de plaat
Zorgen over
onze stedebouw
Pop og
Leuk 'educatief'
tv-programma
voor kinderen
De strijdbare
muziek van
Bob Mar ley
TROUW/KWARTET 9
door Wim de Hair
rATERDAG 3 JANUAR11976
BINNENLAND
[)e weg naar „menselijk bouwen", naar een
stedebouw waarbij we ons thuis voelen, on*
inoet twee obstakels: de economische k
[en van de vrije maatschappij en de opv
jen van een aantal progressieven, die zien i
jen deze economische krachten opstellen en
vinden, dat een menselijke bouwwijze verge
leken bij hun strijd „onbelangrijk, elitair en
valse romantiek" is. Dit zegt prof. dr R. Wen-
tholt (51), in ons land een pionier op het ge
bied van de psychologie van de waarneming
en van de architectuurpsychologie. Wentholt,
hoogleraar in de sociale psychologie aan de
Erasmus Universiteit in Rotterdam, bracht
met zijn in 1968 verschenen boek „De binnen
stadsbeleving en Rotterdam" een kleine om-
"n1 eling teweeg bij stedebouwkundigen, die
meer bewustwording van de gebre-
nte huidige stedebouw. De denk-
e professor Wentholt in zijn boek
(.vouwde populair gezegd: een pleidooi
voor een intieme binnenstad lijken in de ja
ren zeventig algemeen aanvaard. Na het Mo
numentenjaar 1975, waarin het verband tus
sen leefbaarheid en een menselijke stede
bouw zo sterk werd benadrukt, stelt prof.
Wentholt in onderstaand gesprek dat er nog
een groot verschil is tussen de publieke opi
nie en ons huidige bouwen.
door Huib Goudriaan
..bouwstijl gedicteerd door de technologie..
ROTTERDAM De manier van bouwen van onze vaderen stond in het nu weggeëbde jaar meer
dan ooit in de belangstelling. 'Leefbaar bouwen', aangevuld met een'flinke scheut 'nostalgie' het
romantisch verlangen naar een idyllisch lijkend verleden, soms ontaardend in kneuterigheid
was een gretig beleden geloofsstuk. Is er ook een ommezwaai gekomen in het vorm geven aan onze
omgeving?
De sociaal-psycholoog Wentholt zegt: 'Was dat maar waar.' Gelukkig is er wel een en ander van een
nieuwe aanpak te merken, zoals in nieuwe woonwijken die de laatste jaren tot stand zijn gekomen.
Maar voor onze grote steden is er nog heel veel reden tot zorg. De ontmenselijking zet zich door.'
Ondanks het met de mond beleden
streven naar een meer humane
bouwstijl van onze bestuurders,
wordt deze toch nog zoals u al
zei nauwelijks gerealiseerd.
Nogmaals: waaraan ligt dat dan?
„De toegenomen bewustwording
op dit gebied moet ernstig worden
genomen en dat kan alleen als de
eisen van vormgeving systema
tisch en planmatig worden gehan
teerd. Wat dat betreft staan we nog
maar aan het begin, hoewel de tijd
dringt. Als deze uitgangspunten
riiet van het begin af aan bij de
planning een rol spelen, komt er
niets van terecht. Dan blijft de
druk van de economische krachten
aannemers, wegenbouwers enz.
te groot. Zolang de vuist, die ac
tiegroepen en andere vertegen
woordigers van deze opvattingen
ballen, alleen berust op inzicht en
niet op macht, is het een ongelijk
gevecht.
Er kan alleen een ander beleid ko-
men als er voor hen medebevoegd
heid wordt ingeruimd bij het plan
ningsproces. Spontane acties van
uit de samenleving kunnen lastig
zijn. maar de bestuurders weten zo
langzamerhand wel dat alleen ge
duld en ogenschijnlijk toegeven
nodig is om zo'n actie over haar
hoogtepunt heen te laten komen,
omdat zij noch de organisatie,
noch de vaste basis heeft om blij
vend te zijn. Er zijn bewindslieden
met goeie inzichten, maar dat bete
kent niet dat zij opgewassen zijn
tegen de maatschappelijke krach
ten die bepalend zijn voor wat er
gebeurt. Daarom moeten deze
nieuwe inzichten van het begin af
aan in de besluitsvorming worden
ingebouwd, zodat de mensen die
deze inzichten vertegenwoordigen
meebeslissingsrecht hebben en
niet kunnen worden genegeerd."
