'In Holland is alles belast'
Gesprek over vrijere
wereldhandel traag
Het stervend deel der natie
INNEMEE
BV" i
'Schip in nood' was
een lugubere grap
Bekendmaking
Bestuurders ook vroeger vindingrijk bij pogingen schatkist te vullen
'Morgendranck'
kostte halve
stuiver méér
Europees landbouwbeleid knelpunt
noard-brabant
TEL.070/60.39.05
MAANDAG 5 JANUARI 1976
TROUW/KWARTET RH8
Van een verslaggever
ROTTERDAM 'In Holland is alles belast, behalve lucht en water', werd al in
de zestiende eeuw in het buitenland gezegd. Daaruit blijkt dat ook landsbe
stuurders in vorige eeuwen zeer vindingrijk waren in hun pogingen om de schat
kist te vullen.
By een bezoek aan het belastingmuseum
'prof. dr. Van der Poel' in Rotterdam ontdekt
men dat er door de eeuwen heen heel wat
merkwaardige belastingen zijn geweest;
Veel van deze belastingen werden ingevoerd
om tekorten te dekken die waren ontstaan
na het voeren van een oorlog.
Zo stelde men na de oorlog van 1914*18
de fietsenbelasting in, oudere Nederlanders
nog wel bekend. Wilde men een fiets berij
den, dan moest men een plaatje kopen en
dat bij zich dragen. Werklozen kregen een
plaatje met een gaatje erin, terwijl diploma
ten (gratis) een plaatje kregen met een ster.
Onlangs gingen er stemmen op om deze be
lasting weer in te stellen.
In diezelfde tijd kende men de speelkaarten-
belasting. Op het hartenaas stond het belas
tingstempel. Deze belasting werd na enige
jaren zinloos door de smokkel van speel
kaarten uit België. Tot 1869 kende men het
dagbladstempel (belasting op dagbladen) in
de volksmond 'de vuile vingers van de fis
cus.'
y. 274.
Vroege borrel
Op 1 februari 1672 voerden de staten van
Holland en West-Friesland de recreatiebe
lasting in: 'het middel van de recreatie ofte
divertissementsgelclt, peyster (pleister) en
de morgendranckgeldt'. Ook deze belasting
moest dienen om de financiële gevolgen van
een oorlog ditmaal tegen Frankrijk en
Engeland te bestrijden.
De merkwaardigste bepaling in deze belas
ting betreft de zogenaamde ontnuchterings
borrel. Iedereen, die vóór twaalf uur 's mor
gens in een herberg of distilleerhuis 'enige
morgendranck tot ghesontheyt ofte ontnuch-
teringh' wilde nuttigen, moest een halve
stuiver meer betalen. Kwam men na drie
uur 's mdidags wat drinken en vormde men
met een clubje vrienden een gezelschap, dan
kostte het drankje een stuiver meer per glas.
Bleef men in de herberg overnachten, dan
moest men twee stuivers belasting betalen.
De kroeg- en herberghouder moest de con
sumpties en overnachtingen op een bord bij
houden. Deze belasting ging na twee jaar
aan fraude tenonder: de klant werd de belas
ting doorbetaald en de kroegbaas stak ze in
zijn zak.
"Vermogensbelasting'
Een belasting op geld (een soort vermogens
belasting) werd per ordonnantie van 7 fe
bruari 1573 ingevoerd in de staten van Hol
land, West-Friesland en Zeeland. Al het geld
toen alleen nog munten moest worden
ingeleverd. Tegen betaling van vijftien pro
cent van de waarde kon men de munten te
rugkrijgen. Als bewijs dat de belasting be
taald was, werd in iedere munt het provin
ciezegel ingeklopt
*«ockroeittrJ ere ba.ull f- het Koltr-«K-e fOOTt.-nf.
m ara*«ree dtr.rtWu. Cr haXn wtl ocopreacrti
>*-eearo »«r Vduafa keodra keir.'rr TTrr-ttede
•at! «C- TWt»t i i- r,n*ei fc!brj kW toftMBic,-
cawor ie «ro-re kt&ihcH na ïia »wrrci£kwweil bc-
eenre fct-irz wbi er de team e weèrrtisr. f.'.rr.
•u.< ie wkc na bet tótsti, gep-ricd door ces ueol
te bc; itu fcmkr m en be-.re-t brttood in kt.-.
