Vertroostende cijfers over de preek De oertekst van het Nieuwe Testament u Een ten onrechte vergeten zaak r~ f Conferenties* voorbijgang Huizense kerk stuurt brief naar Molukkers Molukse kerk wil blijven bij ra Hervormd beraad over vraagstuk Zuid-Molukkers WOENSDAG 17 DECEMBER 1975 KERK-BINNENLAND door A. J. Klei Toen ik afgelopen zondagochtend in de kerk de liturgie bekeek, sloeg me de schrik om 't hart. Ik kwam nergens het woord 'preek' of 'prediking' tegen en als er niet meer gepreekt wordt, waar blyven we dan, nietwaar? Wel zag ik 'voor het Woord uit' staan, net boven het te lezen bijbelgedeelte. Ik had er geen flauw benul van wat dat nou weer zou zijn. Misschien een zelfbedacht versje van de do minee of zo, je maakt tegenwoordig de gekste dingen mee. Maar tot mijn opluchting werd er gewoon gepreekt (en nog goed ook) en was alleen om een of andere duistere reden de boel omgedraaid: eerst de preek (voor het Woord uit) en daarna de Schriftlezing. Ik wou maar zeggen dat ook in de meest pro gressieve kerkelijke omgeving (want daarin was ik verzeild geraakt) de preek niet uit te roeien is. Mijn overleden collega Henk de Jong, groot kenner van de 'kleine' kerkge schiedenis, heeft me eens voorgerekend dat alleen al in de protestantse kerken van ons land elke week vijfduizend preken gehouden worden, wat neerkomt op een kwart miljoen per jaar. En alle achteruitgang in de kerkgang vlakt niet uit dat, naar onlangs dr. Anne van der Meiden in deze krant met enige voldoe ning vaststelde, er zondags nog altijd meer mensen naar de kerk gaan dan naar het voet balveld. Er wordt dus veelvuldig gepreekt en er wordt ook druk naar geluisterd (radiodominees kun nen er over meepraten), maar vinden de men sen de aangehoorde preken ook mooi? Het antwoord kan een luidkeels 'ja' zijn. Daarge laten dat ikzelf aan het begin van dit verhaal mijn innige tevredenheid over een preek uit drukte: 61 procent van de doorsnee kerkgan gers vindt de preek goed tot zeer goed en van de meer traditionele ingestelde kerkgangers laat zich maar liefst 82 procent lovend over de preek uit. Deze vertroostende cijfers haal ik uit de mij toegestuurde samenvatting van het proefschrift over 'Preek en toehoorders', waarop gisteren in Nijmegen de heer J. G. M. Sterk, directeur-secretaris van de stichting interuniversitair instituut voor sociaal-weten schappelijk onderzoek te Amsterdam, promo veerde tot doctor in de sociale wetenschappen. Voordat onze predikheren nu vanwege die hoge percentages met hun hoofd in de wolken gaan lopen, wil ik nog even aan ze kwijt, dat de heer Sterk zijn onderzoek deed onder westduitse roomsen (23 parochies en 1231 on dervraagden). Ze moeten nu zelf maar uitma ken, onze predikheren bedoel ik, of hierdoor de genoemde cijfers meer of minder waarde voor hen krijgen. Aan de éne kant zijn room sen niet zulke beroepsmatige preekbeoorde- laars als protestanten, aan de andere kant zijn zij verwend met uitschieters als pater Brug- Tt"1 /j /"YVT£}G"|Ó man en Borromeüs de Greeve. XlivlWilVUlG Het gekke van boeken van sociale weten schappers vind ik altijd dat daarin dingen, die u en ik achteloos bij 't koffiedrinken tegen elkaar zeggen, via percentage-cijfers en vreemde woorden opeens tot wetenschappe lijke vaststellingen verheven zijn. We weten allemaal dat iemand die gewoon graag naar de kerk gaat niet zo gauw op een preek af knapt. Welnu, dr. Sterk omschrijft dit als volgt: de receptieve speelruimte van de tradi- tioneel-kerkelijken is groot. En ook zonder enquêtes in de bondsrepubliek hadden we wel geweten dat progressieven en jongeren in 't algemeen niet zo snel verrukt zijn van een preek. Het proefschrift van dr. Sterk bepaalt ons er ook bij 'dat de preek niet bij machte blijkt in het spanningsveld tussen