Hoe verklaart u de „nostalgie" en
de soms modieuze hang naar oude
bouwstijlen? Onmacht om een
passende eigentijdse stijl te vin
den? Overigens gaan er al weer
stemmen op'tégen ..die oude-ge-
veldevotie".
,.De waarde van bestaande oude
bebouwing werd pas beseft, toen
was ontdekt dat ons tegenwoordi
ge bouwen niet voldeed: de men
sen konden zichzelf er niet in te
rugvinden. Dit is niet iets senti
menteels. geen „geveltjes-devotie",
maar het ervaren van een gebrek
aan een zeker^ warmte, een afwe
zigheid van wat het menselijk oog
verlangt waar te nemen aan
schaal, geleding en het onderschei
den van voorgronden en silhouet
ten. Zolang aan deze behoeften
werd voldaan, zolang dit door de
aanwezigheid van oude bebouwing
vanzelfsprekend was. maakte men
zich ook niet druk over de „intimi
teit van de binnenstad" en dergelij
ke. Pas als iets schaars wordt, of er
niet meer is. wordt de waarde er
van beseft. Als zo'n ontdekking nu
als een hoofdprobleem wordt ge
zien, waarbij alle andere proble
men worden vergeten, is er sprake
van een modeverschijnsel. Voor
mensen, die zich werkelijk bewust
zijn van de milieu- en omgevings-
problematiek is het natuurlijk niet
zo dat andere problemen, als dat
van de sociale ongelijkheid en on
rechtvaardigheid. minder aan
dacht moeten krijgen dan dat van
de omgevingsproblematiek. Al
deze problemen stellen hun eigen
eisen. Het is jammer dat er pro
gressieven zijn, die het ..elitair" en
..valse romantiek" vinden om aan
de omgevingsproblematiek aan
dacht te schenken. Ze onderschat
ten hoezeer deze zaak medebepa
lend is voor de leefbaarheid van'
onze wereld. Genieten van je om
geving. spontaan plezier kunnen
hebben, is altijd iets wezenlijk
menselijks geweest en zal iets moe
ten blijven waarvoor gevochten
mag worden, in welke maatschap-
pijvorrft ook."
II bepleit steeds het bewust plan
nen van een bouwstijl, die tege
moet komt aan de behoeften van
het menselijk oog. Als we ervan
uitgaan dat onze voorouders
bouwstijlen voortbrachten, die
„spontaan" tot stand kwamen,
lijkt dit nogal kunstmatig. Wordt
onze geestloze „dode" bouw niet
veroorzaakt door een groot gebrek
Vraag: u schreef in uw in 1968 uit
gekomen boek 'De binnenstadsbe
leving en Rotterdam' (dat u niet in
dank werd afgenomen) bepaald
kritisch over onze door de techno
logie gedicteerde bouwwijze. U
merkte bijvoorbeeld op dat, wie
niet meedeed met de 'moderne, op
de toekomst gerichte, zakelijk
strakke, functionele, rechttoe-
rechtaan-ideologie als verouderd,
sentimenteel, traditionalist, reac
tionair en anti-vooruitgang' werd
beschouwd. Nu lijkt het omge
keerde het geval. Waarom komt
die zo gewenste 'menselijke bouw'
dan niet beter van de grond?
Antwoord: 'Het bouwen zit veel
meer vast aan technische en eco
nomische principes en gegevenhe
den dan aan gewijzigde inzichten.
We hebben al de kracht van die ge
wijzigde inzichten nodig om ons te
gen die economische en maat
schappelijke gegevenheden te kun
nen waarmaken. Weliswaar is er in
de nieuwste woonwijken iets te be
speuren van andere inzichten; ze
zijn minder eentonig, de architec-
ten hebben moeite gedaan om bij
voorbeeld afwijkende gevels te
krijgen en verspringende daksil
houetten. Maar even ons land
buiten beschouwing latend als
je ziet hoe in Londen het hele we
zen van de stad verandert, dan
schrik je werkelijk. Tot in West
minster toe worden straat na
straat en gevel na gevel ontman
teld. terwijl er karakterloze, dode
gebouwen voor in de plaats ko
men. Londen had een eigen per
soonlijkheid, men kon er zich 'wel
bevinden' maar nu gaat de stad
steeds meer lijken op Los Angeles,
Tokio of Moskou.
