boek bezig. Bij
erse uitgevers liggen ma-
cripten die binnenkort zullen
schijnen', vertelt Mien van 't
it, een keurig gekapte dame met
ze krulletjes, gekleed in een
I ilauwe pantalon en roodblauwe
use. Over haar boeken denkt zij
nuchter. Na het verschijnen kijkt
ze nooit meer in, omdat zij de
I oud al zo vaak heeft moeten
'rt-h-
07
(ze is goed en die ook', zegt Mien
't Sant op een paar banden wij-
Id. maar van andere boeken moet
oegeven dat ze door de tijd zijn
terhaald. 'Ik heb het in mijn boe-
nooit in excessen gezocht. Ze
n over de gewone dingen in het
m' in. Al die sex van tegenwoordig
sla ft voor mij niet. Stóf om te schrij-
8r- heb ik genoeg. Die heb ik maar
""•Ie rapen. Soms groeit er wat uit
dat ik meemaak, soms ook niet.
2gheb perioden dat ik denk nooit
*r te kunnen schrijven. Dan
:ht ik maar rustig af. Schrijven is
,tofi grote hobby geworden, maar ik
entf er niet van te leven. Ik vind het
29k dat ik er aan verdien, maar dat
iet vers één.'
I ristelijke geest
n van 't Sant hecht er waarde aan
haar boeken een christelijke
it ademen. 'Ik heb geen boek
ihreven waaarin ik niet wijs op
eerbied die je moet hebben voor
leven, voor al wat God heeft
oo chappen. Niet dat ik met bijbel
kom aandragen. Daarvoor
je de bijbel nemen. Ik vergelijk
09
Mien van 't Sant grootmoederverdriet
niet te vergelijken met de hopeloze
situatie die nu is ontstaan om als
nieuwkomer een boek uitgegeven te
krijgen. Je vraagt je af of de uitge
vers hun bakens op tijd hebben ver
zet.'
„Self-made"
In manier van schrijven wel eens
t die van wijlen Diet Kramer.'
in van 't Sant heeft persoonlijk
r problemen gehad: zij werd
;tien keer in een ziekenhuis ver-
Sed. eens bijna vier maanden
03 na het auto-ongeluk dat haar
"~fig jaar geleden overkwam en
en' rvan zij de gevolgen nog dage-
rke i ondervindt Maar met het
,rt" 'ijven is het haar aardig voor de
bud gegaan.' Ik heb nooit op de
7 i hoeven staan zoals de jonge
urs nu, die geen beleg op hun.
„e( >d hebben. Toen ik begon ging
if# wel niet zo gemakkelijk als net
ive-de oorlog, toen je voor elk ma-
i ii cript, hoe slecht het ook was, wel
rS u'tgev®1" vond als het maar over
^yorlog ging. Maar het was toch
Mien van 't Sant noemt zich 'self
made' omdat ze 'literair van nie
mand steun heeft gehad.' Ook niet
van haar man, die wiskundeleraar
was en twaalf jaar geleden werd
gepensioneerd. Op de muur vlakbij
de voordeur van de bungalow 'De
witte raaf' waarin de Van 't Sants
wonen, staat alleen haar naam in
grote letters te lezen. Als ik op de
bank in de huiskamer tegenover
Mien van 't Sant zit, komt de heer des
huizes ook spoedig ten tonele.' Hij is
in de keuken aan het schilderen.
Willem is reuze handig. Ik heb veel
gemak van hem. Hij kookt zelfs en
zorgt vaak voor thee en koffie. Daar
heeft hij aardigheid in. Ik vond het
huishouden een noodzakelijk
kwaad. Het moet niet rommelig zijn.
Aan rondslingerende kranten heb ik
een hekel, maar of een kast glimt of
niet zal mij een zorg zijn', krijg ik te
horen als de heer Van 't Sant thee
inschenkt en met een glazen schaal
met koekjes rondgaat.
