Gemeenten mogen wel iets doen voor derde wereld BLOED OÜTSPAN De charme van chique en wijd. 'Als je maar zegt dat het in het geestelijk belang van de inwoners is' In de praktijk loopt 't nog niet altijd soepel SINAASAPPELEN Kamerleden vra? stappen tegen van onderzeedienfe Kamerleden op bres voor Marke Vrouw beroofd in lift van flatgeboil 39.- DONDERDAG 27 NOVEMBER 1975 TROUW/KWARTET PSR |EF door Kees de Leeuw In hoeverre mag de gemeente raad zelf bepalen wat in het be lang van de gemeente is, en waar liggen voor de gemeente de gren zen van de internationale solida riteit? In het begin van de jaren zeventig liepen de meningsver schillen hierover zo hoog op, dat ook de Tweede Kamer er niet meer omheen kon. 'Deelt de regering de mening dat ontwikkelingssamenwerking een zaak is, die het gehele Nederlandse volk in al zijn geledingen aangaat en dat ook zogenaamde lagere organen in de bevordering en stimulering hiervan een taak kunnen hebben, met name ook omdat op deze bestuurlijke ni veaus een stimulerend samenspel tus sen burger en overheid mogelijk is?' Dat vroegen op 7 maart 1972 de AR- Kamerleden Scholten en Ver maat aan mr. Geertsema, toen minister van binnenlandse zaken. De minister verwees in zijn antwoord naar de uitspraak in het beroep van de gemeente Almelo, waarin wordt gesteld, dat zowel de zorg voor de ontwikkelingssamenwerking zelf als die voor de. voorlichting tot de taak van het rijk behoort. Hij voegde er aan toe, dat 'de regering wel van mening is, dat ontwikkelingssamen werking een zaak is die het gehele Nederlandse volk aangaat in al zijn geledingen. Dit is echter naast rijks zorg een zaak van 'particuliere ac tiviteiten, waarbij het aan die parti culieren vrijstaat om te beslissen hoe en in welke mate die ontwikkelings samenwerking zal worden gediend'. Over gemeentegeld voor jumelages (koppelgemeenten) zei Geertsema, dat 'wanneer er sprake is van een duurzame band veel eerder het ter rein van de gemeentelijke huishou ding in het geding is dan wanneer het om een eenmalige bijdrage voor een bepaald ontwikkelingsproject gaat'. In de NOVIB-uitgave 'Ge meente en ontwikkelingssamenwer king' merkt Dick Rietbergen dan ook op, dat in normaal Nederlands het antwoord van de minister luidde: 'Een gemeente mag een plaats in de derde wereld helpen als het maar geen geld kost'. En om dit duidelijk te onderstrepen zei Geertsema ver der, dat het geen verschil maakt of een gemeente een sluitende begroting heeft of niet: 'Ook bij gemeenten met sluitende begrotingen kunnen voor de ontwikkelingssamenwerking en de daarvoor nodige voorlichting geen gelden beschikbaar worden gesteld'. Interpellatie Al met al een niet bepaald bevredi gend antwoord. De Kamerleden Franssen (PvdA) en De Gaay Fort man (PPR) wilden dan ook een uit spraak van de Kamer en vroegen een interpellatie aan, die 30 mei 1972 werd gehouden. Het Kamerlid Frans sen kwam in dat debat vooral op voor de autonomie van de gemeente en Bas de Gaay Fortman verdedigde de internationale solidariteit van ge meenten. Het antwoord van de mi nister kwam hierop neer, dat 'als het doel van de gevoteerde gelden is de behartiging van d e belangen van het ontwikkelingsland en zijn inwo ners en er geen bestaand band is tussen de Nederlandse gemeenten en het bewuste gebied, de financiële steun en de voorlichting aan de rijks overheid moeten worden overgelaten. Is die band er wel en/of dient de uit gave mede de geestelijke belangen van de ingezetenen van de desbe treffende gemeente dan valt de uit gave onder de gemeentelijke huis houding en is die uitgave toelaat baar'. Dick Rietbergen: 'De belangrijkste punten liggen hiermee op tafel. De gemeente mag wel wat doen. Geld uittrekken voor ontwikkelingssamen werking is niet meer uitsluitend interpellerende Kamerleden wilden dat de minister zich nog wat duide lijker zou uitspreken. Franssen wilde bond ter bestrijding van het vloeken. Is dat een zaak die de huishouding van de gemeente betreft? Betreft het subsidiëren van de Europese Bewe ging de huishouding van de gemeen te en zo ja, waarom betreft het sub sidiëren van ontwikkelingssamenwer king de gemeentelijke huishouding dan niet? De gemeente Vlaardingen bestaat zevenhonderd jaar. Er is een fonds van 650.000 gulden, waarvan de instemming van de minister, dat gemeenten zelf bepalen wat tot de huishouding van de gemeente behoort en De Gaay Fortman vroeg verdui- delijking van het begrip 'geestelijk belang'. Mag dat? Franssen: 'Het gebeurt vaak, dat een gemeente subsidie verleent aan de het feestcomité 200.000 gulden wil afzonderen voor een ontwikkelings project in Afrika. Hoe kan men dit geld nu beter besteden, zou je zeg gen, maar Binnenlandse Zaken zegt dat het niet mag. Zo ontstaat de si tuatie, dat die 200.000 gulden wel mag worden besteed aan feestneuzen daar zal de minister niets van zeg gen maar dat een veto wordt uit gesproken over besteding van die gelden voor ontwikkelingssamenwer king'. Het PvdA-Kamerlid wilde met dit voorbeeld de minister duidelijk maken, dat het veel juister zou zijn, dat de gemeenteraad zelf bepaalt wat tot zijn huishouding behoort. 