Tachtigjarige "oom Hein
blijft cosmetica maken
k
Het beslissende doelpunt wonj;;
herhaald in de Bibliotheek. I
Uw probleem ook het onze
Van Heerenbaa
naar haarstukje
"Ik beschouw wat ik op mijn terrein doe als kunst"
Alles is van
eigen vinding
X
MAANDAG 26 JANUAR11976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
door Fred Lammers
HARFSEN Eenzaam staat
de boerderij ftDe Nieuwe Koe
le" in het winterse landschap.
Zo ver je kunt zien, weilanden
met wat griendhout of een
paar groepen bomen. Daartus
sen een smalle weg, die naar de
afgelegen boerderijen voert in
dit stukje van de Achterhoek,
een paar kilometer buiten de
dorpskern van Harfsen. Er
staat een straffe wind, die het
plastic, dat de ingekuilde sui
kerbieten bij de boerderijen
toedekt, doet bollen en af en
toe een gierlucht meevoert.
In sommige boerderijen wordt geen
boerenbedrijf meer uitgeoefend.
„De Nieuwe Koele" behoort tot die
categorie, wat niet inhoudt dat er
niet meer wordt gewerkt Elke
ochtend of het nu zomer is of midden
in de winter, om half zeven loopt de
wekker af en begint voor de bijna
81-jarige Hein Petersen en zijn
vrouw Mahari een nieuwe dag.
Een half uur later is Hein al in zijn
werkplaats te vinden, die hü „de
Larix" heeft gedoopt Daar oefent
hij zijn bloeiende eenmansbedrijf
uit: het maken van allerlei kosmeti-
ca, uitsluitend gebruikmakend van
natuurlijke grondstoffen zoals ei
keschors, rozemarijn, dennenaal-
den, kamille, sint-janskruid, kom
kommers, tijm en anijs, om maar een
greep te doen. Het doet Hein Peter
sen uitroepen: „Alles wat ik fabri
ceer is puur natuur. Mijn
grondstoffen haal ik uit de vijf we
relddelen. Het woord minder goed
ken ik niet Alles wat ik lever is
helemaal af. Dat moet ook, anders
blijven mijn klanten weg. Die zitten
niet alleen in alle delen van Neder
land, maar ook in België, Frankrijk,
Zwitserland en zelfs in Zuid-Afrika
en Amerika."
Boskabouter
Veel van zijn klanten kennen hem
persoonlijk. Ze noemen hem oom
Hein, Heinpé en soms boskabouter.
„Dat krijg je als je mensen zo lang
kent Ik doe dit werk nu 56 jaar. Ik
ben er in Sleeswijk Holstein. dat
toen ik werd geboren nog Deens
was, na mijn medicijnenstudie mee
begonnen in een fabriekje, gebouwd
op de twee hectaren die mijn vader
me gaf. Vader had een grote heren-
boerderij, waar hij ook renpaarden
fokte, vandaar dat hij de bijnaam
„de graaf' kreeg.
In 1928 had ik al 81 mensen in dienst
Zes jaar later moest ik dat allemaal
achterlaten en kon ik door overhaast
op zakenreis naar Nederland te gaan
nog juist aan een arrestatie door de
•Duitsers ontkomen. Een vriend had
mij gewaarschuwd, dat zij erachter
waren gekomen dat in mijn
huisdrukkerij anti-Duitse
pamfletten werden gedrukt. In
Zaandam ben ik opnieuw begonnen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog,
die ik grotendeels in Duitse con
centratiekampen doorbracht raakte
ik weer alles kwijt Teruggekeerd in
Zaandam vond ik mijn werkplaats
leeggeroofd op de spijkers in de
muur na."
Hein gaf de moed niet op, en zo
fabriceert hij nu nog zijn crèmes,
lotions, zalfjes, massageolie en een
wondermiddel tegen verkoudheid,
dat in huizen van multi-miljonairs
maar ook bij heel eenvoudige men-
Heln Petersen diep ademhalen
sen is te vinden. Hein zou niet anders
willen. Zijn artikelen zijn niet onbe
taalbaar. Voor enkele guldens kun je
al bij hem terecht
„Ik hoef er niet rijk van te worden.