DtrSadzefel op ie li'.elrtpiru aan de Arrtterdtmvhe Courant
«an IS no»er.iber 1836. (Foto: Gemeentelijke Archiefdiemi, Am-
«erdttn.)
Het dagbladzegel, (de belasting op cou
ranten) op pagina van de Amsterdamse
Courant van 18 november 1836.
Een belasting," die werd uitgevonden door
een Nederlander, is het fiscaal zegel. In 1624
bedacht johannes van den Broecke, commies
bij de generaliteit, dit zegel. Het werd van
een eenvoudige opdruk op officiële actes tot
de voorloper van de postzegel. Van den
Broecke kreeg geen stuiver voor zijn uitvin
ding.
De meeste belastingen die in vorige eeuwen
werden geheven waren indirect. Inderdaad
was in Holland alles belast (wijn, bier, zout,
graan, turf, boter, vlees enz.): alle primaire
levensbehoeften. Maar ook de lucht en het
water. Er bestond het zogenaamde maalgeld
(het recht op de wind) en er waren veel wa
ter tollen het recht op het water).
Schoorsteengeld
De enige directe belastingen die men in de
zestiende eeuw kende was hei schoorsteen-
geld en de grondbelasting (verponding). Het
schoorsteengeld is een van de oudste belas
tingen en stamt nog uit de tijd van de Noor
mannen die het vuurgeld (huslotha) kenden.
Men betaalde een aantal stuivers al naar
gelang de grootte van de schoorsteen of
haardstede. Na de Franse tijd betaalde men
ook belasting voor het aantal deuren en ra
men, dat een huis had. Later werd dit de
personele belasting.
Het belastingsysteem, zoals dat nu bestaat,
is nog niet zo oud. Het heffen van grondbe
lasting kon pas nauwkeurig geschieden, toen
in 1830 het kadaster werd ingevoerd. Pas in
het midden van de vorige eeuw werden de
accijnzen op de meeste eerste levensbehoef
ten afgeschaft. Dit betekende voor de 'gewo
ne man' een enorme verlichting. Hij bespaar
de per jaar een bedrag, dat men gelijk kan
stellen aan ongeveer vijf weken loon, de fis
cus kwam toch wel aan zijn trekken, want
tegelijk met het afschaffen van deze accijn
zen werd de gedistilleerd-accijns zodanig
verhoogd, dat er omstreeksl876 tweemaal
zoveel binnenkwam dan in 1850 (voor de
afschaffing).
In 1893 werd, nadat er tien kabinetten op
gesneuveld waren, de vermogensbelasting
ingevoerd. De Kamer had toen zo weinig
vertrouwen in de PTT, dat er speciale brie
venbussen bij de gemeentehuizen werden ge
zet, waar men zijn aangiftebiljet in kon
doen. De eerste inkomstenbelasting werd in
1941 door de Duitsers ingevoerd. Een kant en
klaar wetsontwerp lag hiervoor al klaar.
Oproeren
Belastingen zijn er altijd geweest, maar nim
mer waren zij geliefd. Dit ongenoegen kwam
menigmaal tot uitdrukking in bloedige op
roeren, zoals in 1690 in Rotterdam en in 1696
in Amsterdam. Zo heeft de burger door de
eeuwen heen al dan niet vrijwillig zijn
steentje bijgedragen. Misschien een (schra
le) troost voor de belastingbetaler anno
1975(6).
De Russische geleerde Sacharow laat hier de oorkonde van de hem
toegekende Nobelprijs voor de vrede aan zijn tweejarige kleinzoon
zien, die zijn beroemde grootvader kwam opzoeken in diens flat in
Moskou.
GENEVE (Reuter) De onderhandelingen in de Zwitserse stad Geneve over een vrijere wereldhan
del duren nu al meer dan twee jaar. Het ziet er niet naar uit dat in dit jaar het tempo van de bespre
kingen zal worden opgevoerd.
De onderhandelingen zijn begonnen
in september 1973. Doel was uit
breiding van de internationale han
del in industriële en landbouwpro-
dukten. Men wilde de besprekingen
aan het eind van 1975 afronden. De
vertragingen die zich steeds voorde
den, maakten deze datum al weldra
irreëel. De 90 deelnemende landen
zijn in december overeengekomen te
zullen streven naar een afronding
van de besprekingen in 1977.
Aan de besprekingen wordt deelge
nomen door de belangrijkste handel
drijvende landen ter wereld, waartoe
de Verenigde Staten. Japan en de
negen lidstaten van de Europese Ge
meenschap behoren. Verder doen een
zestigtal ontwikkelingslanden mee.