In Nederland beginnen we er wel
meer oog voor te krijgen dat het
niet gaat om individuele, op zich
zelf staande objecten maar om het
handhaven van een omgeving als
geheel. We hebben twee proble
men: het behoud van het bestaan
de en het leefbaar maken van het
nieuwe. Analyseren we aan welke
visuele en ruimtelijke voorwaar
den, aan welke behoeften van het
oog het bouwen vroeger voldeed
en nu niet meer voldoet, dan ont
dekken we de contrasten, die ik in
mijn boek contrastprincipes heb
genoemd en daarin verder heb uit
gewerkt. Ik geloof dat we deze con
trastprincipes veel bewuster moe
ten toepassen als we een menselij
ke stedebouw willen krijgen.
Deze vereisten van vormgeving
moeten echter planmatig van het
begin af aan in de besluitvorming
meespelen; dus niet achteraf als
franje. De vertegenwoordigers van
deze nieuwe inzichten moeten bij
de planning van een gebouw of
van een woonwijk als vaste part
ners bij de besluitvorming zijn be
trokken."
Kunt u voorbeelden hiervan ge
ven?
„Bij het bouwen van de nieuwe
stad Zoetermeer werd onder lei
ding van ex-minister Schut de
zaak op een nieuwe, frisse manier
aangepakt: een projectsgewijze be
nadering door vertegenwoordigers
van verschillende specialismen,
die bij de bouw waren betrokken.
Ook ik werd daarvoor uitgeno
digd. maar na de situatie te hebben
bekeken heb ik nee gezegd. Ik had
gemerkt dat we, ondanks alle goe
de bedoelingen geerf wezenlijke
bijdrage meer konden leveren, om
dat alles al vastlag: de infrastruc
tuur, wegen- en stratenplan, hoog
te en breedte enz. Het oog verlangt
van onze omgeving een veelheid
van afwisseling, van stimulansen
die aan bepaalde eisen moeten vol
doen.
Mensen moeten ziel* ook terug
kunnen vinden in de omgeving, die
het oog ziet en die de geest voelt.
Voor het eerst in de geschiedenis
dreigen we door de technische ont
wikkeling in deze dingen te kort te
schieten. Dit is een wezenlijk pro
bleem, want mensen komen psy
chisch te kort als we deze afwisse
ling niet bieden. Daarom zijn be
staande oude stedelijke gebieden
ook zo kostbaar geworden. Het
zijn erfstukken waaraan we ons,
ongeacht stijl en periode, moeten
vastklampen.
Als je je daar eenmaal van bewust
bent, weet je ook dat het geen zin
heeft een enkel geveltje of monu
ment te handhaven tussen nieuw
bouw, die niet aan de genoemde ei
sen van het oog voldoet. Dan weet
je dat bij het opvullen van gaten,
bij voorkeur het oude moet wór
den hersteld om een leefbaar ge
heel te garanderen. Kan dat niet,
dan moet er nieuw worden ge
bouwd, volgens dezelfde schaal,
met dezelfde geledingen en met de
afwisseling van details en grote lij
nen, die het bestaande heeft.
Het is een heel gevoelige materie:
zet je bijvoorbeeld in een straat
met een bepaald karakter, één ge
bouw neer met een veel grotere
schaal en met een herhaling van
grotere eentonige vlakken, dan
maak je de hele omgeving kapot.
Vandaar dat het behoud en de ver
nieuwing van bestaande stadsde
len veel zorg en gevoeligheid voor
deze eisen vraagt."
een uur. In het gebied van, New
York zelfs zes maal per da^ dom
vijf zenders. De bedoeling van dit
programma is puur educatief. In
Amerika is het kleuteronderwijs
slecht ontwikkeld. Op de lagere
school blijken grote groepen kin
deren al in hun eerste levensjaren
een grote achterstand opgelopen te
hebben, die nooit meer in te halen
is. Vooral om de kinderen uit de
verpauperde volksmassa te berei
ken is toer! Sesame-street gemaakt,
h li soort dagelijkse injectie vooi
ein' ireel ondervoede kinderen. De
nadruk van het programma ligt op
leren Op een leuke manier, mem
Het is maar goed dat de N 'S
het voorbeeld gevtilgd heelt va
Westduitse televisie, die de Ameri
kaanse serie bekort en vertaald
overnam. De NOS heeft ingezien
dat de situatie in Nederland tota
ehilt van die van de Vei
Staten. Wij hebben hier een rede
lijk goed ontwikkeld kleuteronder
wijs. waar bijna alle vijfjarigen en
het grootste deel der vierjarigen
naar toe gaat. Steeds meer kinde
ren bezoeken vanaf hun tweede of
derde jaar crèches, speelzalen of
kleuterdagverblijven.
