de plaat Zorgen over onze stedebouw Pop og Leuk 'educatief' tv-programma voor kinderen De strijdbare muziek van Bob Mar ley TROUW/KWARTET 9 door Wim de Hair rATERDAG 3 JANUAR11976 BINNENLAND [)e weg naar „menselijk bouwen", naar een stedebouw waarbij we ons thuis voelen, on* inoet twee obstakels: de economische k [en van de vrije maatschappij en de opv jen van een aantal progressieven, die zien i jen deze economische krachten opstellen en vinden, dat een menselijke bouwwijze verge leken bij hun strijd „onbelangrijk, elitair en valse romantiek" is. Dit zegt prof. dr R. Wen- tholt (51), in ons land een pionier op het ge bied van de psychologie van de waarneming en van de architectuurpsychologie. Wentholt, hoogleraar in de sociale psychologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, bracht met zijn in 1968 verschenen boek „De binnen stadsbeleving en Rotterdam" een kleine om- "n1 eling teweeg bij stedebouwkundigen, die meer bewustwording van de gebre- nte huidige stedebouw. De denk- e professor Wentholt in zijn boek (.vouwde populair gezegd: een pleidooi voor een intieme binnenstad lijken in de ja ren zeventig algemeen aanvaard. Na het Mo numentenjaar 1975, waarin het verband tus sen leefbaarheid en een menselijke stede bouw zo sterk werd benadrukt, stelt prof. Wentholt in onderstaand gesprek dat er nog een groot verschil is tussen de publieke opi nie en ons huidige bouwen. door Huib Goudriaan ..bouwstijl gedicteerd door de technologie.. ROTTERDAM De manier van bouwen van onze vaderen stond in het nu weggeëbde jaar meer dan ooit in de belangstelling. 'Leefbaar bouwen', aangevuld met een'flinke scheut 'nostalgie' het romantisch verlangen naar een idyllisch lijkend verleden, soms ontaardend in kneuterigheid was een gretig beleden geloofsstuk. Is er ook een ommezwaai gekomen in het vorm geven aan onze omgeving? De sociaal-psycholoog Wentholt zegt: 'Was dat maar waar.' Gelukkig is er wel een en ander van een nieuwe aanpak te merken, zoals in nieuwe woonwijken die de laatste jaren tot stand zijn gekomen. Maar voor onze grote steden is er nog heel veel reden tot zorg. De ontmenselijking zet zich door.' Ondanks het met de mond beleden streven naar een meer humane bouwstijl van onze bestuurders, wordt deze toch nog zoals u al zei nauwelijks gerealiseerd. Nogmaals: waaraan ligt dat dan? „De toegenomen bewustwording op dit gebied moet ernstig worden genomen en dat kan alleen als de eisen van vormgeving systema tisch en planmatig worden gehan teerd. Wat dat betreft staan we nog maar aan het begin, hoewel de tijd dringt. Als deze uitgangspunten riiet van het begin af aan bij de planning een rol spelen, komt er niets van terecht. Dan blijft de druk van de economische krachten aannemers, wegenbouwers enz. te groot. Zolang de vuist, die ac tiegroepen en andere vertegen woordigers van deze opvattingen ballen, alleen berust op inzicht en niet op macht, is het een ongelijk gevecht. Er kan alleen een ander beleid ko- men als er voor hen medebevoegd heid wordt ingeruimd bij het plan ningsproces. Spontane acties van uit de samenleving kunnen lastig zijn. maar de bestuurders weten zo langzamerhand wel dat alleen ge duld en ogenschijnlijk toegeven nodig is om zo'n actie over haar hoogtepunt heen te laten komen, omdat zij noch de organisatie, noch de vaste basis heeft om blij vend te zijn. Er zijn bewindslieden met goeie inzichten, maar dat bete kent niet dat zij opgewassen zijn tegen de maatschappelijke krach ten die bepalend zijn voor wat er gebeurt. Daarom moeten deze nieuwe inzichten van het begin af aan in de besluitsvorming worden ingebouwd, zodat de mensen die deze inzichten vertegenwoordigen meebeslissingsrecht hebben en niet kunnen worden genegeerd." Hoe