Picasso, een
naam die steeds
blijft trekken
beun de Vries, groot
eëngageerd verteller
Xh.J
I Hi
,1 V
i i
-1 i: v< h.'
-v
"n Oomblik in die wind":
een gedurfde uitgave
KUNST
TROUW/KWARTET -
'tt-i
I:--
y t'
"i
-i'
door G. Kruis
c iso: Zelfportret, gemaakt op 1 augustus 1940
i d
d$n tweehonderd werken van Picasso bij de Galerie Kamp aan het Rokin 154 te Amsterdam:
een opvallende manier om een nieuw pand in te wijden. De ruimte is ervoor, 't hangt en 't
It at er fraai, zalen vol schilderijen, gouaches, tekeningen, collages, knipsels, litho's en
gekieken dat alles nog aangevuld met enkele brieven.
!.- fi "i
li reft hoofdzakelijk werk uit de
de tussen 1937 en 1946. 'n paar
maar van een lang, intens ge
leven.
so, die naam blijft trekken,
s nog steeds een formule, die
velen de moderne kunst, het
me, het rare, het bizarre, het
aanduidt.
so is ook de kunstenaar van de
:unstminnenden, van de niet-
kenners, van de ongeïnteres-
en, van de 'onaangeraakten'.
hij is een van de weinigen, die
j naam kennen. Samen met
,brandt.
in deze tijd, waarin met de
maat van een klok de ene 'art'
dere opvolgt of vervangt, blijft
so nog steeds de verpersoon-
g van het nieuwe, het moder-
Groot deel van het publiek
lelt nog steeds met de abstrac-
kraarmee dan alles bedoeld
t, dan anders is afgebeeld dan
ver werkelijk uitziet Als er
is een quiz gevraagd wordt:
eens een abstract kunstenaar,
eUt er ook tien tegen een ge-
)ord: Picasso.
dat is nou juist een van de
weinige dingen waarmee hij zich
nooit heeft beziggehouden. Hij
noemde abstracte kunst 'een
onding'.
Betovering
Picasso, verwarring, tegenstellin
gen, diepe indrukken, niemand
weet eigenlijk precies raad met wat
hij allemaal gedaan heeft. Hijzelf
hielp je allerminst uit de droom.
Wel verder erin, hij zei, dat de schil
derkunst een betovering is, net als
de liefde.
Hij had iets van een tovenaar, die
met zijn (tover-)kunst de mensen of
tot een bijna aanbiddende bewon
dering of tot een woedende afkeer
dwong.
't Is zo sterk, dat veel mensen bij
Picasso ieder gevoel voor verhou
dingen verliezen, er bestaat voor
hen geen onderscheid meer tussen
slecht en goed, geslaagd en minder
geslaagd, 't is alleen maar Picasso.,
Je merkt dat ook hier weer. Er
hangt een reeks potloodtekeninge
tjes, krabbels op ruitjespapier, van
zijn dochtertje Maia, gewoon lekker
snel gemaakte schetsjes, zonder
meer.
Maar in de catalogus jubelt een
zekere Jaques Moutoy: 'Deze vlug
ge schetsen, een bewijs van zijn
feilloze 'naturalistische' virtuositeit,
bereiken de snelheidsgrens van
schrijvers. Een vermogen om de
ellips van de beweging vast te leg
gen, om uit de vorm structuur te
halen. Een reeks van momentopna
men, naar 't leven getekend, blikse
mende reacties op prikkelingen via
de ogen ontvangen. Een verbazing
wekkende soepele hand. Spelender
wijs laat hij de lijn vieren met een
ongedwongen allure, een vloeiend
heid die aan de werkelijkheid vorm
geeft'.
Dat vind ik, met permissie,
hoogdravende onzin.
't Zijn gewoon liefdevolle notities
van een houdinkje, een gebaartje,
een pose soms ook. Leuk. maar
helemaal niet bijzonder. Ik vind de
kindertjes van Otto Dicke zeker zo
'virtuoos' als het daarom gaat. en
ook veel boeiender.
