„Tante Bets" schrijft haar oorlogsmemoires Ken en Koos van de K&KCuisine Uw probleem ook het onze Kreupelrijm voor Nairobi MAANDAG 1 DECEMBER 1975 "Je leven is pas waardevol als je iets voor anderen over hebt" MEVROUW VAN DER BURG-VAN LENT tikken met één vinger door Mink van Rijsdijk Op deze maandagmorgen zal ik geheel de.draad kwijt zijn. Wakker wordende zal ik denken, hee, waar is mijn draad? Verdwenen foetsie weg. Een acute aanval van een jaloers hart heeft deze desolate situatie veroorzaakt. Want wat gaat u in de komende dagen doen? Surprises maken, dichten, inkopen doen en lekker geheimzinnig we zen. Vorig jaar, toen ik zoals altijd tijdens de Sintweek in tijd- en geldnood raakte, dacht ik driest: volgend jaar ver tik ik het, dan doe ik er gewoon niet aan. En zie het kwaad straft zichzelf, want deze keer kan ik er niet mee bezig zijn. Leeg is dat en bar ongezellig. Al te zielig ben ik nou ook weer niet, want het aanwezig zijn op de Vijfde Assemblee van de Wereldraad van Kerken is ook wel iets. Maar toch, ineens zie je dan thuis met kamers waar je niet in mag, herinner je je hoe scharen en plakband spoorloos waren, juist als je die dingen zelf nodig had. Dat lijkt dan achteraf allemaal verschrikkelijk fijn. En tegen de tijd dat je aan de gevulde speculaas toe bent, die een goede vrien din ieder jaar bakt nou dan ben je de draad echt defini tief kwijt. Zo, dat weet u dan. Ik was jaloers, ma^r na deze biecht voël ik me weer kiplekker. Hoe is het weer in Holland? Koud zeker? Ik trek fijn een zomerjurk aan, pakt u maar een wollen sjaal als u straks met de verlanglijstjes op zak te velde gaat. Maar een ding is wel erg mal als je niet hoeft bezig te zijn met pakjesavond. Je zit zo gebakken in een bepaalde jaarlijkse cyclus, dat je daar met de beste wil niet vapaf kunt komen. Het is begin december en of je wilt of niet, je gaat denken op rijm. Dat is niet te stuiten. Zodoende. Heb het goed en wees maar blij en vergeef deez' rijmelarij. Ver weg, op de Vijfde Assemblee pijpen Hollanders hun deuntje mee. 't Is niet louter lief gekeuvel Want dokter Albert van de Heuvel zorgt met de broeders uit zijn kerk voor het hervormde vuur(ge)werk. Wat zeg ik: broeders? Nee o nee er gaan warempel zusters mee en zelfs de synode president lijkt daaraan al wat gewend. Tassen leken en hooggeleerden tref je ook drie gereformeerden, behalve een prof en gewoon predikant is er een vrouw'lijk afgezant: Marja v. d. Veen, vrouw, moeder, dominee Man en zonen mochten niet mee. De tegen de vrouw in het ambters hopen dat het daar thuis in de soep zal lopen. Ook Lutheranen en remonstranten mitsgaders and're protestanten doen aan 't groot gebeuren mee inclusief Marga Klompé. Al bent u thuis, u kunt dóór wezen door mee te leven, mee te lezen. Hoort u de oecumene gonzen? Of is 't alleen het angstig bonzen van 't eigen kleine hart om wie de koek en wie de gard? Als dat zo is, dan: opgelet straks komt professor Fiolet hij geeft u billekoek en brommen keeromme dus, keeromme En wil bij koek en marsepein een beetje in Nairobi zijn. Ken en Koos naast een van hun specialiteiten door Fred Lammers UTRECHT Zij is nu 85 jaar, maar bijna elke dag zit me vrouw M. E. M. van der Burg- Van Lent een paar uur achter haar schrijfmachine aan de huiskamertafel van haar wo ning aan de Professor van Bemmelenlaan 45 in Utrecht. „Tante Bets", zoals velen haar uit de jaren 1940-1945 kennen, zet haar oorlogsherinneringen op papier. „Dat doe ik aan de hand van dag boeknotities die ik héb gemaakt en andere papieren herinneringen uit die tijd. Het is een heel karwei, Vooral als je in het typen niet zo be dreven bent. Ik tik alles met één vinger. Maar ik ga ermee door en ben al een eind gevorderd," vertelt ze, als ik op een novemberochtend bij haar binnenstap. Dat werken gebeurt niet in alle rust. Verschillende familieleden, evenals haar huisgenoot, vinden het onzin dat zij op haar oude dag „al die ouwe koeien