Verzen voor de gemeente Een werkje van Brachthuyzer Vandaag „Als je iets laat vallen, waar blijf je dan?" VOORBIJGANGERS ZATERDAG 3 JANUAR11976 KERK TROUW/KWARTET 2 door R. L. K. Fokkema Voor de stillen in den lande is nu het heil ophanden, dat is een psalmregel die bij mij opkomt wanneer ik de nieuwe bundels ge dichten van Willem Barnard en van Muus Jacobse onder ogen heb. Beiden hebben medegewerkt aan de totstandkoming van het Liedboek voor de kerken. Beiden schrijven hun verzen van uit een gemeenschappelijke inspiratie. Zij doen dat en deden dat met andere dichters als Jan Wit. Ad den Besten. W. J. van der Mo- len, Schulte Nordholt, die ook buiten de gemeente naam hebben gemaakt. Tot de gemeenschap kan men ook rekenen katholieken als Tom Naastepad. Huub Oosterhuis en nog wel een enkele pro testant als Jaap Zijlstra. Dit brede en rijke gezelschap dich ters stelt zijn talent in dienst van de gemeente, zij zijn voorzangers die de melodieën van het geloof nieuw leven hebben ingeblazen. In hun voetspoor treedt een aantal wat onbekendere dichters, die niet méér willen dan gehoord te wor den door mensen van gelijke ge zindheid AJ met al maakt dit gezel- schap poezie die voor een breed publiek verstaanbaar is. het geloof schraagt en bevestigt, en die aan wie in nood gezeten is, troost biedt. Muus Jacobse heeft dat als dichter altijd willen doen. Zijn dichter schap dot reeds van voor de Twee de Wereldoorlog dateert, is er al tijd op uit geweest de stem van de gemeente te zijn. Vaak teleurge steld in zijn verwachtingen heeft hij de vreugde van het open oor ge smaakt toen Jnj met andere dich ters in opdracht van de kerk psal men en bijbelse gezangen kon dichten en herdichten. Ad den Be sten heeft nu van hem zijn nagela ten bijbelse» gedichten bijeenge bracht onder de titel A Dl EU. Het is een bundel waaruit men kan le zen met hoeveel bescheidenheid, maar ook met hoeveel gedreven heid Muus Jacobse (die op 21 njé vember 1972 overleed) zijn taal in dienst stelde van de verkondiging. Willem Barnard Dat hij dit goed heeft gedaan, daarvan getuigt Willem Barnard in zijn recente bundel Oude en nieu we gedichten: Als wij zijn verzen samen zingen kan ik mijn tranen niet bedwingen omdat hij mij weer leven geeft met wat hij eens geschreven heeft. Muus Jacobse (prof. dr K. H. Hee roma) FAMILIEBERICHTEN kunnen van maandag tot en met vrijdag telefonisch tot 16.30 uur opgegeven wqt- den op nummer 020-913456; en van 16 30-20 00 uur op nummer 020-220383. Dit laatste nummer geldt ook voor ZONDAGAVOND en dan van 18.00-20.00 uur. Onze adressen: AMSTERDAM: Directie - commerciële afdelingen - administratie. Wibautstraat 131, tel. 020-913456. Postbus 859. Redactie Nieuwe Zijds Voorburg wal 280. Amsterdam. Tel. 020-220383. Postbus 859. ROTTERDAM/DOR DRECHT: Westblaak 9, Rotterdam. Tel. 010-115588. Postbus 948. DEN HAAG/LEIDEN: Parkstraat 22. Den Haag. Tel 070-469445 Postbus 101 ZWOLLE/GRONINGEN Melkmarkt 56. Zwolle Tel 05200-17030. Postbus 3. De bundel van Barnard omspant een lange periode. Gedichten die hij nog niet in één van zijn bundels die zijn verschenen onder de schuilnaam Guillaume van der Graft had ondergebracht, verschij nen hier. Wat hij als Van der Graft te persoonlijk heeft gevonden des tijds. te weinig geobjectiveerd in het gedicht, verschijnt hier onder de eigen naam. De bundel beslaat op deze manier de jaren 1947 1975. De schrijver noemt de bijeen gebrachte gedichten zelf ..sliefge- dichten". meer memoires dan bun- delbare dichtkunst. Met het klim men der jaren is kennelijk de zelf kritiek minder geworden. Men kan ook zeggen dat met het ouderwor- den het bij Barnard niet meer zo zeer gaat om het beeld van zijn dichterschap als wel om de werke lijkheid van zijn leven. De levens beschouwing wint het van de kunst opvatting. Drs Lode Bisschop Begrijpelijk Deze ontwikkeling is begrijpelijk én instructief. Begrijpelijk omdat kunstconcepties het altijd afleggen tegen het leven. Instructief omdat Barnard ooit heeft ingezien dat het niet genoeg is voor poëzie een dich terlijk dagboek te zijn. Wie gedich ten schrijft dient daarvan op de hoogte te zijn of althans te zijn ge weest. Veel dichters van christelij ke huize realiseren zich te weinjg dat poëzie meer moet zijn dan sub jectieve gevoels- en geloofsontla- ding. De persoonlijke aandrift dient te worden geobjectiveerd. Als dominee was Barnard Bar nard. als dichter is hij Van der Graft geweest- Het feit dat Bar nard zijn pseudoniem heeft afge legd (onder eigen naam verscheen in 1973 al NA VEERTIG) betekent dan ook dat zijn bundel veel per soonlijker is. veel meer gedachten bevat dan gedichten. Deze gedach ten zijn uiterst lezenswaard, niet zozeer als poëzie als wel om hun diepgang. Bovendien blijft Bar nard iemand met een heel origine le zegging voor wat een ieder zoal kan ervaren en blijft hij in zijn vij andelijkheden tegen de werkelijk heid aanleunen tegen zijn dichter lijk alter ego. Van der Graft. Tegenspraak Wie persoonlijk is in zijn poëzie lokt evenwel tegenspraak van de lezer uit. Ik kan mij bij voorbeeld best vinden in Barnards woede je gens Bulldozer Cijferbrein: die machine van haat jegens al wat ouder is. zachter: moeder en aarde en zaad, geduld, tijd om te zijn. In de drie achtertuinen waar bomen leefden en gras, een familie van groen, komen parkeerterreinen. Daar mogen straks autootjes hun behoefte doen. Het is een fragment uit een fulmi- natie tegen het afbreken van drie oude huizen terwille van de bouw van een flatgebouw. Er tegen in brengen kan inen dat een flatge bouw toch meer mensen onderdak biedt? Gedachten als hierboven ge citeerd maken de indruk onge nuanceerd te zijn en geen oplos sing te bieden voor het vraagstuk van de overbevolking. Een aanval op de urbanisertng van het platte land doet veel meer vragen rijzen dan in dit bestek beantwoord kun nen worden. Waar het mij om gaat is dat een goed gedicht nimmer tot tegenspraak uitlokt, omdat een goed gedicht zich aan de vraag naar de waarheid ervan onttrekt. Het stelt een andere waarheid dan die welke empirisch controleer baar is. Dat zou wellicht te demonstreren zijn aan de gédichten die Lode Bis schop schrijft. Inbreng heet zijn (derde) bundel. De bundel bevat mystiek-extatische verzen, waarin een heel persoonlijke geloofsbele ving gestalte krijgt. Wie /x leesi als mededelingen*zal zeggen wat één onzin wordt hier verkondigd en wat één blasfemie, maar wie ze leest als komend van iemand die zijn poëzie schrijft als een door de Heilige Geest bevlogene neemt de gedichten als zeer passende vorm gevingen van zeer uitzonderlijke belevingen, waarbij de vraag naar de zin of onzin vervluchtigt: gisteren kantelde de kribbe het kindje viel op de aarde over het kruis der wereld en zei het is volbracht en morgen herdenken wij kerstfeest en het kruis ligt op de krib en het kindje graait naar het kruis en het tatert van lief beertje op Golgotha staat heden zijn speelgoed en zelf hangt hij aan het kruis zijn kribbe slaapt eronder en het kindeke schreit erin Lode Bisschop. Inbreng. Een bun del psalmen en geestelijke liede ren. Kok, Kampen 1975. 40 blz. 7,90. Willem Barnard. Oude en nieuwe gedichten. U. M. Holland, Haarlem- 1975. 96 blz. 11,50. Muus Jacobse. A. Dieu. Nagelaten gedichten en liederen verzameld door Ad den Besten. Kok, Kam pen 1975. 88 blz. 12,50. Bij V. M. Holland is voorts nog verschenen van Maria de Groot, Het huis van de danser. 62 blz. 8,90; en bij Kok nog Balspel van C. Golterman-Van Dijk. 48 blz. ƒ7,90. Dr W. Barnard door A. J. Klei Nu de narigheid van de gijzelingsaffaires voor 't moment achter de rug is. kan ik niet nalaten te melden dat ik op sinterklaasavond een kleine opwinding beleefde, welke op een naar verhouding schandelijk gerieflijke manier verband hield met wat zich niet ver van mijn bed in de Brachthuy- zerstraat afspeelde. De naam Brachthuyzer was op ieders bp omdat in de naar hem genoemde straat zich het bezette Indonesische consulaat bevond. Tevoren hoorde je nooit over Brachthuyzer praten, niemand vroeg zich ooit af. althans niet in mijn bijzijn, wat dat eigenlijk voor een kerel was. maar de vijfde december in het omroepblad kijkend welke verstrooiing het scherm mij zou "kunnen bieden, zag ik tot mijn niet geringe verbazing dat uitgerekend nu Han Hoogewoud voor de NCRV-televisie op het Oudekerksorgel in Amsterdam een werk van Brachthuyzer zou spelen. Direct na de uitzending belde ik Han Hoogewoud op. Hij begreep direct waarover ik hem wilde hebben. Hoe hou je het voor mogelijk! riep hij uit. Hij had nog nooit een compositie van Brachthuyzer onder handen gehad totdat een tijd terug, toen niemand kon vermoeden dat de Brachthuyzerstraat de wereldpers zou halen. Klaas Bartlema van de NCRV met hem afsprak dat hij. Hoogewoud. voor een t.v.-uitzending in de reeks ..De luister van het orgel" een kort voorspel van Brachthuyzer voor psalm 18 zou spelen. Dit werkje was Bartlema tegengekomen in een bijlage van (wijlen) het christelijk muziektijdschrift ..De Harp-' van januan 1940 In de Omroepgids van de NCRV stond dat hèt ging om een compositie van Willem Hendrik Brachthuyzer. die zelf ook organist van de Oude Kerk in Amsterdam was geweest. Dit laatste klopte met gegevens die ik in huis had. van 1830 tot 1833 is Willem H. Brachthuyzer daar organist geweest. Maar in muzikale handboeken komen we deze Brachthuyzer niet tegen. Wel twee anderen: Daniël Brachthuyzer. die leefde van 1779 tot 1832 en diens zoon Jan Daniël. 1803 tot 1883. Han Hoogewoud vertelde me dat het door hem gespeelde stuk van Jan Daniël was. hij wist niet hoe het kwam dat in de aankondiging van de NCRV over Willem Hendrik gesproken werd. De oude Brachthuyzer. Daniël dus. werd op z'n veertiende al organist van de Nieuwezijds Kapel in Amsterdam en verhuisde acht jaar later naar de Nieuwe Kerk op de Dam. Deze blinde organist was vermaard vanwege zijn improvisatietalent Hij leefde in een tijd dat organisten en hun aanhang tuk waren op het nabootsen op het orgel van stormen, slagregens, kanongebulder, getjilp van vogels en meer van dat spuL Daniël Brachthuyzer kwam met bekwame en gulle hand aan de wens hiernaar tegemoet en als hij een liefdadigheidsconcert gaf. stroomden de mensen mitsgaders het geld toe. Overigens was hij veel van zijn collega's vooruit in zijn belangstelling voor en zijn vertolkingen van het orgelwerk van de grote Bach. Zijn zoon Jan Óaniël kreeg ook buiten de orgelwereld bekendheid als schrijver van een pianomethode, als vervaardiger van composities voor piano en fluit en als toonzetter van J. P. Heije's luidruchtig Jied „De Hollandsche krijgsgevangenen bij het terugzien van den Vaderlandschen bodem". Dit alles kwam niet in mindering op zijn activiteiten op het gebied van orgel en kerkmuziek: Jan Daniël had het toezicht op de Amsterdamse orgels en harmoniseerde de evangelische gezangen en een derde der honderd vijftig psalmen. We nemen aan dat de Brachthuyzerstraat in het oude Zuid van Amsterdam naar Jan Daniël genoemd is. Willem Hendrik Brachthuyzer kon ik niet thuisbrengen, maar een collega, die zich met nog meer toewijding dan ik op het orgelwezen pleegt te storten, kon na raadpleging van zijn boeken me berichten dat Willem Hendrik eveneens een zoon van Daniël was". Tot zover over mijn nasporingen op sinterklaasavond. De nieuwsberichten van half elf meldden dat de bezetting in de Brachthuyzerstraat en de gijzeling bij Beilen nog voortduurden en ik had toen geen zin om over de drie Brachthuyzers te schrijven. Nu wel. dat de christenheid opgedeeld is in tal van kerken heeft daar alles mee te maken door prof. dr. P. J. Roscam Abbing Er is een boek verschenen, dat m.i. van aanmerkelijk belang kan worden voor de christenheid in Nederland, met name voor de re formatorische christenen, dus ook voor de meeste lezers van Trouw. Dat is „Eigentijds' verstaan van de bijbel". Het is een bundel, waarin acht in de bijbelwetenschappen geschoolde chris tenen twee aan twee schrijven over de bijbelse verkondiging aan gaande vier in die bijbel centrale thema's. Zij schrijven nl. over de Opstanding van Christus, over het regeren van God, over ge bod en zedelijk handelen, en over schepping en voleinding. Zij doen dat allen als gelovigen, voor wie de bijbel bron en regel van hun christelijk geloof is, daarbij in aanmerking nemend wat de huidige bijbelwetenschappen aan het licht hebben gebracht. Waarom noem ik het verschijnen van die bundel belangrijk? Het gaat over de bijbel, die voor alle christenen van fundamenteel belang is. Oolcvootonzexooms-ka- tholieke vrienden staat de bijbel steeds meer centraal, omdat men uit de bijbelse verkondiging wil le ven en het beroep op de bijbel es sentieel acht. Die bijbel wordt echter op bepaal de punten verschillend uitgelegd. Dat de christenheid verscheurd is en opgedeeld is in tal van kerken, heeft daar alles mee te maken. Ook de spanningen binnen één kerk, bijv. binnen de hervormde kerk en sinds de laatste jaren in toenemen de mate ook binnen de gerefor meerde kerken, zijn voor een be langrijk deel te herleiden tot het verschillend interpreteren van de bijbel. Verschil Dat uiteenlopend verstaan van de bijbelse gegevens heeft vaak weer tot oorzaak of ook tot gevolg een verschil in bijbelbeschouwing. Daardoor wordt het gesprek tus sen richtingen extra m.oeilijk: de een vindt dan. dat de ander eerst zijn bijbelbeschouwing moet wijzi gen vóór er met hem zinnig over de uitleg van bijbelgedeelten is te pra ten. Dat verschil in bijbeluitleg en in bijbelbeschouwing heeft weer veel te maken met de mate, waarin men de algemeen wetenschappelijke benadering van de bijbel 'ernstig neemt, met name de eigentijdse historisch kritische bestudering van de bijbel wel of niet aan vaardt. Dat is natuurlijk een hoogst pijnlijke zaak. want weten schap wil algemeen geldig zijn. Wie zich niet aan wetenschappelij ke constateringen stoort, moet we tenschappelijke tegenargumenten hebben of met een slecht geweten verder leven. Hij wekt in elk geval de indruk, dat het christelijk gelo ven niet goed kan samengaan met het aanvaarden van allerlei vrij al gemeen aanvaarde conclusies van de huidige bijbelwetenschappen. Van belang Verwarring Dat heeft weer tot gevolg, dat er al lerlei verwarring en krampachtig heid bij gemeenteleden, inclusief dominees, ontstaat. Aan het ene ui terste staan de z.g. „fundamenta listen", die het er voor houden, dat alles wat in de bijbel aan verhalen of uitspraken geschreven staat, let terlijk en in elk opzicht waar moet zijn: „als je iets laat vallen, ben je van niets meer zeker en waar blijf je dan?". Zij schuwen de weten schappelijke benadering. Aan het andere uiterste staan zij, die de bijbel zo zeer zijn gaan zien als een door mensen geschreven boek binnen het kader, van een voorbije cultuur, dat daaruit nau welijks nog iets gezaghebbends op ons afkómt. Zij menen, dat het we tenschappelijk onderzoek hen dwingt tot een dergelijke bijbelbe schouwing. Tussen die uitersten in staan tallozen, die onzeker zijn ge worden en in verwarring zijn ge raakt: breekt die wetenschap heus zoveel van het klassieke reforma torische geloven af? Is dat geloof dan vol vergissing, of is die weten schap vol vergissing en demonie? Klaarheid In deze situatie is het broodnodig, dat getracht wordt klaarheid te Het resultaat ligt nu in boekvorm voor ons. Als medewerkers zijn dus gekozen zij. die christen zijn en zelf van harte geloven in en le ven uit het bijbels evangelie. Te gelijkertijd zijn het personen, die de huidige bijbelwetenschappen beoefenen of daarin zeer goed thuis zijn. Uit hun uiteenzettingen over genoemde vier bijzonder be langrijke onderwerpen kan de le zer opmaken waartoe die combina tie leidt. Zelf schreef een inlei ding en een samenvattende en con cluderende uitleiding Wie er niet tegenop ziet om bezin- ningslectuur te lezen, moge van dit geschrift kennisnemen. Het is van belang in principe voor elk ge meentelid met het oog op zijn eigen omgang met de bijbel. Het is van speciaal belang voor het gesprek tussen de richtingen. Wie niet de bijbelse verkondiging hoort en wil gehoorzamen, stelt zichzelf buiten spel. Maar wie wetenschappelijke constateringen en inzichten niet ernstig neemt, stelt zichzelf ook buiten spel. Natuurlijk heeft deze bundel niet het laatste woord, in wat het zegt. Bovendien bleef veel onbesproken, omdat alle aandacht werd gecon centreerd op slechts vier concrete voorbeelden. Een echte recensent zou ook op zwakke plekken kun nen wijzen. Toch meen ik, dat het al met al een eerlijke en niet onge slaagde poging is geworden om mensen en richtingen te helpen op eigentijdse wijze de bijbel te ver staan. Uit het feit. dat de hoofd stukken eerst als ethercolleges zijn uitgezonden, kan men opmaken, dat de taal en opzet ook geschikt bedoelen te zijn voor niet-theolo- gen. De hervormde theoloog prof. dr. P. J. Roscam Abbing schrijft naar aanleiding van: „Eigentijds ver staan van de bijbel". Ui tg. Kok, Kampen, prijs 18,95. HIJ GUNT ONS RUST Zes jaar zult ge zaaien in uw land en de oogst verzamelen, maar in het zevende jaar zult ge het braak laten liggen en het met rust laten, opdat de armen uit uw volk te eten hebben en wat zij overlaten is voor de dieren des velds (exodus 23,10-12) Er ligt een goddelijk gebod achter onze orde op zaken. Voor Israël hield dat het sabbatsjaar en de ze vende dag als sabbat in. Daarmee kregen zij een ritme in werk en. le ven mee. Een ritme waarin voor zien was in de juiste afwisseling van arbeid en rust. Op de woorden die hierboven staan volgt opnieuw het gebod van de sabbat, maar nu met een andere motivatie dan die van Exodus 20 (de schepping) en van Deuteronomium 5 (de redding uit de slavernij), nl. die van de rust voor mens en beest, de boordnodi- ge rust, waarvoor wij dan weer pil letjes gebuiken. Er ligt een warmte in deze woorden die onze econo mie mist. Een zorg voor de achter op geraakten en voor de werkers. De boog kan niet altijd gespannen zijn. Wat wordt er van een mens als hij maar één ding weet: werken: een werkezel! Een koude, kille mis schien 't wel goed bedoelende, maar toch ijzige figuur die alleen maar naar resultaten en uitkom sten vraagt. De rust is ons gegund. Zoals de rust in Hebreeën 4 hoort bij het beloofde heil. brengen. Dat was natuurlijk al eer der nodig en is ook al eerder gepro beerd. Zo heeft in 1967 de generale synode van de hervormde kerk een geschrift hierover aangeboden, ge titeld „Klare Wijn". Dat door een commissie voorbereide en door dr. Th. C. Frederikse geschreven rap port werd gelukkig een best-seller. Het was een zeer goed boek, dat in een behoefte voorzag. Toch werd het nodig het niet bij dat geschrift te laten. De bijbelwetenschappen schrijden voort en allerlei proble men vragen er om om in meer aan gescherpte vorm besproken te worden. Bovendien zou het nuttig zijn om niet enigszins in het alge meen een „Rekenschap over ge schiedenis. geheim en gezag van de bijbel" te schrijven, maar nu eens concreet in te gaan op een aantal precaire onderwerpen. Daarom besloot de hervormde ra'ad voor de zaken van kerk en theologie via een commissie een nieuwe uitgave voor te bereiden. Dat leidde er tenslotte toe. dat ge vraagd werd aan de redactie'van de ethercolleges van de N.C.R.V. van deze voorbereiding gebruik te maken voor het uitzenden van de uitzettingen over genoemde vier onderwerpen. Helaas moest een gereformeerde medewerker van wege ziekte -vervangen worden door een hervormde, zodat uitein delijk slechts één gereformeerde medewerker is. beroepingswerk NED.HERV. KERK Beroepen te Zandeweer c.a. K. G. Pieterman, pastoraal medewerker aldaar, die dit beroep heeft aange nomen. GEREF. KERKEN (VRIJG.) Bedankt voor Stadskanaal: H, J. Boiten te Zuidwolde (Dr.). CHR. GEREF. KERKEN Aangenomen naar Siegerswoude: G. v.d. Groep kand. te Bunschoten- Spakenburg. Bedankt voor Boskoop: D. Biesma tc Vcenendaal. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Hoofddorp: J. M. Kleppe te Woerden. Bedankt voor Katwijk aan Zee: C. Molenaar te Biëzelinge; voor Nieu- werkerk (Zld.): A. Bregman te Rijssen. GEREF. KERKEN Aangenomen naar Zeist (nadere beslissing): D. N. Verschoor te Die ren. Ds. Th. Delleman De gereformeerde emeritus ds. Th. Delleman zal maandag vijftig jaar predikant zijn. Hij begon zijn loop baan in hét jaar van de synode van Assen en stond in Giessenburg, Aalten, Kralingen ;en van 1947 tot zijn emeritaat in 1964 als studen tenpredikant in Groningen. Ds. Delleman diende in het begin van de jaren zestig een bezwaarschrift bij de synode in tegen de leeruit- spraken van de synode van Assen- 1926, dat leidde tot de terzijdestel ling van deze uitspraken (over Ge nesis 3). Hij is verder bekend ge worden door publikaties op het ge bied van huwelijk en gezin, het le ven na de dood. liturgie en kate- chese. fni Koning Hassan II Ikich Lloussine In een brief aan koning Hassan van Marokko heeft dr. A. H. van den Heuvel, secretaris-generaal van de Nederlandse hervormde kerk, om amnestie verzocht voor Ikich Lloussine. Omdat deze Ma rokkaanse werknemer in ons land lid was van een vakbond, werd hij in zijn vaderland, toen hij daar met vakantie was, gearresteerd en tot dertig jaar veroordeeld. Zowel de vakbond van Lloussine, het NKV als de Nederlandse afdeling van Amnesty International zijn vorige maand een gezamenlijke actie ten gunste van de Marokkaan begon nen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 2