Heiligschennis
't Gekke is. dat zo'n normale reactie
ook bij jezelf pen beetje overkomt
als een soort heiligschennis. Omdat,
je vooral en meestal geconfronteerd
werd met de meest indrukwekken
de uitingen van dit grote universele
genie. Dat klinkt ook hoogdravend,
ik besef het, maar daar kom je niet
onderuit.
Voor mij is het werk van Picasso in
feite „onbeschrijflijk", je schrijft er
omheen, je schrijft over wat het
losmaakt, niet over „het ding" „de
dingen" zelf.
Je kunt bij hem ook de zaken niet
op een rijtje zetten. Een chronolo
gisch overzicht over wat hij alle
maal deed, zou, zoals Herbert Read
eens opmerkte, ongeveer evenveel
nut hebben als een reisgids bij een
bocht in de jungle.
Want Picasso's kunst is als een
jungle. Niemand kent er de weg,
iedere reisgids want, al hebben ze
geen nut. ze blijven er schrijven
geeft een andere route aan, maar
hoe je er weer uitkomt, laten ze
allemaal buiten beschouwing.
De kunstenaar zelf dwaalde er ook
rond, jaren lang, maar hij wan
hoopte niet. Hij stond nooit stil en
keek niet om. Het kon gebeuren dat
hij op eenzelfde punt terugkwam,
maar dat zag hij dan toch weer met
andere ogen. Hij zocht niet, maar
vond steeds. Bij wat je in de Galerie
Kamp te zien krijgt (werk dus uit
een betrekkelijk korte periode) er
vaar je het weer: er is nooit een
aanwijsbare lijn, waar je tenminste
even aan zou kunnen vastklampen:
er is, hoewel je zijn werk bijna
vanzelfsprekend „herkent", ook
geen aanwijsbare „stijl".
Er is veel bij, dat het karakter van
beeldende oefeningen heeft, veel
variaties ook op, voor Picasso, on
uitputtelijke thema's. Afspiegelin
gen dikwijls van grillen en onge
rijmdheden en soms van sier
lijke of vrolijke spelerijen.
Mythe
„Oorspronkelijkheid is de mythe
van de schilderkunst", schreef Ro
ger de la Fresnaye. „Men wordt
altijd beïnvloed. Wanneer men
volgt, imiteert men; als vernieuwer
imiteert men nog, al wijzigende, of
wel men neemt het tegendeel van
wat je geen rust laat". Picasso aan
vaardde dat. Hij was ervan over
tuigd, dat alles wat hij maakte, in
verband stond met iets dat al eerder
was gemaakt. Dat onderzocht hij
de vele cyclussen die hij op één
bepaald thema maakte, geven daar
een indruk van en hij behield
ervan, wat hij later misschien kon
gebruiken.
Dat was veel, want zijn onderzoek
strekte zich uit over vele terreinen,
daarvan geeft deze expositie veel
voorbeelden (Er is alleen geen pot-
Picasso: Het dochtertje van de kunstenaar, een van de pot
loodschetsen uit een schetsboek
terie, daar was hij in die jaren nog
niet aan toegekomen.)
Maar tegelijk wilde hij op al die
terreinen heer en meester zijn. Hij
vervormt naar eigen believen alles
wat er onder zijn ook vaak wrede
handen kwam. maakte, als hij dat
wilde, de mooiste vrouwen lelijk,
aanbad de wanstaltigheid, maar
dan plotseling kon die agressiviteit
veranderen in een stille tederheid,
die zelfs de minste vervorming niet
gedoogde. Kijk maar naar de teke
ningen van Marie Therese Walter,
uit wier collectie een groot deel van
het getoonde komt, of naar de
portretjes van zijn dochtertje Maia.
't Was. zoals ik al op een andere
manier duidelijk trachtte te maken,
een man. die zich alles kon veroor
loven, zonder dat men de handen
van hem aftrok. Hij kon prutserige
portretjes in elkaar frutselen en
men vergaapte zich vol eerbied, hij
hoefde maar iets op de achterkant
van een bierviltje te krabbelen en
het werd bankpapier.
