De VIPs in de kerk Overgaan tot handtastelijkheden Vandaag Stellingen GEBEDEN Wat is het belangrij kste in d e bijbel Ld enk je? VOORBUGAI Beraad in de geref. kerken ZATERDAG 20 DECEMBER 1975 KERK TROUW/KWARTET door ds. F. H. Veenhuizen *"lïï de Leidsestraat in Amsterdam is een uitzendbureau met de naam VIP. Een foto daarvan zou je niet direct verwachten op een theologisch proefschrift. Zijn er dan VIPs in de kerk? En zendt de kerk VIPs uit? Bij een VIP denk ik tenminste aan die bijzondere ontvangkamer op Schiphol, die alleen bestemd is voor VIPs, Very Important Persons, Zeer Belangrijke Personen. Wie is die Zeer Belangrijke Persoon op wie gisteren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam de Nijmeegse gereformeerde predikant G. L. Goedhart promoveerde? Het is de ouderling, de lekepastor, de pas torale medewerker, die door hem ge noemd worden. Vrijwilligers in het Indivi duele Pastoraat. En de vraag waar deze dissertatie zich mee bezighoudt is: hoe kan de Vrijwilliger in het Individuele Pas toraat in déze tijd verantwoord op bezoek gaan? Het antwoord dat dr Goedhart geeft is: als er maar een verantwoorde be geleiding gegeven wordt. Dat is dan ook de titel van het proefschrift: De begelei ding van de vrijwilliger in het individuele pastoraat. Randverschijnsel Ik moet eerlijk bekennen, dat het huisbe zoek, dat door gemeenteleden, ouderlin gen, wordt gebracht voor mij een beetje een randverschijnsel begon te worden. Ei genlijk nét als op veel kerkeraadsverga- deringen: er is zo ontzettend veel te be spreken, dat de bespreking van het pasto raat steeds minder aandacht krijgt, een randverschijnsel wordt. Er zijn ook zo uiteenlopende opvattingen ten aanzien van het huisbezoek! De een stelt allerlei controlerende vragen, de an der komt niet verder dan koetjes en kalf jes, weer een anderenz. Probeer daar nou nog eens vat op te krijgen. Totdat er een merkwaardig boek in de handel kwam: „Het gesprek besproken" van drs G. L. Goedhart (Uitg. Kok, Kam pen). Het boek werd een bestseller en reeds verscheen de vierde druk. Ik vond het een merkwaardig boek omdat het nie mand probeert te betuttelen in zijn opvat ting over het huisbezoek; ieder heeft recht op zijn eigen opvatting. Maar doe het ten minste goed! Schaf het huisbezoek niet af maar doe het goed, beter. Ik geloof dat de kwaliteit van veel huisbezoeken gestegen is waar deze practische handleiding be studeerd werd. Op dit boekje kom ik graag nog terug in een afzonderlijk arti kel. Praktijk beschreven En dan verschijnt nu opnieuw een merk waardig boek. Merkwaardig omdat dr. Goedhart zijn eigen werk beschrijft, hoe hij het zelf deed, de begeleiding van ou derlingen. Het is de vraag of dat kan, of je zó voldoende afstand nemen kunt van je werk dat je er een proefschrift over schrijven kunt. Ik weet niet of dat afstand-nemen hem voldoende gelukt is. Maar wat ik wel ze ker weet dat is dat hij een belangrijk werk gedaan heeft. Hij schrijft over de begelei ding, de trainingen die hij gegeven heeft en hij doet er wetenschappelijke verant woording van. i Door juist zijn eigen werk te beschrijven stelt hij zich kwetsbaar op. Hij biedt niet een of andere theoretische opvatting ter discussieaan, maargooitzichzelfvoor de leeuwen. Hij geeft een letterlijke weerga ve (bandopname) van drie trainingsavon den. Ik geloof niet dat ooit eerder ook niet in Amerika iemand zo nadrukke lijk zijn stukken op tafel heeft gelegd. De schrijver hierdoor kwetsbaar, zijn boek echter hierdoor in hoge mate leesbaar en bruikbaar. Werkboek En daarom te meer een merkwaardig boek omdat hét voor de lezer een werk boek is. Niet zozeer voor de VIP zelf mis schien, maar zeker voor hen die verant woordelijk zijn voor de begeleiding van de lekepastor. Het is te hopen dat er heel wat collega's zullen zijn die zeggen: dat wil ik ook graag doen voor de pastorale medewerkers in mijn gemeente. Dan zou het resultaat zijn dat dr Goedhart trainin gen moet gaan geven voor trainers. (Dat