„Tante Bets" schrijft
haar oorlogsmemoires
Ken en Koos van de
K&KCuisine
Uw probleem ook het onze
Kreupelrijm
voor Nairobi
MAANDAG 1 DECEMBER 1975
"Je leven is pas waardevol als je iets voor anderen over hebt"
MEVROUW VAN DER BURG-VAN LENT
tikken met één vinger
door Mink van Rijsdijk
Op deze maandagmorgen zal ik geheel de.draad kwijt zijn.
Wakker wordende zal ik denken, hee, waar is mijn draad?
Verdwenen foetsie weg. Een acute aanval van een
jaloers hart heeft deze desolate situatie veroorzaakt.
Want wat gaat u in de komende dagen doen? Surprises
maken, dichten, inkopen doen en lekker geheimzinnig we
zen. Vorig jaar, toen ik zoals altijd tijdens de Sintweek in
tijd- en geldnood raakte, dacht ik driest: volgend jaar ver
tik ik het, dan doe ik er gewoon niet aan. En zie het
kwaad straft zichzelf, want deze keer kan ik er niet mee
bezig zijn. Leeg is dat en bar ongezellig. Al te zielig ben ik
nou ook weer niet, want het aanwezig zijn op de Vijfde
Assemblee van de Wereldraad van Kerken is ook wel iets.
Maar toch, ineens zie je dan thuis met kamers waar je niet
in mag, herinner je je hoe scharen en plakband spoorloos
waren, juist als je die dingen zelf nodig had. Dat lijkt dan
achteraf allemaal verschrikkelijk fijn. En tegen de tijd dat
je aan de gevulde speculaas toe bent, die een goede vrien
din ieder jaar bakt nou dan ben je de draad echt defini
tief kwijt.
Zo, dat weet u dan. Ik was jaloers, ma^r na deze biecht
voël ik me weer kiplekker. Hoe is het weer in Holland?
Koud zeker? Ik trek fijn een zomerjurk aan, pakt u maar
een wollen sjaal als u straks met de verlanglijstjes op zak
te velde gaat. Maar een ding is wel erg mal als je niet hoeft
bezig te zijn met pakjesavond. Je zit zo gebakken in een
bepaalde jaarlijkse cyclus, dat je daar met de beste wil
niet vapaf kunt komen. Het is begin december en of je
wilt of niet, je gaat denken op rijm. Dat is niet te stuiten.
Zodoende. Heb het goed en wees maar blij en vergeef
deez' rijmelarij.
Ver weg, op de Vijfde Assemblee
pijpen Hollanders hun deuntje mee.
't Is niet louter lief gekeuvel
Want dokter Albert van de Heuvel
zorgt met de broeders uit zijn kerk
voor het hervormde vuur(ge)werk.
Wat zeg ik: broeders? Nee o nee
er gaan warempel zusters mee
en zelfs de synode president
lijkt daaraan al wat gewend.
Tassen leken en hooggeleerden
tref je ook drie gereformeerden,
behalve een prof en gewoon predikant
is er een vrouw'lijk afgezant:
Marja v. d. Veen, vrouw, moeder, dominee
Man en zonen mochten niet mee.
De tegen de vrouw in het ambters hopen
dat het daar thuis in de soep zal lopen.
Ook Lutheranen en remonstranten
mitsgaders and're protestanten
doen aan 't groot gebeuren mee
inclusief Marga Klompé.
Al bent u thuis, u kunt dóór wezen
door mee te leven, mee te lezen.
Hoort u de oecumene gonzen?
Of is 't alleen het angstig bonzen
van 't eigen kleine hart
om wie de koek en wie de gard?
Als dat zo is, dan: opgelet
straks komt professor Fiolet
hij geeft u billekoek en brommen
keeromme dus, keeromme
En wil bij koek en marsepein
een beetje in Nairobi zijn.
Ken en Koos naast een van hun specialiteiten
door Fred Lammers
UTRECHT Zij is nu 85 jaar,
maar bijna elke dag zit me
vrouw M. E. M. van der Burg-
Van Lent een paar uur achter
haar schrijfmachine aan de
huiskamertafel van haar wo
ning aan de Professor van
Bemmelenlaan 45 in Utrecht.
