Vertroostende cijfers over de preek
De oertekst van het
Nieuwe Testament
u
Een ten onrechte vergeten zaak
r~
f
Conferenties* voorbijgang
Huizense kerk stuurt
brief naar Molukkers
Molukse kerk
wil blijven bij
ra
Hervormd beraad
over vraagstuk
Zuid-Molukkers
WOENSDAG 17 DECEMBER 1975
KERK-BINNENLAND
door A. J. Klei
Toen ik afgelopen zondagochtend in de kerk
de liturgie bekeek, sloeg me de schrik om 't
hart. Ik kwam nergens het woord 'preek' of
'prediking' tegen en als er niet meer gepreekt
wordt, waar blyven we dan, nietwaar? Wel
zag ik 'voor het Woord uit' staan, net boven
het te lezen bijbelgedeelte. Ik had er geen
flauw benul van wat dat nou weer zou zijn.
Misschien een zelfbedacht versje van de do
minee of zo, je maakt tegenwoordig de gekste
dingen mee. Maar tot mijn opluchting werd er
gewoon gepreekt (en nog goed ook) en was
alleen om een of andere duistere reden de
boel omgedraaid: eerst de preek (voor het
Woord uit) en daarna de Schriftlezing.
Ik wou maar zeggen dat ook in de meest pro
gressieve kerkelijke omgeving (want daarin
was ik verzeild geraakt) de preek niet uit te
roeien is. Mijn overleden collega Henk de
Jong, groot kenner van de 'kleine' kerkge
schiedenis, heeft me eens voorgerekend dat
alleen al in de protestantse kerken van ons
land elke week vijfduizend preken gehouden
worden, wat neerkomt op een kwart miljoen
per jaar. En alle achteruitgang in de kerkgang
vlakt niet uit dat, naar onlangs dr. Anne van
der Meiden in deze krant met enige voldoe
ning vaststelde, er zondags nog altijd meer
mensen naar de kerk gaan dan naar het voet
balveld.
Er wordt dus veelvuldig gepreekt en er wordt
ook druk naar geluisterd (radiodominees kun
nen er over meepraten), maar vinden de men
sen de aangehoorde preken ook mooi? Het
antwoord kan een luidkeels 'ja' zijn. Daarge
laten dat ikzelf aan het begin van dit verhaal
mijn innige tevredenheid over een preek uit
drukte: 61 procent van de doorsnee kerkgan
gers vindt de preek goed tot zeer goed en van
de meer traditionele ingestelde kerkgangers
laat zich maar liefst 82 procent lovend over de
preek uit. Deze vertroostende cijfers haal ik
uit de mij toegestuurde samenvatting van het
proefschrift over 'Preek en toehoorders',
waarop gisteren in Nijmegen de heer J. G. M.
Sterk, directeur-secretaris van de stichting
interuniversitair instituut voor sociaal-weten
schappelijk onderzoek te Amsterdam, promo
veerde tot doctor in de sociale wetenschappen.
Voordat onze predikheren nu vanwege die
hoge percentages met hun hoofd in de wolken
gaan lopen, wil ik nog even aan ze kwijt, dat
de heer Sterk zijn onderzoek deed onder
westduitse roomsen (23 parochies en 1231 on
dervraagden). Ze moeten nu zelf maar uitma
ken, onze predikheren bedoel ik, of hierdoor
de genoemde cijfers meer of minder waarde
voor hen krijgen. Aan de éne kant zijn room
sen niet zulke beroepsmatige preekbeoorde-
laars als protestanten, aan de andere kant zijn
zij verwend met uitschieters als pater Brug- Tt"1 /j /"YVT£}G"|Ó
man en Borromeüs de Greeve. XlivlWilVUlG
Het gekke van boeken van sociale weten
schappers vind ik altijd dat daarin dingen, die
u en ik achteloos bij 't koffiedrinken tegen
elkaar zeggen, via percentage-cijfers en
vreemde woorden opeens tot wetenschappe
lijke vaststellingen verheven zijn. We weten
allemaal dat iemand die gewoon graag naar
de kerk gaat niet zo gauw op een preek af
knapt. Welnu, dr. Sterk omschrijft dit als
volgt: de receptieve speelruimte van de tradi-
tioneel-kerkelijken is groot. En ook zonder
enquêtes in de bondsrepubliek hadden we wel
geweten dat progressieven en jongeren in 't
algemeen niet zo snel verrukt zijn van een
preek.