Het Oostblok en China nemen niet
dee' aan de besprekingen, die ge
voerd worden onder auspiciën van
de GATT (een wereldwijde organi
satie op bet gebied van tarieven en
handel).
De besprekingen werden aanvanke
lijk beschouwd als een zeer vermete
le poging om de barrières af te bre
ken die de wereldhandel in de weg
staan. De algemene recessie heeft
het onderhandellngsforum omge
vormd tot bolwerk tegen de dreiging
van het protectionisme. Energiecri
sis, tekorten op de handelsbalans,
moeilijkheden met de betalingsba
lans, instabiele munteenheden en
werkeloosheid hebben de regeringen
ertoe gedwongen de importen te be
perken en de binnenlandse Industrie-
en tc bevoordelen.
Het merendeel van de delegatieleden
is ervan overtuigd dat de wereld
handel aan heel wat meer beperkin
gen blootgesteld zou zijn, als de on
derhandelingen over tarieven en han
del niet hadden plaats gevonden de
afgelopen twee jaar. Een van de de
legatieleden verklaarde: 'Omdat we
hier bezig zijn met onderhandelin
gen op lange termijn over allerlei
produkten op diverse markten, zijn
de regeringen beter gewapend te
gen binnenlandse druk voor protec
tionistische maatregelen. Ze kunnen
er nu op wijzen dat het nemen van
beschermende maatregelen de kan
sen op enig voordeel in de onderhan
delingen zou kunnen verkleinen.
Hoewel de landen van de derde we
reld aandringen op een verhoging
van het tempo van de besprekingen,
lijken de meeste geïndustrialiseerde
landen wel tevreden te zijn met de
.luidige snelheid. Ze hopen dat een
herstel van de economie in 1976 be
tere vooruitzichten voor een goede
afloop van de onderhandelingen
schept. Veel onderhandelaars gelo
ven dat een economische opleving de
regeringen van de diverse landen
wat gunstiger zal stemmen en wat
meer bereid tot concessies zal ma
ken.
De onderhandelaars mikken op dit
ogenblik op het bereiken van een ge
deeltelijke overeenkomst in 1976.
Deze overeenkomst zou het een aan
tal ontwikkelingslanden mogelijk
moeten maken de export van hun
produkten op te voeren. Deze specia
le voordelen zijn hen al eerder in de
onderhandelingen toegezegd. Ze be
treffen cacao, koffie, thee, tropisch
fruit, tropisch hout en plantaardige
oliën.
Een speciale onderhandelingsgroep
(een van de zes die voor het sluiten
van deelovereenkomsten opgezet
zijn) houdt zich bezig met tropi
sche produkten. Ongeveer dertig ex
porterende ontwikkelingslanden heb
ben een honderdtal verzoeken inge
diend aan ongeveer twintig indus
trielanden om hun importbelemme
ringen te slechten voor de hele scala
van tropische produkten, zowel in
bewerkte als in onbewerkte vorm.
De importerende landen moeten op
1 maart tariefsvoorstellen indienen.
De besprekingen over deze voorstel
len zullen wel de hele zomer duren
en zullen dan hopelijk kunnen wor
den afgerond.
Andere onderhandelingsgroepen
spreken over manieren waarop tarie
ven verlaagd kunnen worden en im
portbeperkingen, subsidies, quote
ring afgebouwd kunnen worden en
dounavoorschriften en standaardise
ring geharmoniseerd kunnen wor
den.
Er is een groep die regels probeert te
formuleren waaronder het landen
toegestaan zou zijn om beschermen
de maatregelen te nemen in geval
van plotseling sterk toenemende im
porten die de binnenlandse markt
ontwricht en de eigen industrieën in
gevaar brengt.
Een andere groep beziet de moge
lijkheid van zelfbeperking op het
gebied van de handelsbelemmerin
gen voor speciale goederen en indus
trieën.
In alle groepen heeft al vroegtijdig
een aantal voorlopige gedachtenwis-
selingen plaats gehad, zonder dat
deze het karakter kregen van harde
onderhandelingen. Verder zijn er
data afgesproken voor nieuwe be
sprekingen in 1976.