moet toch te realiseren zijn.) Ik heb zelf een dergelijke training van hem meegemaakt. En daarna op mijn beurt het toegepast in de verschillende wijkkerkeraden van Apeldoorn. En dat niet alleen, maar ook en ik weet niet eens of dr Goedhart dat wel weet ook bij evangelisatiehuisbezoekers en ook bij groepen gezinsverzorgsters. De waarde ring die je krijgt voor deze trainingen doen je enigszins blozen, want die eer komt mij niet toe maar hem van wie ik het geleerd heb, Goedhart. Bovendien is het een werkboek voor hen die nieuwe VIPs in hun werk moeten in leiden. Er is nl. een heel hoofdstuk gewijd aan de vragen rondom het pastorale be- zoekwerk. Vragen, problemen, knelpun ten die hij in de loop der jaren tijdens tien tallen trainingen, instructies en individue le gesprekken heeft verzameld. Wie deze vragen legt bij de eigen plaatselijke situa tie kan ze gébruiken als handleiding bij de instructie in eigen gemeente. Dr G. L. Goedhart heeft aan zijn proefschrift 22 stellingen toege voegd, waarvan de zevende luidt: „Vele predikanten zetten in leer en leven de gemeente op haar kop door te spreken van werk dat zij delege ren aan gemeenteleden, en van het inschakelen van gemeenteleden. Dat leerkwesties in de gereformeer de kerken tot heden toe nooit de leer omtrent de gemeente betrof fen, wijst op een grove eenzijdig heid." Opmerkelijk mag ook de tiende stelling heten: „De Vrijmaking zou tot een min der groot drama uitgegroeid zijn, wanneer de felle schriftelijke en mondelinge uitingen van agressie zouden zijn vervangen door of aan gevuld met het minder ingrijpende, maar meer directe handtastelijke optreden. Zelfs dit laatste zou soms niet nodig zijn geweest, indien de tegenstanders door middel van een rollenspel in de tegenovergestelde positie gezet zouden zijn." Mini-training Daarna beschrijft hij als model een trai ning van drie avonden, die hij een mini- training noemt. Waarom training? Welnu, steeds meer immers groeit het besef dat de gemeente zelf haar bedoelingen moet verwerkelijken, dat ieder gemeentelid daarin een aandeel moét hebben. Op steeds meer terreinen wordt gemeentele den gevraagd een taak en een verant woordelijkheid op zich te nemen. Maar worden ze hierin voldoende be geleid? Hoe staat het met de toerusting in de kerk? Ik vrees dat maar al te vaak de kerkelijke medewerkers zomaar de woestijn worden ingestuurd. Dr Goedhart behandelt drie methoden van toerusting: instructie, mini-training en individuele gesprekken. De mini-training is bij hem het hart van de begeleiding (en van zijn boek). Het doel waar het om gaat is: de vrijwilliger in het individuele pastoraat toerusting te geven zijn pastorale taak zo goed mogelijk te vervullen. Op de drie avonden wordt telkens op een andere manier gewerkt: de bespreking van een bepaald geval (casus), de bespre king van een gesprek (verbatim analyse) en een rollenspel. Inhoudelijk ligt het ac cent op twee kardinale punten: de identi teit van de huisbezoeker, (wie is hij, wat gaat hij doen, wat ziet hij als de zin, het doel van zijn bezoek), en het omgaan met de gevoelens van de bezochte. Onderling pastoraat Er is met zijn trainingen gewerkt bij pro testanten en bij rooms-katholieken, in de kring zowel van ambtsdragers (ouderlin gen) als van niet-ambtsdragers (contact personen, pastorale medewerkers). Juist daarom zou ik graag van de schrijver meer willen horen over de begeleiding in het onderlinge pastoraat, het gemeente pastoraat. Hij laat doorschemeren al reeds begonnen te zijn met een training in die richting. Hij stelt nadrukkelijk dat de verantwoordelijkheid voor het pastoraat berust bij de gemeente. Ik citeer van blz. 46: „Wij geloven dat het belangrijkste pastoraat is: het niet geor ganiseerde pastoraat van gemeenteleden onderling. Wij denken dan bij pastoraat aan het naar elkaar omzien, elkaar opvan gen en uitzicht geven; een mens die een medemens heeft om lijden en blijdschap mee te delen, soms alleen maar méé te de len; een