I, De dagen van Pinochet lijken geteld Westduitse aanpak terreur wekt bezorgdheid Economische chaos veroorzaakt onrust onder Chileense leiders Nieuwe wetten risico's voor democratie? Wat is er nu eigenlijk strafbaar? ZATERDAG 31 JANUAR11976 BUITENLAND TROUW/KWARTET door Herman Amelink De dagen van generaal Augusto Pinochet, president van Chili, lijken geteld. Hoeveel het er nog zijn valt niet te zeggen. Maar de kritiek op zijn politiek optreden en zijn fconomisch beleid is zo groot geworden, dat zijn aftocht op komst lijkt. Niet alleen de druk vanuit het buitenland, maar vooral ook de houding van het leger, de kritiek van de kerk en de belabberde economi sche situatie hebben Pinochets positie volledig ondergraven. Pinochet, die in september 1975 door middel van een staatsgreep de macht overnam van de gekozen president Salvador Allende, is er niet in geslaagd zijn militaire be wind enig gezag te verlenen. De militaire regering handhaaft zich slechts door een zeer voelbare uit oefening van pure macht De bloedige onderdrukking staat niet alleen de aanhangers van de vroegere president Allende tegen. Ook gematigder politici nemen steeds meer afstand van het regiem. Onlangs heeft de voorganger van Allende, Eduardo Frei, die van 1964 tot 1970 president was, een boek tegen de militaire junta geschreven. In dit boek stelt Frei dat de Junta geen banden onderhoudt met de democratische rechtervleugel in Chili, maar alleen met extremis tische elementen van een fascis tisch karakter. Deze rechtse extremisten stellen de situatie vbor alsof men alleen de keus heeft tus sen communisten en niet- communisten en dat zijn zij zelf. 'Frei onderstreept in zijn boek'het belang van de respectering van de rechten van de mens. Martelingen kunnen nooit worden toegestaan en het land kan niet permanent gere geerd worden door een on grondwettig regiem, aldus de oud president. Leger De kritiek van Frei op de militaire junta is van belang aangezien nie mand Frei in het linkse kamp kan indelen. Hij was een fel te genstander van de^volksfrontrege- ring van Allende en heeft ook daad werkelijk meegewerkt aan het ten val brengen van die regering. Bedreigender dan het boek van Frei is voor Pinochet de houding van het leger. Volgens berichten in de. Britse pers hebben tien hoge officieren onlangs een ultimatum aan de president gesteld dat onmid dellijk en radicale hervormingen eist. Er dienen maatregelen geno men te worden om de slechte econo mische situatie te verbeteren. Ook moet de geheime politieke politie (DINA) de voornaamste machtsbasis waarop het regiem steunt, ontbonden worden. Tot dit ultimatum zou het initiatief zijn genomen door luchtmachtge- neraal Gustavo Leigh, evenals Pi nochet lid van de militaire junta. Leigh heeft al herhaaldelijk kritiek uitgeoefend op de economische po litiek van de regering. Pinochet zou nu tot medio maart de tijd hebben gekregen om orde op zaken te stellen. Tot een openlijk conflict kwam het onlangs tussen Pinochet en landmachtgeneraal Sergio Arella no Stark. De laatste heeft ontslag gekregen 'aangezien hij het niet eens was met het beleid.' Generaal Arellano onderhoudt nauwe be trekkingen met de christen democraten in Chili. Deze groepe ring vormt de grootste politieke partij en is onmisbaar voor het ge val de regerende militairen weer een burgerbewind zouden willen in stellen. Arellano was adviseur van de vroegere christen democratische president Frei. De val van Arellano treft Pinochet te Generaal Augusto Pinochet (midden) in gesprek met een van zijn voornaamste rivalen luchtmachtge- neraal Gustavo Leigh (rechts) en de vroegere opperbevelhebber van de marine, G. Jose Nerino. meer omdat hij de militaire held was bij het ten val brengen van president Allende. Chaos Richt de buitenlandse