uit de sloot haalt". Plezierig vindt mevrouw Van der Burg dat niet. „Gelukkig ben ik mijn eigen baas. Ik sta nu - vaak om een uur of zes op om on gestoord te kunnen werken. Van al dat gezeur moet ik niets hebben." Hoe zij ertoe is gekomen, ruim der tig jaar na de oorlog dit boek te schrijven? Tante Bets, een vrien delijke vrouw, gekleed in een don kerbruine pantalon en een modieu ze blouse, het grijze haar in een soort vlecht om het hoofd, kijkt stil voor zich uit en zegt dan: „Een poos geleden vroeg een meneer in Canada me wat belevenissen op papier te zeggen, die hij wil ver werken in een oorlogsboek. Ik ben in de kasten gaan kijken en daar kwamen de papieren waarnaar ik jaren niet had omgezien tevoor schijn. Ik ben erin gaan lezen en tot de conclusie gekomen dat het nuttig kan zijn wat ik allemaal heb meegemaakt eens te ordenen. Mijn dochter in Amerika heeft me aan gemoedigd. Ze heeft me geschre ven dat ik die meneer in Canada best wat kan sturen, maar dat ik beter zelf alles kan opschrijven en naar een uitgever brengen. Direct na de oorlog heb ik ook een plan in die richting gehad. Ik had al een uitgever. Er is toen niets van geko men, omdat ik zelf vijfhonderd gulden moest bijdragen in de kos ten. En dat geld had ik niet." Mevrouw Van der Burg heeft er geen behoefte aan de rol van een heldin te spelen. „Ik schrijf mijn boek omdat het geen kwaad kan de mensen er regelmatig aan te herinneren dat je dankbaar moet zijn in vrijheid te kunnen leven. Veel jonge mensen beseffen nau welijks wat er in de bezettingstijd is gebeurd." Kortste weg Wat oorlog betekent, daarmee werd mevrouw Van der Burg ook pas in mei 1940 geconfronteerd, toen de Duitsers over de grens kwamen. „Mijn man en ik hadden een grote bontzaak aan het Oud kerkhof.- We deden regelmatig za ken met Duitsers. We waren be paald niet anti-Duits. Regelmatig gingen we naar Duitsland op za kenreis. Zes weken voordat de oor log uitbrak ontmoetten we in Leip zig een officier, die tegen ons zei: ,De kortste weg naar Engeland is via Holland. Over zes weken kom ik een kopje koffie bij u drinken'. Ik geloofde er niets van en zei la chend: ,Dat lukt jullie toch niet. Als jullie komen, zetten we alles onder water'. Toen ik het verhaal, thuisgekomen, in de zaak vertelde, keek men mij ongelovig aan. In mei 1940 herinnerden velen zich Vraag: Een jonge Oostenrijkse vriend zou meer over Karl Marx willen weten. Hij is van katholie ken huize en heeft praktisch géén politieke scholing. Waar moet hij beginnen? Antwoord: Dat wordt een naden- kertje: uw vriend zou in een grote bibliotheek, waar ook Duitse ency clopedieën zijn eens rustig een paar algemene artikelen over Karl Marx moeten lezen. Achteraan staat altijd een uitgebreide litera tuuropgave en veel van die boeken kan hij in diezelfde bibliotheek vinden. En dan maar bij het begin beginnen, bij de zg. Frühschrifte, die zeer belangrijk zijn voor het begrijpen van de gedachtengang. U moet uw vriend een beetje hel pen bij het zoeken. Er zijn in het Nederlands heel wat bruikbare „beginboekjes" (W. Banning. B. Delfgaauw, L. van Bladel, Isaiah Berlin). Uit al deze boekjes zijn ti tels van Duitse werken te peuren. Vraag: In mijn planten krioelt het ineens van springende witte bees tjes. Wat zijn dat voor diertjes en moet ik nu de aangetaste planten meteen wegdoen? mijn uitspraak. Ze vonden het ge loof ik nogal verdacht. In de eerste oorlogsdagen kregen we al huis zoeking. Iemand had het gerucht rondgestrooid dat bij ons vijftien kisten munitie naar binnen waren gedragen. Die verhalen zijn lang blijven nawerken. Als later men sen mijn hulp inriepen, deden ze vaak een beetje geheimzinnig. Ik zag'ze denken: ben je wel te ver trouwen?" Gesneuvelden Over de eerste oorlogsweken ver telt mevrouw Van der Burg nog: „Ik maakte me grote zorgen over mijn moeder die in Wageningen woonde. Een dag na de capitulatie vond ik een taxichauffeur die me naar haar toe wilde