open oor voor een bange vraag, een helpende hand op het juiste moment." ~'ir—t"v Deze foto staat op het omslag van het proefschrift van dr G. L. Goedhart, „De bege leiding van de Vrijwilliger in het Individuele Pastoraat". Welnu, dit „belangrijkste pastoraat", dat de gemeenteleden aan elkaar verrichten, dat heeft ook dringend begeleiding nodig. Ik hoop dat dr Goedhart de kerken spoe dig van dienst zal zijn met publikatie over zijn arbeid ook op dit terrein. Theologie? Het is wellicht mogelijk dat niet ieder dit proefschrift „theologie" wil noemen. Is de beschrijving van gegeven mini-trainingen aan ouderlingen nog wel theologisch we tenschap te noemen? Naar mijn mening wel. Dit is m.i. theologie die direct leeft bij het hart van de gemeente. Hier wordt theologie zo bedreven dat de praktijk van het kerkelijk leven z'n winst ermee kan doen. Daarom van mijn kant een hartelijke ge lukwens, ook aan de promotor prof. dr J. NIEUW nu in de boekhandel Karl Barth gekenmerkt door kortheid, die wars is van alle geestelijke en theologische breedspra kigheid.' f7.50 TEN HAVE - BAARN door A. J. Klei FAMILIEBERICHTEN kunnen van maandag tot en met vrijdag telefonisch tot 16.30 uur opgegeven wor den op nummer 020-913456; en van 16.30-20.00 uur op nummer 020-220383. Dit laatste nummer geldt ook voor ZONDAGAVOND en dan van 18.00-20.00 uur. Onze adressen: AMSTERDAM: Directie - commerciële afdelingen - administratie: Wibautstraat 131, tel. 020-913456. Postbus 859. Redactie: Nieuwe Zijds Voorburg wal 280, Amsterdam. Tel. 020-220383. Postbus 859. ROTTERDAM/DOR DRECHT: Westblaak 9. Rotterdam. Tel. 010-115588. Postbus 948. DEN HAAG/LEIDEN: Parkstraat 22, Den Haag. Tel. 070-469445. Postbus 101. ZWOLLE/GRONINGEN: Melkmarkt 56, Zwolle. Tel. 05200-17030. Postbus 3. Als alles vólgens de plannen verlopen is staan elders op deze pagina twee stellingen van de Nijmeegse dominee Goedhart. Eén ervan komt hierop neer dat het aanbeveling verdient om bij kerkelijke conflicten over te gaan tot handtastelijkheden Het is gebruikelijk dat de laatste van de reeks bij een proefschrift gevoegdestellingen een grapje behelst. De bedoelde stelling echter is de tiende van de 22 die dr Goedhart bedacht heeft, waaruit valt af te leiden dat het hem menens is wanneer hij twistende godgeleerden adviseert met elkaar op de vuist te gaan. Nu zullen begin volgend jaar wel en niet verontruste gereformeerden op De blije werelt in Lunteren bij elkaar komen om het over hun onderlinge verschillen te hebben. Dit beraad gebeurt achter gesloten deuren en dat is heel verstandig. Het is immers de bedoeling dat de betrokken mensen met elkaar praten en niet dat ze zich over eikaars eerwaarde hoofden heen tot de perstafel richten. Ik wil niet beweren, dat er in de kerk altijd op het publiek gespeeld wordt, maar het knaagt toch wel aan je onbevangenheid wanneer Barend de Ronden streng naar je zit te kijken, Noortje van Oostveen moeilijke vragen zit te bedenken en Meindert Leerling een bestraffend commentaar zit te verzinnen. Een ongeacht voordeel van de dichte deuren is dat bij dit gereformeerd dispuut de bruikbaarheid van de suggestie van dominee Goedhart getoetst kan worden zonder dat nieuwsgierige kerkmensen je voor de voeten lopen. Er is op De blije werelt voldoende ruimte om elkaar een paar flinke meppen uit te delen en directeur Robijn, wiens zorgende hand over alle modaliteiten gaat. zou een uitnemend scheidsrechter zijn. Het punt is echter, wie tegen wie moet uitkomen. Hier wacht het moderamen een zware taak. Wie zal bij voorbeeld professor Kuitert met zijn horizontaliserende tendenzen bij de lurven pakken? Dominee Hegger misschien? Hij heeft net zo'n soort gereformeerde lok als de heer Kuitert, hij is weliswaar enigszins ouder maar hij heeft de training van de redemptoristen achter de rug en reken maar dat zoiets je meer staalt dan een gerieflijk studentenleventje in het lieve na oorlogse Amsterdam. En wie zal het opnemen tegen professor Baarda