'n Wonderlijk schilderkunstig feno
meen, waarmee eigenlijk niemand
echt helemaal raad weet.
Tot 18 maart, dinsdag tot en met
zaterdag van 10.3017.30 uur.
grootheid van een literair talent kan niet worden vastgesteld. Talenten zijn
se veeg- noch meetbaar. Toch is het wel zo, dat een vaag begrensde
scheiding door de meeste lezers gemaakt wordt. Bepaalde talenten komen
voor en sommige minder groot. Dat heeft, dacht ik, weinig te maken
ze persoonlijke voorkeur. Je kunt de grootheid van iemands literair talent
en zonder om zijn boeken te geven.
(estdijk altijd bewonderd; hij was in
'eluw na Couperus zeker de grootste,
b ik met de meeste van zijn boeken
!zij schijnen voor mij te spelen op een
r die bedrieglijk veel op de aarde lijkt
2?jet toch niet is. Uiteraard een zeer
eltief oordeel.
igt het voor mij bij Theun de Vries. Ik
x zijn talent niet, ik bewonder zijn
J. van Doorne
e Vries werd in 1907 in Veenwouden.
hese Wouden, geboren. Hij stamt af
;ei isgezinde patriotten, wat ongetwijfeld
eegespeeld bij zijn keuze voor het
ie. Aanvankelijk scheen hij een man
alf ambachten en dertien ongelukken,
de kreeg in Sneek in het leeszaalwezen
aa n lang vaste grond onder de voeten,
en1 vanaf zijn veertiende jaar geschre-
debuteerde als dichter. Zijn bundel
i Nachten' verkreeg in 1930 de
s voor Poëzie. In zijn gedichten be-
hij zich een bijna barokke
lUijinstenaar.
Rembrandt' £1,931) is zijn eerste
•ei ozawerk. Voor deze roman heeft hij de
I^Van der Hoogtprijs genoemde prijs
i. Later, in 1962, zou hij de P.C.
js ontvangen.
ibrandt' begint zijn eigenlijke werk
had zijn sociaal-maatschappelijke
zi maakt en ging verder zijn eigen weg.
rt storend aan modieuze verschijnselen
hi lingen in de Nederlandse literatuur,
t zeer veel geschreven, maar zijn ro
et zijn historische romans, vormen
hart van zijn werk.
nstenaars heeft hij verscheidene boe-
ihreven. 'Rembrandt' noemde ik al.
mens' handelt over de Haagse jaren
cent van Gogh en de roman 'Het
'ijk', eerder onder de titel
>bben' verschenen, is geïnspireerd
t werk van Jeroen Bosch.
'ft hij zuiver sociale romans geschre-
lians die de revolutie als sociaal
verschijnsel tot onderwerp hadden,
- vrijheid gaat in 't rood gekleed',
zijn er de boerenromans, zoals het
i 'Stiefmoeder der aarde'. Ik noem
•eel enkele titels; er is zoveel.
Ijfdkunstenaar
mt het nu dat deze marxist en
"nstenaar (hij schrijft prachtig en
d proza) die tot de grootsten van de
Nederlandse auteurs behoort, toch ook gele
zen wordt en graag gelezen wordt door lezers
die van de moderne, hedendaagse roman niets
moeten hebben? Wel, ik dacht dat dit aller
eerst komt doordat De Vries door alles heen
romanticus is en de grote driften van de
mensheid verbeeldt. Geen miezerige, plat-
erotische of rancuneuze ik-verhalen. Theun de
Vries verbeeldt het zo dikwijls tragische dra
ma der mensheid: de grote liefdesdriften, de
hartstochtelijke drift naar macht en de te
genspeelster daarvan: de hunkering naar ge
rechtigheid die tot opstand leidt. Daarbij voe
len grote groepen lezers zich betrokken. De
Vries is zulk een groot verteller, dat vele lezers
niet eens in de gaten hebben dat zij 'geënga
geerde' boeken lezen. Het zijn dan ook aller
minst pamfletten, propaganda. Zijn boeken
vormen de vruchten van een heel groot episch
vermogen en een zorgvuldige taalbeheersing,
aan welke vruchten te proeven valt dat zij uit
een sterke sociale bewogenheid hun le
venskrachten kregen toegevoerd.