brengen. We kwamen langs de Grebbeberg. Wat ik daar heb gezien zal ik mijn hele leven niet meer vergeten. Overal lagen gesneuvelde militairen, soms met het geweer nog in de hand. We zijn uitgestapt en hebben er wat rondgelopen. Die dag heb ik zoveel leed gezien dat ik het militarisme sindsdien verafschuw." Actief in het verzet kwam Tante Bets nadat de Duitsers haar enige zoon, die student was, arresteer den. „Eerst wist ik niet eens waar ze hem naar toe hadden gebracht. Ik ben overal gaan vragen en ten slotte vertelde een Duitser, die me delijden met me had, dat Peter in Den Haag zat. In drie weken ben ik dertien keer naar Den Haag ge weest om te proberen hem vrij te krijgen, en dat lukte nadat ik een grote mond had opgezet. Doör te bluffen kon je in die tijd soms iets bereiken. Achteraf heb ik vaak ge dacht: waar heb je de moed van daan gehaald? Het nieuws dat ik mijn zoon uit handen van de Duit sers had weten te redden, ging als een lopend vüurtje door Utrecht. Er kwamen allerlei mensen bij me, die smeekten ook iets voor hun gearresteerde familieleden te on dernemen. En ik heb het gedaan, waar ik er een kans toe zag. Mijn man en ik weigerden voor de weer macht te werken. Dat hield in dat we onze bontzaak in 1942 moesten sluiten. Daarmee kreeg ik tijd voor allerlei andere activiteiten". Mevrouw Van der Burg heeft er nog plezier in als ze vertelt hoe ze bij voorbeeld eens een groot aantal Antwoord: De .witte vliegjes' tie ren het best in een nauw aanslui tende sierpot, waarin geen lucht- circulatie is. Als het beslist nodig is, die potten te gebruiken, leg dan op de bodem een paar platte steen tjes of iets dergelijks voor de venti latie. Geef niet te veel water. Ver volgens behandelen met een onge vaarlijk middel op plantaardige basis (drogist of winkel van tuinbe- nodigdheden. Vraag eens naar py- rethrum). Vraag: Een paar maanden geleden reed een bestuurder van een Volkswagenbusje op de oprit van een snelweg mijn wagen van ach teren aan. Hij gaf volmondig toe dat hij niet goed had opgelet en de schade was gelukkig niet zo erg groot. Hij smeekte mij geen werk van de zaak te maken daar hem dit zeer onvoordelig uit zou ko men. Ik beloofde hem te melden, hoe groot de schade was en na ont vangst van zijn girostorting de bon op te sturen of te vernietigen. Niettegenstaande herhaalde vra gen en aansporingen heb ik niets meer van hem gehoord. Wat nu? Antwoord: Beschouw uw schade mannen hielp ontsnappen door hen als vrouw te vermommen. „Die mannen waren naar het oude Tivoli in de Kruisstraat gebracht, i. Kort voordat ze zouden vertrekken om naar het kamp in Duitsland of elders te gaan, mocht de familie af scheid komen nemen. Ik ben er ook naar toe gegaan, gehuld in een dikke bontjas, die ik snel een van de mannen liet aantrekken. Met een bontmuts diep over de ogen liep hij steunend op mijn arm en snikkend als een oud moedertje naar buiten, waar mijn man hem opwachtte. Ik weer naar binnen, waar de ceremonie zich herhaalde. In het geroezemoes viel het niet op, maar op het laatst kreeg een Duit ser achterdocht. Hij schreeuwde: Das schwarze Weib ist immer da." Een andere keer wist mevrouw Van der Burg, na enig overleg met een mevrouw die in een huis woon de waarvan de achtertuin aan Ti voli grensde, een vluchtweg te creëren voor vier gevangenen, en op een dag haalde ze met een ge leende Rode-Kruisband om, uit wendig heel kalm, een man uit een groep door de Duitsers aangehou den stadgenoten op het moment dat de mannen langs haar huis werden gevoerd. „Je werd steeds vindingrijker en ik kon niet weige ren. Toen ze op een dag met vijf Engelse piloten bij me kwamen, was mijn eerste reactie: wat moet ik daarmee beginnen, ik spreek geen woord Engels. Ik heb er ech ter meteen op laten volgen: Ik kan niet eens tegen hen zeggen: maak dat je wegkomt, dus laat ze maar blijven." Tante Bets zorgde voor valse per soonsbewijzen. „Daarbij kreeg ik hulp van deskundigen, zoals de ar chitect Gerrit Rietveld. Maar ik heb me nooit bij een verzetsorgani satie aangesloten. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat ik door het in mijn eentje te doen meer ge daan heb weten te krijgen dan veel van die organisaties." Ondergronds blad Op het Oudkerkhof ontstond ook het enige ondergrondse blad dat in brailleschrift is verschenen. „Het heette .Mijn Schild ende Betrou- we'. Mijn dochter maakte het. Zij is erg goed in braille. Na de oorlog hebben we nog een paar exempla- rekening dan maar als leergeld, want de man houdt zijn no-claim en lacht u nog uit ook. Vraag: Mijn brommer plaatste ik op een parkeerplaats, maar toen ik na een half uur terugkwam, lag hij op de grond: Er was wel het een en ander aan kapot. De stan daard was in het zand weggezakt. Kan ik mijn schade op de gemeen te verhalen omdat het terrein niet in orde was? Antwoord: Als ter plaatse direct procesverbaal was opgemaakt en de schade ernstig genoeg zou zijn om te procederen, had u het kun nen proberen. Nu er enige weken voorbij zijn, is actie te laat. Wie in de buurt van duinen en strand woont en in de zomer de grote hoe veelheden weggezakte en omgeval len fietsen en brommers ziet, ook op de parkeerplaatsen, vraagt zich af waarom de eigenaars ook u - - zich niet in voldoende mate op de hoogte stellen van de plaats waar het kostbare eigendom geparkeerd was. Vraag: Wat staat op de grafsteen van Frederik de rt»*t Laatsteeieren in horsd'oeuvres vóórhaar jongens ren aan dr De Jong kunnen geven, die er veel prijs op stelde voor zijn instituut. We hadden alleen de laat ste uitgaven: het was veel te ge vaarlijk ze lang in huis te houden." Spoedig begon mevrouw Van der Burg ook oorlogsslachtoffers, die in het militair hospitaal aan de Springweg werdén verpleegd, op te zoeken. „Op den duur ging ik er vier avonden per week naar toe, want ik voelde zo mee met de jon gens die daar werden verpleegd. In het laatste oorlogsjaar, toen er geen treiften meer reden, kregen ze vrijwel geen bezoek meer van fa milieleden. Ik heb veel met hen ge praat en van velen heb ik de hand vastgehouden als ze hun ogen voorgoed sloten. Ik kan het haast niet met droge ogen vertellen, als ik daaraan terugdenk." Tante Bets bracht ook eten naar „haar jongens". Regelmatig kwam ze met heerlijke zelfgemaakte hors d'oeuvres aandragen. „Vaak stop te ik er de laatste eieren die ik in huis had in, maar wonderlijk, er kwam dan dikwijls kort erna een boer of iemand anders naar me toe om te vragen of ik soms nog wat eieren kon gebruiken. Ik ben hele maal niet ,fijn\ maar in de oorlog ben ik tot de overtuiging gekomen dat er een hogere macht is die alles bestuurt." Huiszoeking „Ik ben vaak door het oog van de naald gekropen. Als ik denk aan die keer toen ze huiszoeking kwa men doen en een officier op onze slaapkamer een grote zak vond die vol zat met boekenleggers in de na tionale kleuren met een oranje W en een kroon erop, die waren ge maakt door oorlogsslachtoffers en werden verkocht om deze mensen .financieel te helpen. Het was een zak die wij eens uit Duitsland had den meegenomen. Er stond in gro te letters in het Duits op dat het een zak was voor wasgoed. Dat zag die officier en hij gooide het ding in een hoek, zonder erin te kijken." Na de oorlog was Tante Bets nog jaren actief met het organiseren van Sinterklaasfeesten voor kinde ren van oorlogsslachtoffers en di strictscommissaris van Moveo, „Meer ontspanning voor ernstige oorlogsinvaliden". Het na-oorlogse Nederland is echter „een grote des illusie" voor haar geworden. „Soms heb ik me wel eens afge vraagd waarvoor ik mijn leven zo vaak in de waagschaal heb gesteld. Toch geloof ik, dat ik het weer zou doen als de omstandigheden er naar waren. Het zit nu eenmaal in me, mensen te helpen. Dat heeft moeder me geleerd. Ik ben opge groeid in een arbeiderswijk. Daar was het vroeger zo, dat velen zo mers werk hadden maar in de win ter maar