Ook hier doet zich wel het pro
bleem voor dat kinderen uit het
ene milieu meer moeite hebben om
de woordenvloed van de juf te vol
gen dan kinderen uit andere mi
lieus. Maar niemand denkt dat je
dat probleem door een dagelijks,
laat staan wekelijks televisiepro
gramma van een half uur kunt op
lossen. Zelfs met speciale compen
-at K-programma's op kieuterscho-
is men daar niet in geslaagd.
We moeten hét waarschijnlijk veel
meer zoeken in beïnvloeding van
buurt en gezin.
T -ge-: die achtergrond h<
spreken nog wel van een educatief
programma, maar de bedoeling is
vooral een leuk prograrpma te ma
ken. Als kinderen er ook nog wat
van opsteken is dat mooi meegeno
men.
In Thorn
Om die formule waar te maken
moest het Amerikaanse program
ma op een nieuwe leest geschoeid
worden. Het resultaat is twintig
uitzendingen van een half uur.
waarvan dan de helft bestaat uit
Amerikaans materiaal en de helft
uit eigen opnamen. Daarvoor zijn
de Nederlandse en Belgische tele
visie eendrachtig gaan filmen in
het Limburgse grensstadje Thorn.
De makers van het programma zijn
zelf enthousiast. Het bleek niet mo
gelijk het programma van tevoren
te bekijken (een service die de
- iournalisten soms biedt), en
*i dus weinig anders dan
aan inspirerende waarden, zoals
onze voorouders die wél kenden
(bij voorbeeld de inspiratie van de
godsdienst voor de gotiek)?
„Ik geloof dat wij door de techno
logische verworvenheden onze om
geving zodanig beheersen, (in te
genstelling tot vroeger) dat we nu
bewust die omgeving moeten vor
men. Dit was vroeger niet nodig,
omdat toen de mate. waarin men
de omgeving kon verpesten, heel
erg beperkt was. Dit houdt tevens
in dat er vroeger als vanzelfspre
kend werd gebouwd op een schaal
en met eenheden, die aansloten bij
de menselijke maat. Wij moeten
ons echter planmatig bewust ma
ken van wat die menselijke maat
vereist.
Vroeger waren er ook geen proble
men in de verhouding tussen cul
tuur en natuur, niet uit verdienste,
maar omdat men de middelen niet
had om de natuur aan te tasten,
zoals wij die hebben. Wat die inspi
ratie betreft: ik geloof dat elke cul
tuurperiode in staat is tot het
scheppen van eigen symbolen, die
een uiterlijke vorm kunnen krij
gen. Ik geloof niet dat er in onze
tijd geen bijzondere vormen met
een eigen individualiteit kunnen
ontstaan door gebrek aan geestelij
ke inspiratie. Wij zijn voor mijn ge
voel juist op weg naar een zeer
menselijke, humane, vormgevings-
periode, die ook tot uiting zal ko
men in de stijl van steden en ge
bouwen. Het enige dat ons daarbij
dwars zit is de ons boven het hoofd
gegroeide technologie en econo
mie.
Ons probleem is geen tekort aan
culturele creativiteit, maar een
wanverhouding tussen die creati
viteit en de economisch/technische
middelen. Onze technologic is van
middel Jot doel op zich verheven.
De techniek veroorzaakt ontmen
selijking in alles wat we doen. Niet
omdat wij mensen minder mense
lijk zijn geworden, maar omdat wij
ons aan die ontmenselijkte tech
niek moeten onderwerpen. En
daaraan moeten we ons ontworste
len."
hopen dat het programma inder
daad zo leuk is als de persdienst
ons wil doen geloven.
Als we die blijde verwachting toch
een beetje temperen dan is dat dus
niet op grond van hetgeen we ge
zien, maar op grond van de waar
schuwende geluiden die we hier en
daar gelezen hebben. Het duide
lijkst vonden we die kritiek-bij-
voorbaat in het tijdschrift Jonas.
De schrijfster van dit artikel. Ma
rijke Roetemijer, zelf vroeger kleu
terleidster op een Vrije School,
noemt Sesamstraat „een aanslag
van de televisie op de kleuter." Dit
„flitsend stuntwerk" is per defini
tie ongeschikt voor het spelende
kind.