verklaart u de „nostalgie" en de soms modieuze hang naar oude bouwstijlen? Onmacht om een passende eigentijdse stijl te vin den? Overigens gaan er al weer stemmen op'tégen ..die oude-ge- veldevotie". ,.De waarde van bestaande oude bebouwing werd pas beseft, toen was ontdekt dat ons tegenwoordi ge bouwen niet voldeed: de men sen konden zichzelf er niet in te rugvinden. Dit is niet iets senti menteels. geen „geveltjes-devotie", maar het ervaren van een gebrek aan een zeker^ warmte, een afwe zigheid van wat het menselijk oog verlangt waar te nemen aan schaal, geleding en het onderschei den van voorgronden en silhouet ten. Zolang aan deze behoeften werd voldaan, zolang dit door de aanwezigheid van oude bebouwing vanzelfsprekend was. maakte men zich ook niet druk over de „intimi teit van de binnenstad" en dergelij ke. Pas als iets schaars wordt, of er niet meer is. wordt de waarde er van beseft. Als zo'n ontdekking nu als een hoofdprobleem wordt ge zien, waarbij alle andere proble men worden vergeten, is er sprake van een modeverschijnsel. Voor mensen, die zich werkelijk bewust zijn van de milieu- en omgevings- problematiek is het natuurlijk niet zo dat andere problemen, als dat van de sociale ongelijkheid en on rechtvaardigheid. minder aan dacht moeten krijgen dan dat van de omgevingsproblematiek. Al deze problemen stellen hun eigen eisen. Het is jammer dat er pro gressieven zijn, die het ..elitair" en ..valse romantiek" vinden om aan de omgevingsproblematiek aan dacht te schenken. Ze onderschat ten hoezeer deze zaak medebepa lend is voor de leefbaarheid van' onze wereld. Genieten van je om geving. spontaan plezier kunnen hebben, is altijd iets wezenlijk menselijks geweest en zal iets moe ten blijven waarvoor gevochten mag worden, in welke maatschap- pijvorrft ook." II bepleit steeds het bewust plan nen van een bouwstijl, die tege moet komt aan de behoeften van het menselijk oog. Als we ervan uitgaan dat onze voorouders bouwstijlen voortbrachten, die „spontaan" tot stand kwamen, lijkt dit nogal kunstmatig. Wordt onze geestloze „dode" bouw niet veroorzaakt door een groot gebrek Vraag: u schreef in uw in 1968 uit gekomen boek 'De binnenstadsbe leving en Rotterdam' (dat u niet in dank werd afgenomen) bepaald kritisch over onze door de techno logie gedicteerde bouwwijze. U merkte bijvoorbeeld op dat, wie niet meedeed met de 'moderne, op de toekomst gerichte, zakelijk strakke, functionele, rechttoe- rechtaan-ideologie als verouderd, sentimenteel, traditionalist, reac tionair en anti-vooruitgang' werd beschouwd. Nu lijkt het omge keerde het geval. Waarom komt die zo gewenste 'menselijke bouw' dan niet beter van de grond? Antwoord: 'Het bouwen zit veel meer vast aan technische en eco nomische principes en gegevenhe den dan aan gewijzigde inzichten. We hebben al de kracht van die ge wijzigde inzichten nodig om ons te gen die economische en maat schappelijke gegevenheden te kun nen waarmaken. Weliswaar is er in de nieuwste woonwijken iets te be speuren van andere inzichten; ze zijn minder eentonig, de architec- ten hebben moeite gedaan om bij voorbeeld afwijkende gevels te krijgen en verspringende daksil houetten. Maar even ons land buiten beschouwing latend als je ziet hoe in Londen het hele we zen van de stad verandert, dan schrik je werkelijk. Tot in West minster toe worden straat na straat en gevel na gevel ontman teld. terwijl er karakterloze, dode gebouwen voor in de plaats ko men. Londen had een eigen per soonlijkheid, men kon er zich 'wel bevinden' maar nu gaat de stad steeds meer lijken op Los Angeles, Tokio of Moskou. In Nederland beginnen we er wel meer oog voor te krijgen dat het niet gaat om individuele, op zich zelf staande objecten