Ik heb mijn AOW, en mijn vrouw, die
directice van de openbare leeszaal in
Zaandam is geweest, heeft haar pen
sioen. We geven per maand niet
meer dan twaalfhonderd gulden uit.
Daarvan houden we dus al over. Ik
werk alleen omdat ik er zoveel ple
zier in heb en omdat werken gezond
Aan particulieren
Hein levert uitsluitend aan particu
lieren. „Nieuwe klanten neem ik niet
meer aan. Dat kan ik niet meer bij
benen. Ik doe alles zelf, tot aan het
inpakken en verzenden toe. Ik maak
dagen van ten minste twaalf uur en
soms langer. De laatste jaren is bij
het afwerken van de orders een
achterstand ontstaan van een week
of zes, maar haasten laat ik me niet
Haast is uit de boze. Je moet altijd
beseffen dat er weer een dag komt.
Het gaat erom dat je alles wat je doet
zo goed doet, dat het blijft De men
sen zouden zich vaker moeten afvra
gen wat er over tien jaar nog belang
rijk is van hetgeen waar ze zich nu zo
druk over maken."
Alle artikelen die Hein Petersen ver-
Spreuken
derd verzameld. Een poos geleden
heb ik erover gedacht ze uit te geven,
maar ik heb gemerkt dat zoiets niets
zal worden. Het is te veel van het
goede. Dat lezen de mensen niet
Waarschijnlijk laat ik er nu een stuk
of vijftig op eigen kosten bundelen."
Het verbaast Hein Petersen niet dat
hij zo oud is geworden. „Een zigeu
nerin heeft mij toen ik jong was
voorspeld dat ik 120 word. Daar kun
je van denken wat je wilt, maar ik
heb altijd gedacht, dat ik heel oud
zal worden. Ik reken er eigenlijk op
de honderd wel te zullen halen. Dat
kan, als je gezond leeft, niet te veel
eet (wij doen dat twee keer per dag,
de eerste maaltijd gebruiken we om
een uur of elf) en je eten goed kauwt.
De meeste mensen schrokken. Dat
leidt vroeg of laat tot maagkwalen en
nier- endarmstoornissen. Diep
ademhalen is ook belangrijk. Men
sen met een korte adem worden
meestal niet ouder dan een jaar of
zeventig. Roken is eveneens slecht
Dat is bewezen. Het is bovendien
zonde van al het geld dat op die
manier de lucht wordt ingeblazen. Je
zou er het hongerprobleem groten
deels mee kunnen oplossen."
Geen pil
vaardigt, en dat zijn er enkele tiental
len, zijn eigen vindingen. „De sa
menstelling heb ik opgeschreven.
Mogelijk dat iemand aan de hand
daarvan mijn artikelen later kan na
maken, maar of dat helemaal zal
lukken? Er komt zoveel bij kijken
dat je niet kunt opschrijven maar
moet aanvoelen. Die geheimen neem
ik mee in mijn graf. Dat geeft niets.
Als een kunstenaar sterft is er ook
geen vervanger en ik beschouw wat
ik op mijn terrein doe als kunst."
Filosofie
Behalve in kosmetica is Hein Peter
sen geïnteresseerd in filosofie. „Een
broer van moeder, oom Frederik,
was filosoof. Hij is 102 jaar gewor
den. Ik heb hem goed gekend en veel
met hem gepraat. Van hem leerde ik
veel levenswijsheden. Ik ben altijd
aan het denken.
Als ik aan het werk ben heb ik er alle
gelegenheid voor stil te staan bij de
dingen en me te concentreren op
God. Velen hebben tegenwoordig te
weinig Godsbesef. Ze zoeken ver
strooiing, maar ze glijden weg van
God. Ik hou me ook vaak bezig met
de dood, hoewel er voor mij eigenlijk
geen dood is. Alle leven blijft leven.
Als wij van dit lichaam verlost zijn
blijft de ziel leven. Die keert terug tot
God en God is eeuwig."