In 1963 kwamen de Van 't Sants naar
Leersum uit Gorinchem, waar Aar
tje ('de lelijkste naam die ik ken')
Wilhelmina van Bommel werd gebo
ren en opgroeide. 'Ik heb geen spijt
van die verhuizing gehad. Om Go
rinchem heb ik nooit gegeven, omdat
het een plaats is te groot voor servet
en te klein voor tafellaken. Het enig
leuke van het wonen daar waren
onze roeitochten in de Biesbosch en
het 's nachts slapen in een hooiberg
bij een boer, waar de muizen over je
benen liepen'.
Laat begonnen
Waarom is Mien van 't Sant pas laat
met het schrijven van boeken begon
nen? 'Dat had verschillende oorza
ken. Ik schreef al heel jong. Ik was
een erg wild, ondeugend kind, al zat
ik op de deftige meisjesschool die
Top Naeff zo goed heeft beschreven.
Ik wilde een jongen zijn en bracht
mijn ouders tot wanhoop. Op school
stond ik meer op de gang dan dat ik
in de klas zat.
In die tijd begon ik met het schrijven
van opstellen voor mijn klasgenoten
die dan op hun beurt mijn strafwerk
maakten. Later ben ik korte verha
len gaan schrijven voor diverse bla
den, maar het is nooit groot werk
geworden. Als jong meisje wilde ik
journaliste worden. Dat was toen
voor een vrouw nog nauwelijks ont
dekt terrein. Mijn vader was er dan
ook fel tegen. Dat is een onnet be
roep, daar komt niets van in. Ga
maar bij het onderwijs net als ik
(vader was hoofdonderwijzer en ook
thuis de schoolmeester). Dat is een
net beroep voor een meisje en met je
65e krijg je pensioen', stelde hij, om
het extra aantrekkelijk te maken.
Dat advies heb ik opgevolgd, al wist
ik van tevoren dat ik het niet tot mijn
65e tussen vier muren zou uithou
den. Ik heb acht jaar voor de klas
gestaan'.
Het plan om boeken te gaan
schrijven kon ik pas na de oorlog
verwezenlijken. Mijn man was daar
altijd tegen geweest. Hij was bang
dat ik dan nog meer last van migrai
ne zou krijgen. Ik ben een echt mi-
graine-mens, net als mijn vader. In
1946 moest ik negen maanden naar
een rusthuis in Lunteren omdat ik
overspannen was. Toen dacht ik: het
kan me niets meer schelen, ik rust
hier al de hele dag, ik ga 's middags
tijdens het verplichte rusten een
boek schrijven. Met" een potloodje
schreef ik in schriften 'Op de drem
pel' en 'Het volle leven tegemoet'.
Weer thuis volgde 'Wijs mij de weg',
dat als eerste is uitgegeven'.
Bekendheid
Met 'de vrouwe van de Oldehoeve'
kreeg Mien van 't Sant de meeste
bekendheid. 'Dat heeft ook mijn gro
te liefde, omdat het mijn enige boek
is dat een kern van waarheid bevat.
Ik schreef het aan de hand van het
geen een Groningse boerin, die ik
had ontmoet tijdens een reis naar
Oostenrijk, waarbij ik reisleidster
was, mij vertelde over haar leven en
haar familie, een rijk, trots boeren
geslacht. Ik heb haar onherkenbaar
gemaakt, maar zelf vond zij het zo
mooi dat zij hoofdpersoon werd in
een boek, dat ze het overal in het.
noorden rondvertelde. Na het ver
schijnen was haar familie zo woe
dend dat ze eisten dat ik het boek uit
de circulatie nam. Dat heb ik natuur
lijk geweigerd. Af en toe ontmoet ik
die boerin nog'.
Kinder- en meisjesboeken schrijft
Mien van 't Sant niet meer. 'Sinds we
uit Gorinchem weg zijn hebben we
het geregelde contact met kinderen
verloren. Zelf heb ik geen kinderen.
Daar heb ik het nog moeilijk mee.
Vroeger was het een moederver-
driet, nu een grootmoederverdriet.
Als ik zaterdags hierin de buurt de
auto's zie voorrijden en hele gezin
nen worden begroet door gelukkige
grootmoeders, moet ik altijd iets
wegslikken'.