maar om het handhaven van een omgeving als geheel. We hebben twee proble men: het behoud van het bestaan de en het leefbaar maken van het nieuwe. Analyseren we aan welke visuele en ruimtelijke voorwaar den, aan welke behoeften van het oog het bouwen vroeger voldeed en nu niet meer voldoet, dan ont dekken we de contrasten, die ik in mijn boek contrastprincipes heb genoemd en daarin verder heb uit gewerkt. Ik geloof dat we deze con trastprincipes veel bewuster moe ten toepassen als we een menselij ke stedebouw willen krijgen. Deze vereisten van vormgeving moeten echter planmatig van het begin af aan in de besluitvorming meespelen; dus niet achteraf als franje. De vertegenwoordigers van deze nieuwe inzichten moeten bij de planning van een gebouw of van een woonwijk als vaste part ners bij de besluitvorming zijn be trokken." Kunt u voorbeelden hiervan ge ven? „Bij het bouwen van de nieuwe stad Zoetermeer werd onder lei ding van ex-minister Schut de zaak op een nieuwe, frisse manier aangepakt: een projectsgewijze be nadering door vertegenwoordigers van verschillende specialismen, die bij de bouw waren betrokken. Ook ik werd daarvoor uitgeno digd. maar na de situatie te hebben bekeken heb ik nee gezegd. Ik had gemerkt dat we, ondanks alle goe de bedoelingen geerf wezenlijke bijdrage meer konden leveren, om dat alles al vastlag: de infrastruc tuur, wegen- en stratenplan, hoog te en breedte enz. Het oog verlangt van onze omgeving een veelheid van afwisseling, van stimulansen die aan bepaalde eisen moeten vol doen. Mensen moeten ziel* ook terug kunnen vinden in de omgeving, die het oog ziet en die de geest voelt. Voor het eerst in de geschiedenis dreigen we door de technische ont wikkeling in deze dingen te kort te schieten. Dit is een wezenlijk pro bleem, want mensen komen psy chisch te kort als we deze afwisse ling niet bieden. Daarom zijn be staande oude stedelijke gebieden ook zo kostbaar geworden. Het zijn erfstukken waaraan we ons, ongeacht stijl en periode, moeten vastklampen. Als je je daar eenmaal van bewust bent, weet je ook dat het geen zin heeft een enkel geveltje of monu ment te handhaven tussen nieuw bouw, die niet aan de genoemde ei sen van het oog voldoet. Dan weet je dat bij het opvullen van gaten, bij voorkeur het oude moet wór den hersteld om een leefbaar ge heel te garanderen. Kan dat niet, dan moet er nieuw worden ge bouwd, volgens dezelfde schaal, met dezelfde geledingen en met de afwisseling van details en grote lij nen, die het bestaande heeft. Het is een heel gevoelige materie: zet je bijvoorbeeld in een straat met een bepaald karakter, één ge bouw neer met een veel grotere schaal en met een herhaling van grotere eentonige vlakken, dan maak je de hele omgeving kapot. Vandaar dat het behoud en de ver nieuwing van bestaande stadsde len veel zorg en gevoeligheid voor deze eisen vraagt." een uur. In het gebied van, New York zelfs zes maal per da^ dom vijf zenders. De bedoeling van dit programma is puur educatief. In Amerika is het kleuteronderwijs slecht ontwikkeld. Op de lagere school blijken grote groepen kin deren al in hun eerste levensjaren een grote achterstand opgelopen te hebben, die nooit meer in te halen is. Vooral om de kinderen uit de verpauperde volksmassa te berei ken is toer! Sesame-street gemaakt, h li soort dagelijkse injectie vooi ein' ireel ondervoede kinderen. De nadruk van het programma ligt op leren Op een leuke manier, mem Het is maar goed dat de N 'S het voorbeeld gevtilgd heelt va Westduitse televisie, die de Ameri kaanse serie bekort en vertaald overnam. De NOS heeft ingezien dat de situatie in Nederland tota ehilt van die van de Vei Staten. Wij hebben hier een rede lijk goed ontwikkeld kleuteronder