Onbekende brieven
uit de prairie
VERSTANDIGE MOEDERS
Amsterdamse emigranten
'DE VOLHARDING'
iRT-
D/cg-out. of plaggenhuis
Brand te St. Louis
Jitgerekend in het jaar dat Amsterdam, de stad die zoveel mensen
leeft aangetrokken en nog aantrekt, z'n zevenhonderdste verjaardag
riert komt er een boek uit over mensen die Amsterdam de rug
oekeerden. Het heet 'Amsterdamse emigranten', maar uit de onder-
itel wordt terstond duidelijk dat het niet gaat om degenen die het
jtadsgewoel verlieten om in een boerderijtje te kruipen in stillere
Streven van ons land. We krijgen in dit boek namelijk 'Onbekende
rieven uit de prairie van Iowa, 1846-1873 te lezen en daarmee zijn
je in de dagen van de kerkelijke beroeringen in de vorige eeuw.
M
n 1834 vond de Afscheiding plaats,
in beweging uit de hervormde
aatskerk van mensen die verkil-
en bij het daar heersende libera-
sme. De overheid trad weinig
achtzinnig tegen de afgescheide-
en op en verscheidene groepen
an hen zochten een nieuw vader-
ind in Amerika. Volgelingen van
A. C. van Raalte trokken uit
et Noorden en Oosten van Neder-
ind in 1846 en latere jaren naar
[olland in Michigan.
)s. H. P. Scholte vertrok uit Utrecht
1847 naar Pella en Iowa en hem
olgden honderden uit de provin-
ies Utrecht en Zuid-Holland. Van
e vier zeilschepen waarmee de
migranten naar Baltimore over
taken om per trein, raderboot en
uifkar naar de prairie door te
iizen. kwamen er drie uit Rotter-
am en vertrok één uit Amsterdam,
waren ook Amsterdammers on-
de volgelingen van Scholte.
.eider
cholte was van geboorte Amster-
ammer. Hij is luthers gedoopt,
ervormd geworden, hij volgde het
iveil en als student in Amster
dam en Leiden kreeg hij invloed
p een aantal theologische studen-
,c"en. In deze club van Scholte ver-
ilde Scholte over de afscheiding
de Schotse kerk en in Frankrijk,
erwijl men ook bekend werd met
e afscheiding eind 18e eeuw in de
ïtherse kerk te Amsterdam en met
e wering uit het ambt in de Ne-
erlandse hervormde kerk van dr.
F. Kohlbrügge.
cholte, de Amsterdammer, is de
itgesproken leider van de Afschei-
ing van 1834. De Afscheiding be-
on bij ds. H. de Cock te Ulrum,
laar pas na een bezoek door Schol-
e en direkt gevolgd door de af-
cheiding van Scholte zelf te Dove-
en. Genderen en Gansoyen. De
•0*1 fgescheidenen werden in Gronin-
laltóen cocksiancn genoemd maar cl-
,js:( ers veelal scholtianen.
- oor latere onenigheid, met name
issen Scholte en zijn volgeling de
msterdamse ds. S. van Velzen,
oor zijn eigen individualistische
arakter en door zijn emigratie in
pril 1847 raakte Scholte minder
ekend dan de door hem gevormde
A. Brummelkamp. ds. S. van
•elzen en ds. G. F. Gezelle Meer-
urg.
Vortels
Ie Afscheiding heeft belangrijke
^ortels in Amsterdam. Te Amster-
•bo|am waren van belang de zwager
lec an Scholte: J. D. Brandt, de advo-
aat der afgescheidenen: mr. A. M.
van Hall (overgrootvader van de
a ud-burgemeester van Amsterdam
r. G. van Hall), de deurwaarder
A. Wormser en ds. S. van Velzen.
Ie eerste synode werd te Amster-
lam gehouden en het tijdschrift
an de afgescheiden kerken. 'De
teformatie' werd uitgegeven bij H.
dll löveker te Amsterdam en geredi-
eerd door de Amsterdammers H.
2 Scholte. A. M. C. van Hall en J.
mfl i. Wormser.
Mftpider de emigranten die Scholte
lolgden vinden we uit Amsterdam
inder meer de ouderling D. A. Bud-
le en de oudere broer van J. A.
Vormser, Andries Wormser.
n het Wormser-archief. dat is in-
ebracht in het documentatiecen
trum Nederlands protestantisme
inds 1800 als onderdeel van de bi-
iliotheek der Vrije Univeristeit te
Amsterdam, bevindt zich een col
lectie van 88 brieven van emigran
ten. Enkele brieven van Scholte en
van Van Raalte. veel brieven van
D. A. Budde en zijn vrouw en van
Andries Wormser en zijn vrouw.