Het proefschrift van dr. Sterk bepaalt ons er
ook bij 'dat de preek niet bij machte blijkt in
het spanningsveld tussen geloof en leven vol
doende verontrusting bij de toehoorders op te
roepen en in zijn effect blijft steken in een
momentele versterking van religieuze gevoe
lens en overtuigingen'. Wat dit betreft, elke
niet te ijdele dominee wordt direct argwanend
wanneer iemand met uitgestoken hand op
hem afkomt met de mededeling dat-ie van
morgen zo geweldig genoten heeft. Daarom is
het vertroostend effect van die hoge waarde
ringscijfers maar betrekkelijk, want ze zien
slechts aan wat voor ogen is.
door H. J. de Jonge
Trouw/Kwartet van 9 december
gaf een verslag van de rede,
waarmee prof. dr. J. van Brug
gen, hoogleraar Nieuwe Testa
ment aan de theologische hoge
school van de gereformeerde
kerken (vrijgemaakt) te Kam
pen, het rectoraat heeft overge
dragen. In deze rede zette prof.
Van Bruggen uiteen, dat moder
ne vertalingen van het Nieuwe
Testament worden gebaseerd op
een verkeerde griekse tekst.
Zijns inziens dient als grondslag te
worden genomen 'de griekse tekst
vorm zoals die tot het einde van de
19de eeuw algemeen gebruikelijk
was', de zgn. textus receptus ('alge
meen aanvaarde tekstvorm'), waar
op bv. ook de Statenvertaling berust.
De in de 19de en 20ste eeuw uit
oudere handschriften gereconstrueer
de tekstvorm acht prof. Van Brug
gen van zo twijfelachtige betrouw
baarheid, dat hij bij onderwijs en
vertaalwerk opnieuw de textus re
ceptus zou willen invoeren.
De rede van prof. Van Bruggen
geeft aanleiding tot enkele vragen
en tegenwerpingen. De volgende no
tities zijn, in overleg met hem,
slechts op grond van het bericht in
Trouw/Kwartet geschreven, omdat
de rede nog niet gepubliceerd is.
Veel van prof. Van Bruggen's argu
mentatie is mij daardoor nog onbe
kend, maar tegen een spoedige re
actie had prof. Van Bruggen geen
bezwaar.
Slot Marcus
Ziehier een eerste opmerking. Is de
textus receptus inderdaad de tekst
vorm. zoals die 'tot het einde van de
19de eeuw algemeen gebruikelijk'
was? Om het door prof. Van Brug
gen genoemde voorbeeld te noemen:
is de tekst van Marcus 16, 9-20 als
door de textus receptus geboden in
derdaad steeds gebruikelijk geweest,
niet alleen in de tijd van de staten
vertaling maar wat belangrijker is
in de eeuw der apostelen en in de
vroege kerk? Allerminst.
In de tweede eeuw kent Clemens
Alexandrinus Mc. 16, 9-20 niet; Ori-
UIT
VAN LEZERS
Boek dr. Bade
Naar aanleiding van de bespreking
door dr. Dekker van het boekje 'Ho
mofilie status of stigma' het vol
gende.
'Al zou ik een vriend vinden, met wie
ik zou kunnen samenleven, hoe zou
dat moeten? Er is geen model voor.'
Dat is een citaat uit een gesprek
met een homofiele kennis, gevoerd
vlak voor het verschijnen van het
boekje van dr. Bade. Ook dit is een
mening.
Het boek is door mij ervaren me
de gezien het vorenstaande als
zeer verrassend en verfrissend, door
de totaal nieuwe benadering: vanuit
'het wonen'.