Onlangs is een nieuwe, korte roman versche
nen die „Het Zondagsbed" heet. Het verhaal
speelt vermoedelijk in onze tijd in het barre
grensgebied tussen Finland en Rusland. Een
jonge deserteur wordt verstijfd van koude
door knechten van een rijke, trotse boerin
gevonden. Zij is eenzaam: haar man en broer
zijn door „die aan de andere kant" indertijd
weggevoerd en nooit meer teruggekomen. De
deserteur is een mooie, schuwe, krachtige
man die zij niet aan het gerecht wil overleve
ren.
Hij wordt haar minnaar. Nu had de vrouw
drie minnaars: haar drie knechten, die ieder
tegen betaling om toerbeurt op zondag haar
bed moesten delen, ook al was een van hen
getrouwd. De drie worden afgedankt en uit
wraak vermoorden ze de jonge deserteur. Op
haar beurt vermoordt de vrouw de drie
knechten.
Hartstocht
Het is helemaal een Theun de Vries-verhaal:
prachtig van taal en vol hartstocht. Bij het
lezen vergeet men de maatschappelijke aan
klacht. Maar die is er wel degelijk. De rijke
meesteres beschikt over haar knechten als
waren het horigen Zij is slachtoffer, dat is
zeker. Maarihaar knechten zijn het van haar,
ook al bemerken zij het niet. Pas als zij letter
lijk als minnaars afgedankt worden, groeit
hun verzet, maar de ware schennis door de
meesteres bedreven, ontgaat hun.
Wat opvalt, is dat Rusland hier de barbaarse
vijand is.
Toch is zoiets bij De Vries niet vreemd. Hij
betoont zich in zijn werk nooit de door een
politieke doctrine verblinde mens. Heeft hij
niet een diep menselijk, van begrip en mede
dogen dooraderd verhaal geschreven over een
jonge W.A.-man?
Maar aan deze kleine boeiende roman valt nog
wel méér te bespeuren. De nog jonge vrouw
slaapt geregeld met haar knechten zonder
zwanger te worden. Nu kan dat. Een vrouw
kan onvruchtbaar zijn. Maar uit niets blijkt,
dat zij zelfs maar de mogelijkheid van zwan
gerschap onder de ogen ziet. De machtige
figuur van deze heerseres lijkt wel draagster
van een romantisch en erotisch ideaal te zijn.
Het is zeker niet te gewaagd om te stellen dat
er een zekere verwantschap bestaat tussen
deze figuur en de eerste gedichten van Theun
de Vries.
Daar komt nog iets bij. Het is niet voor het
eerst dat de schrijver zulk een figuur ten
tonele voert. In „Wind en avondrood", de
eerste novelle van „Noorderzon", komt ene
Una voor, een Friezin die in de tijd na Bonifa-
tius leeft en die met toenemende angst de
kerstening van haar machtsgebied onder de
ogen ziet. Zij vertrekt naar het land van de
Denen en krijgt daar grote faam als prieste
res. Deze vrouw heeft een zoon gebaard, ver
liest haar man en laat zich daarna door tal van
krachtige jonge mannen gebruiken zonder
ooit zwanger te woeden. Zij was niet on
vruchtbaar.
Oergeweld
De overeenkomst tussen beide heerseressen is
frappant. Het oergeweld van de geslachtelijk
heid, dat zich uitleven kan doordat macht en
aanzien er de mogelijkheden voor scheppen, is
door Theun de Vries hier op meer roman
tische dan realistische wijze verbeeld. Trou
wens, uit zijn werk zou heel wat romantiek
kunnen worden opgedolven
Romantiek
Wat is eigenlijk romantiek? Romantiek is ge-
staltegeving aan een droom. Alle mensen hun
keren naar een paradijs en de romantiek
schenkt die mensen het beeld van een samen
leving waarin dat paradijs een gestalte krijgf.