geloof en leven vol doende verontrusting bij de toehoorders op te roepen en in zijn effect blijft steken in een momentele versterking van religieuze gevoe lens en overtuigingen'. Wat dit betreft, elke niet te ijdele dominee wordt direct argwanend wanneer iemand met uitgestoken hand op hem afkomt met de mededeling dat-ie van morgen zo geweldig genoten heeft. Daarom is het vertroostend effect van die hoge waarde ringscijfers maar betrekkelijk, want ze zien slechts aan wat voor ogen is. door H. J. de Jonge Trouw/Kwartet van 9 december gaf een verslag van de rede, waarmee prof. dr. J. van Brug gen, hoogleraar Nieuwe Testa ment aan de theologische hoge school van de gereformeerde kerken (vrijgemaakt) te Kam pen, het rectoraat heeft overge dragen. In deze rede zette prof. Van Bruggen uiteen, dat moder ne vertalingen van het Nieuwe Testament worden gebaseerd op een verkeerde griekse tekst. Zijns inziens dient als grondslag te worden genomen 'de griekse tekst vorm zoals die tot het einde van de 19de eeuw algemeen gebruikelijk was', de zgn. textus receptus ('alge meen aanvaarde tekstvorm'), waar op bv. ook de Statenvertaling berust. De in de 19de en 20ste eeuw uit oudere handschriften gereconstrueer de tekstvorm acht prof. Van Brug gen van zo twijfelachtige betrouw baarheid, dat hij bij onderwijs en vertaalwerk opnieuw de textus re ceptus zou willen invoeren. De rede van prof. Van Bruggen geeft aanleiding tot enkele vragen en tegenwerpingen. De volgende no tities zijn, in overleg met hem, slechts op grond van het bericht in Trouw/Kwartet geschreven, omdat de rede nog niet gepubliceerd is. Veel van prof. Van Bruggen's argu mentatie is mij daardoor nog onbe kend, maar tegen een spoedige re actie had prof. Van Bruggen geen bezwaar. Slot Marcus Ziehier een eerste opmerking. Is de textus receptus inderdaad de tekst vorm. zoals die 'tot het einde van de 19de eeuw algemeen gebruikelijk' was? Om het door prof. Van Brug gen genoemde voorbeeld te noemen: is de tekst van Marcus 16, 9-20 als door de textus receptus geboden in derdaad steeds gebruikelijk geweest, niet alleen in de tijd van de staten vertaling maar wat belangrijker is in de eeuw der apostelen en in de vroege kerk? Allerminst. In de tweede eeuw kent Clemens Alexandrinus Mc. 16, 9-20 niet; Ori- UIT VAN LEZERS Boek dr. Bade Naar aanleiding van de bespreking door dr. Dekker van het boekje 'Ho mofilie status of stigma' het vol gende. 'Al zou ik een vriend vinden, met wie ik zou kunnen samenleven, hoe zou dat moeten? Er is geen model voor.' Dat is een citaat uit een gesprek met een homofiele kennis, gevoerd vlak voor het verschijnen van het boekje van dr. Bade. Ook dit is een mening. Het boek is door mij ervaren me de gezien het vorenstaande als zeer verrassend en verfrissend, door de totaal nieuwe benadering: vanuit 'het wonen'. Het is jammer, dat de recensent niet verder komt in zijn bespreking dan een jammeren dat. Bade niet op 'de' Korte, duidelijk geschreven, liefst aan één kant getypte, brieven kunnen worden gestuurd naar: Secretaris Hoofdredactie Trouw/ Kwartet, Postbus 859, Amsterdam. Bij publikatie wordt de naam van de schrijver vermeld. Tvvijfelhaken FAMILIEBERICHTEN kunnen van maandag tot en met vrijdag telefonisch tot 16.30 uur opgegeven worden op nummer 020-913456; en van 16.30-20.00 uur op nummer 020-220383. Dit laatste num mer geldt ook voor ZONDAG AVOND en dan van 18.00-20.00 uur. Onze adressen: AMSTERDAM: Direktie - commerciële afdelingen - administratie: Wibautstraat 131, tel. 020-913456, Postbus 859. Redaklle: Nieuwe ZIJds Voorburg wal 280, Amsterdam. Tel. 020-220383. Postbus 859. ROTTERDAM/DORDRECHT: Westblaak 9. Rotterdam. Tel. 010-115588. Postbus 948. DEN HAAG/LEIDEN: Parkstraat 22. Den Haag. Tel. 070-469445. Postbus 