wijs. waar bijna alle vijfjarigen en het grootste deel der vierjarigen naar toe gaat. Steeds meer kinde ren bezoeken vanaf hun tweede of derde jaar crèches, speelzalen of kleuterdagverblijven. Ook hier doet zich wel het pro bleem voor dat kinderen uit het ene milieu meer moeite hebben om de woordenvloed van de juf te vol gen dan kinderen uit andere mi lieus. Maar niemand denkt dat je dat probleem door een dagelijks, laat staan wekelijks televisiepro gramma van een half uur kunt op lossen. Zelfs met speciale compen -at K-programma's op kieuterscho- is men daar niet in geslaagd. We moeten hét waarschijnlijk veel meer zoeken in beïnvloeding van buurt en gezin. T -ge-: die achtergrond h< spreken nog wel van een educatief programma, maar de bedoeling is vooral een leuk prograrpma te ma ken. Als kinderen er ook nog wat van opsteken is dat mooi meegeno men. In Thorn Om die formule waar te maken moest het Amerikaanse program ma op een nieuwe leest geschoeid worden. Het resultaat is twintig uitzendingen van een half uur. waarvan dan de helft bestaat uit Amerikaans materiaal en de helft uit eigen opnamen. Daarvoor zijn de Nederlandse en Belgische tele visie eendrachtig gaan filmen in het Limburgse grensstadje Thorn. De makers van het programma zijn zelf enthousiast. Het bleek niet mo gelijk het programma van tevoren te bekijken (een service die de - iournalisten soms biedt), en *i dus weinig anders dan aan inspirerende waarden, zoals onze voorouders die wél kenden (bij voorbeeld de inspiratie van de godsdienst voor de gotiek)? „Ik geloof dat wij door de techno logische verworvenheden onze om geving zodanig beheersen, (in te genstelling tot vroeger) dat we nu bewust die omgeving moeten vor men. Dit was vroeger niet nodig, omdat toen de mate. waarin men de omgeving kon verpesten, heel erg beperkt was. Dit houdt tevens in dat er vroeger als vanzelfspre kend werd gebouwd op een schaal en met eenheden, die aansloten bij de menselijke maat. Wij moeten ons echter planmatig bewust ma ken van wat die menselijke maat vereist. Vroeger waren er ook geen proble men in de verhouding tussen cul tuur en natuur, niet uit verdienste, maar omdat men de middelen niet had om de natuur aan te tasten, zoals wij die hebben. Wat die inspi ratie betreft: ik geloof dat elke cul tuurperiode in staat is tot het scheppen van eigen symbolen, die een uiterlijke vorm kunnen krij gen. Ik geloof niet dat er in onze tijd geen bijzondere vormen met een eigen individualiteit kunnen ontstaan door gebrek aan geestelij ke inspiratie. Wij zijn voor mijn ge voel juist op weg naar een zeer menselijke, humane, vormgevings- periode, die ook tot uiting zal ko men in de stijl van steden en ge bouwen. Het enige dat ons daarbij dwars zit is de ons boven het hoofd gegroeide technologie en econo mie. Ons probleem is geen tekort aan culturele creativiteit, maar een wanverhouding tussen die creati viteit en de economisch/technische middelen. Onze technologic is van middel Jot doel op zich verheven. De techniek veroorzaakt ontmen selijking in alles wat we doen. Niet omdat wij mensen minder mense lijk zijn geworden, maar omdat wij ons aan die ontmenselijkte tech niek moeten onderwerpen. En daaraan moeten we ons ontworste len." hopen dat het programma inder daad zo leuk is als de persdienst ons wil doen geloven. Als we die blijde verwachting toch een beetje temperen dan is dat dus niet op grond van hetgeen we ge zien, maar op grond van de waar schuwende geluiden die we hier en daar gelezen hebben. Het duide lijkst vonden we die kritiek-bij- voorbaat in het tijdschrift Jonas. De schrijfster van dit artikel. Ma rijke Roetemijer, zelf vroeger kleu terleidster op een Vrije School, noemt Sesamstraat „een aanslag