Schoonheid, spanning en geborgenheid. Ge
borgenheid in deze zin, dat de gerechtigheid
zegeviert. Er is wel kwaad, maar het kwaad
wordt overwonnen.
Daar valt meer over te zeggen, want in de
boeken van Theun de Vries wint het goede
lang niet altijd van het kwaad. Romantiek is
ook gestaltegeving aan het grillige lot van de
mens.
Maar die romantiek houdt zich vooral bezig
met bloed en bodem. Met de ontwikkeling van
de sibbe, het geslacht. Nu hebben die woorden
een verdachte betekenis gekregen, doordat
het vervloekte nazisme van bloed en bodem,
sibbe en de belangstelling voor de uitgroei van
het geslacht gebruik heeft gemaakt. Dat nazis
me heeft grote waarden gedevalueerd.
Daar komt men van terug. Thëun de Vries
heeft zich van die devaluering nooit iets aan
getrokken. Hij heeft romans geschreven, die
Theun de Vries
ons, moderne lezers, opnieuw hebben doen
beseffen dat er een grote schoonheid en een
boeiende ontwikkeling te vinden zijn in de
groei van een geslacht. Zijn boerenromans
getuigen daarvan.
Dromen
En van meer. De mens is verwant aan het dier
en aan de natuur. De diepste dromen van de
mens zijn steeds die van een ingebed zijn in de
natuur: de getijden, de bloei en het oogsten.
De winden, het zonlicht, de storm, het onweer,
de winter. De moderne cultuur heeft de mens
vervreemd van de natuur, maar ten diepste
hunkert hij ernaar. Dc mens kan niet terug,
dat is wel duidelijk. Maar de mens is een
kiezend wezen en hij kan weigeren wegen in te
slaan die hem volledig vervreemden van mist
en storm, van hitte en vorst. Of kan hij dat niet
weigeren? Ik weet het niet. Ik hoop van wel.
De romantiek die in de boerenromans van
Theun de Vries te vinden is, geeft in elk geval
de lezer gelegenheid te dromen van een we
reld waarin natuurgevaar en natuurzegen nog
aanwezig Zijn. Waarbij De Vries niet vergeet te
schilderen van welke vernietigende kracht de
drift is naar bezit en macht.
Theun de Vries: 'Het Zondagsbed'. Bij Queri-
do te Amsterdam 1975. Gebonden. Bandteke
ning van Bert Bouman. Aantal pagina's 152.
Prijs 19,90.
door Hans Ester
Enkele weken geleden is bij Taurus in Emmarentia/Johannes-
burg de roman 'n Oomblik in die wind verschenen, waaraan de
produktieve romanschrijver Andre Brink (hoogleraar Afrikaans
Nederlands te Grahamstad) van september 1973 tot juni 1975
werkte. De titel verwijst naar een van de motto's van het boek,
een citaat van Hart Crane, waarin gesproken wordt van het
zoeken naar de liefde als levensgezel, terwijl de stem daarvan
alleen als „oomblik in die wind" kon worden gehoord.
Het boek is opgedragen aan de
dichter Breyten Breytenbach met als
persoonlijke toevoeging: „So 'n lang
reis wat vir ons nog voorlè". Deze zin
vormt een citaat uit de roman zelf.
Dit citaat wordt in de inleiding van
de roman aan de lezer gepresenteerd
als een zin uit een authentiek, in 1749
en 1750 geschreven journaal.
De schrijfster van dit journaal is Eli
sabeth Larsson, die in 1749 met haar
echtgenoot op ontdekkingsreis het
binnenland van Zuid-Afrika introk,
haar man tijdens deze tocht verloor
en in februari 1751 met Adam, een
weggelopen zwarte slaaf, na een lan
ge tocht weer de 'Kaapse Vlek' be
reikte.