Budde die in Iowa blijft en daar
sterft is een totaal andere emigrant
dan Andries Wormser die hem met
vrouw en kinderen bezoekt, er twee
dochtertjes moet begraven en dan
naar Amsterdam terugkeert. Budde
is gelijkmoedig. Wormser cynisch
en Scholte is energiek. Aan deze
brieven zijn 22 van Hendrik Hos-
pers aan zijn ouders in Hoog-Blok-
land toegevoegd. Dat zijn de brie
ven van een jongen van 18 jaar die
Pella in kaart brengt, later burge
meester van Pella wordt en stichter
van Sioux Center. Orange City en
van het dorp Hospers in Iowa.
Ploeteraars
We leven via .deze brieven met de
landverhuizers mee op hun reis vol
ontberingen en we beleven alle
spanningen tussen de leider H. P.
Scholte en zijn volgelingen en tus
sen die volgelingen onderling, ter
wijl we evengoed kennis maken met
de moeilijkheden van de vrouwen
als met de kleine en grotere pro
blemen van de mannen, de vele
ploeteraars en de optimistische
Hendrik Hospers die zo lekker kan
eten, de brekebeen Berkhout die
met twee linker handen in het
vreemde werelddeel ronddoolt, de
gelijkmoedige zwoeger Budde en de
wrange realist Andries Wormser.
Mr. G. Groen van Prinsterer heeft
al iets van deze brieven geweten,
ze zijn voor een klein deel gebruikt
in de boeken van J. A. Wormser jr.
over Scholte en Van Raalte, maar
verder zijn ze niet benut. De klein
zoon van J. A. Wormser jr., drs. H.
A. Höweler. tot 1960 bibliothecaris
van de Vrije Universiteit, vroeg zijn
opvolger dr. J. Stellingwerff de
brieven uit te geven.
Levendig
Door de brieven van Hospers er
aan toe te voegen, evenals een deel
van het reisjournaal van zijn vader
Jan Hospers en enkele andere brie
ven en door het geheel in hoofd
stukken in te delen en van inlei
dingen en verklaringen te voorzien
is ..Amsterdamse emigranten" een
zeer levendig en afwisselend boek
geworden. Veel illustraties, waar
van zes bladzijden in kleur, verdui
delijken de tekst. Er is een chrono
logische bibliografie, een personen
register en een index aan toege
voegd.
Het geheel is een dik en duur boek
geworden, vierhonderd bladzijden
in linnen gebonden, waarvoor uit
geverij Buijten en Schipperheijn te
Amsterdam 76 gulden vraagt. De
hierbij afgedrukte illustraties zijn
uit „Amsterdamse emigranten"
overgenomen.
Om een indruk van het geheel te
geven, citeren wij een paar (frag
menten van) de in dit boek verza
melde brieven.
Treurig ongeluk
A C. van Raalte aan J. A. Wormser
Allegan, Mich.
7 jan. 1848
by Steam via Liverpool
Dec. 29 1847. Eenige dagen had
den wij streng vriezend en zwaar
sneeuwend weder, de sneeuw lag
een half voet dik. de invoer vondt
Kade te Sf. Louis
plaats bij sleden: en zie een zoele
zuidenwind neemt zonder regen
weer alle sneeuw weg en het
schijnt voorjaar te zijn.
Wij hebben dezer dagen een treurig
ongeluk vernomen, op het noorde
lijk deel der Lake Michigan kwam
een ongemak aan de machinerie
van een groote stoomboot, waar
door de vlam uitbrak. De massa
zocht zich te redden door de boo
ten, maar slechts 30 werden behou
den en 150 zielen kwamen om en
hieronder vele Hollanders van Var-
seveld en Winterswijk. Hier komt
het geloof te pas dat God is regt in
al Zijn weg en werk. Ja dat Hij is
wijs en goed.
