e eigen leven telde toen minder' vluib' hield ook als burgemeester iets 'illegaals' A WELCOME TO^OUR LIBERATORS door J. Thijs USETEHSCHIFJË0HIIIEK Haasje-over met de onverzadigde vetten Graan en psychiatrie Warmtewiel ITERDAG 21 FEBRUAR11976 BINNENLAND TROUW/KWARTET 21 gemeester H. Ottevanger van de >se gemeente Achtkarspelen vindt maar goed dat hij met pensioen eindelijk krijgt hij nu tijd om al mappen met brieven en stukken te «nen. Die paperassen hebben niet betrekking op zijn burgemees- chap, maar vooral op de oorlogsja- waarin hij als 'Huib' de leiding had de illegale Trouw-organisatie in de rincie Groningen. Ottevanger begon zijn loopbaan iet onderwijs, eerst als 'kwekeling acte' (onbetaald dus, het was de dat er voor een onderwijsvacature sollicitanten waren), later als te' onderwijzer in Tange Alteveer, later in Veendam. Toen de oor logsdreiging kwam werd hij (bij de voormobilisatie) in militaire dienst ge roepen. Met Jan Smallenbroek zat hij in een bataljon dat tegenover Duitse parachutisten stond. Tot juli 1940 werkte hij bij de 'afbouw' van het Nederlandse leger. 'Al was het dan nog maar in het klein, de geest van verzet werd toen al geboren, we lieten heel wat dingen verdwijnen', zegt hij nu. In juli '40 was hij terug in Veendam, maar hij raakte daar zo betrokken bij zaken als het verbergen van onderduikers dat hij zelf moest 'duiken'. Na het verschijnen van Trouw in 1943 zocht Wim Speelman contact met hem en het resultaat was dat 'Huib' ingezet werd in de Trouworganisatie in Noord- Holland. Later, toen Wim Speelman naar Amsterdam ging, nam Huib zijn plaats als leider van de Trouw organisatie in Groningen in. Na de bevrijding was de heer Ottevanger werkzaam bij de OD (de Orde Dienst, hij was districtscommandant) lid van een tribunaal waarvoor oorlogsmisda digers verschenen en later (plannen om psychologie of pedagogie te gaan studeren waren door de oorlog op de achtergrond geraakt) burgemeester, achtereenvolgens van Ulrum (1946- '60), Kollumerland (tot '66) en Achtkarspelen (van '66 af). 'Een echt ambtelijke vorming heb ik nooit ge had, ik heb altijd iets van het 'illegale' in me gehouden. Maar anderen heb ben me gelukkig in het spoor gehou den, ik heb steeds met fijne wethou ders samengewerkt. Dat gebrek aan ervaring heb ik wel eens als een lacune ervaren maar aan de andere kant stond ik er fris tegenover'. Naast het burgemeesterschap vervulde de heer Ottevanger veel andere functies: on der meer het lidmaatschap van de pro vinciale staten van Groningen, functies in de ARP. 'Waarschijnlijk heb ik daardoor geen tijd gehad om overspannen te worden', schertst hij. Donderdag 26 februari neemt 'Huib' in Buitenpost afscheid van zijn ruim 25.000 gemeentenaren. Op deze pagina laten we hem aan het woord, vooral over de tijd dat hij voor onze krant in de frontlinie stond. H. Ottevanger rIn wonderen heb ^ik altijd geloofd, en dat geloof is in de igsjaren '40-'45 versterkt, zou je anders kunnen 'ver en' dat een Duitser, van je alleen maar kon ver- ïten dat hij je zou aanhou- j je gewoon doorliet? Ik jte op een middag naar itendam, mijn zijtassen vol j pasgedrukte exemplaren Trouw. Het was slecht r, mijn aandacht was ken- k wat verslapt, ik had de pers niet tijdig opgemerkt, lens zag ik ze, ze hielden i mij rijdende mensen aan. lacht bij mezelf: 'Steek nu pot maar omhoog', ik hield 1 vingers geklemd om mijn jen. gereed om te schieten, r er gebeurde niets, ze lie- jne gaan met alles wat ik bij had. andere keer werd ik wél «pen, ik droeg de kopy I Trouw