van de televisie op de kleuter." Dit „flitsend stuntwerk" is per defini tie ongeschikt voor het spelende kind. Misverstand De Amerikaanse opzet mag in de Nederlandse versie wat verdoezeld zijn. op de achtergrond blijft toch het misverstand meespelen, dat je kinderen kunt ontwikkelen door ze maar vaak genoeg iets te laten zien. Als kinderen begrippen als „voor" en „achter" niet snappen, dan laat je ze dat elke dag (op speelse wijze) een keer op d^ televi sie zien. net zolang totdat zij het ook snappen. Daaruit spreekt vol gens het artikel in Jonas een totaal verkeerde visie op de kleuter. Kleuters zijn bezig de wereld te ontdekken op hun eigen manier. Dat ontdekken doen ze met han den en voeten, met hun verstand en hun gevoel. Je moet een kind niet alleen op een beeldbuis laten zien wat voor en achter betekent, hij moet het zelf ontdekken en er varen. Het mag waar zijn dat de Neder landse versie van Sesam-street minder aan dit euvel lijdt dan de Amerikaanse, de wens om juist dit programma haar Nederland te ha len is toch ingegeven door educa tieve bijbedoelingen. Het is nog te vroeg om het pro gramma te beoordelen. Maar het is nooit te vroeg om te wijzen op de bezwaren die aan dergelijke pro gramma's verbonden zouden kun nen zijn. Wie weet kan het onder zoek dat prof. Dolf Kohnstamm en anderen gaan doen naar de reac ties van kinderen, kleuterleidsters en ouders ons op dat punt wat meer duidelijkheid geven Dan wordt het toch nog een leerzaam programma. Jamaica gezien door de gekleurde bril van de gemiddelde toerist: een paradijselijk land in het Caribisch gebied met zoveel mooie plekjes, dat zelfs een Amerikaan extra filmrolletjes zou moeten kopen. Jamaica gezien door Bob Marley The Wailers. een land met enorm veel problemen, waar Marley en zijn muzikale en religieuze broeders zich eigenlijk helemaal niet thuisvoelen. Zij zijn immers Rastafaris, aanhangers van een door een groot deel van de over Jamaica verspreide Afrikanen beleden geloof, waarin Ethiopië het beloofde land is en de onlangs overleden keizer van dat land, Haile Selassie, het voorbeeld van wat Ghandi voor een heleboel andere mensen is. Het symbool voor Wede en verdraagzaamheid, voor de leider van de ideale maatschappij. Het streven naar vrede en liefde, naar een betere verdeling van de aardse goederen: dat zijn de kernpunten voor de reggae van de Jamaicaanse groep Bob Marley The Wailers. die in juli van het vorig jaar een bezoek bracht aan Engeland. Van de concerten in het Londense Lyceum heeft Island een langspeler uitgebracht: Bob Marlev The Wailers Live (ILPS 9376). Al eerder m deze rubriek werd de plaat genoemd door onze vaste medewerker Willem-Jan Martin, die niet in een overdosis oliebollen is gebleven, maar gewoon van een paar dagen rust geniet. Hopelijk met zijn toestemming nu wat meer aandacht voor deze, wat mij betreft, beste live-plaat die het zojuist afgelopen 1975 met zich meebracht. Zes van de zeven nummers op deze langspeler zijn afkomstig van de voorgangers Burnin' en Natty Dread, het album dat door Muziekkrant Oor tot de beste plaat van 1975 werd uitgeroepen. Kant twee is duidelijk het sterkst met No woman, no cry. I shot the sheriff (Clapton staat in zijn hemd) en Get up. stand up. Het eerste nummer van dit drietal, van de bekroonde lp Natty Dread, is misschien wel het mooiste dat Marley ooit heeft gemaakt. Dynamisch, ritmisch, erg gevoelig met een uitstekende ingehouden solo van de meester met de „opstandige" krulletjes zelf. Representatief is het echter niet. daar is het te weinig strijdbaar voor. té gevoelig. Trenchtown Rock (Trenchtown is het getto van de Jamaicaanse hoofdstad Kingston). I shot the sheriff (Jamaica heeft te kampen met een enorm hoge