Misverstand
De Amerikaanse opzet mag in de
Nederlandse versie wat verdoezeld
zijn. op de achtergrond blijft toch
het misverstand meespelen, dat je
kinderen kunt ontwikkelen door ze
maar vaak genoeg iets te laten
zien. Als kinderen begrippen als
„voor" en „achter" niet snappen,
dan laat je ze dat elke dag (op
speelse wijze) een keer op d^ televi
sie zien. net zolang totdat zij het
ook snappen. Daaruit spreekt vol
gens het artikel in Jonas een totaal
verkeerde visie op de kleuter.
Kleuters zijn bezig de wereld te
ontdekken op hun eigen manier.
Dat ontdekken doen ze met han
den en voeten, met hun verstand
en hun gevoel. Je moet een kind
niet alleen op een beeldbuis laten
zien wat voor en achter betekent,
hij moet het zelf ontdekken en er
varen.
Het mag waar zijn dat de Neder
landse versie van Sesam-street
minder aan dit euvel lijdt dan de
Amerikaanse, de wens om juist dit
programma haar Nederland te ha
len is toch ingegeven door educa
tieve bijbedoelingen.
Het is nog te vroeg om het pro
gramma te beoordelen. Maar het is
nooit te vroeg om te wijzen op de
bezwaren die aan dergelijke pro
gramma's verbonden zouden kun
nen zijn. Wie weet kan het onder
zoek dat prof. Dolf Kohnstamm en
anderen gaan doen naar de reac
ties van kinderen, kleuterleidsters
en ouders ons op dat punt wat
meer duidelijkheid geven Dan
wordt het toch nog een leerzaam
programma.
Jamaica gezien door de
gekleurde bril van de
gemiddelde toerist: een
paradijselijk land in het
Caribisch gebied met zoveel
mooie plekjes, dat zelfs een
Amerikaan extra filmrolletjes
zou moeten kopen. Jamaica
gezien door Bob Marley The
Wailers. een land met enorm
veel problemen, waar Marley en
zijn muzikale en religieuze
broeders zich eigenlijk
helemaal niet thuisvoelen. Zij
zijn immers Rastafaris,
aanhangers van een door een
groot deel van de over Jamaica
verspreide Afrikanen beleden
geloof, waarin Ethiopië het
beloofde land is en de onlangs
overleden keizer van dat land,
Haile Selassie, het voorbeeld
van wat Ghandi voor een
heleboel andere mensen is. Het
symbool voor Wede en
verdraagzaamheid, voor de
leider van de ideale
maatschappij.
Het streven naar vrede en
liefde, naar een betere verdeling
van de aardse goederen: dat zijn
de kernpunten voor de reggae
van de Jamaicaanse groep Bob
Marley The Wailers. die in juli
van het vorig jaar een bezoek
bracht aan Engeland. Van de
concerten in het Londense
Lyceum heeft Island een
langspeler uitgebracht: Bob
Marlev The Wailers Live
(ILPS 9376).
Al eerder m deze rubriek werd
de plaat genoemd door onze
vaste medewerker Willem-Jan
Martin, die niet in een overdosis
oliebollen is gebleven, maar
gewoon van een paar dagen rust
geniet. Hopelijk met zijn
toestemming nu wat meer
aandacht voor deze, wat mij
betreft, beste live-plaat die het
zojuist afgelopen 1975 met zich
meebracht.
Zes van de zeven nummers op
deze langspeler zijn afkomstig
van de voorgangers Burnin' en
Natty Dread, het album dat
door Muziekkrant Oor tot de
beste plaat van 1975 werd
uitgeroepen. Kant twee is
duidelijk het sterkst met No
woman, no cry. I shot the sheriff
(Clapton staat in zijn hemd) en
Get up. stand up. Het eerste
nummer van dit drietal, van de
bekroonde lp Natty Dread, is
misschien wel het mooiste dat
Marley ooit heeft gemaakt.
Dynamisch, ritmisch, erg
gevoelig met een uitstekende
ingehouden solo van de meester
met de „opstandige" krulletjes
zelf.
Representatief is het echter
niet. daar is het te weinig
strijdbaar voor. té gevoelig.
Trenchtown Rock (Trenchtown
is het getto van de Jamaicaanse
hoofdstad Kingston). I shot the
sheriff (Jamaica heeft te
kampen met een enorm hoge
criminaliteit) en vooral Get up,
stand up (for your rights) en
Them belly full (but we hungry)
beschrijven de keiharde
realiteit van het dlledaagse
leven van de armen in het
toeristenparadijs Jamaica.