Het is jammer, dat de recensent niet
verder komt in zijn bespreking dan
een jammeren dat. Bade niet op 'de'
Korte, duidelijk geschreven, liefst
aan één kant getypte, brieven
kunnen worden gestuurd naar:
Secretaris Hoofdredactie Trouw/
Kwartet, Postbus 859, Amsterdam.
Bij publikatie wordt de naam van
de schrijver vermeld.
Tvvijfelhaken
FAMILIEBERICHTEN
kunnen van maandag tot en
met vrijdag telefonisch tot
16.30 uur opgegeven worden
op nummer 020-913456; en van
16.30-20.00 uur op nummer
020-220383. Dit laatste num
mer geldt ook voor ZONDAG
AVOND en dan van 18.00-20.00
uur.
Onze adressen:
AMSTERDAM:
Direktie - commerciële
afdelingen -
administratie:
Wibautstraat 131,
tel. 020-913456,
Postbus 859.
Redaklle:
Nieuwe ZIJds Voorburg
wal 280, Amsterdam.
Tel. 020-220383.
Postbus 859.
ROTTERDAM/DORDRECHT:
Westblaak 9. Rotterdam.
Tel. 010-115588.
Postbus 948.
DEN HAAG/LEIDEN:
Parkstraat 22. Den Haag.
Tel. 070-469445.
Postbus 101.
ZWOLLE/GRONINGEN:
Melkmarkt 56, Zwolle.
Tel. 05200-17030.
Postbus 3.
lijn zit. Men kan een boek niet uit
sluitend beoordelen op wat men vindt
dat er in zou moeten staan; men
moet allereerst de bedoeling van de
schrijver honoreren. In dit geval
werd geschreven vanuit het woon-
expert zijn.
Het boek kon daarbij weieens pasto
raat zijn aan diegenen, die het best
willen begrijpen allemaal, maar die
veel niet kunnen plaatsen.
Marken P. Boomsma,
geref. pred.
Boek dr. Bode (2)
Hartelijk dank voor uw kritiek op
het boekje van dr. H. Bode: Homo
filie status of stigma (Trouw 13-
12). Weinig wordt beseft, hoe diep
de beerput is, die door dergelijke
overigens vast wel goed bedoelde
geschriftjes wordt gedolven en waar
velen ingeduwd dreigen te worden.
De homofielen zitten hier waarschijn
lijk inderdaad niet op te wachten. In
tegendeel: waar op gewacht wordt,
is een woord van bevrijding en van
liefde. Daar is meer behoefte aan
dan aan bijbelse buiksprekerij.
Groningen Ynte de Groot
Zaligverklaring
Ik las, dat door driehonderd rooms-
katholieken een petitie is ingezon
den om kardinaal Mindszenty zalig
te verklaren. Volgens de H. Schrift
verklaart alleen God de mens zalig.
Jezus zegt volgens Mattheus 5:11
dat zij zalig zijn, die gesmaad en
vervolgd worden. Ik denk hierbij aan
de ontelbare vervolgden in Rusland
en andere landen. Zij worden
nu reeds zalig verklaard en hun loon
wordt in de hemel uitbetaald. God
heeft geen procedure nodig om ie
mand zalig te verklaren. De mooiste
zaligverklaring vind ik die van de
moordenaar aan het kruis. Voor hem
opende zich de hemelpoort hoewel hij
geen goede werken had gedaan. Zó
is de goddelijke genade,
de Bilt G. v. d. Hoeven
Overheidsuitgaven (2)
Met de heer T. de Groot te Heiloo
ben ik het volkomen eens. Ambtena
ren vormen een bevoorrechte klas
se. Horen onze volksvertegenwoordi
gers niet tot dezelfde klasse? Is dat
ook niet de reden, dat de door u be
doelde dingen nooit ter sprake ko- COHlDrOItlis
men.
Groningen J. J. Hindriks
genes (240 n. C.) citeert de opstan-
dingsverhalen van Mattheüs, Lucas
en Johannes, maar kent Mc. 16, 9-20
niet; Eusebius (c. 300) en Hierony-
mus (c. 400) zeggen uitdrukkelijk,
dat die verzen in de meeste hand
schriften van hun tijd ontbreken.