101. ZWOLLE/GRONINGEN: Melkmarkt 56, Zwolle. Tel. 05200-17030. Postbus 3. lijn zit. Men kan een boek niet uit sluitend beoordelen op wat men vindt dat er in zou moeten staan; men moet allereerst de bedoeling van de schrijver honoreren. In dit geval werd geschreven vanuit het woon- expert zijn. Het boek kon daarbij weieens pasto raat zijn aan diegenen, die het best willen begrijpen allemaal, maar die veel niet kunnen plaatsen. Marken P. Boomsma, geref. pred. Boek dr. Bode (2) Hartelijk dank voor uw kritiek op het boekje van dr. H. Bode: Homo filie status of stigma (Trouw 13- 12). Weinig wordt beseft, hoe diep de beerput is, die door dergelijke overigens vast wel goed bedoelde geschriftjes wordt gedolven en waar velen ingeduwd dreigen te worden. De homofielen zitten hier waarschijn lijk inderdaad niet op te wachten. In tegendeel: waar op gewacht wordt, is een woord van bevrijding en van liefde. Daar is meer behoefte aan dan aan bijbelse buiksprekerij. Groningen Ynte de Groot Zaligverklaring Ik las, dat door driehonderd rooms- katholieken een petitie is ingezon den om kardinaal Mindszenty zalig te verklaren. Volgens de H. Schrift verklaart alleen God de mens zalig. Jezus zegt volgens Mattheus 5:11 dat zij zalig zijn, die gesmaad en vervolgd worden. Ik denk hierbij aan de ontelbare vervolgden in Rusland en andere landen. Zij worden nu reeds zalig verklaard en hun loon wordt in de hemel uitbetaald. God heeft geen procedure nodig om ie mand zalig te verklaren. De mooiste zaligverklaring vind ik die van de moordenaar aan het kruis. Voor hem opende zich de hemelpoort hoewel hij geen goede werken had gedaan. Zó is de goddelijke genade, de Bilt G. v. d. Hoeven Overheidsuitgaven (2) Met de heer T. de Groot te Heiloo ben ik het volkomen eens. Ambtena ren vormen een bevoorrechte klas se. Horen onze volksvertegenwoordi gers niet tot dezelfde klasse? Is dat ook niet de reden, dat de door u be doelde dingen nooit ter sprake ko- COHlDrOItlis men. Groningen J. J. Hindriks genes (240 n. C.) citeert de opstan- dingsverhalen van Mattheüs, Lucas en Johannes, maar kent Mc. 16, 9-20 niet; Eusebius (c. 300) en Hierony- mus (c. 400) zeggen uitdrukkelijk, dat die verzen in de meeste hand schriften van hun tijd ontbreken. Inderdaad staan ze niet in de twee oudste perkamenthandschriften van de griekse bijbel (350-400). Ze man keren eveneens in handschriften van de oudste latijnse, syrische, armeense en georgische vertalingen. Nu lijdt het geen twijfel, dat Mc. 16, 9-20 al in de 2de eeuw in sommige hand schriften van Mc. aanwezig is ge weest. Maar 'gangbaar' zijn deze ver zen pas veel later geworden. Wat Prof. Van Bruggen de 'tot het einde van de 19de eeuw algemeen gebruikelijke' tekstvorm noemt, kan dus wel eens geruime tijd na het ontstaan van de nieuwtestamentische geschriften ontwikkeld zijn, en pas na eeuwen gangbaar geworden zijn. Voor de vraag, of een passage authentiek is of niet, is het overigens niet van beslissend belang, of dat tekstgedeelte gangbaar is geweest of niet, d.w.z. in veel of in weinig hand schriften heeft gestaan, of nog staat. De juiste tekstvorm kan soms in weinige manuscripten overgeleverd zijn. Het hindert dus wéinig, dat wat prof. Van Bruggen de juiste tekst vorm van Mc. 16 ach, tot 400 in een minderheid van de handschriften heeft gestaan. Maar dan moet hij ook niet de bedenking uiten, dat 'men zich is gaan concentreren op een kleine minderheid van de hand schriften en voorbijgaat aan de grote meerderheid van handschriften en kerkelijke vertalingen'. Die worden trouwens niet voorbijgegaan, maar gewogen en te licht bevonden. OSLO (LWIi Niemand kan wor den uitgesloten van het lidmaatschap van de Noorse lutherse kerk op grond van zijn politieke opvattingen. Dit hebben de bisschoppen