op mijn lichaam, rtrouwden blijkbaar mijn papieren niet volgens e ik evangelist was, ik zag innelijk niet erg als zoda- Ze stopten me in een lur langs de weg waar an- vóór mij al opgeborgen in. Laat er nu aan de ande- Int van die schuur ook een J zijn, ik had niets anders te 1 dan die te openen, mijn I te pakken en weg te rij- I Ik denk ook aan de dag i me controleerden op de Jbij Velsen: ze keken niet r dan de evangelisatielec- 'die boven op de Trouw- fcplaren lag. En aan de lag dat ik op een weg in een boer voorbijreed een vreemde wijze met hoofd schudde, achteraf jp ik nog niet dat dat sig- tot mij doorgedrongen is. t me in de greppel vallen ren later zag ik hoe Duit van achter pakken stro rschijn sprongen en voor- ngers grepen. Ik heb toen gezien dat gevaarlijke te passeren door me even aan te sluiten bij een arbeiders van de 'Orga- ion-Todt'. ijn meer van dergelijke rallen geweest. Op een dat we Trouw in kanaal gedrukt hadden. :n een paar verspreiders, e krant kwamen ophalen, it teruggaan de trein en zij de bus. De pakken en werden gewoon achter bus gelegd. Op het Zui- ep in Groningen stapten paar Duitsers via de rdeur de bus binnen, de en kranten rolden hen te- >et. Zij namen genoegen le mededeling dat er 'pa in zat en hielpen zelfs bij iladen. En terwijl Trouw van de persen in een Gro- e drukkerij rolde, stapten ers binnen. Zij maakten erg boos omdat wij tegen oorschriften elektriciteit likten, zij namen de stop nee. Dat een van hen even et zetsel van Trouw geze- lad. hadden ze niet opge- t. En eens heb ik, toen het in afgezet bleek en alles rzocht werd, mijn koffer ranten even in bewaring en bij een Duitse soldaat, ieft er keurig op gepast tot zetting opgeheven was. Ja, :ij zullen zich vervullen, Deze tijden van geluk Deez' ellenden gaan volenden, En verpletterd wordt het juk. DERDE JAARGANG UITGEGEVEN IN DE MAAND APRIL 1945 DE TWEEDE ETAPPE Een aantal goed bewaarde oorlogsherinneringen van de heer Ottevanger. Boven: het bevrijdingsnummer dat in het Noorden verscheen met een in het Engels gesteld „welkom aan onze bevrijders". Daaronder: links een exemplaar uit februari 1945 met een inmid dels historisch geworden artikel over de christelijke volkspartij, rechts het nummer uit augustus 1944 waarin de dood van 24 Trouw-medewerkers werd gemeld. Op de onderste rij links een in de herfst van 1945 in het Noorden uitgegeven herdenkingsnummer, in het midden een in april 1943 verspreide oproep om te staken uit protest tegen het opnieuw in krijgsgevan genschap wegvoeren van de Nederlandse militairen, rechts een van de valse persoonsbewijzen waarover de heer Ottevanger beschikte. Mede door dergelijke gebeurte nissen ben ik er altijd zo op tegen geweest dat mensen om hun illegale werk vereerd wer den. Je deed het omdat je vond dat het moest, maar je deed het met bloed, zweet en tranen. Je was heel gewoon bang, wie dat ontkent liegt. Voortdurend leefde je in spanning, maar in de kritieke ogenblikken werd je erdoorheen geholpen, je kreeg de kracht om verder te gaan. Er waren mensen die die spanning niet konden verdra gen, die op een gegeven mo ment in elkaar klapten, en zij hebben in wezen meer ge waagd dan ik. Dat ik er wel tegen kon is helemaal geen ver dienste of deugd geweest, ik was nu eenmaal zo geboren. Je moest voor dit werk ook een avontuurlijk karakter hebben en dat heb ik. ik mag nu nog graag eens op het dak kruipen. Je ontwikkelde ook een apart soort zintuig voor het gevaar. 3n i bord kregen de Duitse afweergeschutbemannin- 4# als zij vijftig gealliëerde vliegtuigen naar beneden tien gehaald. Als we een vergadering van de Trouw-medewerkers hielden, wisten we dat er de volgende keer een paar minder konden zijn, dat er slachtoffers konden vallen. Je leefde op een heel andere manier, aan je eigen leven hing je veel minder. Van daar dat de beslissing over het afschuwelijke ultimatum uit de zomer van 1944 (de Duitsers eisten: stoppen met Trouw of er zouden 23 medewerkers van .de krant gefusilleerd worden) achteraf moeilijker lijkt dan zij toen was. We waren eraan ge wend dat er voortdurend men sen wegvielen en dat dat met onszelf ook zou kunnen ge beuren. Toen ik in die tijd eens thuis was geweest had ik bij mijn vertrek de gedachte dat het wel eens een afscheid voor altijd kon zijn, we moesten namelijk een flinke kraak gaan zetten. Mijn vrouw vertelde me achteraf dat zij mijn gedachten toen heeft geraden. De enige voorwaarde die we bij het ille gale werk stelden was dat we eventueel voor eikaars vrouw en kinderen zouden zorgen en die belofte ben ik nagekomen: ik ben nog steeds hoofdbe stuurslid van de Stichting '40- '45 en voorzitter van de afde ling Groningen. Overigens liep al het werk door elkaar: de krant, de zorg voor de onderduikers, het werk van de knokploegen. Toen de spoorwegmannen moesten on derduiken, kwamen ze bij mij, toen Johannes Post de kraak bij drukkerij Hoitsema in Gro ningen ging zetten (de grootste kraak in de provincie ge pleegd) kwam hij bij mij. Bij dat soort kraken ging het er heus niet altijd om iets te ver nielen maar ook om te behou den. Vlak voor de bevrijding hebben we de in een Veendam- se fabriek opgeslagen voedsel voorraden kunnen redden. De Duitsers hadden er blikken benzine bij gezet om de zaak bij hun terugtocht te kunnen ver nielen maar op een nacht ver wisselden wij de benzine voor surrogaatthee, die eenzelfde kleur had. Die Trouw-vergaderingen wa ren onvergetelijk. Een van de mooiste momenten was steeds het elkaar weerzien, het constateren, dat je het had overleefd. Maar ook kwam het voor dat een bekend gezicht ontbrak. Na veel handen schudden en schouderkloppen begon de vergadering, meestal met een niet al te luid gezongen lied ('Een vaste burcht' was erg geliefd) en de bespreking van een bijbelgedeelte. Na zo'n ont moeting, die vaak op een boer derij plaatsvond en waar ook vragen aan de orde kwamen als 'gaat de krant er wel goed in bij de mensen?' en 'moet er niet meer noodzaak van verzet ge hamerd worden', hadden we allemaal opdrachten in ons hoofd. We verdwenen zoals we gekomen waren, sluipend in kleine groepjes, zo onopvallend mogelijk. Wat die Trouw-mensen betreft: Wim Speelman heb ik goed ge kend, hij was onbetwist de mo tor van alles, als je hem aan keek was het alsof je vuur uit hem zag spatten. Onder de Trouw-mensen die de bevrij ding niet beleefden, was ook een goede vriend van me, architect J. Bruggema uit Veendam. En diepe indruk maakte ook de dood van dr. R. J. Dam, rector van het gerefor meerd gymnasium in Kampen, die verantwoordelijk was voor de inhoud van de Noordelijke krant toen de verbindingen met Amsterdam moeilijk waren. Onder de Trouw-mensen was ik een van de ouderen, bij de inval in 1940 was ik al 29. Daar door nam ik soms een wat aparte positie in: met moeilijke problemen kwamen ze wel eens bij 'Huib'. Een van de mensen noemde mij 'het vlie gend evangelie' omdat hij wist waaruit ik mijn kracht putte en omdat ik op een motor reed. Ik was, toen ik moest onderdui ken, al ouderling van de gere formeerde kerk in Veendam geweest. Weet