Inderdaad staan ze niet in de twee
oudste perkamenthandschriften van
de griekse bijbel (350-400). Ze man
keren eveneens in handschriften van
de oudste latijnse, syrische, armeense
en georgische vertalingen. Nu lijdt
het geen twijfel, dat Mc. 16, 9-20 al
in de 2de eeuw in sommige hand
schriften van Mc. aanwezig is ge
weest. Maar 'gangbaar' zijn deze ver
zen pas veel later geworden.
Wat Prof. Van Bruggen de 'tot het
einde van de 19de eeuw algemeen
gebruikelijke' tekstvorm noemt, kan
dus wel eens geruime tijd na het
ontstaan van de nieuwtestamentische
geschriften ontwikkeld zijn, en pas
na eeuwen gangbaar geworden zijn.
Voor de vraag, of een passage
authentiek is of niet, is het overigens
niet van beslissend belang, of dat
tekstgedeelte gangbaar is geweest of
niet, d.w.z. in veel of in weinig hand
schriften heeft gestaan, of nog staat.
De juiste tekstvorm kan soms in
weinige manuscripten overgeleverd
zijn. Het hindert dus wéinig, dat wat
prof. Van Bruggen de juiste tekst
vorm van Mc. 16 ach, tot 400 in een
minderheid van de handschriften
heeft gestaan. Maar dan moet hij ook
niet de bedenking uiten, dat 'men
zich is gaan concentreren op een
kleine minderheid van de hand
schriften en voorbijgaat aan de grote
meerderheid van handschriften en
kerkelijke vertalingen'. Die worden
trouwens niet voorbijgegaan, maar
gewogen en te licht bevonden.
OSLO (LWIi Niemand kan wor
den uitgesloten van het lidmaatschap
van de Noorse lutherse kerk op
grond van zijn politieke opvattingen.
Dit hebben de bisschoppen uitgespro
ken in antwoord op een brief van ze
ventien predikanten en gemeentele
den, die vroegen of zij de kerk kon
den blijven dienen en tegelijk lid kon
den zijn van de radikaal linkse socia
listische volkspartij te vergelijken
met de PSP hier».
VTfHitin-riit'JZ
tti ■j'tHtUHi no< n
ff t. KA
•fiwAfl i'ftiffjy
Totc -i- o'aï ntx*
rtJcAf
A,f
utlN TtH £,JUiAfA
TuiU ïoyAJa'uiHj
f r/wo)c Kiwwi
Tl 2st i +»NSH TU.
fl&lAwKdCJW
Ay v ai t
X
■Jrty*A
H( WtWrtii
OEGSTGEEST De Molukse pro
testantse kerk, gezegd voor de ra-
geen zelfstandigheid van de Moluk-
ken. Zij wil meewerken aan de
vooruitgang van Indonesië en is
voor terugkeer van zoveel mogelijk
Zuldano-lukkers uit Nederland naar
hun vaderland.
Dit heeft ds. Tanamal, secretaris
van de synode van de Molukse pro
testantse kerk, gezegd voor de radi-
dio. Hij is op bezoek in Nederland,
samen met de heer F. P. Litaay, lid
van het synode-moderamen van de
Molukse protestantse kerk.
Gisteravond had ds. Tanamal een
gesprek met prof. dr. J. Verkuyl
over de wegen, die na de gijzeling
bewandeld kunnen worden. Prof.
Verkuyl is de Nederlandse voorzit
ter van de gemeenschappelijke
werkgroep inzake de Molukken van
de Indonesische en de Nederlandse
raad van kerken.
Aan de Indonesische voorzitter van
deze werkgroep, de Zuidmolukse
professor dr. P. Latuihamallo. heeft
de Nederlandse raad van kerken
een expresbrief gezonden met het
verzoek om een spoedig advies.
Prof. Latuihamallo wordt be
schouwd als iemand, die het ver
trouwen geniet van vele Zuidmo
lukse groepen in ons land.
Het bezoek van ds. Tanamal en de
heer Litaay houdt overigens geen
direct verband met de gijzelingen.