Wanneer ik mijn oog op het achter
mij liggend jaar sla dan gevoel ik
mijne ziele gestemd tot dankbaar
heid, en ik moet uitroepen wat zal
ik den Heere vergelden. Ja ik moet
betuigen God heeft mijn geroep
verhoord. Hij heeft mij op Zijne
machtige armen van genade er
door gedragen: Hij heeft mij ge
schraagd gedekt en verzorgd en een
gansch volk tot hier toe geholpen
en geplant: voor een derde half of
drie jaren vreesde ik met mijne le
vendige overtuiging zonder eenig
effect In het graf te zullen dalen,
en nu sta ik verbaasd dat God mij
met zulk een machtigen arm mij
nen wensch heeft geschonken! O
Hij plante nu dit volk tot lof van
Zijnen naam en voorzie ons bij ver
vulling onzer stoffelijke behoeften
van wetenschap en godzaligheid:
Broeder gedenk onzer voor Gods
troon! God doet al wat Hem be
haagt: die Vader van alle Geest
des Vleesches. zend uit Geest en
Kracht, Hij plant en rukt uit de
volkeren, bouwt en breekt af. Zulk
een oneindige alleenheerscher te
hebben tot mijn toevlucht, die te
vens mild vergeeft en niet verwijt
dit verhoogt mij op een rotsteen!
Hoe zalig is het volk wiens God de
Heer is! Nu Broeder God zegene
Het blokhuis van F. Lecocq sr., naar een oude tekening
U en de Uwen in Christus en be
ware ons geslachte bij de Waar
heid.
Onze hartelijke groeten aan Uwe
gade en de dierbaren in Christus
Uwen U hartelijk liefhebbend
Broeder
A. C. van Raalte
In een blokhuis
Pella, 7 September 1847.
Geliefde Zusters,
Nu zit ik in zulk een blokhuis als
wij dikwijls op het plaatje in dat
boek over Amerika, hebben be
schouwd. Het blokhuis gelijkt er
volkomen op: het bosch daar rond
om is insgelijks zoo de soort van
boomen is anders. Neem het plaatje
eens voor U. verbeeld U dan mij
met het geweer op mijn schouder
het bosch in te zien gaan om een
of ander patrijs, prairie kalkoen of
hen of een haasje te schieten. Of
verbeeld U mij met een bijl op den
schouder brandhout te zien hak
ken of verder met eenigen mijner
vrienden bv. Dingemans. de zoon
van Welle, de struiken rond te gaan
om kroosje, hazelnoten of mee-
appels te zoeken, die hier menig
vuldig in het wilde groeien. Veel
denk ik nog aan de genoegelijke
uren in Bloklandsch oorden, te
midden van den kring mijner
dorpsgenoten doorgebragt. Groet
voordat ik het vergeet toch vooral
Jan Vink, N. Donkeral en Roeland
van mij. Laat hun dit briefje eens
lezen. Gaarne zoude ik nog eens
dat dorpje bezoeken maar nog lie
ver zag ik mijne vrienden in Ame
rika en genoot met hun het genot
der beschouwing van de heerlijke
ligging van Pella's Oorden. Het
prairieland is zacht golvende, wacht
ik vergeet dat ik in Amerika ben,
dat ik nu wel Amerika's bergen ge
zien. wier kruinen de wolken was-
schen. maar niet mijne zusters, die
zelfs nog geen kanaal gezien heb
ben, ik zal mij dan beter uitdruk
ken: het land is heuvelachtig, nl.
de prairie „sommige stukken wel
gelijk maar daartegen ook weder
langzaam oploopende heuvels of
kleine bergen, ten naastenbij zoo
hoog als de bloklandsche kerk. Een
bosch van 2 a 3 uren omtrek maakt
de Noordel. en West grens van onze
kolonie uit, 2 rievieren, de Skunk,
en de Des moines stroomen door
ons land henen. Nu mijne Geliefde
Zusters weet gij zoo wat mijne toe
stand. Ik hoop dat gij ook maar
spoedig zult komen, gij zult hier
wel goede vriendinnetjes vinden
en misschien meer schuldeloos ge
not smaken dan in Holland. In die
hoop eindig ik. Ik noem mij Uw
geliefde broeder.
H. Hospers
Kleine rekeningen
Pella, den 9 Februarij, 1848.
Geliefde Ouders,
Reeds had ik een briefje gesloten
om in eenen brief die ik voor
Overk.'s knechtje geschreven heb;
in te sluiten; en reeds had ik de
zelve onder het ontbijt van dezen
dag aan I. Ov., die Postmeester, is.
gegeven, die dezelve aan den op
aezen avond vertrekkende Postmail
zoude bezorgen; toen onder het bij
bellezen (in Jez. 13.) na het ontbijt
D. den Hartog kwam. met eenen
brief van Vader aan G. H. Overk.
(van de 25 Nov. '47, ontvangen 8
Febr. '48).