„Tante Bets", zoals velen haar
uit de jaren 1940-1945 kennen,
zet haar oorlogsherinneringen
op papier.
„Dat doe ik aan de hand van dag
boeknotities die ik héb gemaakt en
andere papieren herinneringen uit
die tijd. Het is een heel karwei,
Vooral als je in het typen niet zo be
dreven bent. Ik tik alles met één
vinger. Maar ik ga ermee door en
ben al een eind gevorderd," vertelt
ze, als ik op een novemberochtend
bij haar binnenstap.
Dat werken gebeurt niet in alle
rust. Verschillende familieleden,
evenals haar huisgenoot, vinden
het onzin dat zij op haar oude dag
„al die ouwe koeien uit de sloot
haalt". Plezierig vindt mevrouw
Van der Burg dat niet. „Gelukkig
ben ik mijn eigen baas. Ik sta nu
- vaak om een uur of zes op om on
gestoord te kunnen werken. Van al
dat gezeur moet ik niets hebben."
Hoe zij ertoe is gekomen, ruim der
tig jaar na de oorlog dit boek te
schrijven? Tante Bets, een vrien
delijke vrouw, gekleed in een don
kerbruine pantalon en een modieu
ze blouse, het grijze haar in een
soort vlecht om het hoofd, kijkt stil
voor zich uit en zegt dan: „Een
poos geleden vroeg een meneer in
Canada me wat belevenissen op
papier te zeggen, die hij wil ver
werken in een oorlogsboek. Ik ben
in de kasten gaan kijken en daar
kwamen de papieren waarnaar ik
jaren niet had omgezien tevoor
schijn. Ik ben erin gaan lezen en
tot de conclusie gekomen dat het
nuttig kan zijn wat ik allemaal heb
meegemaakt eens te ordenen. Mijn
dochter in Amerika heeft me aan
gemoedigd. Ze heeft me geschre
ven dat ik die meneer in Canada
best wat kan sturen, maar dat ik
beter zelf alles kan opschrijven en
naar een uitgever brengen. Direct
na de oorlog heb ik ook een plan in
die richting gehad. Ik had al een
uitgever. Er is toen niets van geko
men, omdat ik zelf vijfhonderd
gulden moest bijdragen in de kos
ten. En dat geld had ik niet."
Mevrouw Van der Burg heeft er
geen behoefte aan de rol van een
heldin te spelen. „Ik schrijf mijn
boek omdat het geen kwaad kan
de mensen er regelmatig aan te
herinneren dat je dankbaar moet
zijn in vrijheid te kunnen leven.
Veel jonge mensen beseffen nau
welijks wat er in de bezettingstijd
is gebeurd."
Kortste weg
Wat oorlog betekent, daarmee
werd mevrouw Van der Burg ook
pas in mei 1940 geconfronteerd,
toen de Duitsers over de grens
kwamen. „Mijn man en ik hadden
een grote bontzaak aan het Oud
kerkhof.- We deden regelmatig za
ken met Duitsers. We waren be
paald niet anti-Duits. Regelmatig
gingen we naar Duitsland op za
kenreis. Zes weken voordat de oor
log uitbrak ontmoetten we in Leip
zig een officier, die tegen ons zei:
,De kortste weg naar Engeland is
via Holland. Over zes weken kom
ik een kopje koffie bij u drinken'.
Ik geloofde er niets van en zei la
chend: ,Dat lukt jullie toch niet.
Als jullie komen, zetten we alles
onder water'. Toen ik het verhaal,
thuisgekomen, in de zaak vertelde,
keek men mij ongelovig aan.
In mei 1940 herinnerden velen zich
Vraag: Een jonge Oostenrijkse
vriend zou meer over Karl Marx
willen weten. Hij is van katholie
ken huize en heeft praktisch géén
politieke scholing. Waar moet hij
beginnen?