Het was al van de zomer afgespro
ken, dat zij na afloop van de as
semblee van de wereldraad van ker-
ren in Nairobi naar Nederland zou
den doorreizen voor contact met de
hervormde kerk, waarmee samenge
werkt wordt in de zending.
DEN HAAG Het moderamen
van de hervormde synode treft voor
bereidingen voor een breed beraad
over het vraagstuk van de Zuid-Mo
lukkers in Nederland. Bij dit beraad
zullen ook Molukse groeperingen
betrokken worden. Het moderamen
heeft dit besloten naar aanleiding
van een verzoek van een groep her
vormde kerkgangers ln Amsterdam.
Dit verzoek van Amsterdamse her
vormden kreeg gestalte tijdens" de
nabespreking van de ochtenddienst
op 7 december in de Westerkerk,
zoals we in de krant van afgelopen
maandag hebben gemeld.
Het moderamen schreef de Amster
dammers terug met de inhoud van
het verzoek geheel te kunnen in
stemmen. Wij hebben dan ook, aldus
dit antwoord, 'reeds contacten ge
legd om zo spoedig als dit mogelijk
en wenselijk is te komen tot een bre
der beraad, waarbij uiteraard ook
Molukse kerkelijke groeperingen be
trokken zullen worden.
BEGRIP VOOR ERBARMEN
Van de predikanten J. J. vsf
en H. J. Kater kreeg ik de
gedachte ter inzage, die ikgn ;<j
doorgeef: 'Van harte hopen
ook de bezetting van het It
sche consulaat in Amsterti
zijn geëindigd, als dit stukji
gelezen. Het duurt nu al veel bf
en het eist te veel aandacht
niet kan worden volgehoui q
wordt) ook te veel comment gja
geven in krant, tv en radio:
wil niet onderdoen voor de
Ondertussen denken we bij a 10tj
we doen in ons gewone leve
eten. drinken, slapen, uitga o
hoefte doen, aan de gegijzeld
Hoelang houden ze het vol je
ook aandacht voor de bi „e]
Soms worden wij verleid tot n
gevoelens en contra-geweld,
zijn tevens stemmen, die zeg
zij strijden voor een one ]e
doel: de realisering van een2 te;
lukse staat. De jonge Molulu
ratie zijn de kinderen en kind Per
ren van een bevolkingsgroei gi*
op Nederland kon rekenen nli
vroegere Nederlands-Indië.
ben de Zuidmolukkers aan o 0j
gedrukt als de meest geliefde i
getrouwen enerzijds, anderzij er
ben wij hen voor ons in het v an
jaagd, voor het koninkrijk, d
waar, dat Nederland verplic mt
overgeërfd heeft gekregen
voorgeslacht. Maar wat kuni op
wat kan onze regering vo Mi:
doen? Geen staat in het onalpn i
lijke Indonesië, wel een pl ie
ons land als ze hier willen it
Zij delen in alle rechten vai arl
ciale wetgeving van ons lam
zij genieten niet altijd en o rfa
ons midden de persoonlijke i
selijke erkenning. Het zou i rer
lig zijn, als ze door de gijzel ijl
tot op heden drie levens in
en één in Amsterdam heeft ooi
de haat en het contra-gewei n.
zich en de hele JMolukse b:
op hun hals halen. Rampza
hen en voor ons. Wij hopen
ze gemeenteleden en onze lai
ten hun meeleven voor de
van de slachtoffers en voor
lévende gegijzelden kunnen
gen met wijs begrip en ei -
voor de steeds donkerder
van de Zuidmolukkers in a
derlandse samenleving.'
Nieuwtestamentisch grieks handschrift met arabische vertaling, ge
schreven in Egypte in het jaar 1265. Marcus 15 vers 7-11 in de textus
receptus. In vers 8 staat 'luid roepend', waar andere handschriften
hebben 'naar voren dringend'.
Een tweede opmerking. Prol Van
Bruggen betreurt het, dat in bv. de
vertaling van het NBG een aantal
woorden en verzen tussen 'vierkante'
haken staan, waarmee te kennen
wordt gegeven, dat aan de authenti
citeit van die tekstgedeelten ernstige
twijfel bestaat.