Geen vijand
door Mink van Rijsdijk
Grootmoeders sterven uit, schreef ds L. H. Kwast een poosje
geleden in Centraal Weekblad. Er zijn geen zilvergrijze
grootmoeders meer, alleen oma's met gespoelde lokken. Ze
wonen niet langer in huisjes, maar in flats. Moderne oma's
vertellen geen sprookjes meer, ze werken met langspeelplaten.
Volgens ds Kwast dan en hij geeft als oorzaak van deze
achteruitgang aan dat oma's niet meer oud willen zijn, terwijl
kleinkinderen juist zo'n oude grootmoeder nodig hebben.
Over deze gedachten kan men lang piekeren, ze roepen vragen
op en dat is erg nuttig. Maar ik werd er toch ook wel wat
kregelig van. Want waar is de echte grootvader eigenlijk
gebleven? Woont hij nog in een huisje, waar hij op zolder de
rimpelige appeltjes keert? Grootvaders ach praat me er niet
van, met het verdwijnen van zwarte gebreide sokken, trijpen
pantoffels en Heerenbaai zijn immers ook die echte grootva
ders verdwenen. En hoe belangrijk zijn ze niet geweest voor
hun kleinkinderen. Mijn ene grootvader richtte mijn belang
stelling ver buiten mijn eigen kleine kringetje, hij vertelde me
over de Grote Beer en de avondster. Dat het overal op dc
wereld niet even laat was legde hij me uit boven een oude
globe. Mijn andere grootvader heeft uren met me gewandeld,
hij was oud en dat wilde hij op zijn veertigste al weten ook
hoor. Geen stap zette hij buiten de deur zonder zijn wan
delstok, waar hij me bomen en bloemen mee aanwees en
tik, tik, tik bewees dat het ijs in de slootjes nog onbetrouw
baar was. Wie versierde mijn priktol met punaises, wie
timmerde kopspijkertjes op een leeg garenklosje, zodat ik kon
punniken?
Was iedere lik scheerzeep op mijn neus niet weer dolle pret?
En was het stukje aluin niet een soort toversteen? Kom daar
nog eens om bij opa's van nu. Ze hebben hun scheerapparaat
met dubbele diepscheerkop en after shave toe. Ach en d^ygll
zwarte pak, waar hij als kloeke mannen-broeder mee in dJV
ouderlingenbank zat. Hoe verrukkelijk rook het naar mottet/f^
ballen. Die typische zondagsgeur hangt niet meer in de vrijKw
tijdskleding van grootvaders. Opa draagt een slobbertrui, eet
suède jack, een snel petje of een alpino op de kalende schedel
Wat zeg ik? Kalende schedel? Er bestaan tegenwoordig toef
fraaie haarstukjes, die mannen jong houden. Opa oud? J|
moet hem zien als hij 's avonds zijn verplichte nummertje triri
om de flats heen en op de hometrainer houdt hij zich lekker fi£
En daar zit hij dan op de zevende verdieping met zijn vrousi.
Ze babbelen wat over de zomervakantie en drinken thee mofc
een zoetje, want ze doen beiden aan de lijn. Twee mensen ojdit
leeftijd anno 1976. „Ik ga nog een uurtje postzegelen," zegt hj-pr
als de thee op is. Maar hij vergeet zijn eigen verzameling e(têg'
schrijft een briefje aan zijn kleinzoon van negen en sluit er d|e
nieuwe kinderpostzegelserie bij in. De jongen is net als ilfjll
denkt hij vertederd, hij wordt ook een echte verzamelaar. Dfan'
grootmoeder breit. Weliswaar geen rose wolletjes, zoals
mijne dat vroeger deed, maar bonte sportkousen met Peruaan
motief. Ze zijn bestemd voor haar kleindochter. Ze geniet vat
de felle kleuren en neemt zich voor er toch ook nog een mul v<
bij te breien. Oma is niet zilvergrijs dat zou ze wel willen, maa
er zit geen schot in het proces, ze blijft gewoon „peper et^
zout". Mij'n grootmoeder zou stellig hé£r Indiase rok bespotte
lijk hebben gevonden en dan zwijgen we maar over het oordet
dat uitgesproken zou worden over de rode coltrui van d|^r
moderne opa. Ze hebben uiterlijk niets gemeen, mijn grootou
ders met die van nu. Maar of nu door die veranderd! TCJ
uiterlijkheden en leefgewoonten de echte grootouders zij»^
uitgestorven? Kijk, daar geloof ik nou helemaal niets van. n
Pubtïlcit're aangeboden doof dit blad,in samenwerking met de Stichting Ideële Reclame SIRE.
Aan zijn lèefwijze schrijft Hein het
hoofdzakelijk toe dat hij in zijn lange
leven nog nooit een pil heeft hoeven
slikken, laat staan een dokter consul
teren. „Ik wil niet zeggen dat je alle
ziekten kunt voorkomen, wel dat je
als je gezond bent daar niet onver
schillig mee mag omspringen, zoals
velen doen. Onze gezondheid heeft
vier machtige vijanden: eigenbe
lang, ijdelheid, gierigheid en haat
Velen beknibbelen bijvoorbeeld op
hun voedsel Ze kopen inferieure
kwaliteit om op die manier geld uit
te sparen. Ze houden zichzelf voor
de gek. Zo halen tal van mensen van
dat kleffe, weke witbrood, een pro-
dukt dat de naam brood niet ver
dient. Een goed brood is na veertien
dagen nog lekker, zonder dat je het
in de koelkast bewaart"
Om die stelling te bewijzen wordt
tijdens de maaltijd brood op tafel
gezet dat drie weken geleden is ge
bakken en ik moet toegeven dat het
prima smaaktDe Petersens eten
alleen goede produkten. Er is keus
uit allerlei kaassoorten, zelfgemaak
te jam en honing. Als voorafje ligt op
het broodplankje een frutselt je fijn
gehakt groen, dat Mahari uit de wei
heeft gehaald. „Vooral in deze tijd
van het jaar is dat erg gezond. Je
kunt dicht bij huis zoveel vinden om
te eten," stelt Hein. Fijngehakte
paardebloembladeren, gestoofde
brandnetels (bij voorkeur de toppen)
en zuring staat regelmatig op het
menu in „De Nieuwe Koele".
Tijdens het werk bedenkt Hein vaak
allerlei spreuken. „Ik heb altijd een
notitieboekje in de buurt, waarin ik
ze noteer. Ik heb er nu zo'n vierhon-
„Hier in de buurt is iedereen eraan
gewend dat wij zo leven. We leven in
vrede met onze medemensen 'en heb
ben in wijde omtrek nergens een
vijand. Er is niemand die ons kriti
seert, ook de nuchtere boeren niet.
Ze zeggen allemaal: wat een gelukki
ge mensen zijn die Petersens. Het is
heerlijk als ze dat van je kunnen
zeggen." vindt Hein. Hij voegt eraan
toe: ..Wij genieten ook van elk be
zoek. Ons standpunt is dat de men
sen die bij ons komen als ze weer
naar huis gaan het gevoel hebben
hier gelukkiger vandaan te gaan dan
ze voordien zijn geweest."
Is
frek
di
Oris land is bezaaid met 1 j*
bibliotheken. I61
Openbare bibliotheken.
En al die bibliotheken zitten
de nok toe vol met boeken. BoeH
in alle soorten en alle maten.
En Jan en Alleman en iedere"'
kan daar komen lenen wat ie Cn
lezen wil. |6.:
Ook sportboeken, om 'ns ielto-
noemen.
1. Adrian! Engels, M. 1
Honderd jaar sport.
2. Aricse, D. en W. van Hemert/
ABC voor de Olympische Spelen. I
3. Derks, F/
Frans Derks ziet het anders. I
4. Eynde, E.van den/
Training en atletiektraining.
5. Grote sportencyclopedie.
6. Guiness groot sportrecordboek; I
door N. McWhirter en
R. McWhirter.
7. Hanegem.W.van/
Ik, de „Kromme".
8. Kesslcr, G. M./Voetballen;
techniek.
9. Koomen,Th./25 Jaar doping.
10. Kramer, j.A.M.&W.de Bruijn/ I
Watersport van A-Z; encyclopedie I
voor de waterrecreatie.