Antwoord: Dat wordt een naden-
kertje: uw vriend zou in een grote
bibliotheek, waar ook Duitse ency
clopedieën zijn eens rustig een
paar algemene artikelen over Karl
Marx moeten lezen. Achteraan
staat altijd een uitgebreide litera
tuuropgave en veel van die boeken
kan hij in diezelfde bibliotheek
vinden. En dan maar bij het begin
beginnen, bij de zg. Frühschrifte,
die zeer belangrijk zijn voor het
begrijpen van de gedachtengang.
U moet uw vriend een beetje hel
pen bij het zoeken. Er zijn in het
Nederlands heel wat bruikbare
„beginboekjes" (W. Banning. B.
Delfgaauw, L. van Bladel, Isaiah
Berlin). Uit al deze boekjes zijn ti
tels van Duitse werken te peuren.
Vraag: In mijn planten krioelt het
ineens van springende witte bees
tjes. Wat zijn dat voor diertjes en
moet ik nu de aangetaste planten
meteen wegdoen?
mijn uitspraak. Ze vonden het ge
loof ik nogal verdacht. In de eerste
oorlogsdagen kregen we al huis
zoeking. Iemand had het gerucht
rondgestrooid dat bij ons vijftien
kisten munitie naar binnen waren
gedragen. Die verhalen zijn lang
blijven nawerken. Als later men
sen mijn hulp inriepen, deden ze
vaak een beetje geheimzinnig.
Ik zag'ze denken: ben je wel te ver
trouwen?"
Gesneuvelden
Over de eerste oorlogsweken ver
telt mevrouw Van der Burg nog:
„Ik maakte me grote zorgen over
mijn moeder die in Wageningen
woonde. Een dag na de capitulatie
vond ik een taxichauffeur die me
naar haar toe wilde brengen. We
kwamen langs de Grebbeberg. Wat
ik daar heb gezien zal ik mijn hele
leven niet meer vergeten. Overal
lagen gesneuvelde militairen, soms
met het geweer nog in de hand. We
zijn uitgestapt en hebben er wat
rondgelopen. Die dag heb ik zoveel
leed gezien dat ik het militarisme
sindsdien verafschuw."
Actief in het verzet kwam Tante
Bets nadat de Duitsers haar enige
zoon, die student was, arresteer
den. „Eerst wist ik niet eens waar
ze hem naar toe hadden gebracht.
Ik ben overal gaan vragen en ten
slotte vertelde een Duitser, die me
delijden met me had, dat Peter in
Den Haag zat. In drie weken ben ik
dertien keer naar Den Haag ge
weest om te proberen hem vrij te
krijgen, en dat lukte nadat ik een
grote mond had opgezet. Doör te
bluffen kon je in die tijd soms iets
bereiken. Achteraf heb ik vaak ge
dacht: waar heb je de moed van
daan gehaald? Het nieuws dat ik
mijn zoon uit handen van de Duit
sers had weten te redden, ging als
een lopend vüurtje door Utrecht.
Er kwamen allerlei mensen bij me,
die smeekten ook iets voor hun
gearresteerde familieleden te on
dernemen. En ik heb het gedaan,
waar ik er een kans toe zag. Mijn
man en ik weigerden voor de weer
macht te werken. Dat hield in dat
we onze bontzaak in 1942 moesten
sluiten. Daarmee kreeg ik tijd voor
allerlei andere activiteiten".
Mevrouw Van der Burg heeft er
nog plezier in als ze vertelt hoe ze
bij voorbeeld eens een groot aantal
Antwoord: De .witte vliegjes' tie
ren het best in een nauw aanslui
tende sierpot, waarin geen lucht-
circulatie is. Als het beslist nodig
is, die potten te gebruiken, leg dan
op de bodem een paar platte steen
tjes of iets dergelijks voor de venti
latie. Geef niet te veel water. Ver
volgens behandelen met een onge
vaarlijk middel op plantaardige
basis (drogist of winkel van tuinbe-
nodigdheden. Vraag eens naar py-
rethrum).
Vraag: Een paar maanden geleden
reed een bestuurder van een
Volkswagenbusje op de oprit van
een snelweg mijn wagen van ach
teren aan. Hij gaf volmondig toe
dat hij niet goed had opgelet en de
schade was gelukkig niet zo erg
groot. Hij smeekte mij geen werk
van de zaak te maken daar hem
dit zeer onvoordelig uit zou ko
men. Ik beloofde hem te melden,
hoe groot de schade was en na ont
vangst van zijn girostorting de
bon op te sturen of te vernietigen.