achter wiens hpdaard uitziende voorhoofd zulke vrijpostige denkbeelden aangaande de evangeliën schuilgaan? Is dat niks voor dominee Van den Berg, de aanvoerder der confessionele beraders? Hij is korter van stuk dan de heer Baarda, maar daartegenover staat de stevigheid van zijn postuur en van zijn overtuiging. Vervolgens zie ik dominee Weij land, die altijd beweeglijker is dan zijn omvang doet vermoeden, met al het vuur van zijn dynamische binding aan de belijdenis afstormen op professor Augustijn om hem in te peperen dat wie in de dialoogkerk niet horen wil, moet voelen. Nu ja, ik opper maar wat. Moge het een handreiking zijn voor het gereformeerd moderamen. Aan dat rollenspel, waarover dominee Goedhart het in zijn stellig ook heeft, beginnen we maar niet. Je kunt niet alles in één keer en bovendien is het zo sociaal academie-achtig en dat maakt de broeders alleen maar schuw. We houden het voor ditmaal op de handtas telij kheden door dr J. L. Klink Eeuwenlang hebben we kinderen bijbelverhalen verteld of kin derbijbels voorgelezen. Ze vonden het prachtig, ook als ze nog maar vier jaar waren. Soms kwamen er wel eens vragen of protesten, zoals: „Dat zou Jezus nooit doen!" (bij het verhaal van-de zondvloed). Of: „Waar om liet God die paarden nou verdrinken. Die hadden toch geen kwaad gedaan?" Of: „Wat fijn dat papa toch is overgebleven bij de zondvloed". Ook wel misverstanden: „Jezus kon alles, zelfs over alle huizen springen. Hij was een tovenaar". We hebben veel verteld, maar toch nog te weinig gevraagd hoe dit bij kinderen is overgekomen. Welke voorstellingen van God en Zijn handelen hebben ze eruit opge maakt? In hoeverre heeft het hun eigen gedachtenwereld bevestigd of juist veranderd? En in hoeverre heeft het hun angst of vertrouwen gestimuleerd? En hebben de bij belverhalen van vroeger het geloof in later jaren gevormd? Het zou goed zijn om hier toch eens meer over te weten te komen. Maar dat kan alleen met de medewer king van velen, van ouders, leer krachten en niet het minst van de kinderen zelf. Ook aan psycho logen of kinderpsychiaters zouden we willen vragen of ooit thema's van bijbelverhalen een rol spelen in verband met de verlangens, ang sten of schuldgevoelens van die kinderen die in de therapie komen. Er wordt misschien thuis aan tafel uit de bijbel voorgelezen. Luiste ren de kinderen en komen er wel eens vragen? Wat herinnert u zich van vroeger als er uit de bijbel werd voorgelezen? Of als er uit de kinderbijbel werd voorgelezen, herinnert u zich daar nog iets van? Of kwamen uw vragen daarover later toen u ouder werd? Reageren uw kinderen wel eens op bijbelver halen die ze op school hebben ge hoord? Dan een vraag aan kleuterleidsters of onderwijzers/essen: kunt u en kele frappante voorbeelden geven van reacties van kinderen op een bijbelverhaal? Tenslotte een opdracht voor de kinderen: Schrijf uit je hoofd een verhaal uit de bijbel op dat je het mooiste vond, zoals je het je herinnert. Zonder het verhaal op te zoeken in de bijbel of de kinder bijbel. Welk verhaal uit de bijbel zou je liever niet gehoord willen hebben of vond je erg naar? En waarom? Hoor je in de verhalen wel eens iets dat je niet kunt begrijpen of moei lijk kunt geloven en waarom niet? Wat is het belangrijkste in de bij bel, denk je? Welke verhalen zou je later aan je eigen kinderen willen vertellen? De kerstvakantie breekt aan. Een goede gelegenheid om samen met de kinderen over deze vragen be zig te zijn! Wij vragen u en de kin deren om vóór 7 januari uw bijdra ge in te zenden (de leerkrachten vóór 1 februari) aan: Dé Bijbel werkplaats van het Ned. Bijbelgenootschap, Herengracht 366, Amsterdam. Links bovenaan op de enveloppe: „Kinden bijbel". De theologe mevrouw dr J. L. Klink, schrijfster van o.m. een kinderbijbel en „Kind en geloof" houdt zich speciaal bezig met de godsdienstige opvoeding. Firet, die dit soort theologie-bedrijven blijkbaar gestimuleerd heeft. Ik denk dat kerkeraadsleden er goéd aan