llegaal wapenbezit en llegale wapenhandel jreiden zich snel uit Buitenlandse series dwingen tot kwaliteit' POP OP de plaat lommissGi isG. F. de Gooyer: toestand zorgelijk door Willem-lan Martin Indringende band RDAG 13 DECEMBER 1975 BINNENLAND TROUW/KWARTET 15 iel len rk' oor Henk Thomas JN HAAG „De illegale wapenhandel en het illegale wapenbezit breiden zich steeds meer uit. situatie baart inderdaad zorgen." >ze uitspraak komt met grote Uigheid over de lippen van de nmissaris van de rijkspolitie G Veel schiettuig in de Gooyer, 33 jaar en hoofd van Landelijke Vuurwapencentrale. stnau (waarvuw mj m nci aige- t gesprek met hem werd ge- omioop na'ongeiuK meen geen vergunning zal krijgen) erd in verband met de gijzelings- „om zich datgene te verschaffen wat hij normaal niet kan krijgen". In het verlengde hiervan staat de burger, die zich een wapen aan schaft (waarvoor hij in het alge- Ruim een jaar geleden deden de Rotterdamse recherche en de rijkspolitie van Goeree-Overflakkee deze vondst, toen een bende vuurwapenhandelaren wérd opgerold. Negen personen werden daarbij gearres teerd. ies in Amsterdam en Beilen en fJJHonc \/or\/npr wapens die daarin een UJUOI lo VC! vuoi spelen. zekerheid van commissaris De loyer stoelt op de kille cijfers, jelke drie maanden worden ver- neld. In het derde kwartaal van jaar zijn door de politie 1485 pens in beslag genomen tegen 16 in de drie maanden daarvoor, rbijsterender. worden de cijfers wordt beseft, dat deze aantal- slechts een fractie vormen van totale illegale wapenbezit. Eén ïatting van die fractie kan com- ssaris De Gooyer niet geven, ik bij benadering niet. duidelijking van het statistiekje stelt de commissaris nadrukkelijk, dat de stijging van het tweede naar het derde kwartaal niet incidenteel is, maar onderdeel van een gesta dige groei. "rsenaal dit in beslag genomen arsenaal ten (tussen haakjes de cijfers n het tweede kwartaal) 182 (182) c'itolen, 284 (227) revolvers, 9 (16) |S*' tomatische vuurwapens, (28) (30) [litaire geweren, 61 (54) jachtha- geweren, 172 (146) kogelgewe- 719 (511) gas(alarm)pistolen en volvers, 8 (8) balpenpistolen, 3 zelfgemaakte vuurwapens, 4 (4) ïtsignaal pistolen en 15 (22) die voor de wet boden zijn. Voorts wist de poli- de hand te leggen op 47.347 ks munitie en 388 stuks, die on- 1 het hoofdstuk „diversen" Val- Zoals granaten, imitatie-vuur- pens, slaghoedjes en spuitbus- 1 met traangas. de in beslagname van dit illega- wapenarsenaal zijn van juli tot met september dit jaar 1596 ver- chten geregistreerd tegen 1290 het kwartaal daarvoor. Ter ver- Niet lichtvaardig Ook wijst de commissaris erop, dat niet te lichtvaardig tegen de 719 gas(alarm)pistolen en -revoL vers mag worden aangekeken. Dit als verdediging bedoelde wapen tuig kan betrekkelijk eenvoudig worden omgebouwd tot kogelpi stolen door er een andere loop op te zetten. Bij Westduitse wapenfa brikanten is geweerloop per strek kende meter te koop. Daarnaast zijn er in West-Duitsland'tot op he den zeer lichte vuurwapens (vier millimeter) zonder enige vergun ning te koop. Nu is er echter vier millimetermunitie ontwikkeld, waardoor ook met dergelijke wa-' pens zware verwondingen zijn toe te brengen. Criminaliteit harder Commissaris De Gooyer ziet een aantal factoren, die de toenemende illegale wapenhandel en -bezit ver klaren. De belangrijkste is de voortdurend harder wordende cri minaliteit waardoor de misdadiger behoefte heeft aan een vuurwapen om zich tegen die criminaliteit te beschermen. Andere factoren, die het illegale wapenbezit kunnen verklaren, zijn het groeiende aantal mensen, die de jacht of het sportschieten als een aangename tijdpassering zien, of de mensen, die gewo'ón vuurwa pens verzamelen zonder de vereis te vergunningen. In.een roman van Frederick For syth „De honden van de oorlog" wordt beschreven hoe een huur ling er binnen twee maanden in slaagt een klein leger tot de tanden te bewapenen met mortieren, gra naten, terugstootloze vuurmonden, mitrailleurs en dergelijke. Wij vra gen de commissaris in hoeverre dit een hersenschim is van een over spannen romanschrijver. Commis saris De Gooyer kent het boek niet, maar het beschrevene komt hem beslist niet onrealistisch voor. „Het is vrij gemakkelijk om aan wapens te komen, als je de kanalen maar kent". Kanalen Nederland heeft geen wapenfa brieken (wel munitiefabrieken) en daarom moeten alle wapens, die zich hier bevinden, zijn binnenge smokkeld of gestolen. De kanalen in ons land om aan wapens te ko men zijn beperkt. ;,De illegale wa penhandelaren zijn op de vingers van één hand te tellen", aldus com missaris De Gooyer. De illegale wapenhandel gaat via veel tussen personen, waarbij men bijvoor beeld als volgt te werk gaat: „Een of andere rebellerende Afri kaanse kolonel wil Europese vuur wapens. Hij zoekt contact met een handelaar, die in zijn naam en met zijn medeweten, bij een Duitse, Belgische of Italiaanse fabriek een order plaatst voor meer wapens dan de kolonel nodig heeft. De wa pens worden verscheept naar het Afrikaanse land, waar grenscon trole weinig om het lijf heeft". „Tegelijkertijd heeft de illegale wapenhandelaar contacten met mensen, die de te veel bestelde wa pens willen kopen. Door activitei ten van smokkelaars duiken die wapens elders in de wereld illegaal op", vertelt de commissaris. Met dergelijke transacties zijn vaak grote bedragen gemoeid. In omloop Veel illegale wapens, zegt commis saris De Gooyer verder, komen in omloop door zogenaamde ongeluk jes tijdens het transport. Er waaien wel eens vrachtdocumen ten van boord of er wordt een kist uit een grote partij Uzi's, die door Israël bijvoorbeeld aan het Neder landse leger wordt geleverd, stie- kum óp de kade gelost. De kist wordt dan als vermist opgegeven. Een zeer klein percentage illegale wapens wordt gestolen van parti culieren (die een vergunning heb ben) of uit legerdepots, meent com missaris De Gooyer. „Wij weten aan de hand van de foto's, dat een van de kapers in het consulaat ge wapend is met een Uzi en we weten ook, dat een aantal van deze wa pens uit legerplaatsen is ont vreemd. Wat we niet zeker weten is, of de Uzi van de kaper er één van is." Commissaris De Gooijer is zeer be slist als hij zegt dat er in Nederland slechts een handvol handelaren zich in het groot met de wapenhan del bezighoudt. „Die paar werken bovendien nog strikt individueel, zodat je bepaald niet kunt spreken van georganiseerde misdaad of maffia-achtige praktijken." Verbeteren Om de controle op het illegale wa penbezit en de wapenhandel te verbeteren is in 1970, na de gijze lingsactie van Zuidmolukkers in Wassenaar, de Landelijke Vuur wapencentrale bij de Centrale Re cherche Informatie Dienst opge richt. Sinds die tijd heeft elke poli- tie-eenheid één of meer recher cheurs, belast met de opsporing van illegale vuurwapens. Uit de rapporten van deze politieambte naren wordt elke drie maanden een verslag gemaakt. Daarnaast vinden regelmatig bijeenkomsten plaats waarop de situatie en de controle worden besproken. Hoewel de controle sinds 1970 is verbeterd, betekent dit niet dat hij ook perfect is. Commissaris De Gooijer: „illegaliteit is nooit onder1 controle te krijgen; dat geldt niet: alleen voor vuurwapens maar voor alle andere criminele praktijken." „Controle is alleen waterdicht als naast elke burger een politieman staat en wie wil dat?" Commissaris De Gooijer vindt de wetgeving op het bezit van vuur wapens wel toereikend. Er zijn drie wetten: de Wapenwet, die wa pens op de openbare weg verbiedt of aan zeer moeilijk te verkrijgen vergunningen verbindt, en de Wet Ongewenste Handwapenen (stillet- to's, spuitbussen, boksbeugels en ploertendoders). Voldoet niet Alleen de Vuurwapenwet voldoet volgens commissaris De Gooijer thans niet meer geheel aan de ei sen. Door de huidige techniek is het tamelijk eenvoudig om een vuurwapen uit de werkingssfeer van de wet te halen. Nu is het bezit van speelgoedwa pens verboden als ze gebruikt wor den voor bijvoorbeeld intimidatie of afschrikking, terwijl aan de an dere kant het bezit van onbruikba re wapens wel geoorloofd is. „Ons probleem nu is, dat op dewa- penmarkt Ónder meer van de kant van olielanden en de ontwikke lingslanden veel vraag is naar de allermodernste vuurwapens, waardoor de iets verouderde mo dellen onverkoopbaar zijn. De wa penfabrikanten willen de voorra den afstoten door ze, onbruikbaar gemaakt, aan verzamelaars te ver kopen." „Echter", aldus commissa ris De Gooijer, „door de snelheid waarmee de wapenfabrikanten van Het verouderde wapentuig af willen, zijn de wapens zo slecht on bruikbaar gemaakt, dat het bezit ervan strafbaar wordt." oor Riet Diemer LVERSUM Walter van der Kamp durft er gerust voor uit te £men, dat hem bij „Van oude mensen, de dingen die voorbij- lan" een televisieregistratie „de BBC waardig" voor ogen heeft, ïstaan. „Je komt tot kwaliteit omdat je daartoe gedwongen jordt door de buitenlandse gefilmde series. Die zijn zo ontzet- bd goed verzorgd in alle opzichten, zelfs de rotste. Willen we flijven meedoen, dan moeten we gelijkwaardig zijn." Maandag- wond wordt het derde deel uitgezonden, op kerstavond 24 de- fember het vierde deel. ijn we in Nederland dan minder erfectionistisch en gooit de BBC lisschien ook hoger ogen doordat et doorsnee Engelse publiek veel leer in theater is geïnteresseerd an het Nederlandse? In het buitenland beschikken ze ver een uitgebreidere staf. Er is ïeer financiële armslag. Wij moe- in veel meer zelf doen en daarom ds i het bij ons een sport om het voor kaar te krijgen. Voor mezelf wijt >|jj} c het succes van de BBC ook aan jr et verschijnsel dat de achterban tee it de filmindustrie voortkomt. Er 'orden niet zoveel Engelse films 13 emaakt, maar er is een filmindus- ie die veel vakmensen aflevert. In dan zijn er ontzettend goeie i/aichrijvers, die samen het tienvou- ige doen van wat wij maken. Ja, at de belangstelling voor theater ;h roter is, blijkt er uit dat bijna elk r t( ïeater zonder subsidie draait. Die ïstelling van het volk helpt zeker. >aarbij kan de BBC door de taal oed verkopen, soms naar meer an twintig landen. Wij zijn door rnze taal beperkt." De komst van een Forsythe Saga, leplendrik de Achtste, Onedin Line, tenpoem maar op, heeft Walter van □fier Kamp een aantal jaren geleden ,j.-p P een nieuw spoor gezet. „Wat ik probeer, is een genre te vinden dat rgens anders niet wordt gemaakt. En dan kom je bij hoogst indivi- luele schrijvers terecht als Coupe- us, Bordewijk en Elsschot. Dat [enre heb je niet in het buitenland, ranle kunt niets noemen dat er op ild. 'jkt. Daar ligt een gat in de markt. naVoordeel is, dat je met herkenbare jqfi Nederlanders te maken hebt. Wij ajn een raar volk en dat komt in die verhalen uit." mJPt kunt niet genoeg van Couperus ■'rijgen? l.Nou, nee hoor. „Van oude men den, de dingen die voorbijgaan", zouden we jaren geleden doen, ver voor de Stille Kracht. Maar toen kwam De Kleine Zielen (NCRV) en het leek ons niet zo geslaagd het te gelijk te doen. Omstandigheden bracht De Stille Kracht ertussen. Ik zie mezelf voorlopig niets meer van Couperus doen. Ik zou niet we ten wat." Als je het boek in handen hebt zie je het dan in beelden voor je? „Ja en zo gebeurt het niet, zo krijg je het nooit. Het gaat om een omge ving die je niet kunt overbrengen, 't Wordt altijd anders, meestal be ter. Mensen hebben ook andere ge zichten als je het boek leest." Bij de rollen van Paul Steenbergen als grootvader Takma en Caro van Eyck als grootmama Derckz heeft Van der Kamp aan geen anderen gedacht. Steenbergen was in het verleden maar een heel enkele keer te strikken voor televisie. „Paul Steenbergen is iemand, die altijd een vakkundige topprestatie af wil leveren, die vindt dat als hij iets doet daarvoor de voorwaarde aanwezig moet zijn. Zijn die er dan krijg je hem voor honderd pro cent." Het komt er bedachtzaam uit, alsof de acteur kritisch goed keurend om een hoekje staat mee 4e luisteren. „Datzelfde geldt voor Caro van Eyk. Want dat staat nooit in de krant, wat acteurs weigeren, soms pas nadat ze al gerepeteerd heb ben. Bij mij zijn ook wel rollen ge weigerd omdat ik met een twijfel achtige tekst kwam." Over het al gemeen is Van der Kamps erva ring, dat je de interesse van toneel spelers voor televisie kunt wikken als je ze een goed script kunt voor houden. „Wij leven nog in een land waar de camera op een toneelvoor stelling in een zaal wordt gezet en waar je de oren van het hoofd vlie gen dopr de schreeuwpartijen. Dat Regisseur Van der Kamp tijdens de opnamen van „Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan" Walter van der Kamp is een belediging van het vak van televisie-regie. Bij de camera moet je minder doen dan normaal. Het komt namelijk erger over dan het al is." „Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan" moet toch een moei lijk boek zijn om te bewerken. (Van der Kamp schreef ook de tekst voor de serie zelf.) „Ze zijn allemaal moeilijk. Omdat het tot de litteratuur wordt gere kend mag zo min mogelijk de visie van de schrijver wegvallen en ik wil ook niet werken met een vertel ler, al had ik bij Elsschot een com mentaar in de trant van 'Toen zij de volgende ochtend wakker wer den', maar het moet voor zichzelf spreken. Je maakt zoveel mogelijk gebruik van beschrijvende gege vens, maar tweederde schrijf je zelf, waarvan minimaal de helft aan dialogen." Van der Kamp ontving geen oplei ding in dit vak. „Ik heb het afgeke ken. Ik geloof niet in een opleiding van televisieschrijvers, omdat je elke avond op twee netten kunt zien aan elke buitenlandse serie hóe je het technisch moet doen. Grote schrijvers als Dostojewski, De Maupassant, Couperus, Els schot werden toch ook niet bege leid." Walter van der Kamp, hij is thans 49 jaar. Het toneel leerde hij ken nen in vier jaar volontairschap bij de Haagse Comedie. ,,'k Was niet goed genoeg en ging weg, want ik zag wel, dat ik nauwelijks de mid delmaat zou halen en dat vond ik niet de bedoeling van het leven. Toen werd ik natuurlijk journalist en daarna kwam ik bij toeval bij de televisie." Zijn perfectionisme blijkt zelfs uit het noemen van de periode die hij bij de AVRO werkt: 21 jaar en een half. Begonnen in de vroege middeleeuwen van de vaderlandse televisie maakte hij amusements programma's, documentaires en journaültjes. Na een jaar bleef hij drama doen, vooral thrillers en blijspelen. Nederland kent eigenlijk maar een paar bekwame televisieregis seurs. Hoe komt dat? ,,'t Is een moeilijk vak" is het laco nieke antwoord. „Wij hebben vroe ger uitgebreid de kans gehad fou ten te maken en dat hebben de jon geren niet. Maar ze hebben het voordeel, dat ze de resultaten van al die experimenten kunnen zien. Dit even terzijde, de Nederlandse filmindustrie gaat altijd de mist in door slechte tekst. Als je het inter nationaal ziet stelt de Nederlandse Walter van de Kamp streeft naar ,BBC-waardig' speelfilm niets voor, terwijl wij ik zeg met opzet ,wij' in de TV- series een paar maal het peil van de beste dramatische produkties van het buitenland hebben geëve naard met Merijntje Gijzen, Een mens van goede wil en mezelf kan ik niet noemen." Het afgelopen seizoen en daarvoor beleefde het Nederlandse televi siedrama een dieptepunt. Hoe er vaart hij dat? Hij waarschuwt van tevoren geen namen te willen noemen. „Als er iets slecht is brengt het het televi sie-drama als totaliteit schade toe, iets dat goed is inspireert. Als een serie afgaat gaat het Nederlandse televisiedrama af en niet alleen één man." Ook persoonlijk vindt hij het een onplezierige zaak. „Het stimuleert mij meer iets goeds te zien, dan iets anders. Vandaar dat ik het prettig vind als collega ie mand van het formaat van John van de Rest te hebben.' Northern Lights Southern Cross (Capitol ST-11440) is eigenlijk de eerste „echte" Band-elpee sinds een jaar of p vier. Na Cahoots, uitgebracht in de herfst van '71, was The Band weliswaar regelmatig actief aan i het platenfront, maar de produkties betroffen ofwel een „restatement" van ouder wérk (Rock of Ages, een van de beste „live"-elpees aller tijden), ofwel een hommage aan het roek- verleden (Moondog Matinee). terwijl ook het nodige materiaal, ontstaan uit de samenwerking met Bob Dylan* aan de markt werd pri j sgegeven (Planet Waves, Before The Flood, de „officiële^ versie van The Basement Tapes). Een opgewekte groep is The Band nooit geweest De elpee Cahoots noteert uit en te na de vermeende uitzichtloosheid van het menselijk bestaan alsmede het onvermogen een en ander ten goede te doen keren. Eerder werk legt zwaar het accent bij een idealistische schijn oplossing, waar het zich vertwijfeld staande tracht te houden bij een geromantiseerd verleden, dat in brede, donkerb ruin-nostalgische tinten geschilderd wordt: platenrecensies in die tijd zijn onveranderlijk doorspekt met zulke termen als knappend houtvuur, warme anijsmelk, ruwhouten tafels, gesprekken van oude mannen over Het Wezen Der Dingen etc. De vier jaar, die er sedert het verschijnen van Cahoots verstreken zijn, hebben het pessimisme van Robbie Robertson, de belangrijkste componist van de groep, er niet minder op doen worden. Dat wordt met het eerste nummer van Northern Lights, Forbidden Fruit, al meteen duidelijk, waar het handelt over het problematische van het bestaan en Robertsonop zoek naar een verklaring uitkomt op een vaag soort evolutionaire onvermijdelijkheid eerder dan een persoonlijk onaangepast zij nHet „noodlot" treft eenieder, arm of rijk, zoals in respectievelijk Rags And Bones en Hobo Jungle op uiterst schrijnende wijze wordt uiteengezet. Een uitweg is ook nu niet echt voorhanden, incidentele privé-oplossingen bieden hooguit tijdelijk soelaas, we zullen dit allemaal noodgedwongen moeten doormaken. Intussen is de toekomst slechts aanwezig als een levensgrote dreiging. De muziek van Northern Lights drukt het onheilspellende van Robertsons visie meer dan doeltreffend uit. In de orkestratie is een ruime plaats toebedacht aan het orgel van Garth Hudson, dat aanzwellend, waar nodig, en via variaties in klankkleur de beklemming alleen maar versterkt Anderzijds levert Richard Manuel vocaal ook weer zeer klagelijke bijdragen, terwijl felle gitaaraccenten de problematiek onderstrepen. Northern Lights is zo, hoe men Robertsons filosofie ook moge beoordelen, een zeer indringend stuk muziek, een onweerswolk die elk moment tot ontlading kan komen. Vragen omtrent de Zin Van Het Leven zijn anderzijds ook present op Numbers (Island 89 680 GT), waarmee Cat Stevens weer eens van zich doet horen, na geruime tijd door allerhande persoonlijke problemen uitgeschakeld te zijn geweest. Voorzover Stevens er al uitkomt, zijn de antwoorden, de suggesties in de richting van een oplossing, ook hiervoor kritiek vatbaar. We zullen daar echter niet verder op ingaan, filosofische debatten kunnen elders beter aan bod komen. Belangrijker voor het moment is de muzikale verwerking van een en ander, en daar blijkt CS toch nog niet op zijn oude peil. De doeltreffende melodische lijnen, die eerder werk regelmatig kenmerkten, zijn ingewisseld voor een aanpak, waarin goede bedoelingen in een teveel aan verfraaiingen tenondergaan. Numbers lijdt onder een wildgroei van effecten, die de toch al vrij wazige boodschap qua ontvangst nog verder blokkeert. Tot slot enige „live"- produkties. Michael Chapman trok naar,Hamburg om daar een uitstekende half- akoestische-half-elektrische Pleasures Of The Street op te nemen, terwijl Live! het reggae- fenomaen Bob Marley aan het werk laat horen in het Londense Lyceum. Naar mijn smaak gebeurt er iets te weinig op deze plaat, maar gezellig is het daar allemaal hoorbaar wel. En daar gaat het toch om, nietwaar...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 15