Terwijl haar man in de keuken kof
fie maalt, haalt Mien van 't Sant de
onlangs in Engeland verschenen
'World Who's is Who of Authors'
voor de dag, een dik boek, waarin
willekeurig bijzonderheden over
schrijvers en schrijfsters staan ver
meld. 'Kijk, hier sta ik ook in. Het
heeft me 71 gulden gekost. Eigenlijk
had ik het niet willen doen, maar een
vriendin heeft me overgehaald', zegt
ze, en slaat het boekwerk open bij de
plek waar ze er een papiertje tussen
heeft gestopt en waar enkele regels
aan haar zijn gewijd. 'Ach, het is wel
aardig', vindt Mien van 't Sant. 'Zo
zou ik ook zo graag eens in dat
t.v.-programma van Sonja Barend
willen komen. Zij haalt daarin ook
voetballers naar voren. Dus waarom
ik niet? Voor mezelf kan het me niet
veel schelen, maar ik zou het leuk
vinden voor mijn man'.
door Mink van Rijsdijk
Wie zou eigenlijk de voorzittershamer hebben uitgevon
den? En waarom? We worden allemaal omringd door
voorwerpen, waarvan we ons veel te weinig afvragen of ze
wel echt noodzakelijk zijn, laat staan dat we er over
piekeren of ze wel tot heil van iets of van iemand zijn.
ik heb wat tegen een voorzittershamer. Het apparaat
suggereert een zekere macht, maar het gebruik ervan
verraadt net een beetje te vaak onmacht om er echt in te
geloven. Toegegeven al hamerend kan men een brok
agressie kwijt, maar waarom valt die bevoorrechting
slechts één persoon ten deel? Een onbillijke zaak.
Veel voorzitters, ook de vrouwelijke, maken zich waar bij
de gratie van de hamer en is dat niet een tikkeltje sneu?
Want wat is zo'n voorzittershamer nou helemaal? Een stuk
hout op een steel, meer niet. Een behoorlijke spijker krijg
je er warempel niet eens mee in de muur, in een ferme
driftbui hoogstens een paar butsen in een tafel. Daar kan
niemand mee gediend zijn.
Mijn anti-hamergevoel is versterkt in de jaren dat ik als
secretaresse werkte naast een voorzitter, die gewoon
eerlijk hulpeloos ging kijken als er iets uit de hand liep.
Timmeren deed hij nooit. Ik vrees dat er weinig mensen
zijn die zoveel persoonlijkheid hebben als hij en hamerloos
een vergadering durven leiden. Neem nou de voorzitter
van 'De Christelijke Zuivelvereniging'. Ik ken de man niet,
maar zorgen om hem kwellen me. Hij is zijn hamer kwijt
en weet dat misschien nog niet, maar ik kwam er per
ongeluk achter. Bovendien is mij zelfs bekend waar het
ding zich bevindt. Hoe moet dat nu straks als de christelijke
zuivel vergadert? Ik zou zeggen: gewoon met de blote
handen. Kop op, broeder, mijn voorzitter kon het ook erg
goed, grijp moed.
Neem als morele steun, voor men-kan-nooit-weten, een
pakje diepeevroren boter mee. De kou aan de handen zou
het hoofd dan weieens koeler kunnen huuden dan welke
hamer ook. Tenzij natuurlijk de vergadering al te lang
duurt, maar bent u dan mét hamer ook al niet reddeloos,
redeloos en radeloos? Het hoge woord moet er nu maar
uit. Ik had die christelijke zuivelhamer bijna gestolen.
Vreselijke gedachte. Niet mijn eerlijke inborst heeft mij
voor dit misdrijf bewaard, maar het koperen schildje van
de boter, kaas en eieren. Hoe zoiets kan?
Door bestuurswisselingen in mijn club zijn de hamerloze
voorzitter en ik door opvolgers vervangen. De nieuwe
secretaresse aanvaardde energiek haar taak, ordende de
spullen en ontdekte daarbij de afwezigheid van de clubha
mer. Ik werd verondersteld hem te hebben. Na een paar
zenuwslopende dagen van intensief zoeken was de paniek
volledig in me losgeslagen. Zoekgeraakte sleutels, balpen
nen en duimstokken kwamen boven water, maar de hamer
bleef spoorloos. In deze hachelijke situatie vluchtte ik ten
einde raad naar de lokaliteit waar onze club altijd samen
komt. 'Een voorzittershamer? Kijk eens hier, dame." Een
oude schoenendoos met minstens tien exemplaren werd
mij aangereikt. Dat vrolijkte me al aardig op, het idee dat
ik niet de enige sloddervos bleek te zijn, bevrijdde me al
goeddeels van de hamerneurose. Helemaal blij werd ik pas
toen ik dacht 'onze' voorzittershamer te kunnen aanwijzen.