uitgespro ken in antwoord op een brief van ze ventien predikanten en gemeentele den, die vroegen of zij de kerk kon den blijven dienen en tegelijk lid kon den zijn van de radikaal linkse socia listische volkspartij te vergelijken met de PSP hier». VTfHitin-riit'JZ tti ■j'tHtUHi no< n ff t. KA •fiwAfl i'ftiffjy Totc -i- o'aï ntx* rtJcAf A,f utlN TtH £,JUiAfA TuiU ïoyAJa'uiHj f r/wo)c Kiwwi Tl 2st i +»NSH TU. fl&lAwKdCJW Ay v ai t X ■Jrty*A H( WtWrtii OEGSTGEEST De Molukse pro testantse kerk, gezegd voor de ra- geen zelfstandigheid van de Moluk- ken. Zij wil meewerken aan de vooruitgang van Indonesië en is voor terugkeer van zoveel mogelijk Zuldano-lukkers uit Nederland naar hun vaderland. Dit heeft ds. Tanamal, secretaris van de synode van de Molukse pro testantse kerk, gezegd voor de radi- dio. Hij is op bezoek in Nederland, samen met de heer F. P. Litaay, lid van het synode-moderamen van de Molukse protestantse kerk. Gisteravond had ds. Tanamal een gesprek met prof. dr. J. Verkuyl over de wegen, die na de gijzeling bewandeld kunnen worden. Prof. Verkuyl is de Nederlandse voorzit ter van de gemeenschappelijke werkgroep inzake de Molukken van de Indonesische en de Nederlandse raad van kerken. Aan de Indonesische voorzitter van deze werkgroep, de Zuidmolukse professor dr. P. Latuihamallo. heeft de Nederlandse raad van kerken een expresbrief gezonden met het verzoek om een spoedig advies. Prof. Latuihamallo wordt be schouwd als iemand, die het ver trouwen geniet van vele Zuidmo lukse groepen in ons land. Het bezoek van ds. Tanamal en de heer Litaay houdt overigens geen direct verband met de gijzelingen. Het was al van de zomer afgespro ken, dat zij na afloop van de as semblee van de wereldraad van ker- ren in Nairobi naar Nederland zou den doorreizen voor contact met de hervormde kerk, waarmee samenge werkt wordt in de zending. DEN HAAG Het moderamen van de hervormde synode treft voor bereidingen voor een breed beraad over het vraagstuk van de Zuid-Mo lukkers in Nederland. Bij dit beraad zullen ook Molukse groeperingen betrokken worden. Het moderamen heeft dit besloten naar aanleiding van een verzoek van een groep her vormde kerkgangers ln Amsterdam. Dit verzoek van Amsterdamse her vormden kreeg gestalte tijdens" de nabespreking van de ochtenddienst op 7 december in de Westerkerk, zoals we in de krant van afgelopen maandag hebben gemeld. Het moderamen schreef de Amster dammers terug met de inhoud van het verzoek geheel te kunnen in stemmen. Wij hebben dan ook, aldus dit antwoord, 'reeds contacten ge legd om zo spoedig als dit mogelijk en wenselijk is te komen tot een bre der beraad, waarbij uiteraard ook Molukse kerkelijke groeperingen be trokken zullen worden. BEGRIP VOOR ERBARMEN Van de predikanten J. J. vsf en H. J. Kater kreeg ik de gedachte ter inzage, die ikgn ;<j doorgeef: 'Van harte hopen ook de bezetting van het It sche consulaat in Amsterti zijn geëindigd, als dit stukji gelezen. Het duurt nu al veel bf en het eist te veel aandacht niet kan worden volgehoui q wordt) ook te veel comment gja geven in krant, tv en radio: wil niet onderdoen voor de Ondertussen denken we bij a 10tj we doen in ons gewone leve eten. drinken, slapen, uitga o hoefte doen, aan de gegijzeld Hoelang houden ze het vol je ook aandacht voor de bi „e] Soms worden wij verleid tot n gevoelens en contra-geweld, zijn tevens stemmen, die zeg zij strijden voor een one ]e doel: de realisering van een2 te; lukse staat. De jonge Molulu ratie zijn de kinderen en kind Per ren van een bevolkingsgroei gi* op Nederland kon rekenen nli vroegere Nederlands-Indië. ben de Zuidmolukkers aan o 0j gedrukt als de meest geliefde i getrouwen enerzijds, anderzij er ben wij hen voor ons in het v an jaagd, voor het koninkrijk, d