Niettegenstaande herhaalde vra
gen en aansporingen heb ik niets
meer van hem gehoord. Wat nu?
Antwoord: Beschouw uw schade
mannen hielp ontsnappen door
hen als vrouw te vermommen.
„Die mannen waren naar het oude
Tivoli in de Kruisstraat gebracht, i.
Kort voordat ze zouden vertrekken
om naar het kamp in Duitsland of
elders te gaan, mocht de familie af
scheid komen nemen. Ik ben er
ook naar toe gegaan, gehuld in een
dikke bontjas, die ik snel een van
de mannen liet aantrekken. Met
een bontmuts diep over de ogen
liep hij steunend op mijn arm en
snikkend als een oud moedertje
naar buiten, waar mijn man hem
opwachtte. Ik weer naar binnen,
waar de ceremonie zich herhaalde.
In het geroezemoes viel het niet op,
maar op het laatst kreeg een Duit
ser achterdocht. Hij schreeuwde:
Das schwarze Weib ist immer da."
Een andere keer wist mevrouw
Van der Burg, na enig overleg met
een mevrouw die in een huis woon
de waarvan de achtertuin aan Ti
voli grensde, een vluchtweg te
creëren voor vier gevangenen, en
op een dag haalde ze met een ge
leende Rode-Kruisband om, uit
wendig heel kalm, een man uit een
groep door de Duitsers aangehou
den stadgenoten op het moment
dat de mannen langs haar huis
werden gevoerd. „Je werd steeds
vindingrijker en ik kon niet weige
ren. Toen ze op een dag met vijf
Engelse piloten bij me kwamen,
was mijn eerste reactie: wat moet
ik daarmee beginnen, ik spreek
geen woord Engels. Ik heb er ech
ter meteen op laten volgen: Ik kan
niet eens tegen hen zeggen: maak
dat je wegkomt, dus laat ze maar
blijven."
Tante Bets zorgde voor valse per
soonsbewijzen. „Daarbij kreeg ik
hulp van deskundigen, zoals de ar
chitect Gerrit Rietveld. Maar ik
heb me nooit bij een verzetsorgani
satie aangesloten. Ik ben er nog
steeds van overtuigd dat ik door
het in mijn eentje te doen meer ge
daan heb weten te krijgen dan veel
van die organisaties."
Ondergronds blad
Op het Oudkerkhof ontstond ook
het enige ondergrondse blad dat in
brailleschrift is verschenen. „Het
heette .Mijn Schild ende Betrou-
we'. Mijn dochter maakte het. Zij
is erg goed in braille. Na de oorlog
hebben we nog een paar exempla-
rekening dan maar als leergeld,
want de man houdt zijn no-claim
en lacht u nog uit ook.
Vraag: Mijn brommer plaatste ik
op een parkeerplaats, maar toen
ik na een half uur terugkwam, lag
hij op de grond: Er was wel het
een en ander aan kapot. De stan
daard was in het zand weggezakt.
Kan ik mijn schade op de gemeen
te verhalen omdat het terrein niet
in orde was?
Antwoord: Als ter plaatse direct
procesverbaal was opgemaakt en
de schade ernstig genoeg zou zijn
om te procederen, had u het kun
nen proberen. Nu er enige weken
voorbij zijn, is actie te laat. Wie in
de buurt van duinen en strand
woont en in de zomer de grote hoe
veelheden weggezakte en omgeval
len fietsen en brommers ziet, ook
op de parkeerplaatsen, vraagt zich
af waarom de eigenaars ook u -
- zich niet in voldoende mate op de
hoogte stellen van de plaats waar
het kostbare eigendom geparkeerd
was.
Vraag: Wat staat op de grafsteen
van Frederik de rt»*t
Laatsteeieren
in horsd'oeuvres
vóórhaar jongens
ren aan dr De Jong kunnen geven,
die er veel prijs op stelde voor zijn
instituut. We hadden alleen de laat
ste uitgaven: het was veel te ge
vaarlijk ze lang in huis te houden."
Spoedig begon mevrouw Van der
Burg ook oorlogsslachtoffers, die
in het militair hospitaal aan de
Springweg werdén verpleegd, op
te zoeken. „Op den duur ging ik er
vier avonden per week naar toe,
want ik voelde zo mee met de jon
gens die daar werden verpleegd. In
het laatste oorlogsjaar, toen er
geen treiften meer reden, kregen ze
vrijwel geen bezoek meer van fa
milieleden. Ik heb veel met hen ge
praat en van velen heb ik de hand
vastgehouden als ze hun ogen
voorgoed sloten. Ik kan het haast
niet met droge ogen vertellen, als
ik daaraan terugdenk."
Tante Bets bracht ook eten naar
„haar jongens". Regelmatig kwam
ze met heerlijke zelfgemaakte hors
d'oeuvres aandragen. „Vaak stop
te ik er de laatste eieren die ik in
huis had in, maar wonderlijk, er
kwam dan dikwijls kort erna een
boer of iemand anders naar me toe
om te vragen of ik soms nog wat
eieren kon gebruiken. Ik ben hele
maal niet ,fijn\ maar in de oorlog
ben ik tot de overtuiging gekomen
dat er een hogere macht is die alles
bestuurt."
Huiszoeking
„Ik ben vaak door het oog van de
naald gekropen. Als ik denk aan
die keer toen ze huiszoeking kwa
men doen en een officier op onze
slaapkamer een grote zak vond die
vol zat met boekenleggers in de na
tionale kleuren met een oranje W
en een kroon erop, die waren ge
maakt door oorlogsslachtoffers en
werden verkocht om deze mensen
.financieel te helpen. Het was een
zak die wij eens uit Duitsland had
den meegenomen. Er stond in gro
te letters in het Duits op dat het een
zak was voor wasgoed. Dat zag die
officier en hij gooide het ding in
een hoek, zonder erin te kijken."
Na de oorlog was Tante Bets nog
jaren actief met het organiseren
van Sinterklaasfeesten voor kinde
ren van oorlogsslachtoffers en di
strictscommissaris van Moveo,
„Meer ontspanning voor ernstige
oorlogsinvaliden". Het na-oorlogse
Nederland is echter „een grote des
illusie" voor haar geworden.
„Soms heb ik me wel eens afge
vraagd waarvoor ik mijn leven zo
vaak in de waagschaal heb gesteld.
Toch geloof ik, dat ik het weer zou
doen als de omstandigheden er
naar waren. Het zit nu eenmaal in
me, mensen te helpen. Dat heeft
moeder me geleerd. Ik ben opge
groeid in een arbeiderswijk. Daar
was het vroeger zo, dat velen zo
mers werk hadden maar in de win
ter maar moesten zien rond te ko
men. Als meisje van tien werd ik er
al op uitgestuurd om bejaarden be
hulpzaam te zijn. Ik heb er nooit
spijt van gehad. Je leven is pas dan
waardevol als je iets voor anderen
over hebt. Je hebt dan aan het eind
de voldoening je leven goed te heb
ben besteed." Hoe Tante Bets heeft
geholpen, daarvan getuigen de
brieven in haar plakboeken. „Ter
herinnering aan uw dankbare
neef" en „God zelf heeft u op mijn
weg geplaatst" lees ik, een boek
doorbladerend. Het doet Tante
Bets opmerken: „De oorlog is, hoe
vreemd het misschien ook klinkt,
de mooiste tijd van mijn leven ge
weest, omdat ik toen alleen voor
anderen heb geleefd."
Vragen (één per blief) zenden
naar: Uw probleem ook het onze,
Postbus 507, Voorburg. Naam en
adres vermelden Eén gulden aan
postzegels bijsluiten. Geheimhou
ding is verzekerd.
iets moeten zijn in verband met
een hond.