druk op Chili zich vooral tegen de voortdurende schending van de mensenrechten de kritiek van politici en militairen in het land zelf betreft ook in be langrijke mate de economische si tuatie. De werkloosheid bedraagt twintig procent en de inflatie was vprig jaar 340 procent, terwijl de produktie ten opzichte van het jaar daarvoor met twintig procent is gedaald. De ellende van de scherp stijgende prijzen en de daarbij achterblijven de lonen is het grootst voor de laagste klassen. Deze zijn er ten opzichte van het niveau van 1968-69 zestig procent op achteruit gegaan. Ook de middenklasse is echter sterk verarmd in de afgelopen tijd. Deze slechte economische situatie wordt veroorzaakt door het econo misch beleid van de regering Pino chet. De militairen laten zich advi seren door economen die een volle dig vrije-markteconomie voor staan. De staat moet zich op geen enkele manier actief met de econo mie bezig houden, maar het parti culier initiatief alle ruimte laten, de eigendom beschermen en de con currentie aanmoedigen. Om de economische groei te vergro ten heeft de junta veel buitenlands kapitaal, met name uit de Verenig de Staten, weten aan te trekken. Om de concurrentie te bevorderen zijn de invoerrechten verlaagd, zo dat ruim baan gemaakt werd voor het buitenlands bedrijfsleven. Ver der zorgde de junta voor een gunstig investeringsklimaat door de prijzen vrij te laten en de ar beidskosten, die voor het grootste deel bestaan uit het loon van de arbeiders, met harde hand te druk ken. De regelmatige devaluaties van de escudo moesten zorgen voor gunstige exportvoorwaarden. Elke organisatie die de opkomende onte vredenheid bij de bevolking een po litieke vorm zou kunnen geven werd verboden. leder tegen allen De onderdrukking in Chili is zeker voor een deel het gevolg van dit economisch beleid dat het econo misch en sociale leven tot een strijd van iedereen tegen allen heeft ge maakt De economische filosofie die het recht van de sterkste goedpraat, bracht de grote onder nemingen op de troon, maar liet de rest van de samenleving de groeien de armoede verdelen. De kleinere bedrijven hebben enorme verliezen geleden en grote aantallen zijn het afgelopen jaar failliet gegaan. In de loop van de eerste zes maan den van 1975 zijn meer dan 40.000 ontslagen gevallen in de dienstensector. Men verwacht dat er nog 60.000 mensen zullen worden ontslagen in het kader van het pro gramma voor de bestrijding van de inflatie. Het heet dat de mid denklasse door de junta 'van het communisme gered is', maar onder tussen heeft deze klasse van de wit te boorden het reële inkomen met de helft zien verminderen. Ondanks dfe onvoorstelbare econo mische chaos zijn de Verenigde Sta ten tot dusver bereid geweest 1,6 miljard dollar in Chili te steken, terwijl ze investeren onder het door Washington met de banvloek gesla gen bewind van Allende niet ver antwoord vonden, omdat deze niet 'solvabel' zou.zijn. Kerken Ook het protest van de kerken in Chili tegen de politieke praktijken van de militaire junta is de laatste tijd verder toegenomen. Aanvanke lijk was de houding van de Rooms- Katholieke kerk ten opzichte van de militairen tegemoetkomend. Een afvaardiging van het episcopaat be zocht enkele dagen na de staats greep van 1973 de junta en bood haar hulp aan voor de 'wederop bouw en het herstel van de vrede.' Toch vroeg men toen al om 'eerbied voor degenen die in de strijd geval len waren, op de eerste plaats voor hem die tot op 11 september presi dent van de republiek was (Allende) en dat men rekening moest houden met het eerlijke idealisme dat velen van de verslagenen bezielde.' Op de nationale feestdag, vijf dagen na de staatsgreep, viel de militaire junta echter niet de gebruikelijke eer te beurt van een plechtige mis in de kathedraal van Santiago. De dienst werd gehouden in een gewone kerk en de leden van de junta werden niet met de gebruikelijke handdruk van de kardinaal verwelkomd. Reeds een maand na de opstand uitte de kerk haar ongerustheid over het lot van de politieke gevan genen. Er werd een 'comité van samenwerking voor vrede' opge richt, waarvan ook de Lutherse bisschop Helmut Frenz lid werd. Dit comité zette zich in voor hulp aan werkelozen en politieke gevan genen met hun gezinnen. Veel aan vragen voor juridische bijstand konden worden ingewilligd aan mensen die om politieke redenen hun werk verloren hadden en aan hen die voor militaire rechtbanken moesten verschijnen. Ook heeft het comité bekendheid gegeven aan de vele door het regiem gepleegde martelingen. De protesten van de kerkelijke lei ders richtten zich ook tegen de eco nomische politiek van de regering. Kardinaal Silva Henriquez sprak op 1 mei van het vorig jaar: 'De economie moet in dienst staan van de mens. De voornaamste drijfveer, de essentiële motor van het econo misch leven mag niet de winst zijn, noch de overheersende wet van vraag en aanbod.' Hoezeer de kloof tussen kerken en staat in Chili is vergroot wordt ook duidelijk uit de censuur die wordt toegepast op pauselijke encyklie- ken. De journalisten is aangezegd dat ze bepaalde passages uit de encyklieken over sociaal econo mische problemen (Quadragesimo Anno, Mater et Magistra, Populo rum Progressia, en Re rum Nova rum) niet mogen aanhalen. Hoewel pausen geen communisten zijn, kunnen ze voor het bewind in Chili nog bijzonder revolutionaire din gen zeggen. Ook aan het onderwijs zijn grote beperkingen opgelegd Vele mede werkers aan universiteiten zijn ont slagen en een ander deel is uit eigen beweging naar het buitenland ver trokken. Onderwijs in de sociale wetenschappen is bijna geheel taboe. Niet alleen op de universiteiten maar ook op gewone scholen heb ben militairen hun intrede gedaan. Een militaire inquisiteur houdt na mens de junta een oogje op leerlin gen, ouders en onderwijzend perso neel. Zijn macht is groot en hij kan op elk moment overal in de school opduiken. Hoe reageétt Pinochet op de kritiek uit binnen- en buitenland op zijn regiem? De Verenigde Naties en andere internationale instellingen hebben herhaaldelijk een veroorde ling uitgesproken over de politieke praktijken. De internationale repu tatie van het land is ver beneden het nulpunt gedaald. De binnenlandse druk op het bewind neemt nog steeds toe. Onzekerheid Pinochet lijkt over de in te nemen houding nog wat in onzekerheid. Aan de ene kant geeft hij toe aan de druk die op hem wordt uitgeoefend. Zo liet hij eind december de Britse arts Sheila Cassidy vrij, die gevan gen zat en gemarteld werd op be schuldiging van medische hulp aan revolutionaire elementen. Ook heb ben een twintigtal personen die po litiek asiel hadden gekregen in di verse ambassades in Santiago (de hoofdstad van Chili), deze maand een vrijgeleide gekregen om naar het buitenland te gaan. Aan de andere kant nam Pinochet tegenover het boek van de vroegere president Frei een zeer verbeten houding aan. Hij beschuldigde hem van pogingen verdeeldheid te zaai en in de strijdmacht. Hij ontkende bij die gelegenheid de geruchten dat hij geen steun meer zou hebben en weldra uit zijn ambt gezet zou kunnen worden. Pinochet lijkt er op uit enerzijds het gezicht van Chili en eigen imago wat op te poetsen voor de buiten wacht, terwijl hij aan de andere kant niet de indruk wil wekken dat hij al bijna baas-af is. Flinke taal ondanks een wankele positie. door J. den Boef Terwijl hardnekkige geruchten de ronde deden dat Duitse ter roristen internationaal acties voorbereiden om op spectacu laire wijze leden van de Baad- er-Meinhofgroep te