Het werk in een andere groep die
zich bezighield met de handel in
agrarische produkten heeft herhaal
delijk stil gelegen in verband met
procedurele moeilijkheden tussen de
Verenigde Staten en de Europese
Gemeenschap. Maar deze moeilijk
heden werden in het begin van de
cember. ten minste voorlopig, opge
lost-
De Amerikanen wilden tegelijk spre
ken over de handel in agrarische en
industriële goederen. Europa wilde
de bespreking hiervan gescheiden
houden. Het compromis dat over dit
geschil bereikt werd, heeft de zaak
zelf echter niet opgelost. Men is het
er over eens geworden dat het spe
ciale karakter van de landbouwsec
tor benadrukt moet worden, maar
dat de landbouwgroep' nauw moet
samenwerken nu- de andere groe
pen.
Achter deze procedurele menings
verschillen liggen echter wel dege
lijk belangrijke discussiepunten, die
later bij de onderhandelingen weer
mee zullen spelen. De Verenigde
Staten zijn er op uit de markt voor
hun landbouwprodukten uit te brei
den in Europa. Ze willen daartoe
concessies op het terrein van de
Amerikaanse industrie verhandelen
voor landbouwconcessie van de kant
van de Gemeenschap. De EG vreest
echter dat een koppeling van de be
spreking van landbouw- en indus-
trieprodukten haar zal dwingen tot
concessies die zullen leiden tot een
fundamentele verandering van de
gemeenschappelijke landbouwpoli
tiek. De Amerikanen zijn van oor
deel dat deze politiek nogal protec
tionistisch is uitgevallen en ze wil
len daaraan graag een einde zien.
De voorlopige oplossing van het me
ningsverschil geeft de landbouw
groep de mogelijkheid in 1976 uit
voerig te gaan spreken over een hele
scala van landbouwprodukten, fruit,
tabak, oliën, vetten en zelfs vis.
In het eerste stadium van de onder
handelingen zullen de landen onder
ling tarieflijsten uitwisselen en me
dedelingen over andere belemmerin
gen op het gebied van de handel in
landbouwprodukten. Deze uitwisse
ling moet leiden tot consultaties tus
sen groepen van landen en uiteinde
lijk tot besprekingen op wereld
schaal.
Van een verslaggever
VLISSINGEN Het schip dat op de Westerschelde in nood
zou zijn, en waarover wij gisteren berichtten, blijkt niet te
bestaan. De autoriteiten zijn slachtoffer geworden van een
hoogst smakelolze grap.
opgevangen noodseienn wel echt
zijn. Zo was het nu ook gebeurd.
De 'grap' betekent voor de rijks
politie ook dat acht mensen voor
niets op nieuwjaarsdag uit hun
gezin zijn gehaald. Men is erg ont
stemd over het gebeurde.
Inlichtingen over de Brittannic
leverden niets op. Bij de zeesluizen
van IJmuiden was het schip niet
bekend. Het stond evenmin in het
internationale Lloyds' scheepsre
gister.
Twee boten van de rijkspolitie zijn
voor niets uitgevaren op ene zwa
re zee, evenals de reddingsboot
'Javazee' en een aantal bergings
vaartuigen.
Aanvankelijk werd gemeld dat hef
om de Amerikaanse zeesleper
Brittannic zou gaan. Aan boord
van dit schip zouden vijf beman
ningsleden zijn. Een zesde man
zou zijn overleden.
Gistermogen om 00.30 u zijn alle
zoekacties gestaakt. De rijkspolitie
was er toen van overtuigd dat de
opgevangen noodsignalen afkom
stig waren van een radio-amateur
die een 'grap' had uitgehaald.
Een woordvoerder van de rijkspo
litie zei dat reddingsacties altijd
onmiddellijk op gang komen, di
rect na het binnenkomen van een
noodsein. Men gaat niet eerst
wachten om na te trekken of de
door dr. C. Rijnsdorp
geren als gist in het zware, weten
schappelijke deeg.
In de kathedraal van Chesteer in Engeland staat op de klok een inscriptie, die in haar bijna Romeinse
bondigheid onvertaalbaar is. Het vers komt in het Nederlands op het volgende neer. Ik laat elke regel
met een hoofdletter beginnen.
Meer accent
Toen ik als kind veel lachte en heb
geschreid. Toen kroop de tijd. En als
Jong mens bleef praten, dromen, ho
pen, Begon de tijd te lopen. Toen ik,
volwassen, 't leven dacht te kennen.
Toen sloeg de tijd aan t rennen. En
toen Ik, oud en grijs, vaak heb ge
zucht. Toen nam de tijd de vlucht.
Nu zal ik, verder reizend, gauw ver
staan: De tijd is mij ontgaan. Zal
dan mijn ziel door Christus zija ge
red? Dat's mijn gebed.'
De bronzen klokketoon van het En
gelse origineel is in de vertaling na
tuurlijk zoek geraakt. Men kan de
Engelse tekst vinden op blz. 178 van
het boek Het naderend einde onder
redactie van E. van der Wolk, hoofd-
re< acteur van het weekblad Inter
mediair (ultg. Intermediair, resp.
Boom/De Nederlandsche Boekhan
del, 26 auteurs, 387 blz. 37,50).
Vijf boeken
Vóór mij liggen namelijk vijf boe
ken, dikker of dunner. Ze beslaan
met elkaar een kleine negenhonderd
bladzijden. Alle gaan ze over dood.
sterven en stervensbegeleiding. Voor
een deel overlappen ze elkaar, zodat
het niet mogelijk is ze alle afzon
derlijk te bespreken. Bovendien is er
een vierde druk bij, zü het dan een
ingrijpend bewerkte lezing van de
vorige drukken. Het dunste boek is
een persoonlijk getuigenis van een
filoaoof-theoloog, naar aanleiding
van het sterven van twee van zijn
kinderen.
Globaal laten de boeken zich in drie Leken aan bet einde van de acht-
groepen onderscheiden: historisch,
hedendaags en op de toekomst ge
richt. Philippe Ariès, befaamd
FraiiStalig kenner van de sociale en
culturele geschiedenis, schreef Met
he» oog op de dood. Westerse opvat
tin n over de dood, van de middel
eeuwen tot heden (Wetenschappelij
ke Uitgeverij B.V., Amsterdam, 119
blz., ƒ24,50). Het zijn voordrachten,
enkele jaren geleden gehouden aan
de Amerikaanse John Hopkins Uni
versity. en wel over 1. De getemde
dood, 2. De eigen dood, 3. De dood
van de ander, en 4. De verboden
dood.
In de westerse beschaving, aldus de
auteur, was een soort gemeenzame
houding tegenover de dood ontstaan.
Sterven was een collectief verschijn
sel. Die houding onderging in de la
tere middeleeuwen een gedeeltelijke
verandering. De dood kreeg een dra
matische en persoonlijke betekenis.
Het eigen ik, de eigen dood ging een
rol spelen. Van de achttiende eeuw
af krijgt de dood voor de mens in de
westerse samenleving opnieuw een
ander accent. Naar de voorgrond
dringt zich het verlies van de ander
eti de herinnering aan de gestorve
ne. Er ontstaat een romantische, re
torische visie op de dood. Het rouw
betoon in de negentiende eeuw
maakt op de mens van vandaag een
overdreven indruk, terwijl merk
waardigerwijs het testament zijn
plechtig karakter verliest en een za
kelijk document wordt.
Revolutie
tiende eeuw alle kerkhoven in de
westerse wereld op elkaar, in onze
tijd zijn we getuige van een ingrij
pende revolutie in de traditionele
gevoelens. De dood wordt een aan
gelegenheid die weggedrukt, als het
ware verboden wordt. Het lijkt wel
of het sexuele taboe van het Victo
riaanse tijdperk vervangen is door
het taboe van de dood. Men sterft
doorgaans niet meer plechtig te
midden.van zijn familie en naastbe-
staanden, maar afgeschermd en za
kelijk ln een ziekenhuis. Het alge
mene decorumverlies heeft ook het
sterven aangetast.
De stroom van literatuur over dood
en sterven bewijst, dat het taboe van
de dood wordt opengebroken. In on
ze krant van 23 oktober 1974 en van
4 december 1974 en ook daarvoor
heb ik al verscheidene malen publi
caties over deze materie onder de
aandacht gebracht. Ook radio en te
levisie hebben zich niet onbetuigd
gelaten. Dit alles gaat voornamelijk
over de nu bestaande toestanden.
Het dikke boek Het naderend einde
met zijn prachtige omslag (herfst-
bos) is overwegend op de actualiteit
gericht. Hoofdonderwerpen zijn het
eigen levenseinde, het levenseinde
van de geliefde naaste, sterven in de
samenleving, de dood juridisch, ge-
rontologisch. religieus en wijsgerig
beschouwd, de gewenste dood en ri
tuelen rond de dood. Hier komen
aan het woord de psychiater, de
wijsgeer, de cultureel antropoloog,
de socioloog, de medicus, de jurist
en advocaat, de bioloog, de neerlan
dicus. de psycholoog en de theoloog.