Met blijdschap vernam ik de ge
zondheid van mijne familie; en met
belangstelling, UI. toestand verno
men. Zeer verlangen wij naar Uwe
komst. Den 1 Febr. heeft v. d. Lin
den een brief van Vuren ontvangen
waarin stond, dat Grv. aanst. voor
jaar op reis ging! G. H. Ov. be
dankt U zeer voor de inning der
kleine rekeningen; wanneer U
overkomt verzoekt hij het geld
mede te brengen, wanneer u de re
kening van Duyzen van Almkerk,
aan Jan van Dooijen te Heukeldam
bezorgt (deze is toez. voogd) zal
deze die betalen. Ik ben nog ge
zond, en vergenoegd. De school is
nog niet klaar mijn werk is land
meten: Er heeft zich een gerucht
verspreid dat te New Orleans een
schip Nederl. landverh. is aangeko
men. ik gis dat B. Keppel. daar bij
zal zijn. De zaken van de landbe-
bouwing zijn nog even zoo, als toen
ik U die geschreven heb. Vijf brie
ven heb ik na die van Juny 47 af
gezonden een per post en vier in
gesloten. Zeer verlang ik naar ant
woord op de laatstgeschrevene
brief. Mij kost de post zeer weinig
van ene uit Nederland komende 20
centen en een daar naar toe 10 Am.
centen. Binnenkort, zal ik breed
voeriger schrijven, daarom schrijf
ik nu weinig, ik zou wel meer
schrijven: maar hij is ingeslo
ten!!!! Heb de Compl. van I. Ov.
G. H. en Familie, doe die ook van
mij aan oom v. Est Gr. vader en
de familie.
Onder toewensching van voortdu
rende gezondheid en vergenoegd
heid noem ik mij
Uw liefh. Zoon
H. Hospers
Bevalling
A. N. Wormser aan J. A. Wormser
New York, 2 mei 1849
Geliefde Broeder!
Na velen moeijelijkheden en weder
waardigheden zijn wij thans weder
te New york gearriveerd. Op onzen
laatsten togt van New Orleans naar
New York hebben wij van brenger
dezes bijzonder velen diensten ge
noten, hij voer op het Amerikaan-
sche Schip Cliften waarmede wij
de overtogt deden en was ons be
halve in velen anderen diensten
ons behulpzaam in het vertalen
daar hij genoegzaam de eenigste
op het Schip was daar wij mede
spreken konde, en daar hij nu juist
toevallig met een ander Ameri-
kaansch schip naar Amsterdam
vertrekt, wilde hij zich gaarne be
lasten met eene brief voor ons
mede te nemen. Wij hebben de reis
over New Orleans genomen omdat
de reis door het binnenland te
moeijelijk en te kostbaar is. Ik had
gedacht dat ik de overtocht voor
de bevalling mijner vrouw naar
eene der Europeaansche havens
wel zoude kunnen doen. er lag een
schip naar Antwerpen doch daar
40 a 45 dagen reis opgaf was ik be
vreesd dat mijne vrouw op zee zou
de bevallen, zoodat wij besloten
naar New York te reizen en dan
na de bevalling naar Holland. Na
dat wij echter acht dagen op zee
waren kreeg mijri vrouw het kolijk
en daarop de loop waaraan zij
twaalf dagen lag zonder in al die
tijd wegens pijnen te hebben kun
nen slapen. Door deze omstandig
heid gebeurde het dat mijne vrouw
te vroeg beviel van een Zoon, acht
dagen na de bevalling kwamen wij
te New York. de pijnen van mijnen
vrouw bedaarde wat na de beval-
Jing. Een paar dagen heeft het kind
gezogen maar schijnt ook daar
mede tegelijk de ziekte overgeno
men te hebben, het ligt nu al een
dag of vijf dat het niets gebruikt'
heeft en wij dagten dat het reeds
voor twee dagen gestorven zoude
hebben. Het kan niets na zich ne
men, mijn vrouw is zwak, wij heb
ben allen diarree. Men zeide mij
hier dat Jacob (Portengen) alle
dagen te New York te wachten is.
Misschien zouden wij met hem
kunnen reizen, zoo niet dan zullen
wij een ander schip nemen indien
wij niet door de eene of anderen
omstandigheden verhinderd mog-
ten worden. Wij zijn thans gelo
geerd in de Pike Slip. en hoek van
de Waterstreet, in het Rheinische
Hotel bij Mayer, doch denken aan
staande Zaturdag twee kamertjes
te betrekken die ik gerent heb. voor
7 dollars in de maand. Wij hopen
spoedig weder in Holland te wezen
waar men niet bevreesd behoeft te
zijn dat spitsboeven ons het leven
en goederen beroven.