criminaliteit) en vooral Get up, stand up (for your rights) en Them belly full (but we hungry) beschrijven de keiharde realiteit van het dlledaagse leven van de armen in het toeristenparadijs Jamaica. Let wel' Marley predikt niet de revolutie, hij vertegenwoordigt meer hel ideaal van een bepaalde bevolkingsgroep. Een ideaal dat langzaam maar zeker - is vervaagd tot een vorm van symbolisme, maar ook enofi*) veel tegenwind krijgt vanuit de Jamaicaanse bourgeoisie. MaHey hoopt dan ook dat meer mensen oog krijgen voor de problemen, waarmee een deel van de bevolking te kampen heeft. Maar dan zullen ze toch eerst hun gekleurde bril moeten afzetten. Van de groep Kokomo. blanke specialisten op funkgebied. verscheen een tweede elpee Rise ancLShine. Vergeleken bij de debuutelpee. die in ons land uitstekend liep. heeft de formatie enkele wijzigingen ondergaan. Of dat de oorzaak ervan is. dat de plaat vrij snel* gaat vervelen (hoewel hij zeker niet slecht is) is mij na enkele keren draaien nog niet duidelijk. 'Sesame streef' in een Nederlands-Belgische versie door Piet Hagen HILVERSUM Deze week heeft Lilv Petersen voor het laatst afscheid genomen van haar radio-kleuterklas. Na dertig jaar klonk het nog altijd even opgewekt: „Dag kleutertjes van het land". En toen was „Kleutertje luister" van de AVRO verleden tijd. 'Gelukkig laat de omroep onze kleuters niet in de kou staan. Er komt een nieuw radioprogramma van de AVRO. maar dat niet al leen, ook de NOS-televisie heeft een verrassing in petto. Vanaf zon dagmiddag 4 januari wordt de Ne- óerlands-Belgische versie van het Amerikaanse kinderprogramma Sesame-street uitgezonden. Einde-' lijk krijgt de Nederlandse kleuter dan waarop hij recht frey?fL eert leuk programma, dat toch tief" is. Er is een wereld van verschil tus sen Kleutertje-luister van me vrouw Petersen en Sesame-street. ,Ik denk dat het dertig jaar geleden min of meer revolutionair was om een kleuterprogramma voor de ra dio uit te zenden. Kleuteronderwijs bestond in die dagen nog nauwe lijks. Verantwoord speelgoed was nog niet te koop en het liedje voor het slapen gaan kwam nog niet uit een klein kastje met een glazen oo£. maar gewoon uit de mond van de Ouders-van-Toen. In die tijd be gon Lily Petersen op de radio met kleuters te zingen en te babbelen. Wie weet hebben heel wat vaders en moeders zo ontdekt hoezeer kleuters kunnen, genieten van de verhaaltjes van en praatjes met volwassenen. Voor kleuters uit het televisietijd perk had Kleufertje-luister waar schijnlijk weinig opwindends meer te bieden. Brigadier Dogen Barba- papa kennen zij van het scherm, maar wie Lily Petersen is moet je niet vragen. Ook al zou het best eens kunnen zijn dat vooral de kleinere kleuters in hun hart de voorkeur geven aan zo'n zingende, vertellende en babbelende radio stem boven het razende geweld van Kung Fu. Maar NOS-sociologen die de kijkdichtheid "van kinder programma's meten zullen dat wel nooit onderzocht hebben. Kleuters kijken wel geregeld naar de televisie, maar toch kun je niet zeggen dat er nu zoveel goede pro gramma's voor kleuters zijn. Wal dat betreft valt elk initiatief toe te juichen dat ons een programma bezorgt dat werkelijk geschikt is voor kleuters. Sesam-straat van de NOS-televisie zou dat kunnen zijn. Niet juichen Bert en Ernie, belangrijke „acteurs'' in het opvoedkundige nieuwe televisieprogramma Sesamstraat, waar mee de NOS zondagmiddag 16.02 uur, Nederland 1 begint. Toch is er reden om niet al te jui chend te doen over de komst van dit Amerikaanse programma. Se same-street wordt in de Verenigde Staten sinds oktober 1969 dage lijks door ongeveer tweehondei.. tv-zenders uitgezonden. Elke da,:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 9