u dat ik kort nadat ik ondergedoken was, geschorst ben omdat ik be zwaar had tegen de besluiten inzake prof. Schilder? Die schorsing heeft me veel pijn gedaan. Na de bevrijding ben ik nog twee-en-een-half jaar vrijgemaakt geweest. Maar het ging er mij niet om een eigen kerk te stichten, ik ben terugge gaan toen de ruimte daarvoor gegeven werd, al stond de deur dan niet helemaal open. Nog steeds bewonder ik de begin selvastheid van de vrijge- maakten. In de bezettingsjaren heb ik geen enkele moeite gehad met de vraag (waarover in sommige gereformeerde kringen vooral aanvankelijk nogal eens ver warring heerste) of de Duitsers misschien onze wettige over heid waren. Ik had bij de Was- senaarse Slag Duitse parachu tisten zien neerkomen. Ik was twee dagen na het bombarde ment in Rotterdam. Ik zag wat ze aangericht hadden. Ik had al direct een intense afkeer. Voor mij gold wat gegolden zou heb ben als ik een inbreker in mijn huis ontdekt had: ik zou dan hopen dat ik hem niet zou hoe ven doden maar ik zou geen wroeging hebben als ik het toch moest doen. Ik heb wel veel over het probleem moeten discussiëren. Vooral mensen die weigerden joden op te ne men en die weigering bijbels trachtten te tunderen, kon ik moeilijk serieus nemen. Ik vond dat 'Prinzipiën-reiterie' in de zoveelste macht. En dan de tijd na de bevrijding. Ik was toen districtscomman dant van de OD, het was een verwarde tijd. Achteraf is er wel kritiek, bijvoorbeeld op het feit dat wij de meisjes die het met de Duitsers aangelegd had den, lieten kaalscheren. Ze noemen dat nu onmenselijk, maar ze meten dan wel met heel andere maatstaven. Weet u dat wij door al die verbitterde mensen iets van genoegdoe ning te geven waarschijnlijk een bijltjesdag voorkomen hebben? En dan de moeilijkhe den met onze bevrijders: je ver wachtte een leger van edele helden maar het was een stelle tje rabauwen, dat kon ook moeilijk anders na zoveel jaar oorlog. We hebben de meisjes tegen de Canadezen moeten beschermen, we hebben zelfs eens de opdracht moeten ge ven: desnoods schieten om ze uit hun handen te houden. Een keer hebben we ook meisjes uit een Poolse tank gehaald. Overigens stond voor mij al spoedig vast dat we na ons 'ille gale' bestaan terug moesten naar de gewone maatschappij. We moesten kiezen of delen: öf de illegale organisaties uitbou wen tot een soort staat in de staat öf samen Nederland gaan opbouwen. Voor dat laatste heb ik gekozen. Na 1945 ben ik steeds lid ge weest van de stichting De Christelijke Pers, die de belan gen van Trouw en de Kwar tetbladen behartigde. Ik heb daar heel wat bekende figuren meegemaakt. Ruim vijftien jaar zat Schouten daar in de voorzittersstoel. Schouten was een prima kerel, hij had iets vaderlijks. Zoals hij kon zeg gen dat hij zorgen had over Bruins Slot. Na een vergadering bracht hij me naar het station zoals een vader zijn kind wegbrengt. Heel zorgzaam zei hij: 'Kijk, daar komt de tram, Ottevan ger.' Alsof ik niet heel wat ke ren sneller door het stadsver keer ging dan hij. Kort na de oorlog maakte ik in Hoofddorp de samenspreking tussen AR en CH mee. Schouten was er, hoewel hij tengevolge van de kamptijd nog niet op een stoel kon zitten. Dat er geen christe lijke volkspartij gekomen is, was een enorme tegenvaller voor mij, in de oorlogsjaren hadden we altijd gezegd: dat moet! Na 1945 heb ik zeker vijftig spreekbeurten voor vervuld. En dan Colijn, ik herinner me hem nog zoals hij in het begin van de bezettingstijd hier met een voorman van de CHU in Groningen sprak. Het