Toegegeven moet worden, dat er in
enkele gevallen over kan worden ge
twist, of die haken er met recht
staan, bv. in Lucas 24, 12, waar de
Leuvense nieuwtestamenticus F.
Neirynck voorstelt ze te verwijderen.
Maar de teksthaken kunnen in geen
geval de moderne tekstonderzoekers
of vertalers worden verweten, veel
eer de oude afschrijvers-die hier en
daar, vaak met de bedoeling de bij
bel leesbaarder en minder onbegrij
pelijk te maken, iets toevoegden dat
nu als toevoeging wordt herkend en
tussen teksthaken gezet.
En is het nu werkelijk zo alarme
rend, dat in een vertaling hier en
daar twijfel omtrent de juiste tekst
vorm gesignaleerd wordt? De Sta
tenvertaling, waarnaar prof. Van
Bruggen zo'n heimwee koestert, doet
toch niet anders?
Bij tal van tekstplaatsen (ik heb ze
verzameld) maken de Statenverta
lers de bijbellezer attent op tekstver
schillen in de handschriften. Bij
Matth. 2, 17 bv. noteren zij: 'Som
mige griecksche boecken (d.w.z.
handschriften) hebben hier oock
(d.w.z. als toevoeging) dese woor
den: van de Heere'. In enkele geval
len kozen de Statenvertalers trou
wens tegen de door prof. Van Brug
gen verdedigde textus receptus en
vóór de lezing van een minimale
minderheid der tekstgetuigen.
Iii Marcus 7,3 vertaalden zij 'dick-
mael' (grieks: pukna), ofschoon de
textus receptus heeft: 'met de vuyst'
(pugmèi). In dit geval, evenals bij
Mc. 16, 9-20, verheimelijkten zij dat
er onzekerheid heerst in de tekst
overlevering. Maar feit blijft, dat de
Statenvertalers in het voetspoor
van Erasmus, Calvyn en Beza in
hun kanttekeningen vaak de onze
kerheid van de tekst in het licht
hebben gesteld.
Maar als er enige tekstvorm een
compromis-tekst geweest is, dan
juist de textus receptus: in de editie
daarvan vindt men. niets dan meng
sels uit de uitgaven van Erasmus,
Beza, de Stephani en de Elzeviers;
in de handschriften ervan heerst een
onontwarbare vermenging van tekst
typen.
Met name de tekst die ooit als eerste
textus receptus is genoemd (Leiden,
Elzevier 1633) is zoals ik elders
zal aantonen een tekst die door de
Leidse hoogleraar grieks Jeremias
Hoelzlin in elkaar geknutseld is uit
de eerste Elzeviersdruk (Leiden
1624) en een druk van H. Stephanus
(Genève. 1576, 1587). En wat is er te
gen, dat geleerden over serieuze pro
blemen met elkaar van mening ver
schillen: verschilt prof. Van Bruggen
als tekstkrititkus niet met verreweg
de meeste van zijn collega's van me
ning.
Gladstrijken
Ten vierde. Prof. Van Bruggen acht
het onjuist, de textus receptus als
geheel 'een harmoniserende en glad
strijkende tekst' te noemen. Deze op
vatting is in feite de hoeksteen van
zijn betoog. Elke onderzoeker van
antieke teksten, ook Prof. Van Brug
gen, erkent, dat als op één tekst
plaat de bronnen verschillende lezin
gen bieden, dié lezing die een moei
lijkheid in taal of verhaal gladstrijkt
de grootste kans maakt onecht te
zijn. Van zulke lezingen wemelt nu
juist, naar algemeen erkend wordt,
de textus receptus. Prof. Van Brug
gen mag het ontkennen, maar dan
rust de bewijslast op hem.
Tot slot: ook als men de textus re
ceptus beschouwt als secundair ver
geleken bij een reconstrueerbare 2de
eeuwse Egyptische tekstvorm, dan
nog kan men met Prof. Van Bruggen
instemmen als hij stelt, dat er 'alle
reden is om de textus receptus vast
te houden en te restaureren'.