Illustraties, tabellen en poëzie fun-
Iets meer accent op de praktische
stervensbegeleiding legt het ge
meenschappelijke werk van Paul
Sporken en Joop Michels, De laatste
levensfase. Stervensbegeleiding/
Euthanasie (Amboboeken, Biltho-
ven, 216 blz. 4e druk, 17,50). Voor
al hier staat de actualiteit centraal.
Het aangrijpende boekje van J. A.
Irish: Hij werd maar dertien, leven
ondanks de dood (uitg. Gooi en
Sticht b.v., Hilversum, 64 blz.,
/7,90i voegt zich als persoonlijk
doorleefd geval, als beproeving, in
deze categorie van de actualiteit. De
auteur verloor in 1969 een zoontje
van zei. jaar, en in 1973 een jongen
van dertien Jaar. Hij worstelde met
het verbijsterend probleem van de
dood. met zijn theologie en met zijn
God Dit alles mondde uit in een
dun boekje met, na een Inleiding,
drie hoofdstukjes: Woede, Eenzaam
heid en Vrijheid.
Het is een Amerikaans boekje, dat
in zijn eindelijke aanvaarding en
uitzicht op wedergeboorte en een
nieuw leven mij vanzelf brengt tot
het werk van Robert Jay Lifton en
Eric Olson. Leven en sterven (Ambo-
boeken, Bilthoven, 119 blz., ƒ10,90),
eveneens Amerikaans en eveneens
open naar de toekomst. 'Sterven be
tekent wedergeboorte. Leven is de
dood onder ogen zien', aldus luidt de
ondertitel. Dit boek is academisch
zonder zwaarwichtig te zijn en be
spreekt voornamelijk typisch Ame
rikaanse toestanden, de problema
tiek van het Amerika na Vietnam
en Nixon. Het levensbeschouwelijke
element in deze 5 boeken (katholiek,
protestants, algemeen godsdienstig,
agnostisch) zal de lezer vanzelf wel
ontdekken. Ik eindig met een uit
spraak van Irish op blz. 60 van zijn
boekje: 'Als de christelijke religie
zich neerlegt bij de dood. gaat zij
voorbij aan de verrijzenis.'
4
Gedeputeerde staten van Noord-Brabant maken bekend,
dat vanaf 5 januari 1976 op de gemeentehuizen van Klundert,
Fijnaart, Willemstad, Standdaarbuiten, Oudenbosch,
Hoeven, Etten-Leur, Zevenbergen, Oud en Nieuw Gastel,
Terheijden, Hooge en Lage Zwaluwe, Prinsenbeek,
Numansdorp, Strijen, Dordrecht en 's-Gravendeel, alsmede
op de provinciale griffie te 's-Hertogenbosch voor een ieder
ter inzage ligt de aanvrage van augustus 1975 van Shell
Nederland Chemie B.V. te Klundert, om vergunning
ingevolge'de Wet inzake de luchtverontreiniging voor het
uitbreiden van het chemisch fabriekscomplex met een
naaldcokesfabriek op het perceel kadastraal bekend
gemeente Klundert, sectie C nr. 1252, gelegen op het
industrieterrein Moerdijk, aan de Buitendijk Oost 25 te
Klundert. Aan alle belanghebbenden wordt gelegenheid
geboden bezwaren tegen verlenging van de aangevraagde
vergunning kenbaar te maken, hetzij schriftelijk bij
bezwaarschrift - te richten aan gedeputeerde staten van
Noord-Brabant, doch in te dienen in tweevoud bij
burgemeester en wethouders van Kl.undert - uiterlijk op
15 januari 1976 hetzij mondeling in persoon of bij
gemachtigde tijdens een gehoorzitting ten gemeentehuize
van Klundert op donderdag 22 januari 1976 om 20.00 uur.
N.B. Gemachtigden die niet als advocaat of procureur zijn
ingeschreven, moeten zijn voorzien van een schriftelijke
lastgeving.
's-Hertogenbosch, 26 november 1975
Gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
J. D. van der Harten, voorzitter
drs. A. J. Nieuwenhuizen, griffier
Dr. A. Brandon
zenuwarts
PRAKTIJK
HERVAT
BEGRAFENIS-EN CREMATIEVERZORGING
alle formaliteiten
verz. advertenties
eigen rouwkamers
eigen rouwdrukkerij
eigen rouw/volgauto's dag en nacht
fë HOOIKADE 43-46