De verloren-voorwerpen-man vroeg: 'Bent u de Christelij
ke Zuivelvereniging?'
'Hoe dat zo?' vroeg ik. Toen goochelde hij even met de
hamersteel en duwde het koperen schildje onder mijn
inmiddels tranende ogen. Waar ik maar mee zeggen wil dat
mijn aanvankelijke aversie tegen voorzittershamers nu
helemaal psychologisch is verantwoord. Ik werd geen
dievegge gelukkig, zo hamertje-getikt was ik nou ook weer
niet.
door Annemarie Lücker
'Schooljuffrouw'
'Ik loop sinds enige tijd met het plan
rond een boek te schrijven over het
je voorbereiden op met pensioen
gaan. Er zijn mensen die denken dat
gepensioneerd zijn heerlijk is, maar
ze vergeten dat er van alles bij komt
kijken. Zo'n boek virfd ik daarom
echt nodig. Het zou een mooie afslui
ting voor me zijn. Alleen moet ik
daarbij oppassen dat ik niet ga pre
ken, want ik ben diep in mijn hart
een schooljuffrouw gebleven'.
ag: Bestaat er een milieuvriende-
plastic? Ik erger me namelijk
,rjjjde toenemende gewoonte van de
teliers om al hun produkten in
tic te verpakken. Je kunt in grote
ïn geen klosje garen kopen zon-
er een plasticzakje omheen te
jen.
gewoonte is dan ook, in mijn
dschappentasje wat van die zak
te bewaren en die dan aan te
ien, zodat de man of de vrouw
de kassa niet steeds een nieuw
e behoeft te gebruiken. Maar dit
Kt verwarrend, dus irriterend,
zei: 'Mevrouw, waar maakt u
druk over. het is milieuvriende-
plastic'. Tijd om meer te praten
er niet. want er was een grote rij
:htcndcn achter me.
woord: Er bestaat inderdaad mi-
vriendelijk plastic, dat restloos
lietigd kan worden. Op de ver-
king staat dit wel eens aangege-
Gebruik van papier heeft het
vaar dat daarvoor hout nodig is.
de grote warenhuizen uniforme
es gebruiken, is om winkel
stallen zo veel mogelijk te voor
komen. In één grote zaak volstaat
men soms met op grote artikelen een
miniscuul plakkertje. Misschien
kunnen andere grote warenhuizen
dit ook eens doen. In een incidenteel
geval houdt het weigeren van ver
pakkingsmateriaal te veel op. zoals u
al schreef. Wei jammer: Een ferme
boodschappentas is immers net zo
goed. U ziet: Er zijn meer kanten aan
dit probleem.
Vraag: Jaren gelden heeft Trouw
een boek gerecenseerd, dat gedeel
ten van de Bijbel behandelde, o.a. de
gelijkenissen, op zeer moderne
wijze.
De wijngaard wordt b.v. een fabriek.
Situaties en personen worden in dit
boek op twintigeeuwse wijze be
schreven.
Antwoord: Het door u bedoelde
boek heet 'De barmhartige Samari
taan', en is geschreven door tien ver
schillende personen onder redactie
van Walter Jens. Het is uitgegeven
door Ten Have en Keuning. Het is te
bestellen bij de boekhandelaar en
kostte delaatste tijd 16,50 gulden.
Vraag: Wat is het adres van het
Nieuw538-Israëlitisch Weekblad?
Antwoord: De redactie van het
Nieuw-Israélitisch Weekblad (recti
ficatie van de Israélische ambassa
de) berust bij de heer Copuit, Kei
zersgracht 117, Amsterdam C.