Enkele zinnen uit het journaal van
Elisabeth Larsson, zoals die van de
opdracht, laten een poging van deze
vrouw doorschemeren, om iets ge
heel persoonlijks uit te drukken. Dit
door de verteller aangevulde per
soonlijke, achter de zakelijke weer
gave der natuurwaarneming in het
journaal, vormt de inhoud van
Brinks roman. Op fijngevoelige wijze
beschrijft hij de door sociale ver
schillen moeizaam verlopende toena
dering tussen Elisabeth, die haar vtin
natuuronderzoek bezeten man in de
wildernis verloren heeft en Adam, de
gevluchte slaaf, die haar te hulp
komt.
glad niet begryp nie, dan tog; en hy
sou dit aanvaar. Waarskynlik sou hy
nie eens meer dink aan 'n ander
moontlikheid nie: dit was van die
begin af so gegewe." (blz. 195).
Trouw en Verraad
De idylle in de natuur krijgt geen
kans, als positieve alternatieve moge
lijkheid tegenover de Kaapse maat
schappij te worden gesteld. Want de
laat3te zinnen van de roman met een
mogelijk verraad van Elisabeth ver
wijzen naar regelmatig terugkerende
situaties in de roman, waarin overle
ven afhankelijk is van verraad en het
opofferen van anderen, vooral van
dieren, die juist hun trouw bewezen
hebben.
De vraag naar de mogelijkheden van
liefde en trouw binnen de Kaapse
maatschappij wordt tot de vraag
naar de mogelijkheden binnen de
mens zelf. De bedreiging van het „pa-
radys" komt niet alleen van buiten
af, maar tevens en in laatste instantie
van binnen uit: Elisabeth spreekt het
resumé van hun ervaringen uit: „Die
paradys bestaan. Al sien mens dit net
in oomblikke van genade; al is dit
altyd bedreig", (blz. 189)
Bedreiging
De dan volgende liefdesverhouding
komt nergens geheel los van de be
dreiging, die haar in de vorm van de
sociale ordening van de Kaap als een
schaduw achtervolgt. Ook dan niet,
wanneer voor het geluk van Elisa
beth en Adam, door gunstige natuur
lijke omstandigheden, duurzaam
heid lijkt te zijn .gegarandeerd. Het
verlangen terug naar de Kaap van
Elisabeth leidt tot een lange, uiterst
boeiend beschreven tocht vol van uit
eenlopende ontberingen door het
droge land van de Karoo. Uiteinde
lijk ligt de Kaap voor hen.
Wat er na een laatste nacht samen op
het strand zal gebeuren, wordt door
de verteller opengelaten. Zijn laatste
zinnen krijgen door hun specifieke
werkwoordsvormen het karakter
van een mogelijkheid: „Hy sou hulle
onder uit die stad sien aankom, met
die groot berg agter hulle. in die
toenemende wind. Hy sou haar tus
sen hulle soek en eers na 'n ruk besef
dat sy nie daar is nie. Eers sou hy dit
Hoogtepunten
De hoogtepunten van dit boek vor
men m.i. de beschrijvingen van de
ontberingen in de natuur en de gevol
gen daarvan voor de verhouding tus
sen Adam en Elisabeth. De persoon
van Adam wordt echter te weinig
concreet. Zelfs de terugblikken op
zijn vroegere leven en gevan
genschap op Robbeneiland leiden
niet tot een gedetailleerd, overtui
gend totaalbeeld.
'n Oomblik in die wind is een be
langrijke publikatie in Afrikaans.
Het is een gedurfde onderneming
van de drie mensen achter Taurus, te
weten John Miles, Ampie Coetzee en
Ernst Lindenberg, om via een sy
steem van voorintekening dit qua
thema net zo controversiële boek als
het in 1973 verboden „Kennis van die
aand" in een oplaag van 1000
exemplaren te laten drukken en ver
spreiden. Dat dit boek door voorinte
kening en beperkte oplage niet vrije
lijk in de boekhandel verkrijgbaar is,
zal mede ingegeven zijn door het feit
dat de censor dan minder greep kan
hebben op deze uitgave.