Let wel' Marley predikt niet de
revolutie, hij vertegenwoordigt
meer hel ideaal van een
bepaalde bevolkingsgroep. Een
ideaal dat langzaam maar zeker -
is vervaagd tot een vorm van
symbolisme, maar ook enofi*)
veel tegenwind krijgt vanuit de
Jamaicaanse bourgeoisie.
MaHey hoopt dan ook dat meer
mensen oog krijgen voor de
problemen, waarmee een deel
van de bevolking te kampen
heeft. Maar dan zullen ze toch
eerst hun gekleurde bril moeten
afzetten.
Van de groep Kokomo. blanke
specialisten op funkgebied.
verscheen een tweede elpee
Rise ancLShine. Vergeleken bij
de debuutelpee. die in ons land
uitstekend liep. heeft de
formatie enkele wijzigingen
ondergaan. Of dat de oorzaak
ervan is. dat de plaat vrij snel*
gaat vervelen (hoewel hij zeker
niet slecht is) is mij na enkele
keren draaien nog niet
duidelijk.
'Sesame streef' in een
Nederlands-Belgische versie
door Piet Hagen
HILVERSUM Deze week heeft Lilv Petersen voor het laatst afscheid
genomen van haar radio-kleuterklas. Na dertig jaar klonk het nog altijd
even opgewekt: „Dag kleutertjes van het land". En toen was „Kleutertje
luister" van de AVRO verleden tijd.
'Gelukkig laat de omroep onze
kleuters niet in de kou staan. Er
komt een nieuw radioprogramma
van de AVRO. maar dat niet al
leen, ook de NOS-televisie heeft
een verrassing in petto. Vanaf zon
dagmiddag 4 januari wordt de Ne-
óerlands-Belgische versie van het
Amerikaanse kinderprogramma
Sesame-street uitgezonden. Einde-'
lijk krijgt de Nederlandse kleuter
dan waarop hij recht frey?fL eert
leuk programma, dat toch
tief" is.
Er is een wereld van verschil tus
sen Kleutertje-luister van me
vrouw Petersen en Sesame-street.
,Ik denk dat het dertig jaar geleden
min of meer revolutionair was om
een kleuterprogramma voor de ra
dio uit te zenden. Kleuteronderwijs
bestond in die dagen nog nauwe
lijks. Verantwoord speelgoed was
nog niet te koop en het liedje voor
het slapen gaan kwam nog niet uit
een klein kastje met een glazen
oo£. maar gewoon uit de mond van
de Ouders-van-Toen. In die tijd be
gon Lily Petersen op de radio met
kleuters te zingen en te babbelen.
Wie weet hebben heel wat vaders
en moeders zo ontdekt hoezeer
kleuters kunnen, genieten van de
verhaaltjes van en praatjes met
volwassenen.
Voor kleuters uit het televisietijd
perk had Kleufertje-luister waar
schijnlijk weinig opwindends meer
te bieden. Brigadier Dogen Barba-
papa kennen zij van het scherm,
maar wie Lily Petersen is moet je
niet vragen. Ook al zou het best
eens kunnen zijn dat vooral de
kleinere kleuters in hun hart de
voorkeur geven aan zo'n zingende,
vertellende en babbelende radio
stem boven het razende geweld van
Kung Fu. Maar NOS-sociologen
die de kijkdichtheid "van kinder
programma's meten zullen dat wel
nooit onderzocht hebben.
Kleuters kijken wel geregeld naar
de televisie, maar toch kun je niet
zeggen dat er nu zoveel goede pro
gramma's voor kleuters zijn. Wal
dat betreft valt elk initiatief toe te
juichen dat ons een programma
bezorgt dat werkelijk geschikt is
voor kleuters. Sesam-straat van de
NOS-televisie zou dat kunnen zijn.
Niet juichen
Bert en Ernie, belangrijke „acteurs'' in het opvoedkundige nieuwe televisieprogramma Sesamstraat, waar
mee de NOS zondagmiddag 16.02 uur, Nederland 1 begint.
Toch is er reden om niet al te jui
chend te doen over de komst van
dit Amerikaanse programma. Se
same-street wordt in de Verenigde
Staten sinds oktober 1969 dage
lijks door ongeveer tweehondei..
tv-zenders uitgezonden. Elke da,: