Verzen voor de gemeente
Een werkje van
Brachthuyzer
Vandaag
„Als je iets laat vallen,
waar blijf je dan?"
VOORBIJGANGERS
ZATERDAG 3 JANUAR11976
KERK
TROUW/KWARTET 2
door R. L. K. Fokkema
Voor de stillen in den lande is nu het heil ophanden, dat is een
psalmregel die bij mij opkomt wanneer ik de nieuwe bundels ge
dichten van Willem Barnard en van Muus Jacobse onder ogen
heb. Beiden hebben medegewerkt aan de totstandkoming van
het Liedboek voor de kerken. Beiden schrijven hun verzen van
uit een gemeenschappelijke inspiratie. Zij doen dat en deden dat
met andere dichters als Jan Wit. Ad den Besten. W. J. van der Mo-
len, Schulte Nordholt, die ook buiten de gemeente naam hebben
gemaakt. Tot de gemeenschap kan men ook rekenen katholieken
als Tom Naastepad. Huub Oosterhuis en nog wel een enkele pro
testant als Jaap Zijlstra.
Dit brede en rijke gezelschap dich
ters stelt zijn talent in dienst van
de gemeente, zij zijn voorzangers
die de melodieën van het geloof
nieuw leven hebben ingeblazen. In
hun voetspoor treedt een aantal
wat onbekendere dichters, die niet
méér willen dan gehoord te wor
den door mensen van gelijke ge
zindheid AJ met al maakt dit gezel-
schap poezie die voor een breed
publiek verstaanbaar is. het geloof
schraagt en bevestigt, en die aan
wie in nood gezeten is, troost biedt.
Muus Jacobse heeft dat als dichter
altijd willen doen. Zijn dichter
schap dot reeds van voor de Twee
de Wereldoorlog dateert, is er al
tijd op uit geweest de stem van de
gemeente te zijn. Vaak teleurge
steld in zijn verwachtingen heeft
hij de vreugde van het open oor ge
smaakt toen Jnj met andere dich
ters in opdracht van de kerk psal
men en bijbelse gezangen kon
dichten en herdichten. Ad den Be
sten heeft nu van hem zijn nagela
ten bijbelse» gedichten bijeenge
bracht onder de titel A Dl EU. Het
is een bundel waaruit men kan le
zen met hoeveel bescheidenheid,
maar ook met hoeveel gedreven
heid Muus Jacobse (die op 21 njé
vember 1972 overleed) zijn taal in
dienst stelde van de verkondiging.
Willem Barnard
Dat hij dit goed heeft gedaan,
daarvan getuigt Willem Barnard in
zijn recente bundel Oude en nieu
we gedichten:
Als wij zijn verzen samen zingen
kan ik mijn tranen niet
bedwingen
omdat hij mij weer leven geeft
met wat hij eens geschreven
heeft.
Muus Jacobse (prof. dr K. H. Hee
roma)
FAMILIEBERICHTEN
kunnen van maandag tot en
met vrijdag telefonisch tot
16.30 uur opgegeven wqt-
den op nummer 020-913456;
en van 16 30-20 00 uur op
nummer 020-220383. Dit
laatste nummer geldt ook
voor ZONDAGAVOND en
dan van 18.00-20.00 uur.
Onze adressen:
AMSTERDAM:
Directie - commerciële
afdelingen -
administratie.
Wibautstraat 131,
tel. 020-913456.
Postbus 859.
Redactie
Nieuwe Zijds Voorburg
wal 280. Amsterdam.
Tel. 020-220383.
Postbus 859.
ROTTERDAM/DOR
DRECHT:
Westblaak 9, Rotterdam.
Tel. 010-115588.
Postbus 948.
DEN HAAG/LEIDEN:
Parkstraat 22. Den Haag.
Tel 070-469445
Postbus 101
ZWOLLE/GRONINGEN
Melkmarkt 56. Zwolle
Tel 05200-17030.
Postbus 3.
De bundel van Barnard omspant
een lange periode. Gedichten die
hij nog niet in één van zijn bundels
die zijn verschenen onder de
schuilnaam Guillaume van der
Graft had ondergebracht, verschij
nen hier. Wat hij als Van der Graft
te persoonlijk heeft gevonden des
tijds. te weinig geobjectiveerd in
het gedicht, verschijnt hier onder
de eigen naam. De bundel beslaat
op deze manier de jaren 1947
1975. De schrijver noemt de bijeen
gebrachte gedichten zelf ..sliefge-
dichten". meer memoires dan bun-
delbare dichtkunst. Met het klim
men der jaren is kennelijk de zelf
kritiek minder geworden. Men kan
ook zeggen dat met het ouderwor-
den het bij Barnard niet meer zo
zeer gaat om het beeld van zijn
dichterschap als wel om de werke
lijkheid van zijn leven. De levens
beschouwing wint het van de kunst
opvatting.
Drs Lode Bisschop
Begrijpelijk
Deze ontwikkeling is begrijpelijk
én instructief. Begrijpelijk omdat
kunstconcepties het altijd afleggen
tegen het leven. Instructief omdat
Barnard ooit heeft ingezien dat het
niet genoeg is voor poëzie een dich
terlijk dagboek te zijn. Wie gedich
ten schrijft dient daarvan op de
hoogte te zijn of althans te zijn ge
weest. Veel dichters van christelij
ke huize realiseren zich te weinjg
dat poëzie meer moet zijn dan sub
jectieve gevoels- en geloofsontla-
ding. De persoonlijke aandrift
dient te worden geobjectiveerd.
Als dominee was Barnard Bar
nard. als dichter is hij Van der
Graft geweest- Het feit dat Bar
nard zijn pseudoniem heeft afge
legd (onder eigen naam verscheen
in 1973 al NA VEERTIG) betekent
dan ook dat zijn bundel veel per
soonlijker is. veel meer gedachten
bevat dan gedichten. Deze gedach
ten zijn uiterst lezenswaard, niet
zozeer als poëzie als wel om hun
diepgang. Bovendien blijft Bar
nard iemand met een heel origine
le zegging voor wat een ieder zoal
kan ervaren en blijft hij in zijn vij
andelijkheden tegen de werkelijk
heid aanleunen tegen zijn dichter
lijk alter ego. Van der Graft.
Tegenspraak
Wie persoonlijk is in zijn poëzie
lokt evenwel tegenspraak van de
lezer uit. Ik kan mij bij voorbeeld
best vinden in Barnards woede je
gens Bulldozer Cijferbrein:
die machine van haat
jegens al wat ouder is.
zachter: moeder en aarde en zaad,
geduld, tijd om te zijn.
In de drie achtertuinen
waar bomen leefden en gras,
een familie van groen,
komen parkeerterreinen.
Daar mogen straks autootjes
hun behoefte doen.
Het is een fragment uit een fulmi-
natie tegen het afbreken van drie
oude huizen terwille van de bouw
van een flatgebouw. Er tegen in
brengen kan inen dat een flatge
bouw toch meer mensen onderdak
biedt? Gedachten als hierboven ge
citeerd maken de indruk onge
nuanceerd te zijn en geen oplos
sing te bieden voor het vraagstuk
van de overbevolking. Een aanval
op de urbanisertng van het platte
land doet veel meer vragen rijzen
dan in dit bestek beantwoord kun
nen worden. Waar het mij om gaat
is dat een goed gedicht nimmer tot
tegenspraak uitlokt, omdat een
goed gedicht zich aan de vraag
naar de waarheid ervan onttrekt.
Het stelt een andere waarheid dan
die welke empirisch controleer
baar is.
Dat zou wellicht te demonstreren
zijn aan de gédichten die Lode Bis
schop schrijft. Inbreng heet zijn
(derde) bundel. De bundel bevat
mystiek-extatische verzen, waarin
een heel persoonlijke geloofsbele
ving gestalte krijgt. Wie /x leesi als
mededelingen*zal zeggen wat één
onzin wordt hier verkondigd en
wat één blasfemie, maar wie ze
leest als komend van iemand die
zijn poëzie schrijft als een door de
Heilige Geest bevlogene neemt de
gedichten als zeer passende vorm
gevingen van zeer uitzonderlijke
belevingen, waarbij de vraag naar
de zin of onzin vervluchtigt:
gisteren kantelde de kribbe
het kindje viel op de aarde
over het kruis der wereld
en zei het is volbracht
en morgen herdenken wij
kerstfeest
en het kruis ligt op de krib
en het kindje graait naar het
kruis
en het tatert van lief beertje
op Golgotha staat heden zijn
speelgoed
en zelf hangt hij aan het kruis
zijn kribbe slaapt eronder
en het kindeke schreit erin
Lode Bisschop. Inbreng. Een bun
del psalmen en geestelijke liede
ren. Kok, Kampen 1975. 40 blz.
7,90.
Willem Barnard. Oude en nieuwe
gedichten. U. M. Holland, Haarlem-
1975. 96 blz. 11,50.
Muus Jacobse. A. Dieu. Nagelaten
gedichten en liederen verzameld
door Ad den Besten. Kok, Kam
pen 1975. 88 blz. 12,50.
Bij V. M. Holland is voorts nog
verschenen van Maria de Groot,
Het huis van de danser. 62 blz.
8,90; en bij Kok nog Balspel van
C. Golterman-Van Dijk. 48 blz.
ƒ7,90.
Dr W. Barnard
door A. J. Klei
Nu de narigheid van de gijzelingsaffaires voor 't moment achter de rug is. kan ik niet nalaten te
melden dat ik op sinterklaasavond een kleine opwinding beleefde, welke op een naar verhouding
schandelijk gerieflijke manier verband hield met wat zich niet ver van mijn bed in de Brachthuy-
zerstraat afspeelde.
De naam Brachthuyzer was op
ieders bp omdat in de naar hem
genoemde straat zich het bezette
Indonesische consulaat bevond.
Tevoren hoorde je nooit over
Brachthuyzer praten, niemand
vroeg zich ooit af. althans niet in
mijn bijzijn, wat dat eigenlijk
voor een kerel was. maar de
vijfde december in het
omroepblad kijkend welke
verstrooiing het scherm mij zou
"kunnen bieden, zag ik tot mijn
niet geringe verbazing dat
uitgerekend nu Han Hoogewoud
voor de NCRV-televisie op het
Oudekerksorgel in Amsterdam
een werk van Brachthuyzer zou
spelen.
Direct na de uitzending belde ik
Han Hoogewoud op. Hij begreep
direct waarover ik hem wilde
hebben. Hoe hou je het voor
mogelijk! riep hij uit. Hij had nog
nooit een compositie van
Brachthuyzer onder handen
gehad totdat een tijd terug, toen
niemand kon vermoeden dat de
Brachthuyzerstraat de
wereldpers zou halen. Klaas
Bartlema van de NCRV met hem
afsprak dat hij. Hoogewoud. voor
een t.v.-uitzending in de reeks
..De luister van het orgel" een
kort voorspel van Brachthuyzer
voor psalm 18 zou spelen. Dit
werkje was Bartlema
tegengekomen in een bijlage van
(wijlen) het christelijk
muziektijdschrift ..De Harp-' van
januan 1940
In de Omroepgids van de NCRV
stond dat hèt ging om een
compositie van Willem Hendrik
Brachthuyzer. die zelf ook
organist van de Oude Kerk in
Amsterdam was geweest. Dit
laatste klopte met gegevens die ik
in huis had. van 1830 tot 1833 is
Willem H. Brachthuyzer daar
organist geweest. Maar in
muzikale handboeken komen we
deze Brachthuyzer niet tegen.
Wel twee anderen: Daniël
Brachthuyzer. die leefde van 1779
tot 1832 en diens zoon Jan Daniël.
1803 tot 1883. Han Hoogewoud
vertelde me dat het door hem
gespeelde stuk van Jan Daniël
was. hij wist niet hoe het kwam
dat in de aankondiging van de
NCRV over Willem Hendrik
gesproken werd.
De oude Brachthuyzer. Daniël
dus. werd op z'n veertiende al
organist van de Nieuwezijds
Kapel in Amsterdam en
verhuisde acht jaar later naar de
Nieuwe Kerk op de Dam. Deze
blinde organist was vermaard
vanwege zijn improvisatietalent
Hij leefde in een tijd dat
organisten en hun aanhang tuk
waren op het nabootsen op het
orgel van stormen, slagregens,
kanongebulder, getjilp van
vogels en meer van dat spuL
Daniël Brachthuyzer kwam met
bekwame en gulle hand aan de
wens hiernaar tegemoet en als hij
een liefdadigheidsconcert gaf.
stroomden de mensen mitsgaders
het geld toe. Overigens was hij
veel van zijn collega's vooruit in
zijn belangstelling voor en zijn
vertolkingen van het orgelwerk
van de grote Bach.
Zijn zoon Jan Óaniël kreeg ook
buiten de orgelwereld
bekendheid als schrijver van een
pianomethode, als vervaardiger
van composities voor piano en
fluit en als toonzetter van J. P.
Heije's luidruchtig Jied „De
Hollandsche krijgsgevangenen
bij het terugzien van den
Vaderlandschen bodem". Dit
alles kwam niet in mindering op
zijn activiteiten op het gebied van
orgel en kerkmuziek: Jan Daniël
had het toezicht op de
Amsterdamse orgels en
harmoniseerde de evangelische
gezangen en een derde der
honderd vijftig psalmen. We
nemen aan dat de
Brachthuyzerstraat in het oude
Zuid van Amsterdam naar Jan
Daniël genoemd is. Willem
Hendrik Brachthuyzer kon ik
niet thuisbrengen, maar een
collega, die zich met nog meer
toewijding dan ik op het
orgelwezen pleegt te storten, kon
na raadpleging van zijn boeken
me berichten dat Willem Hendrik
eveneens een zoon van Daniël
was".
Tot zover over mijn nasporingen
op sinterklaasavond. De
nieuwsberichten van half elf
meldden dat de bezetting in de
Brachthuyzerstraat en de
gijzeling bij Beilen nog
voortduurden en ik had toen geen
zin om over de drie
Brachthuyzers te schrijven. Nu
wel.
dat de christenheid opgedeeld is in tal van kerken heeft
daar alles mee te maken
door prof. dr. P. J. Roscam Abbing
Er is een boek verschenen, dat m.i. van aanmerkelijk belang kan
worden voor de christenheid in Nederland, met name voor de re
formatorische christenen, dus ook voor de meeste lezers van
Trouw. Dat is „Eigentijds' verstaan van de bijbel". Het is een
bundel, waarin acht in de bijbelwetenschappen geschoolde chris
tenen twee aan twee schrijven over de bijbelse verkondiging aan
gaande vier in die bijbel centrale thema's. Zij schrijven nl. over
de Opstanding van Christus, over het regeren van God, over ge
bod en zedelijk handelen, en over schepping en voleinding. Zij
doen dat allen als gelovigen, voor wie de bijbel bron en regel van
hun christelijk geloof is, daarbij in aanmerking nemend wat de
huidige bijbelwetenschappen aan het licht hebben gebracht.
Waarom noem ik het verschijnen
van die bundel belangrijk?
Het gaat over de bijbel, die voor
alle christenen van fundamenteel
belang is. Oolcvootonzexooms-ka-
tholieke vrienden staat de bijbel
steeds meer centraal, omdat men
uit de bijbelse verkondiging wil le
ven en het beroep op de bijbel es
sentieel acht.
Die bijbel wordt echter op bepaal
de punten verschillend uitgelegd.
Dat de christenheid verscheurd is
en opgedeeld is in tal van kerken,
heeft daar alles mee te maken. Ook
de spanningen binnen één kerk,
bijv. binnen de hervormde kerk en
sinds de laatste jaren in toenemen
de mate ook binnen de gerefor
meerde kerken, zijn voor een be
langrijk deel te herleiden tot het
verschillend interpreteren van de
bijbel.
Verschil
Dat uiteenlopend verstaan van de
bijbelse gegevens heeft vaak weer
tot oorzaak of ook tot gevolg
een verschil in bijbelbeschouwing.
Daardoor wordt het gesprek tus
sen richtingen extra m.oeilijk: de
een vindt dan. dat de ander eerst
zijn bijbelbeschouwing moet wijzi
gen vóór er met hem zinnig over de
uitleg van bijbelgedeelten is te pra
ten.
Dat verschil in bijbeluitleg en in
bijbelbeschouwing heeft weer veel
te maken met de mate, waarin men
de algemeen wetenschappelijke
benadering van de bijbel 'ernstig
neemt, met name de eigentijdse
historisch kritische bestudering
van de bijbel wel of niet aan
vaardt. Dat is natuurlijk een
hoogst pijnlijke zaak. want weten
schap wil algemeen geldig zijn.
Wie zich niet aan wetenschappelij
ke constateringen stoort, moet we
tenschappelijke tegenargumenten
hebben of met een slecht geweten
verder leven. Hij wekt in elk geval
de indruk, dat het christelijk gelo
ven niet goed kan samengaan met
het aanvaarden van allerlei vrij al
gemeen aanvaarde conclusies van
de huidige bijbelwetenschappen.
Van belang
Verwarring
Dat heeft weer tot gevolg, dat er al
lerlei verwarring en krampachtig
heid bij gemeenteleden, inclusief
dominees, ontstaat. Aan het ene ui
terste staan de z.g. „fundamenta
listen", die het er voor houden, dat
alles wat in de bijbel aan verhalen
of uitspraken geschreven staat, let
terlijk en in elk opzicht waar moet
zijn: „als je iets laat vallen, ben je
van niets meer zeker en waar blijf
je dan?". Zij schuwen de weten
schappelijke benadering.
Aan het andere uiterste staan zij,
die de bijbel zo zeer zijn gaan zien
als een door mensen geschreven
boek binnen het kader, van een
voorbije cultuur, dat daaruit nau
welijks nog iets gezaghebbends op
ons afkómt. Zij menen, dat het we
tenschappelijk onderzoek hen
dwingt tot een dergelijke bijbelbe
schouwing. Tussen die uitersten in
staan tallozen, die onzeker zijn ge
worden en in verwarring zijn ge
raakt: breekt die wetenschap heus
zoveel van het klassieke reforma
torische geloven af? Is dat geloof
dan vol vergissing, of is die weten
schap vol vergissing en demonie?
Klaarheid
In deze situatie is het broodnodig,
dat getracht wordt klaarheid te
Het resultaat ligt nu in boekvorm
voor ons. Als medewerkers zijn
dus gekozen zij. die christen zijn en
zelf van harte geloven in en le
ven uit het bijbels evangelie. Te
gelijkertijd zijn het personen, die
de huidige bijbelwetenschappen
beoefenen of daarin zeer goed
thuis zijn. Uit hun uiteenzettingen
over genoemde vier bijzonder be
langrijke onderwerpen kan de le
zer opmaken waartoe die combina
tie leidt. Zelf schreef een inlei
ding en een samenvattende en con
cluderende uitleiding
Wie er niet tegenop ziet om bezin-
ningslectuur te lezen, moge van dit
geschrift kennisnemen. Het is van
belang in principe voor elk ge
meentelid met het oog op zijn eigen
omgang met de bijbel. Het is van
speciaal belang voor het gesprek
tussen de richtingen. Wie niet de
bijbelse verkondiging hoort en wil
gehoorzamen, stelt zichzelf buiten
spel. Maar wie wetenschappelijke
constateringen en inzichten niet
ernstig neemt, stelt zichzelf ook
buiten spel.
Natuurlijk heeft deze bundel niet
het laatste woord, in wat het zegt.
Bovendien bleef veel onbesproken,
omdat alle aandacht werd gecon
centreerd op slechts vier concrete
voorbeelden. Een echte recensent
zou ook op zwakke plekken kun
nen wijzen. Toch meen ik, dat het
al met al een eerlijke en niet onge
slaagde poging is geworden om
mensen en richtingen te helpen op
eigentijdse wijze de bijbel te ver
staan. Uit het feit. dat de hoofd
stukken eerst als ethercolleges zijn
uitgezonden, kan men opmaken,
dat de taal en opzet ook geschikt
bedoelen te zijn voor niet-theolo-
gen.
De hervormde theoloog prof. dr.
P. J. Roscam Abbing schrijft naar
aanleiding van: „Eigentijds ver
staan van de bijbel". Ui tg. Kok,
Kampen, prijs 18,95.
HIJ GUNT ONS RUST
Zes jaar zult ge zaaien in uw land
en de oogst verzamelen,
maar in het zevende jaar
zult ge het braak laten liggen
en het met rust laten,
opdat de armen uit uw volk te eten
hebben
en wat zij overlaten
is voor de dieren des velds
(exodus 23,10-12)
Er ligt een goddelijk gebod achter
onze orde op zaken. Voor Israël
hield dat het sabbatsjaar en de ze
vende dag als sabbat in. Daarmee
kregen zij een ritme in werk en. le
ven mee. Een ritme waarin voor
zien was in de juiste afwisseling
van arbeid en rust. Op de woorden
die hierboven staan volgt opnieuw
het gebod van de sabbat, maar nu
met een andere motivatie dan die
van Exodus 20 (de schepping) en
van Deuteronomium 5 (de redding
uit de slavernij), nl. die van de rust
voor mens en beest, de boordnodi-
ge rust, waarvoor wij dan weer pil
letjes gebuiken. Er ligt een warmte
in deze woorden die onze econo
mie mist. Een zorg voor de achter
op geraakten en voor de werkers.
De boog kan niet altijd gespannen
zijn. Wat wordt er van een mens als
hij maar één ding weet: werken:
een werkezel! Een koude, kille mis
schien 't wel goed bedoelende,
maar toch ijzige figuur die alleen
maar naar resultaten en uitkom
sten vraagt. De rust is ons gegund.
Zoals de rust in Hebreeën 4 hoort
bij het beloofde heil.
brengen. Dat was natuurlijk al eer
der nodig en is ook al eerder gepro
beerd. Zo heeft in 1967 de generale
synode van de hervormde kerk een
geschrift hierover aangeboden, ge
titeld „Klare Wijn". Dat door een
commissie voorbereide en door dr.
Th. C. Frederikse geschreven rap
port werd gelukkig een best-seller.
Het was een zeer goed boek, dat in
een behoefte voorzag. Toch werd
het nodig het niet bij dat geschrift
te laten. De bijbelwetenschappen
schrijden voort en allerlei proble
men vragen er om om in meer aan
gescherpte vorm besproken te
worden. Bovendien zou het nuttig
zijn om niet enigszins in het alge
meen een „Rekenschap over ge
schiedenis. geheim en gezag van de
bijbel" te schrijven, maar nu eens
concreet in te gaan op een aantal
precaire onderwerpen.
Daarom besloot de hervormde
ra'ad voor de zaken van kerk en
theologie via een commissie een
nieuwe uitgave voor te bereiden.
Dat leidde er tenslotte toe. dat ge
vraagd werd aan de redactie'van
de ethercolleges van de N.C.R.V.
van deze voorbereiding gebruik te
maken voor het uitzenden van de
uitzettingen over genoemde vier
onderwerpen. Helaas moest een
gereformeerde medewerker van
wege ziekte -vervangen worden
door een hervormde, zodat uitein
delijk slechts één gereformeerde
medewerker is.
beroepingswerk
NED.HERV. KERK
Beroepen te Zandeweer c.a. K. G.
Pieterman, pastoraal medewerker
aldaar, die dit beroep heeft aange
nomen.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Bedankt voor Stadskanaal: H, J.
Boiten te Zuidwolde (Dr.).
CHR. GEREF. KERKEN
Aangenomen naar Siegerswoude:
G. v.d. Groep kand. te Bunschoten-
Spakenburg.
Bedankt voor Boskoop: D. Biesma
tc Vcenendaal.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Hoofddorp: J. M.
Kleppe te Woerden.
Bedankt voor Katwijk aan Zee: C.
Molenaar te Biëzelinge; voor Nieu-
werkerk (Zld.): A. Bregman te
Rijssen.
GEREF. KERKEN
Aangenomen naar Zeist (nadere
beslissing): D. N. Verschoor te Die
ren.
Ds. Th. Delleman
De gereformeerde emeritus ds. Th.
Delleman zal maandag vijftig jaar
predikant zijn. Hij begon zijn loop
baan in hét jaar van de synode van
Assen en stond in Giessenburg,
Aalten, Kralingen ;en van 1947 tot
zijn emeritaat in 1964 als studen
tenpredikant in Groningen. Ds.
Delleman diende in het begin van
de jaren zestig een bezwaarschrift
bij de synode in tegen de leeruit-
spraken van de synode van Assen-
1926, dat leidde tot de terzijdestel
ling van deze uitspraken (over Ge
nesis 3). Hij is verder bekend ge
worden door publikaties op het ge
bied van huwelijk en gezin, het le
ven na de dood. liturgie en kate-
chese.
fni
Koning Hassan II
Ikich Lloussine
In een brief aan koning Hassan
van Marokko heeft dr. A. H. van
den Heuvel, secretaris-generaal
van de Nederlandse hervormde
kerk, om amnestie verzocht voor
Ikich Lloussine. Omdat deze Ma
rokkaanse werknemer in ons land
lid was van een vakbond, werd hij
in zijn vaderland, toen hij daar met
vakantie was, gearresteerd en tot
dertig jaar veroordeeld. Zowel de
vakbond van Lloussine, het NKV
als de Nederlandse afdeling van
Amnesty International zijn vorige
maand een gezamenlijke actie ten
gunste van de Marokkaan begon
nen.