Antwoord: In de bibliotheken van
verschillende ambassades heeft
men naarstig gezocht en wijzelf
zijn ook een heel weekeinde bezig
geweest met boeken over Frederik
de Grote. Over een grafteken ech
ter niets. Men heeft in de oorlogsja
ren en na de verdeling van Duits
land wel een beetje met de over
blijfselen rondgereisd, maar tegen
woordig ligt Frederik* weer naast
zijn vader te Potsdam.
Men kan zich voorstellen, dat de
koning het geen aangename ge
dachte vond, na zijn dood te moe
ten liggen naast de vader, die hij
gehaat heeft van zijn vroegste
jeugd. Hij heeft wél gezegd, dat hij
liever naast zijn hond Biche begra
ven zou willen worden op een ter
ras van Sans Soucis dan in een ko-
doorAnnemarie Lücker
De dagen van het bedenken en
het koken van lekker eten zijn
weer aangebroken. Met een
aantal gasten in het
vooruitzicht zal menigeen zich
afvragen hoe alles weer op tijd
voor elkaar te krijgen.
Aandacht voor de gasten,
aandacht voor de kokerij ep
aandacht voor zichzelf, want
verhitte gezichten, piekerige
haren en verkreukelde
schorten passen bepaald niet
bij een feestelijk maal.
Wij zijn een degelijk volkje, wij
doen het allemaal zelf. De
Engelsen zijn veel makkelijker, die
huren gewoon iemand in zo'n
geval. Iemand die alle ingrediënten
koopt, dé maaltijden bereidt, en
die zorgt dat alles op rolletjes
loopt. De Fransen kennen de
Traiteur, een soort
delicatessenwinkel, waar men
volledige diners uitzoekt en
ingepakt mee naar huis kan
nemen. Wat is er prettiger dan gast
in je eigen huis te zijn?
De gewoonte om zakenrelaties en
belangrijke gasten mee uit eten te
nemen wordt ook in Nederland
steeds groter. Kinderen, een baan
en schaarse huishoudelijke hulp
maken dat het geven van een
„diner" een torenhoge
krachtsinspanning wordt.
Ken Chow en Koos Vercouteren,
beiden negenentwintig, hebben dit
begrepen en ze zijn er wat je noemt
ingedoken. Ken is half Chinees,
half Engels en hij woont sinds twee
jaar in Amsterdam, In Londen
werkte hij als manusje van alles in
verschillende restaurants, op het
ogenblik heeft hij een baan bij de
KLM waar hij bij de
voedselvoorziening van de
vliegtuigen werkt. Hij kookt graag
thieke mensen om zich heen. Dat is
alles.
Vraag: Wilt u nog eens het adres
voor de gebruikte brillen noemen?
Antwoord: Bij het centrale verza
melpunt de Memisa, waarheen ook
Oegstgeest en het contactpunt te
IJzendijke de brillen stuurden, kan
men de overvloed niet meer aan.
Gelieve niets meer te sturen.
De brillen worden eerst gekeurd
op de kwaliteit van het montuur. Is
die slecht, dan gaan die brillen er
het eerst uit. Verder moeten ze
schoongemaakt en stuk voor stuk
bekeken worden op krasjes van de
glazen. Dan nagemeten door een
paar opticiens. Tenslotte soort bij
soort verpakt voor de verzending.
Dit alles kost heel veel. Zending en
missie hebben meer aan geld om
per vliegtuig het nodige van een
optische fabriek te laten komen.
Jammer, want het was een prettige
gedachte dat een ander nog iets
had aan die peperdure dingen.
Vriendelijk verzoek van missie en
zending: Spaar slechts dat en stuur
slechts dat naar de aangegeven
plaatsen, wat speciaal wordt ge
vraagd en neem zelfs bij de best
bedoelde en origineelste verzamel
methode eerst contact op met uw
eigen zendings- of missie-instantie.
Nóg een erfdochter: Na ons ro
mantische verhaal over Guido en
en wel zeer uitgebreid voor
vrienden en vrienden van
vrienden, soms is hij dagen van
tevoren bezig. Bij de samenstelling
en het ontwerpen van de schotels
wordt niets aan het toeval
overgelaten, kwalitatief gebruikt
hij uitsluitend het beste van het
beste.