moesten zien rond te ko men. Als meisje van tien werd ik er al op uitgestuurd om bejaarden be hulpzaam te zijn. Ik heb er nooit spijt van gehad. Je leven is pas dan waardevol als je iets voor anderen over hebt. Je hebt dan aan het eind de voldoening je leven goed te heb ben besteed." Hoe Tante Bets heeft geholpen, daarvan getuigen de brieven in haar plakboeken. „Ter herinnering aan uw dankbare neef" en „God zelf heeft u op mijn weg geplaatst" lees ik, een boek doorbladerend. Het doet Tante Bets opmerken: „De oorlog is, hoe vreemd het misschien ook klinkt, de mooiste tijd van mijn leven ge weest, omdat ik toen alleen voor anderen heb geleefd." Vragen (één per blief) zenden naar: Uw probleem ook het onze, Postbus 507, Voorburg. Naam en adres vermelden Eén gulden aan postzegels bijsluiten. Geheimhou ding is verzekerd. iets moeten zijn in verband met een hond. Antwoord: In de bibliotheken van verschillende ambassades heeft men naarstig gezocht en wijzelf zijn ook een heel weekeinde bezig geweest met boeken over Frederik de Grote. Over een grafteken ech ter niets. Men heeft in de oorlogsja ren en na de verdeling van Duits land wel een beetje met de over blijfselen rondgereisd, maar tegen woordig ligt Frederik* weer naast zijn vader te Potsdam. Men kan zich voorstellen, dat de koning het geen aangename ge dachte vond, na zijn dood te moe ten liggen naast de vader, die hij gehaat heeft van zijn vroegste jeugd. Hij heeft wél gezegd, dat hij liever naast zijn hond Biche begra ven zou willen worden op een ter ras van Sans Soucis dan in een ko- doorAnnemarie Lücker De dagen van het bedenken en het koken van lekker eten zijn weer aangebroken. Met een aantal gasten in het vooruitzicht zal menigeen zich afvragen hoe alles weer op tijd voor elkaar te krijgen. Aandacht voor de gasten, aandacht voor de kokerij ep aandacht voor zichzelf, want verhitte gezichten, piekerige haren en verkreukelde schorten passen bepaald niet bij een feestelijk maal. Wij zijn een degelijk volkje, wij doen het allemaal zelf. De Engelsen zijn veel makkelijker, die huren gewoon iemand in zo'n geval. Iemand die alle ingrediënten koopt, dé maaltijden bereidt, en die zorgt dat alles op rolletjes loopt. De Fransen kennen de Traiteur, een soort delicatessenwinkel, waar men volledige diners uitzoekt en ingepakt mee naar huis kan nemen. Wat is er prettiger dan gast in je eigen huis te zijn? De gewoonte om zakenrelaties en belangrijke gasten mee uit eten te nemen wordt ook in Nederland steeds groter. Kinderen, een baan en schaarse huishoudelijke hulp maken dat het geven van een „diner" een torenhoge krachtsinspanning wordt. Ken Chow en Koos Vercouteren, beiden negenentwintig, hebben dit begrepen en ze zijn er wat je noemt ingedoken. Ken is half Chinees, half Engels en hij woont sinds twee jaar in Amsterdam, In Londen werkte hij als manusje van alles in verschillende restaurants, op het ogenblik heeft hij een baan bij de KLM waar hij bij de voedselvoorziening van de vliegtuigen werkt. Hij kookt graag thieke mensen om zich heen. Dat is alles. Vraag: Wilt u nog eens het adres voor de gebruikte brillen noemen? Antwoord: Bij het centrale verza melpunt de Memisa, waarheen ook Oegstgeest en het contactpunt te IJzendijke de brillen stuurden, kan men de overvloed niet meer aan. Gelieve niets meer te sturen. De brillen worden eerst gekeurd op de kwaliteit van het montuur. Is die slecht, dan gaan die brillen er het eerst uit. Verder moeten ze schoongemaakt en stuk voor stuk bekeken worden op krasjes van de glazen. Dan nagemeten door een paar opticiens. Tenslotte soort bij soort verpakt voor de verzending. Dit alles kost heel veel. Zending en missie hebben meer aan geld om per vliegtuig het nodige van een optische fabriek te laten komen. Jammer, want het was een prettige gedachte dat een ander nog iets had aan die peperdure dingen. Vriendelijk verzoek van missie en zending: Spaar slechts dat en stuur