Vraag: Hoe kan ik b.v. aan de onder
kant van antiek porselein de naam
van de oorspronkelijke eigenaar met
verf. inkt of een andere substantie
aanbrengen, zonder dat deze met
een afwasbeurt meteen verdwijntn
Antwoord: Een ideetje. dat
misschien dienstbaar is: Een leuko-
plaatje onder het bewuste aarde
werk en daarop met O.I.-inkt (was-
merkinkt) het opschrift. U kunt het
er ook met fietsenlak op schrijven,
Vragen (één per brief) zenden
naar: Uw probleem ook het onze.
Postbus 507, Voorburg. Naam en
adres vermelden. Eén gulden aan
postzegels bijsluiten. Geheimhou
ding is verzekerd.
wel eerst de ondergrond goed
schoonmaken. Natuurlijk kan men
die opschriften op den duur wel weg
wassen, als men dit wiL
Reactie van lezeres: Waarom heeft u
het in uw antwoord over 'opaatjes en
omaatjes, 'die jarig zijn?' Kan u hen
niet aanspreken als 'opa's en oma's?'
Waarom, vraag ik als oma zijnde, die
betutteling?
Antwoord: Uw briefkaart heeft ons
aan het denken gezet. Uit het feit dat
de schrijfster van het bedoelde
stukje zelf al oma is, kunt u rustig
concluderen, dat 'omaatje én opaa-
tje' in geen geval denigrerend of
discriminerend is bedoeld.
Als wildvreemden een bejaarde aan
spreken met opoe of erger, dan heeft
u alle aanleiding om eens pinnig te
zeggen, dat u zijn of haar opoe niet
bent.
In dit geval ging het om een verjaar
dag. een intiem familiefeestje dus,
opaatje en omaatje klinkt dan zo
gezellig in de oren en helemaal niet
betuttelend.
Gelukkig is u met een andere dame
maar een van de weinigen, die zich
hieraan niet stoorden, maar in het
vervolg zullen we proberen nog dui
delijker te zijn, zodat geen misver
standen als deze kunnen ontstaan.
Vraag: Wanneer kan ik het beste
coniferen, die in de winter groen
blijven, overplanten. Ik zend u hier
bij een stukje groen ter vergemakke
lijking.
Antwoord: De beste plant- en ver-
planttijd is in het vroege najaar. Men
moet planten en verplanten met een
flinke kluit, anders komt er niets van
terecht Het plantgat moet veel gro
ter zijn dan de kluit. Het gat moet
aangevuld worden met losse, niet te
droge grond.
Uw plant is een thuja, deze houdt
van zon, maar kan ook in
halfschaduw geplaatst worden. Men
moet er zorg voor dragen, dat de
richting van de plant ten opzichte
van de zon dezelfde blijft.
Niets is moeilijker dan het planten
en overplanten van coniferen.
Het beste is, dit aan een vakman over
te laten en zelfs dan gaan ze wel eens
dood.
Er zijn van die kinderen die
altijd lekker bezig zijn buiten
schooltijd. Hun fantasie is ein
deloos en meestal zijn ze met
heel weinig speelgoed uiterst
tevreden. Als het weer een beet
je redelijk is zijn ze buiten te
vinden met hun vriendjes, je
ziet ze alleen als ze honger
hebben.
Ieder kind heeft wel eens een periode
van lusteloosheid, waarin een bijna
dodelijke verveling hoogtij viert.
Niets is goed, alle vriendjes zijn
vervelend, alle spelletjes zijn gedaan
en alle boeken zijn gelezen. Het
kan gebeuren dat een moeder op dat
moment geen tijd heeft om iets met
de kinderen te ondernemen, het
gevolg
daarvan is dat iedereen elkaar
geïrriteerd voor de voeten loopt.
Opmerkingen zoals „ga je kamer
eens opruimen" of „ga eens iets
doen" vallen dan ook volkomen fout.
Want
je kamer opruimen in je eentje als je
een rotbui hebt is wel het laatste
waar je zin in hebt en je weet
juist nü niets te doen. Op dat
moment moet een moeder eigenlijk
een paar ijzersterke troeven achter
de hand
hebben, waarvan ze weet dat de
ideeën aanslaan bij haar kind.