doen om na de feestdagen, als hun predi kant uitrust van de „tiendaagse", dit boek bij hem in de brievenbus te laten glijden. Het laat zich vlot lezen en ik hoop dat het op een idee brengt, nl.: zó'n training wil ik ook eens bijwonen. Het gaat per slot van rekening om die Zeer Belangrijke Per soon, de VIP, die door de Heer der kerk wordt uitgezonden. Ds. F. H. Veenhuizen, evangelisatiepredi kant-opbouwwerker van de gereformeer de kerk van Apeldoorn bespreekt: dr G. L. Goedhart, De begeleiding van de vrij williger in het individuele pastoraat. Uitg. Kok, Kampen, 238 blz., prijs 29,50. „TEKSTEN" Het gezichtspunt van gisterenj inspiratie in een groter verbal als moment op een veel langei^ weg, kan ons ook helpen om v bepaalde krampachtige gebri af te komen. Laatst hoorde ik^ gesprek voor de radio. Het ginl over de plaats van de vrouw in samenleving. Daar gaat 't nogi eens over, zoals u weet. De dam die aan het woord was wist op grond van haar geloof en kenni van de bijbel heel zinnige dingi over dit onderwerp te zeggen, was het in wat ze zei met haare Toch viel mij iets op in haar spreken over de bijbel. Ze hadl aan één stuk door over allerlei „teksten". Om alle misverstani voorkomen, niet in de geest vai een „tekstenkanon", zoals wijl dr. Harrenstein iemand die wij beiden kenden pleegde te noei Maar toch, telkens opnieuw hoorde ik: ja, en dan is er nog e tekst, die zegtEn dan heb il hier nog een tekstHoe goed bedoeld en hoe terecht misschj ook, deed mij dat krampachtig aan. Net alsof de bijbel een bq met teksten was. Ik zag aldoor Paulus voor mij als een soort grossier in „teksten". Waar en wanneer zo'n woord gezegd isi welk verband speelt dan vaak minder mee. De tekst is een eig grootheid geworden en „gaat e eigen leven leiden" en zegt bini de kortste tijd precies het omgekeerde van datgene wat d schrijver ermee bedoelde. Karl Barth had er al bezwaar tegen de leer van de drie-eenheid te li rusten op een willekeurig aanti „teksten" die de leer dan moest ondersteunen. De bijbel is geer boek met bewijsplaatsen. Nocl voor de leer noch voor onze meningen. We mogen allemaal zeggen en we moeten vooral sa leren luisteren naar het doorlopend verhaal van de S Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Sommelsdijk: Meijndert te Lunteren; te V< daal: J. Maasland te Middelhai Aangenomen naar Haastrec! E. Sterringa te Klooster-Ter Aj Bedankt voor Bennekom: J. Hoed te Sliedrecht. GEREF. KERKEN (VRIJG.) Beroepen te Bruchterveld: Knigge, laatstelijk miss. pred., nende te Hooghalen. GEREF. GEM. Beroepen te Borssele en te B bergen: J. Koster te Barneveli Portugaal: A. Hofman te Sch ningen; te Den Haag-Centrum W. Verhoef te Chilliwack (Can. BAPT. GEM. Beroepen te Vroomshoop: W. te Delfzijl. GEREF. KERKEN Beroepen te Leens-Hornhuize S. R. Lanser te Metslawier; te Z wolde (i.s.m. Bedum en Om dendam): G. de Jong te Wer dam. Michael Sela De 51-jarige Israëlische immi loog professor Michael Sela is paus Paulus benoemd tot lid de pauselijke academie van we schappen. Professor Sela noei zijn benoeming (als eerste I: liër) een bemoedigend teken Israël in een moeilijke periode. LEUSDEN Gereformeerde nodeleden, hun hooggeleerde adviseurs plus een aantal gere meerden die in de tegenwoori discussies in hun kerken een spelen, komen begin volgend een paar dagen bijeen op De werelt in Lunteren om daar me kaar te spreken over de versch binnen de gereformeerde ker Dit beraad was aangekondig( de novemberzitting van de gere meerde synode. Dinsdagavond 6 januari zijn ei leiding van prof. dr. Herman Ridderbos te Kampen en prof. H. M. Kuitert te Amstelvl woensdag 7 januari zijn er groi gesprekken en donderdagmoi de 8e vat de Kampense prof. d T- Bakker samen -wat er allen naar voren zal zijn gekomen, bedoeling is om, zonder de d van besluitvorming, tot meer derlinge openheid te komen, dezelfde reden is dit beraad openbaar: dan is er ook niet druk van de publiciteit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 2