was een geweldige meeting, wat heeft hij toen de waarheid over de NSB gezegd. Nee. met die ver haaltjes over Colijn hoeven ze bij mij niet aan te komen, al wil ik wel erkennen dat hij met de brochure 'Op de grens van twee werelden' er flink naast zat. Of ik al die jaren in Trouw de krant uit de bezettingstijd, waarvoor we zoveel gewaagd hadden ben blijven herken nen? Och dat ging op en neer, je kunt het natuurlijk niet met alle nuances eens zijn. In de grote ommezwaai van Bruins Slot heb ik uiteindelijk toch wel kunnen vinden. Natuurlijk doet het je nu soms vreemd aan als een jonge journalist van de krant met je spreekt, heime lijk denk je dan al eens: ach man, weet jij veel hoe die krant er gekomen is. Maar daar moet je tegen kunnen, je moet je er niet meer mee bemoeien. Ja, op 4 mei heb ik altijd herdacht. Vaak moest ik dan spreken en het trof me altijd dat jonge mensen geboeid luisteren kun nen als je maar aansluit bij het heden, als je maar laat merken dat het gaat om de geestelijke vrijheid! door Rob Foppema In de al jaren lopende discussie over het nut van meervoudig onverzadigde vetzuren, wordt op een boei ende manier haasje-over gespeeld. De Europese Com missie gaat zich sterk maken om fabrikanten van dieetmargarine in de Gemeenschap te verhinderen, hun produkt als 'gezond voor hart en bloedvaten' aan te prijzen. Prompt daar overheen kwamen uit de vetwe- reld nieuwe aanwijzingen dat de fabrikanten met hun reclame wel in de richting van de werkelijkheid zitten. De Europese Commissie heeft voor dit soort problemen een Wetenschappelijk Comité ach ter de hand om adviezen op te stellen. Volgens een rapport van dat comité zijn er op dit moment onvoldoende bewjzen dat meervoudig onverzadigde vetzuren (MOV's) hart- en vaat ziekten voorkomen of tegen gaan. Vast staat dat ze onder bepaalde voorwaarden het ge halte aan vetachtige stoffen in het bloed (onder andere choles terol) verlagen. Maar het comi té vond het niet verantwoord, op basis daarvan ook maar te adverteren dat ze aan de ge zondheid van de gebruiker iets toe- of afdoen. Nu is dat verband inderdaad vrij indirect. (Daarom duurt de discussie ook al zo lang.) Een te hoog cholesterolgehalte in het bloed is een van de factoren die samengaan met een verhoogd risico op hartinfarct. Vast staat verder dat cholesterol een rol speelt bij de vernauwing van de bloedvaten die aan een in farct ten grondslag ligt. Daarmee is het voor de hand liggend geworden dat verla ging van het cholesterolgehalte (door gebruik van MOV's) gun stig zou kunnen werken. Bewe zen is het intussen niet, hoewel er wel degelijk aanloopjes in die richting bekend zijn. Kort naddt de Europese Com missie haar plan had aange kondigd, werd een nieuw aan loopje gepresenteerd, dat enige aandacht waard is. Het speelt zich namelijk af op een wat fundamenteler terrein. Daar gaat het niet om meervoudig onverzadigde vetzuren in het algemeen, maar om één lid van deze groep: linolzuur. Dat is overigens het belangrijkste be standdeel van de al of niet te recht aangeprezen dieetmarga- rines. Linolzuur dient in het lichaam als grondstof voor prostaglan- dines. Deze groep hormoon achtige stoffen vervult op meer plaatsen dan onderzoekers op het ogenblik kunnen overzien, een verrassend groot aantal functies. Ze hebben te maken met bloeddruk en spierwer king, met ontstekingsproces sen en vochthuishouding en wat al niet. Linolzuur (en een paar nauw verwante vetzuren) zijn als grondstof voor die prostaglandines onmisbaar. Dat was heel interessant en