De heer De Jonge is wetenschappelijk
medewerker voor Nieuwe Testament
en vroegchristelijke letterkunde aan
de universiteit van Amsterdam.
Dne activiteiten van Youth for
Christ aan het eind van dit jaar (inl.:
tel. 03438-5744)
Cchrijversdag, een instructiedag
voor jongemensen over het schrijven
'VEtn artikelen, m.m.v. Jan van Capel-
leveen, Jan Filius, Sipke van der
Land en George Brucks. - Zaterdag
20 december, tien uur, De Linden-
horst, Hoofdstraat 260, Driebergen.
Kerst-inns op tweede kerstdag in
een groot aantal koffiebars in het
hele land: muziek, spel, gesprek en
ontspanning.
Samensmeden. Toerustingsconfe
rentie, 27-31 december in Zaandam
(in samenwerking met de gerefor
meerde classis daar).
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Houtrijk: N. B k
te Wieringermeer.
Bedankt voor Rotterdam-D
ven: G. J. Tijsseling te Slie
voor Giessen (NB): R. Heus
te Maassluis; voor Bovenh
veld: H. Vreekamp te Oostent
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Zwijndrecht
Leerdam: G. Mouw te Genemi
GEREF. KERKEN
Beroepen te Pesse: drè. M. D
kand. te Kampen.
Van een onzer verslaggevers
HUIZEN De raad van de ge
reformeerde kerk te Huizen
(N.H.) heeft een brief geschre-
van naar de Molukse kerkge
meenschap in die plaats, de Ge-
redja Indjili Maluku te Huizen
(N.H.). We laten deze brief hier
in zijn geheel volgen:
ir<
Naschrift van prof. Van Bruggen
Graag maak ik van de mij gebo
den gelegenheid gebruik, om
enige aantekeningen te geven bij
het artikel van de heer De Jon
ge. De zaak is belangrijk genoeg:
welke tekst moeten wij volgen
bij vertaling en uitleg van het
Nieuwe Testament?
De argumenten van hen die de meer
derheid der handschriften (negentig
procent) verwerpen, heb ik bespro
ken in myn rede over 'de tekst van
het Nieuwe Testament', die D.V. bin
nenkort zal verschijnen als deel 16
van de reeks Kamper Bijdragen
(Vuurbaak, Groningen). Ik beperk
mij nu tot de punten, die de heer
De Jonge aansnijdt.
'Zeer geachte broeders en zus
Jezus Christus onze Heere.
De gebeurtenissen van de lai
gen, aangeduid met gïjzelinj
en terrorisme, zullen u ever
ons hebben geschokt
Wij beseffen dat uw gemeei
gang van zaken betreurt
de wijze waarop stemmen
lest zich hebben laten horen
Wellicht zult u zich afvrat
resultaten en gevolgen deze
tenissen zullen hebben
komst.
Misschien is er bij u een zeker a».
dat de mensen uit uw omgsp
erop zullen, aankijken na wat
beurd is wat helaas nog nie
gelopen.
- - JST
U en wij vieren in deze wel
le ve h
Een derde notitie. Volgens prof. Van
Bruggen zou er onder de onderzoe
kers van de nieuwtestamentische
tekst geen grote zekerheid bestaan
over de exacte tekstvorm die het
griekse Nieuwe Testament moet krij
gen nu de textus receptus verworpen
is. 'De nieuwe uitgave van de griek
se grondtekst van het nieuwe testa
ment door de verenigde bijbelge
nootschappen is slechts een compro
mis-tekst.
Vele lezingen zijn bij meerderheid
van stemmen vastgesteld.'
1. Wie de gehele teksttraditie over
ziet, aarzelt geen ogenblik over de
echtheid van Marcus 16 vers 9-20.
Dit gedeelte komt in bijna alle hand
schriften voor. De heer De Jonge
suggereert echter, dat het pas na het
Nieuwe Testament is ontstaan. De
schijn van de vele handschriften zou
ons bedriegen. Het bewijsmateriaal
van de heer De Jonge is echter deels
onvolledig, deels onjuist.