bevrijden, aanvaardde de Westduitse Bondsdag (Tweede Kamer) de ze" maand met algemene stem men een regeringsvoorstel tot Verscherping van de strafwet geving. De wijzigingen zijn be doeld om aansporing tot het plegen van bepaalde strafbare feiten tegen te gaan. Zij roepen echter wat hun uitwerking be treft de vraag op, of zij de in de Westduitse grondwet gewaar borgde democratische vrijhe den niet in gevaar brengen. Het is begrijpelijk dat de Westduitse regering (van sociaal-democraten en liberalen) in Bonn maatregelen wilde nemen om ondermijnende activitei ten te kunnen tegengaan die met de oude wetgeving in de hand moeilijk bestreden konden worden. Zij had ook bijkomstige redenen: de opposi tie had al geruime tijd op harde maatregelen aangedrongen en wist de grote meerderheid van de bevol king achter zich; ook de regerings partijen waren er zich van bewust. Minister van justitie Hans-Jochen Vogel dat zij het een en ander moesten doen om te voorkomen, dat zij bij de Bondsdagverkiezingen van dit jaar stemmenverlies zouden lijden. De geruchten over planhen om leden van de Baader-Meinhofgroep te be vrijden, kwamen niet zo maar uit dc Dieter Lattmann lucht vallen. Het in Wiesbaden geves tigde „Bundeskriminalamt", waar de opsporing van criminele activiteiten in de Bondsrepubliek wordt gecoör dineerd heeft laten weten dat er in derdaad aanwijzingen in die richting zijn. Zowel de terroristengroep die de In West-Duitsland is de aansporing tot tegen de staat (het hele bestel) gericht geweld strafbaar gesteld in (een nieuwe) paragraaf 88a van het Wetboek van Strafrecht. Dit stukje strafwet gaat in de eerste plaats over geschriften waarin wordt aangespoord tot het plegen van daden, die men kan samenvatten als 'politiek geweld'. Maar ook geschriften die 'gezien de omstandigheden geschikt zijn' om bij anderen 'de bereidheid te be vorderen' zich met dergelijke da den in te zetten voor ondermijnen de activiteiten vallen onder deze omstreden strafbepaling. Strafbaar zijn dan allen die derge lijke geschriften verspreiden, uitstallen, aanplakken, vervaardi gen, leveren, in voorraad hebben, aanbieden, aankondigen, aanprij zen en in- en uitvoeren. De maxi mumstraf is drie jaar vrij heidsberoving. Ook wordt gestraft degene, die in het openbaar 'of op een bijeen komst' aanspoort tot dat politieke geweld of alleen maar 'de bereid heid' daartoe bevordert. De belangrijke uitzondering, die de vrijheid van meningsuiting moet waarborgen, staat in paragraaf 86 hoofdstuk 3. Dit hoofdstuk gaat over het verspreiden van propa gandamateriaal van organisaties die krachtens de grondwet zijn ver boden. Daar staat dat verspreiding van dergelijk materiaal niet strafbaar is als: 'het propagandamiddel de voorlichting van de staatsburgers, het verweer tegen activiteiten die in strijd met de grondwet zijn, de berichtgeving over de tegenwoor dige tijd of de geschiedenis, de kunst of de wetenschap, het onder zoek of het onderwijs, of soortgelij ke doeleinden dient'. Naar deze be paling wordt nu ook verwezen in de omstreden paragraaf 88a. OPEC-ministers vorige maand in Wenen gijzelde, als de Westduitsers die als gevolg van de ontvoering van de Westberlijnse senator Lorenz naar Jemen konden uitwijken, zouden bij de voorbereidingen betrokken zijn. Het BKA verwacht ook acties van de ondergedoken advocaten van de Baader-Meinhofgevangenen in Stuttgart, Jorg Lang en Siegfried Haag. Partij-eenheid Wat er waar is van deze geruchten en aanwijzingen moet uiteraard nog blijken. Voor de Westduitse rege ringspartijen waren zij echter aanlei ding om het zekere voor het onzekere te nemen. Zo kwam na veel wikken en wegen in de Bondsdag een nieuwe versie tot stand van paragraaf 88a van het Westduitse Wetboek van Strafrecht over de strafbaarheid van „verfassungsfeindliche Befürwor- tung von Straftaten", vrij vertaald: tegen de grondwet gerichte aanspo ring tot het plegen van strafbare fei ten (zie kader). Voor talrijke sociaal democraten ging de nieuwe tekst veel te ver, maar terwille van de partij eenheid stemden zij voor. De oppositie daarentegen was teleur gesteld. De Beierse CSU- afgevaardigde Spranger beschuldig de de regering er zelfs van dat zij concessies deed 'aan die kringen, die systeemverandering en klassen strijd, ja gewelddadige omverwer ping voorstaan en luidkeels verkon digen."Spranger stemde echter voor het wetsontwerp. Dat deed ook Dieter Lattmann, een in zijn land bekende schrijver, die lid is van de SPD-fractie in de Bondsdag. Lattmann heeft in de Bondsdag zijn door velen ook buiten de Bondsrepu bliek gedeelde bezorgdheid uiteenge zet over de gevolgen die de nieuwe maatregelen voor een democratische samenleving, die volop in beweging is, kunnen hebben. Onzekerheid Als schrijver en politicus sprekend, toonde Lattmann begrip voor de Westduitsers, die door de terreurac ties van de afgelopen jaren en de altijd aanwezige mogelijkheid van nieuwe aanslagen verontrust zijn. Hij ziet echter ook een ander gevaar Naar zijn mening kan politiek niet gescheiden worden van „geestelijke confrontatie". De roep om de stabili teit van de binnenlandse veiligheid moet volgens de schrijver het „bin dende element" van alle democraten zijn. „Er zal evenwel altijd een rest aan onzekerheid overblijven, die po litiek even moeilijk als onvermijde lijk is..Er moet onderscheid wor den gemaakt tussen justitiële over wegingen en een meer omvattend denken, dat zich niet tevreden mag stellen met de wetgeving alleen. In de nieuwe bepalingen ziet Lattmann het gevaar dat door een wets-technische perfectionisme iets heel anders bereikt wordt dan het wetsvoorstel nastreeft, namelijk: een klimaat van intimidatie, opportunis me en een vorm van zelfcensuur, die in Duitsland maar al te vaak zedelij ke moed verdringt. Dit gevaar ziet hij vooral in de bepaling over „het aan sporen tot het plegen van strafbare feiten in geschrift", zelfs als de nieu we paragraaf uitzonderingen maakt voor kunst, wetenschap en be richtgeving. Zo meent Lattmann: „De nieuwe wetgeving is zo ge compliceerd geworden, dat zij veel onzekerheid kan veroorzaken". Gezichtsverlies Lattmann is van oordeel dat politieke terreur van kleine groepen de rechtsstaat niet werkelijk kan be dreigen; als zij wordt benaderd met een zakelijk gebruik van de (voor de wetswijziging bestaande) rechtsmiddelen en met het onwrik baar vasthouden aan democratische verworvenheden. Niet de rust maar de democratie is de eerste bur gerplicht, aldus Lattmann, die in dit verband wijst op het feit dat terroris ten er vooral op uit zijn, de rechtsstaat zijn gezicht te doen ver liezen. „Degenen die met bommen tekeer gaan, zoals Baader-Meinhof en navolgers, kunnen nooit de weg naar een betere maatschappij force ren. Zij lokken alleen de roep naar recht en orde uit". Ook Nederland Het is goed dat ook stemmen als die van Lattmann in West-Duitsland (maar ook daarbuiten) worden ge hoord. Het gevaar dat te vlot wordt omgesprongen met democratische vrijheden omdat enkelingen er een schromelijk misbruik van maken, be staat overal waar het wapen van de terreur al eens werd gehanteerd ook in Nederland bijvoorbeeld. Overigens heeft de partijdiscipline ogal frusterend gewerkt voor Lattmann. Hij zou aanvankelijk te gen de nieuwe wet stemmen. De ne derlaag van de SPD in Nedersaksen, die in de week van de beslissende stemming groot nieuws was, deed ook Lattmann besluiten zich aan de partijlijn te houden. De uitslag van de stemming in de Bondsdag geeft daardoor een wat vertekend beeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 9