Bij het onderstaande lijstje zullen
ongetwijfeld enkele lachwekkende
onderwerpen staan. Maar een kind
tussen
vijf en zeven jaar kan heel goed:
ramen lappen
Leo Ross. Op een geringe afstand.
Amsterdam (Koninginneweg 164),
Thespa, 1975, 31 blz. 8.50
Leo Ross publiceerde de dichtbun
dels L'amour vert (1962), De fabels
van Lokman (1964) en Classics
(1967), en verder gedichten in tijd
schriften. De onderhavige bundel is
een keus uit dat werk. Poëzie
schrijven überhaupt is naar Du
Perrons woorden een poging tot af
stand. Ross' bundel heet echter Op
een geringe afstand, wat de intieme
distantie wil benadrukken die zijn
poëtische houding kenmerkt. Ergens
zegt hij: „ik schrijf zoals een nor
maal mens leest weinig". Het en
jambement in aanmerking genomen
is beide waar. Deze bloemlezing is
maar een dun bundeltje en de zorg
vuldige taal van deze poëzie verzet
zich allerminst tegen interpretatie.
De fabels van Lokan steken er als
mooie verdichtingen van 17de-eeuws
Latijns proza bovenuit. Uit het ande
re werk blijkt Ross' gevoel voor sier
lijke en beeldende regeis. waarin
venijn altijd bedekt aangeboden en
angst met zonlicht bestreden wordt.
Niet steeds is alles even verrassend,
vooral nu de poezie toch al heel wat
jaren „verder" is. Maar zulke slotge
dichten als „Vasalis" en „Op weg
naar het einde" de meest recente
(1971) laten mooi zien hoe goed
Ross zijn kan. Uit het laatste citeer
ik: „Naarmate we ouder worden ra
ken we meer en meer verstrengeld
in belachelijkheid; nog genieten
we van de natuur, slaan urenlang
gade hoe aan de kant van een sloot,
in het defensief gedrongen, langdu
rig verbijsterd, een gladiool twee
kansloze klaprozen afweert
maar intussen dwaalt een onbe
stemde zweem van pijn door ons
bloed".
T.v.D.
zilver of koper poetsen (zilver kan
ook met biotex en heet water)
alle schoenen in huis poetsen
pannekoekbeslag maken (daar
hebben ze vaak naast gestaan)
ingrediënten voor Iruitsla fijn-
snijden
een extra feestelijke tafel dekken
een naaidoos opruimen
een knoop aan eigen kleren zetten
een moeilijke (dus spannende) bood
schap doen buitenshuis
auto of fiets wassen
zegelboekje van de supermarkt vol
plakken
stofzuigen
Grotere kinderen hebben meer be
wegingsvrijheid buitenshuis maar
die kunnen zich natuurlijk ook wel
eens vervelen.
Stel hen eens voor om: boodschap
pen te doen voor een simpele maal
tijd naar keuze
zelf te koken
een das voor zichzelf te breien
hun eigen kamer anders in te richten
daarbij vanzelfsprekend opruimen
oude fotoboeken van vroeger te
bekijken
plannen te maken voor een feestelij
ke bijeenkomst (op papier)
Voor al deze karweitjes geldt een
regel: .én keer duidelijk uitleggen
of bespreken en daarna de kinderen
zelf aan de gang laten zonder be
moeienissen of waarschuwingen bij
kliederpartijen. Mocht u een moeder
zijn die haar kinderen automatisch
inschakelt bij het huishouden, dan
zult u andere dingen moeten verzin
nen, want om wekelijks de auto te
moeten wassen of zelf schoenen te
poetsen is dan een vervelend routine
karweitje.
Tot slot is een beloning voor alle
zilver poetsende of ramen zemende
kinderen wel verdiend.
aan de adverteerders in de rubriek
In verband met de grote hoeveelheid
zet-advertenties voor onze zaterdagbladen,
dienen advertenties voor deze
rubriek Het onderwijs vraagt uiterlijk
in het bezit van de
advcrlcntieorderafdcling van de
Chr. Pers, Postbus 859
ie Amsterdam te zijn.
opgave derhalve tijdig in te zenden.