Er zou uit de tweede en derde eeuw
nog wel meer zijn te noemen, dan
hij doet. Reeds in 1871 heeft Burgon
de echtheid van Marcus 16 vers 9-20
bewezen. Hij bleef by de kerkelijke
tekst. Maar in 1974 heeft W. R. Far
mer deze zaak opnieuw onderzocht.
Farmer bleef niet by de kerkelijke
tekst. Daarom moet het iedereen
toch wel iets zeggen, als ook deze
man tot de conclusie komt: 'Het
externe getuigenis voor Marcus 16
vers 9-20 is in de tweede eeuw ster
ker dan voor de meeste andere delen
van dat evangelie.' ('The last twelve
verses of Mare', Cambridge 1974, pag.
31).
Tijdelijke verwarring rond Marcus 16
in de derde en vierde eeuw, in en
rond Egypte, is geen enkele reden
om de kerkelijke tekst, die hier bo
vendien bewijsbaar oud is, los te
laten. In de nieuwe vertaling staan
rond Marcus 16 vers 9-20 ten onrech
te vierkante haken.
2. Pleidooi voor de oude en kerke
lijke tekst betekent niet, dat wij ab
solute zekerheid over elk woord in
de tekst zouden hebben. Daar blijft
in de overlevering van de tekst een
kleine marge van onzekerheid. De
kanttekeningen van de Statenverta
ling schamen zich daarvoor niet.
Het is echter onze taak ten opzichte
van de Heilige Schrift om die onze
kerheid zo klein mogelijk te houden
en haar niet nodeloos te vergroten
op grond van wisselende theorieën.
3. Wanneer de heer De Jonge kijkt
naar de lange traditie van de kerke
lijke tekst en naar de geschiedenis
van de gedrukte uitgave ervan ziet
hy 'een onontwarbare vermenging
van teksttypen' en een 'geknutsel'
van uitgevers.
Dan blijft echter deze vraag: hoe is
het mogelijk, dat er tussen al deze
zogenaamde geknutselde teksten een
zo grote overeenstemming is blyven
bestaan? De verschillen tussen alle
oudere tekstuitgaven zyn veel en
veel minder dan de verschillen tus
sen drie willekeurig te kiezen uit
gaven uit de twintigste eeuw, die
pretenderen wetenschappelijk te zijn
samengesteld!
4. Tenslotte: de gedachte dat de
kerkelijke tekst een harmoniserende
en gladstrijkende tekst is, is onjuist.
Het lykt soms wel zo, maar by ver
der toezien blijken de dingen anders
te liggen. Hiervoor moge ik verwij
zen naar mijn te publiceren rede.
Ik dank de redactie van Trouw/
Kwartet en de heer De Jonge voor
de bijdrage, die ze hebben willen
geven aan het weer bewust worden
van een vergeten zaak.
J. van Bruggen
:n dri
feest van Advent, van de
ting van de komst van onze
zus Christus in deze wereld.
Wy belijden dat Hy gekomen I
ons mensen.
Zijn komst en werking in
reld verhinderen ons verbitt
zijn, verkeerde emoties te lata pt;
spelen in ons denken over
en ons zo schuldig te maken afcjt
criminatie.
Wij stellen er prijs op te va i
dat de gebeurtenissen van de it
pen week op geen enkele
breuk hebben gedaan en <x ere
mogen doen ta.v. de goed jn
standhouding en het begrip<
uw gemeente en onze Geref.
Huizen.
Wij zullen als kerk hier in
ons te weer stellen tegen een
minatie van uw bevolkingsi
welke reden dan ook, en
die discriminatie zich baseert
beurtenissen als de huidige wa
slechts een aantal mensen
woordelijk is.
Wij spreken tot slot de wens
bede uit en wij willen
voorbede a.s. zondag u en uw
genoten alsmede de slachtoff Jen
hun nabestaanden gedenken !d
wij elkaar zo in liefde kunne t:
dragen en steunen. ïelir
God zy u en uw volksgenoten kkel
in hun vaak zo moeilijke situl ipre:
Tot zover de brief.
he
igt
(3
lalc