waar, dat Nederland verplic mt overgeërfd heeft gekregen voorgeslacht. Maar wat kuni op wat kan onze regering vo Mi: doen? Geen staat in het onalpn i lijke Indonesië, wel een pl ie ons land als ze hier willen it Zij delen in alle rechten vai arl ciale wetgeving van ons lam zij genieten niet altijd en o rfa ons midden de persoonlijke i selijke erkenning. Het zou i rer lig zijn, als ze door de gijzel ijl tot op heden drie levens in en één in Amsterdam heeft ooi de haat en het contra-gewei n. zich en de hele JMolukse b: op hun hals halen. Rampza hen en voor ons. Wij hopen ze gemeenteleden en onze lai ten hun meeleven voor de van de slachtoffers en voor lévende gegijzelden kunnen gen met wijs begrip en ei - voor de steeds donkerder van de Zuidmolukkers in a derlandse samenleving.' Nieuwtestamentisch grieks handschrift met arabische vertaling, ge schreven in Egypte in het jaar 1265. Marcus 15 vers 7-11 in de textus receptus. In vers 8 staat 'luid roepend', waar andere handschriften hebben 'naar voren dringend'. Een tweede opmerking. Prol Van Bruggen betreurt het, dat in bv. de vertaling van het NBG een aantal woorden en verzen tussen 'vierkante' haken staan, waarmee te kennen wordt gegeven, dat aan de authenti citeit van die tekstgedeelten ernstige twijfel bestaat. Toegegeven moet worden, dat er in enkele gevallen over kan worden ge twist, of die haken er met recht staan, bv. in Lucas 24, 12, waar de Leuvense nieuwtestamenticus F. Neirynck voorstelt ze te verwijderen. Maar de teksthaken kunnen in geen geval de moderne tekstonderzoekers of vertalers worden verweten, veel eer de oude afschrijvers-die hier en daar, vaak met de bedoeling de bij bel leesbaarder en minder onbegrij pelijk te maken, iets toevoegden dat nu als toevoeging wordt herkend en tussen teksthaken gezet. En is het nu werkelijk zo alarme rend, dat in een vertaling hier en daar twijfel omtrent de juiste tekst vorm gesignaleerd wordt? De Sta tenvertaling, waarnaar prof. Van Bruggen zo'n heimwee koestert, doet toch niet anders? Bij tal van tekstplaatsen (ik heb ze verzameld) maken de Statenverta lers de bijbellezer attent op tekstver schillen in de handschriften. Bij Matth. 2, 17 bv. noteren zij: 'Som mige griecksche boecken (d.w.z. handschriften) hebben hier oock (d.w.z. als toevoeging) dese woor den: van de Heere'. In enkele geval len kozen de Statenvertalers trou wens tegen de door prof. Van Brug gen verdedigde textus receptus en vóór de lezing van een minimale minderheid der tekstgetuigen. Iii Marcus 7,3 vertaalden zij 'dick- mael' (grieks: pukna), ofschoon de textus receptus heeft: 'met de vuyst' (pugmèi). In dit geval, evenals bij Mc. 16, 9-20, verheimelijkten zij dat er onzekerheid heerst in de tekst overlevering. Maar feit blijft, dat de Statenvertalers in het voetspoor van Erasmus, Calvyn en Beza in hun kanttekeningen vaak de onze kerheid van de tekst in het licht hebben gesteld. Maar als er enige tekstvorm een compromis-tekst geweest is, dan juist de textus receptus: in de editie daarvan vindt men. niets dan meng sels uit de uitgaven van Erasmus, Beza, de Stephani en de Elzeviers; in de handschriften ervan heerst een onontwarbare vermenging van tekst typen. Met name de tekst die ooit als eerste textus receptus is genoemd (Leiden, Elzevier 1633) is zoals ik elders zal aantonen een tekst die door de Leidse hoogleraar grieks Jeremias Hoelzlin in elkaar geknutseld is uit de eerste Elzeviersdruk (Leiden 1624) en een druk van H. Stephanus (Genève. 