al jaren bekend maar het leek nauwelijks aanleiding om nu extra linolzuur te gaan eten. Want prostaglandines doen hun werk in zeer kleine hoe veelheden. Je zou een méns al op een heel treurig dieet moe ten zetten om hem een tekort aan linolzuur voor dit doel te bezorgen. Het zit namelijk in bescheiden hoeveelheden in bijna alle voedingsvetten. Maar uit recent onderzoek blijkt toch dat extra gebruik van linolzuur kan leiden tot een verhoogde aanmaak van pros taglandines. Dat deelde dr. A. J. Vergroezen onlangs in Lei den mee op een symposium over de rol van vetten in de voeding. Hij leidt het voedings onderzoek in het Unilever re- searchlaboratorium, dat van ouds een belangrijke rol op dit terrein speelt. Bij dierproeven is volgens dr. Vergroezen verder aangetoond dat verhoogde linolzuuropna- me verschillende effecten heeft die met de werking van pros taglandines kunnen samen hangen. De doorbloeding van de hartspier neemt bij voor beeld duidelijk toe. Verhoogde bloeddruk wordt bestreden. Het ziet er naar uit dat linol zuur, zeer waarschijnlijk via een verbeterde aanmaak van prostaglandines. niet één maar een aantal risicofactoren voor hartinfarct in gunstige zin kan beïnvloeden. Het is nog steeds geen waterdicht bewijs. Wat je aan een laboratoriumrat meet, hoeft lang niet altijd ook voor mensen op te gaan. Maar het is een nieuw onderdeel van een zich vormend beeld, dat logisch met de rest samenhangt. De waarschijnlijkheid dat dit beeld juist is, wordt daarmee groter. Maar de onzekerheden die de Europese Commissie tot haar terughoudende stelling- name brengen, zijn er nog steeds. Minder onzeker en wel zo verrassend lijkt het verhaal van de Amerikanen Singh en Kay over de invloed van graan in het voedsel van bepaalde psychiatrische pa tiënten. Daar zit ook al weer een oude discussie achter. De vraag is of schizofrenie veroorzaakt wordt door een afwijking in de stofwisseling, dan wel of onopgeloste conflicten leiden tot het verstoorde contact van de patiënt met de buitenwereld. De waarheid ligt vrijwel zeker ergens in het midden: beide factoren spelen een rol, er is niet één „oorzaak". Singh en Kay zochten het vermoeden uit dat gluten het in bijna alle graansoorten voorkomende ei wit, een ongunstige invloed zou hebben. Zij zetten in New York veertien schizofrene patiënten, die de gebruikelijke behande ling met medicijnen kregen, op een graanloos dieet (met soja meel). Na vier weken gingen zij ongemerkt over op een gluten- preparaat. Een groot aantal symptomen, dat eerder goed op de behandeling reageerde, ver ergerde toen weer. Toen, weer vier weken later, het graanloze dieet weer werd voortgezet, ging het gemiddeld weer beter met de patiënten. Nu is dit soort experimenten nogal gevoelig voor onzorgvul digheden in de opzet. Maar het voorzichtig opgestelde rapport van Singh en Kay in Science (vol. 191, pag. 401-402) maakt een zo degelijke indruk dat de resultaten vooralsnog serieus te nemen lijken. Met deze roterende warmtewisselaars kan een kloeke energie besparing worden bereikt in gebouwen met airconditioning. Voordat (verwarmde) ventilatielucht naar buiten wordt gebla zen, gaat hij door de bovenkant van het wentelende aluminium wiel en staat daar warmte af. Onder aangekomen, warmt het aluminium de aangezogen lucht verse buitenlucht voor. Het aardige van deze uitvoering, meldt Flakt Luchttechniek, is dat ook vocht uit de afgewerkte lucht wordt teruggewonnen, waar door het rendement nog beter wordt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 21