slechts dat naar de aangegeven plaatsen, wat speciaal wordt ge vraagd en neem zelfs bij de best bedoelde en origineelste verzamel methode eerst contact op met uw eigen zendings- of missie-instantie. Nóg een erfdochter: Na ons ro mantische verhaal over Guido en en wel zeer uitgebreid voor vrienden en vrienden van vrienden, soms is hij dagen van tevoren bezig. Bij de samenstelling en het ontwerpen van de schotels wordt niets aan het toeval overgelaten, kwalitatief gebruikt hij uitsluitend het beste van het beste. Zijn vriend Koos, die nu aan zijn laatste jaar Bouwkunde in Delft bezig is, helpt hem vaak. Uit deze samenwerking is de K&K Cuisine ontstaan. Ze stelden een boekwerk samen met fraaie kleurenfoto's van een tiental schotels met bijna even fraaie namen. Zo is er „Homard Suprème Linda", waar de kreeft als een hoorn des overvloeds prijkt als middenstuk, waaromheen de zorgvuldig schoongemaakte en gepelde kreeftdelen versierd en gegarneerd zijn gerangschikt. Voor het opbouwen van de Kunigonde van Doorwerth kregen we nóg een reactie: Rond 1555 trouwde Walravia van Voorst, erf dochter van de Doorwerth met Daan Schellard van Obbendorf. Wij vermoeden dat het aantal erf dochters niet beperkt is gebleven tot deze beide dames. Vraag: Waar haalde Napoleon al zijn voorraden, wapens, unifor men, wapens enz. vandaan? Waar waren zijn eigen fabrieken en werkplaatsen? Bestaat hier litera tuur over en kan u me hierover in lichten? Antwoord: Gaarne verwijzen wij u naar de Bibliotheek van het Kon. Ned. Legermuseum. „Generaal Hoefer", Pesthuislaan 7 te Leiden (071-1234241), openingsuren elke werkdag 9-17 uur. Er zijn daar meer dan 2000 grote en kleine wer ken over Napoleon en de door u ge noemde onderwerpen zijn volgens de bibliothecaris daarin stellig be handeld. Napoleon gedroeg zich overigens niet anders dan elke ver overaar: wat hij kon gebruiken voor zijn eigen oorlogsindustrie werd direct naar Frankrijk wegge voerd. Reacties over het gedenkteken op de Moerdijkbrug: Het gedenkte schotels worden uitsluitend eetbare bestanddelen gebruikt. Er is een schitterende openings- of snackschotel, die terecht de „Croutons Show" heet. Verder kan men kiezen uit zalm, gerookte forel, paté de foie gras en uit ham. De prijzen variëren Van vijftien gulden tot veertig gulden per persoon per schotel. Een kaasschotel kost 6.50 per persoon en een dessert 7.15. Bestellingen gaan van minimaal tien tot maximaal honderd personen. Desgewenst komen Ken en Koos bij u thuis en zorgen behalve voor de schotels ook voor de aankleding en de bediening, zodat de gastvrouw net zo ontspannen kan genieten van de avond als haar gasten. K&K Cuisine is bereikbaar bij Koos Vercouteren, Jacob Marisstraat 3, in Amsterdam. Telefoon 020-171396. ken staat zeer beslist niet op de spoorbrug, maar op de verkeers- brug. Aan het begin (komende van Dordrecht) ziet men srechts een kleine plaqette, voorstellende de oude veerpont, „het strijkijzer". Deze plaat is een poosje wegge weest, maar nu hersteld en schoon gemaakt weer op de oude plaats. Het grote gedenkteken in het mid den, tussen de 5de en 6de boog ook rechts, voorstellende een vrouwen figuur, het symbool van verenigd Noord- en Zuid-Nederland, werd door Koningin Wilhelmina in 1934 onthuld. Tijdelijk is dit gedenkte ken verwijderd. Als de bogen op die plaats weer geheel op gelijk ni veau zijn gebracht (u weet dat bij gedeelten de brug veranderd wordt) komt het op dezelfde plaats terug. Hartelijk dank voor alle brieven en kaarten. Vraag: Onze gepolijste marmeren tafel vertoont steeds doffe plekken als er iets op wordt gemorst. Hoe. onderhouden we die? Antwoord: Goed schoonmaken en als alles werkelijk droog is in de goede was zetten. Dit kan men met een kurk doen. Flink uitwrijven' alsof men een houten tafel onder handen heeft. Verder onderzetters gebruiken en bij geknoei opnieuw in de was zetten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 6