1576, 1587). En wat is er te gen, dat geleerden over serieuze pro blemen met elkaar van mening ver schillen: verschilt prof. Van Bruggen als tekstkrititkus niet met verreweg de meeste van zijn collega's van me ning. Gladstrijken Ten vierde. Prof. Van Bruggen acht het onjuist, de textus receptus als geheel 'een harmoniserende en glad strijkende tekst' te noemen. Deze op vatting is in feite de hoeksteen van zijn betoog. Elke onderzoeker van antieke teksten, ook Prof. Van Brug gen, erkent, dat als op één tekst plaat de bronnen verschillende lezin gen bieden, dié lezing die een moei lijkheid in taal of verhaal gladstrijkt de grootste kans maakt onecht te zijn. Van zulke lezingen wemelt nu juist, naar algemeen erkend wordt, de textus receptus. Prof. Van Brug gen mag het ontkennen, maar dan rust de bewijslast op hem. Tot slot: ook als men de textus re ceptus beschouwt als secundair ver geleken bij een reconstrueerbare 2de eeuwse Egyptische tekstvorm, dan nog kan men met Prof. Van Bruggen instemmen als hij stelt, dat er 'alle reden is om de textus receptus vast te houden en te restaureren'. De heer De Jonge is wetenschappelijk medewerker voor Nieuwe Testament en vroegchristelijke letterkunde aan de universiteit van Amsterdam. Dne activiteiten van Youth for Christ aan het eind van dit jaar (inl.: tel. 03438-5744) Cchrijversdag, een instructiedag voor jongemensen over het schrijven 'VEtn artikelen, m.m.v. Jan van Capel- leveen, Jan Filius, Sipke van der Land en George Brucks. - Zaterdag 20 december, tien uur, De Linden- horst, Hoofdstraat 260, Driebergen. Kerst-inns op tweede kerstdag in een groot aantal koffiebars in het hele land: muziek, spel, gesprek en ontspanning. Samensmeden. Toerustingsconfe rentie, 27-31 december in Zaandam (in samenwerking met de gerefor meerde classis daar). Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Houtrijk: N. B k te Wieringermeer. Bedankt voor Rotterdam-D ven: G. J. Tijsseling te Slie voor Giessen (NB): R. Heus te Maassluis; voor Bovenh veld: H. Vreekamp te Oostent GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Zwijndrecht Leerdam: G. Mouw te Genemi GEREF. KERKEN Beroepen te Pesse: drè. M. D kand. te Kampen. Van een onzer verslaggevers HUIZEN De raad van de ge reformeerde kerk te Huizen (N.H.) heeft een brief geschre- van naar de Molukse kerkge meenschap in die plaats, de Ge- redja Indjili Maluku te Huizen (N.H.). We laten deze brief hier in zijn geheel volgen: ir< Naschrift van prof. Van Bruggen Graag maak ik van de mij gebo den gelegenheid gebruik, om enige aantekeningen te geven bij het artikel van de heer De Jon ge. De zaak is belangrijk genoeg: welke tekst moeten wij volgen bij vertaling en uitleg van het Nieuwe Testament? De argumenten van hen die de meer derheid der handschriften (negentig procent) verwerpen, heb ik bespro ken in myn rede over 'de tekst van het Nieuwe Testament', die D.V. bin nenkort zal verschijnen als deel 16 van de reeks Kamper Bijdragen (Vuurbaak, Groningen). Ik beperk mij nu tot de punten, die de heer De Jonge aansnijdt. 'Zeer geachte broeders en zus Jezus Christus onze Heere. De gebeurtenissen van de lai gen, aangeduid met gïjzelinj en terrorisme, zullen u ever ons hebben geschokt Wij beseffen dat uw gemeei gang van zaken betreurt de wijze waarop stemmen lest zich hebben laten horen Wellicht zult u zich afvrat resultaten en gevolgen deze tenissen zullen hebben komst. Misschien is er bij u een zeker a». dat de mensen uit uw omgsp erop zullen, aankijken na wat beurd is wat helaas nog nie gelopen. - - JST U en wij vieren in deze wel le ve h Een derde notitie. Volgens prof. Van Bruggen zou er onder de onderzoe kers van de nieuwtestamentische tekst geen grote zekerheid bestaan over de exacte tekstvorm die het griekse Nieuwe Testament moet krij gen nu de textus receptus verworpen is. 'De nieuwe uitgave van de griek se grondtekst van het nieuwe testa ment door de verenigde bijbelge nootschappen is slechts een compro mis-tekst. Vele lezingen zijn bij meerderheid van stemmen vastgesteld.' 