Zijn vriend Koos, die nu aan zijn
laatste jaar Bouwkunde in Delft
bezig is, helpt hem vaak. Uit deze
samenwerking is de K&K Cuisine
ontstaan. Ze stelden een boekwerk
samen met fraaie kleurenfoto's
van een tiental schotels met bijna
even fraaie namen.
Zo is er „Homard Suprème
Linda", waar de kreeft als een
hoorn des overvloeds prijkt als
middenstuk, waaromheen de
zorgvuldig schoongemaakte en
gepelde kreeftdelen versierd en
gegarneerd zijn gerangschikt.
Voor het opbouwen van de
Kunigonde van Doorwerth kregen
we nóg een reactie: Rond 1555
trouwde Walravia van Voorst, erf
dochter van de Doorwerth met
Daan Schellard van Obbendorf.
Wij vermoeden dat het aantal erf
dochters niet beperkt is gebleven
tot deze beide dames.
Vraag: Waar haalde Napoleon al
zijn voorraden, wapens, unifor
men, wapens enz. vandaan? Waar
waren zijn eigen fabrieken en
werkplaatsen? Bestaat hier litera
tuur over en kan u me hierover in
lichten?
Antwoord: Gaarne verwijzen wij u
naar de Bibliotheek van het Kon.
Ned. Legermuseum. „Generaal
Hoefer", Pesthuislaan 7 te Leiden
(071-1234241), openingsuren elke
werkdag 9-17 uur. Er zijn daar
meer dan 2000 grote en kleine wer
ken over Napoleon en de door u ge
noemde onderwerpen zijn volgens
de bibliothecaris daarin stellig be
handeld. Napoleon gedroeg zich
overigens niet anders dan elke ver
overaar: wat hij kon gebruiken
voor zijn eigen oorlogsindustrie
werd direct naar Frankrijk wegge
voerd.
Reacties over het gedenkteken op
de Moerdijkbrug: Het gedenkte
schotels worden uitsluitend
eetbare bestanddelen gebruikt.
Er is een schitterende openings- of
snackschotel, die terecht de
„Croutons Show" heet. Verder kan
men kiezen uit zalm, gerookte
forel, paté de foie gras en uit ham.
De prijzen variëren Van vijftien
gulden tot veertig gulden per
persoon per schotel. Een
kaasschotel kost 6.50 per persoon
en een dessert 7.15. Bestellingen
gaan van minimaal tien tot
maximaal honderd personen.
Desgewenst komen Ken en Koos
bij u thuis en zorgen behalve voor
de schotels ook voor de aankleding
en de bediening, zodat de
gastvrouw net zo ontspannen kan
genieten van de avond als haar
gasten.
K&K Cuisine is bereikbaar bij
Koos Vercouteren, Jacob
Marisstraat 3, in Amsterdam.
Telefoon 020-171396.
ken staat zeer beslist niet op de
spoorbrug, maar op de verkeers-
brug. Aan het begin (komende van
Dordrecht) ziet men srechts een
kleine plaqette, voorstellende de
oude veerpont, „het strijkijzer".
Deze plaat is een poosje wegge
weest, maar nu hersteld en schoon
gemaakt weer op de oude plaats.
Het grote gedenkteken in het mid
den, tussen de 5de en 6de boog ook
rechts, voorstellende een vrouwen
figuur, het symbool van verenigd
Noord- en Zuid-Nederland, werd
door Koningin Wilhelmina in 1934
onthuld. Tijdelijk is dit gedenkte
ken verwijderd. Als de bogen op
die plaats weer geheel op gelijk ni
veau zijn gebracht (u weet dat bij
gedeelten de brug veranderd
wordt) komt het op dezelfde plaats
terug. Hartelijk dank voor alle
brieven en kaarten.
Vraag: Onze gepolijste marmeren
tafel vertoont steeds doffe plekken
als er iets op wordt gemorst. Hoe.
onderhouden we die?
Antwoord: Goed schoonmaken en
als alles werkelijk droog is in de
goede was zetten. Dit kan men met
een kurk doen. Flink uitwrijven'
alsof men een houten tafel onder
handen heeft. Verder onderzetters
gebruiken en bij geknoei opnieuw
in de was zetten.