De hartelijke groete van ons aan
uwe vrouw Riek en kinderen als
mede aan Moeder. Mevrouw Zeelt,
Portengen en verdere familie.
Uwen liefhebbende Broeder
A. N. Wormser
Ongemakken
Uittreksel uit eenen brief van J.
Berkhout aan D. A Budde overge
schreven door A. N. Wormser
St. Louis 2 December 1848
Wij hebben voor het oogenblik on
ze' intrek bij Diekinga genomen die
nog bijkans zoo zit of hij zoo pas
uit Amsterdam is gekomen. Wij
hebben 14 dagen geslapen op de
grond, voor en bij allerlei soort van
togten, en zoo morsig dat wij daar
niet langer blijven konde. de wand
luizen marseerden dagelijks over
ons beddegoed, mijn vrouw haalde
ze tusschen haare borsten van
daan. Wij hebben omdat wij niet
weten wat te doen en omdat ons
plan en onzen zin te St. Louis niet
is, alweer een kamer gehuurd,
waar wij niet blijven kunnen. Wij
hebben nu een kagchel gekogt voor
12 Doll, een voer hout, een emmer
en voorts nog niets. Wij huizen nu
op ons zelfs maar onzen slaapplaats
is nog op den grond, maar toch
schoon. Ik heb hput voor een Lede
kant gekocht dat haast gereed is,
onzen tafel is nog een kist, ik_
schrijf deze brief op een krukj^jr
waarop een plank legt. Wij zijn niF?
ook twee stoelen rijk met houten
zittingen. Voorts zijn wij omgeven v
met kisten en voorts al ons andere
gebruik op de grond en langs de
wand, het heeft veel van een pak-—
huis. Onze Binnenlandsche reis is
zeer onvoorspoedig geweest, een
maal was een sluis gebroken in het
kanaal en op de Lakes (Meeren)
hebben wij ^ikwijls op het drooge
met de stoomboot vast gezeten.
Keesel en zijn gezin is te Shebogan
afgezet om van daar D° Zonne en
de verschillende kolonies te bezoe
ken, hjj zou mij te Pella schrijven
ik heb een brief aan Janssen ge
schreven te Milwaukee, die ook
reeds van D° Zonne gescheiden is.
En wat zal ik U nu verder schrijven
broeder, wij zitten hier waarlijk
verlegen. Wij hebben ons honderd-
malen in Holland teruggewenscht.
mijne krachten zijn niet berekend
om onder de handen van Amerika
nen als timmerman te staan, het
zal op een of ander handel aan
moeten, voor te boeren is mijn geld
te klein. De ondervinding die ik
reeds van Amerika heb heeft mij
geleerd nu het te laat is, dat elk
fatsoenlijk wellevend mensch, de
grootste dwaasheid doet om naar
Amerika te gaan. Zoodra men zijn
voet op het schip gezet heeft, houd
alle genot, genoegen, gemak en ook
de middelen die de ziel kunnen le
vendig houden in eens op, en bij
de meeste voor hun geheel leven.
De Godsdienst is ook niet veel, en
dat goed is, wanneer heeft men
daar een degelijk genot van. Al wat
men hier vindt is vleesch en brood,
al het ander is slecht en dikwijls
onbruikbaar duur en schaars. Hier
bij komt nu nog dat men door een
heerleger van ongemakken ge
plaagd wordt, des nagts heeft men
het allerwege te doen met de wand
luizen en muskieten, des dags heeft
men het te kwaad als het regent
dat men naauwelijks de weg kan
passeeren dan met levensgevaar, is
het droog dan kan men niet zien
van de stof. dan is men gekweld
met. harde kouw, dan weder met
hitte. Die gematigde lugtsgesteld-
heid daar wij in Holland zoo mals
over spraken is een droombeeld. Ik
kan maar niet begrijpen hoe men
hier eenmaal de ondervinding op
gedaan te hebben, allen zoo on
barmhartig zijn kan om zijne
vrienden uit Holland naar Amerika
te liefkozen wanneer deze in goede
doen zitten. Voor menschen die in
Holland honger lijden is het alleen
goed te gaan voor geen ander. Wij
zijn nu echter hier en terug wen-
schen helpt niet. Wanneer ik denk
dat mijne eigene dwaasheid mij tot
het besluit gebracht heeft dan houd
dit mijn geest zeer levendig bezig,
enz. enz.
hor
(ADVERTENTIE)
KOPEN ™"jjj MELKPRODUCTEN
COOP. FABRIEK VAN MELKPRODUCTEN
NIJKERK