1. Wie de gehele teksttraditie over ziet, aarzelt geen ogenblik over de echtheid van Marcus 16 vers 9-20. Dit gedeelte komt in bijna alle hand schriften voor. De heer De Jonge suggereert echter, dat het pas na het Nieuwe Testament is ontstaan. De schijn van de vele handschriften zou ons bedriegen. Het bewijsmateriaal van de heer De Jonge is echter deels onvolledig, deels onjuist. Er zou uit de tweede en derde eeuw nog wel meer zijn te noemen, dan hij doet. Reeds in 1871 heeft Burgon de echtheid van Marcus 16 vers 9-20 bewezen. Hij bleef by de kerkelijke tekst. Maar in 1974 heeft W. R. Far mer deze zaak opnieuw onderzocht. Farmer bleef niet by de kerkelijke tekst. Daarom moet het iedereen toch wel iets zeggen, als ook deze man tot de conclusie komt: 'Het externe getuigenis voor Marcus 16 vers 9-20 is in de tweede eeuw ster ker dan voor de meeste andere delen van dat evangelie.' ('The last twelve verses of Mare', Cambridge 1974, pag. 31). Tijdelijke verwarring rond Marcus 16 in de derde en vierde eeuw, in en rond Egypte, is geen enkele reden om de kerkelijke tekst, die hier bo vendien bewijsbaar oud is, los te laten. In de nieuwe vertaling staan rond Marcus 16 vers 9-20 ten onrech te vierkante haken. 2. Pleidooi voor de oude en kerke lijke tekst betekent niet, dat wij ab solute zekerheid over elk woord in de tekst zouden hebben. Daar blijft in de overlevering van de tekst een kleine marge van onzekerheid. De kanttekeningen van de Statenverta ling schamen zich daarvoor niet. Het is echter onze taak ten opzichte van de Heilige Schrift om die onze kerheid zo klein mogelijk te houden en haar niet nodeloos te vergroten op grond van wisselende theorieën. 3. Wanneer de heer De Jonge kijkt naar de lange traditie van de kerke lijke tekst en naar de geschiedenis van de gedrukte uitgave ervan ziet hy 'een onontwarbare vermenging van teksttypen' en een 'geknutsel' van uitgevers. Dan blijft echter deze vraag: hoe is het mogelijk, dat er tussen al deze zogenaamde geknutselde teksten een zo grote overeenstemming is blyven bestaan? De verschillen tussen alle oudere tekstuitgaven zyn veel en veel minder dan de verschillen tus sen drie willekeurig te kiezen uit gaven uit de twintigste eeuw, die pretenderen wetenschappelijk te zijn samengesteld! 4. Tenslotte: de gedachte dat de kerkelijke tekst een harmoniserende en gladstrijkende tekst is, is onjuist. Het lykt soms wel zo, maar by ver der toezien blijken de dingen anders te liggen. Hiervoor moge ik verwij zen naar mijn te publiceren rede. Ik dank de redactie van Trouw/ Kwartet en de heer De Jonge voor de bijdrage, die ze hebben willen geven aan het weer bewust worden van een vergeten zaak. J. van Bruggen :n dri feest van Advent, van de ting van de komst van onze zus Christus in deze wereld. Wy belijden dat Hy gekomen I ons mensen. Zijn komst en werking in reld verhinderen ons verbitt zijn, verkeerde emoties te lata pt; spelen in ons denken over en ons zo schuldig te maken afcjt criminatie. Wij stellen er prijs op te va i dat de gebeurtenissen van de it pen week op geen enkele breuk hebben gedaan en <x ere mogen doen ta.v. de goed jn standhouding en het begrip< uw gemeente en onze Geref. Huizen. Wij zullen als kerk hier in ons te weer stellen tegen een minatie van uw bevolkingsi welke reden dan ook, en die discriminatie zich baseert beurtenissen als de huidige wa slechts een aantal mensen woordelijk is. Wij spreken tot slot de wens bede uit en wij willen voorbede a.s. zondag u en uw genoten alsmede de slachtoff Jen hun nabestaanden gedenken !d wij elkaar zo in liefde kunne t: dragen en steunen. ïelir God zy u en uw volksgenoten kkel in hun vaak zo moeilijke situl ipre: Tot zover de brief. he igt (3 lalc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 2