11Laureyssens, S./De Flandriens.
12. Menzel.R./
's Werelds topvoetballers.
13. Molenaar, H./Europacup 73/74;
het meest complete
standaardwerk over Europa en
UEFA cupvoetbal.
14. Molenaar, H. en C.van
Nituwenhuizen/Miinchen 74;
wereldkampioenschap.
15. München'72, olympisch dagboek;
door de Telegraaf sportredactie.
16. Nelissen.J./Tour de France; j
hemel en hel op een stukje leer; i
60 jaar Tourhistorie.
Lees toch
watje lekker vindt.
F
.Si
Vraag: Een poosje geleden heb ik op
een voor mij onbegrijpelijke manier
een kleuren TV gewonnen. Voor ie
mand op leeftijd, die vrij veel alleen
is, is het iets geweldigs en ik geniet er
dagelijks van. Maar nu komt het
probleem: Wat moet ik nu doen als
er bezoek komt op een avond, dat er
een vervolgverhaal op het program
ma staat. Als ik het toestel afzet, ben
ik er helemaal uit en kan dat niet
meer inhalen, maar je kan je bezoek
toch niet wegsturen, want dat is ook
niet in te halen, als de mensen daar
door verdrietig worden.
Antwoord: In zo'n geval zou ik de
gasten voorstellen, dat halve uurtje
even met u mee te kijken en daarna
•alle aandacht aan bet bezoek beste
den. Aan uw bezoekers en aan ieder
die eens even binnen wil vallen bij
iemand, die oud is en vaak alleen
raden wij aan even te informeTen of
en hoe laat het schikt
Vraag: Een probleempje dat en
igszins in hetzelfde vlak ligt was dat
van een heel oude lezeres, die bin
nenkort jarig is. Er komt dan veel
bezoek en dat vindt ze dolgezellig. Er
komen ook veel telefoontjes ook
heel gezellig maar alles niet tege
lijk. s.v.p.
Antwoord: Graag wil ik ten behoeve
van alle jarige omaatjes en opaatjes.
maar ook van alle jarige en bezige
huis\Touwen vragen: Bel de dag
vóór of de dag né de grote dag. Dat is
wél zo rustig en wel zo leuk.
Vraag: Ik kreeg op school een opstel
terug. Ik kreeg er een 7 voor. maar
de leraar had e. ider geschreven: Si
non e vero at is dat voor een
taal? Ik wil het niet aan hem zelf
vragen, want dan lacht hij me
misschien uit en wie weet wat voor
een snertopmerking het is.
Antwoord: Leraren zijn er nu een
maal voor om vragen te beantwoor
den. zeker in zo'n geval. Hij zal ge
dacht hebben, dat dit Italiaanse ge
zegde (weggelaten werd: „Ben trova-
to" en het geheel is zó in een citaten
boek te vinden!) wel bekend is bij
een eindexamenkandidate, die een 7
krijgt voor een opstel: Als het niet
waar is. dan is het toch leuk ver
zonnen!
Vraag: Verleden jaar gaf u me aan
wijzingen voor mijn prachtige
Kerstster: Als de plant uitgebloeid is
en de bladeren afvallen, zet u de pot
op een niet te koude of te warme
plaats en vergeet die tot april. Tegen
die tijd kom ik erop terug. Ik vergat
de plant en ik vrees, u ook. maar nu
herinner ik u eraan, want het is
eerder april dan we denken.
Antwoord: Er kan anders nog een
heleboel kou komen, voor het april
is: U gooit dan de oude aarde weg en
de plant gaat in een iets grotere pot.
Bij uw bloemist koopt u een mengsel
van fijpe klei. bladaarde en
mestgrond. De stengel wordt inge-
snoeid tot 10 cm. Zet de pot voor het
meest zonnige raam van een ver
warmde kamer. Geef de plant eerst
matig, later iets meer water en laat
hem staan tot begin juni. Dan zet u
de pot in de grond, op een zonnige
plaats. Tot september. Elke week
wat mest toedienen en met uw spuit
je ook de onderkant van de bladen
besproeien.
Vraag: Wij hebben een oud geweer.
Vragen (één per brief) zenden
naar: Uw probleem ook het on
ze, Postbus 507, Voorburg.
Naam en adres vermelden.
Eén gulden aan postzegels
bijsluiten. Geheimhouding is
verzekerd.
een voorlader, met stamper en
steenslag. Op het slot staat een
kroontje, een leeuw en een getal
(jaartal of serienummer?). De lengte
is 1,60 m. Kunt u mij iets over deze
wapens vertellen?
Antwoord: Dit soort geweren werd
gemaakt van 1811-1840. Vermoede
lijk is het een Engels wapen, dat
vervaardigd werd met de bedoeling
het te gebruiken in dienst van de
Engelsche West-Indische Compag
nie. In het Legermuseum te Leiden
zijn verschillende wapens van dit
soort aanwezig. Het was heel prettig,
dat u zoveel gegevens en een foto
zond. De conservator van het mu
seum kan niets mededelen over de
waarde. Ook wij doen dat niet. Voor
het geval u tot taxatie over wil gaan:
Even van te voren naar de kosten
informeren. Hang dit wapen niet te
veel „op zicht". Er zijn veel kapers
op de kust tegenwoordig en dergelij
ke dingen zijn „in".
Vraag: Een 85-jarige lezer heeft in
zijn jeugd een Tintelton of Tondel
doos gekregen en dat voorwerp is
compleet op de vuursteen na. Het
"valt niet mee aan de goede soort
yuursteen te komen.
Antwoord: Toch lukte het: Dezelfde
vriendelijke conservator van het
voorlaadgeweer heeft een paar
vuursteentjes van het goede soort
aan onze lezer gestuurd, zodat we
allemaal blij en gelukkig zijn. Tot
1820 kwam het meest gebruikte
vuursteen in lange spanen uit Ber
gen Henegouwen. Deze spanen wer
den op maat gebroken, voor allerlei
doeleinden. Het is inderdaad wel
moeilijk om er tegenwoordig aan te
komen: een adres is Icon, Frede-
riksplein 12, Amsterdam. Men moet
die stukjes vuursteen wel in leer of
lood klemmen, want als ze los zitten,
zijn ze direct aan gruizels.
Vraag: Onze Westfaalse vra
gensteller, dezelfde die ons verleden
jaar op het spoor van de Hessenwa
gens heeft gezet, vraagt nu naar het
Adres van het onlangs in „Weer of
geen weer" genoemde klokkenmu
seum en naar het gebruik van
(handbediend) klokkenluiden. Bij
hem in de buurt gaat dat allemaal
mechanisch en daarmee is toch wel»
veel folklore en romantiek verloren
gegaan. Ter gelegenheid van de Ge-
neralversammlung in maart wil hij
met zijn Heimatverein het museum
bezoeken. (Ook wil hij zich abonne
ren op Trouw. Of dat kan voor ie
mand die in Duitsland woont?)
Antwoord: Om met het laatste siuk
van de vraag te beginnen: wij krij
gen brieven van abonnees uit Ma
rokko, Italië en Zwitserland, dus dat
g^at heel goed. De afdeling abonne
menten zal hier verder voor zorf
U is hartelijk welkom in Asten <jJc*
seum Asten. Ostadestraat 23,W
04936-1865). Voor groepen van ifl'a
dan 15 personen kost dat een gul°p
de man. De conservator zal zo$m
voor een begeleider, die vloet
Duits spreekt en die alle vragen
het beieren kan beantwoorden Js
nog meer kan vertellen ook. Irt
buurt is een echte klokkengieti
die men kan bezichtigen. Een l
interessant bedrijf. Nu is het I
nodig dat u van te voren telefonr
of schriftelijk alles precies
spreekt, zodat de conservator u I
ontvangen en ook het bezoek aat
gieterij voor u kan regelen. Er'
handboeken waarin afbeeldingei
artikelen staan over het folkld
tische klokkenluiden, maar hd26
moeilijk zoiets in een paar rei
samen te vatten. In Asten zal
vragensteller en zijn groep in P.
doende mate ingelicht worden.'
--