'Alleen in een aller-extreemste situatie, wan neer er letterlijk helemaal geen band is, zou mogen worden ingegrepen'. De Gaay Fortman stelde, dat 'het in de eerste plaats aan de gemeentebe sturen is om uit te maken wat zij in het geestelijk belang van de ingeze tenen achten te zijn. Ik kan niet in zien waarom de gemeenten wel be voegd geacht kunnen worden de ont wikkeling naar een Europese een wording geestelijk en materieel te steunen en die naar mondiale be wustwording niet'. Hij drong er bij Geertsema op aan de verontrusting die was ontstaan, doordat een aantal activiteiten van gemeenten was ge blokkeerd, weg te nemen door dui delijk te stellen, dat 'gemeenten wel betrokken mogen zijn bij mondiaal vormingswerk'. De minister gaf Franssen gelijk met zijn stelling dat de gemeente bepaalt wat tot zijn huishouding behoort. 'Ik ben bezig met een negatieve om schrijving: alles wat die gemeenten beslissen mag, tenzij er geen band is met de gemeente of tenzij men be zig is op het terrein van de parti culiere huishouding'. Hij achtte het verder vanzelfsprekend, dat er be paalde zaken bij de wet aan de huis houding van de gemeente zijn ont trokken. Geestelijk belang Een definitie van geestelijk belang gaf de minister niet. Wel ging hij in op de vraag wie bepaalt wat beharti ging van geestelijke belangen is. „Dit is primair de gemeente, maar deze zal dit dan als motivering dienen te gebruiken". Samengevat: gemeenten, je bent eigen baas, als je maar een sluitende begroting hebt en als je bij het beschikbaar stellen van geld voor voorlichtingsactiviteiten maar zegt dat het in het geestelijk belang van de inwoners is, aldus Rietbergen. Als de gemeenteraad geld wil geven voor een project in de derde wereld moet zij een duurzame band hebben of aan willen knopen met de daarbij betrokken plaats. Actiegroepen die bij hun (niet armlastige) gemeente subsidie aanvragen, moeten in die aanvraag het geestelijk belang of de duurzame band als motief aanvoeren en dan lijkt financiële steun in prin cipe verzekerd.' Niet soepel In de praktijk ging het echter niet allemaal even soepel. De provincie Friesland vatte het als een kleine 'wraakexpeditie' van de minister op, toen de 7500 gulden, die zij enkele ja ren op de begroting had staan voor voorlichting 'wegens nader onder zoek' werd opgeschort. Uiteindelijk werd ook deze begrotingspost goed gekeurd, zij het dat haar Kamervra gen voor nodig waren. Krimpen aan de IJssel had al in 1971 nog voor de Kamervragen en de interpellatie besloten 10.000 gulden op de be groting te zetten voor hulp aan vluchtelingen in het toenmalige Oost- Pakistan (nu Bangla Desh). Het be sluit werd eerst tot 1 november 1972 geschorst en tenslotte op 6 februari 1973 bij Koninklijk Besluit vernie tigd. 'Wegens het ontbreken van enige bank tussen de gemeente enerzijds en de noden van de vluchtelingen an derzijds moet worden geoordeeld, dat deze uitgave niet direct of indirect strekt tot behartiging van enig be lang'. Actievoerders (in dit geval: de Boycot Outspan Actie) in actie. Het besluit van Purmerend om vijf duizend gulden ter beschikking te stellen voor adoptie van twee dorpen in Bangladesj werd geschorst wegens 'het ontbreken van dekkingsmiddelen bij de gemeente om de uitgaaf te dra gen'. Gorinchem kroop door het 'oog van de naald', toen twee dagen voor de interpellatie het provinciaal be stuur van Zuid-Holland een subsidie van vijfhonderd gulden goedkeurde voor een plaatselijke actie van het medisch comité Nederland-Vietnam. Twee maanden eerder, aldus Dick Rietbergen, zou dit besluit van GS zeker door de Kroon zijn vernietigd. Regels Na de interpellatie zijn GS van de verschillende provincies de regels, die daaruit naar voren zijn gekomen, gaan hanteren. Dit heeft zo goed als nergens tot conflicten geleid. In 1973 laaide de discussie nog even op bij de acties voor Vietnam, die toen werden gehouden. Hét GVP-Kamerlid Jonge ling stelde vragen over de hulp van gemeenten bij de wederopbouw van Vietnam. Op 1 augustus beantwoord de staatssecretaris Polak van binnen landse zaken Jongelings vraag of de minister het de taak achtte van Nederlandse gemeenten 'in enigszins betekenende mate ten laste van hun budget bij te dragen aan de weder opbouw van steden in Vietnam? ontkennend, tenzij er sprake is van een 'duidelijke band tussen de be trokken Nederlandse gemeente en een bepaalde stad in Vietnam'. Duurzame band Rietbergen merkt hierbij op: opval lend in dit antwoord is, dat de ge bruikelijke zinsnede 'minstens in op zet duurzame band' hier is vervangen door 'duidelijke band'. De situatie is in zoverre duidelijk, dat directe fi nanciële steun aan bepaalde projec ten alleen mag als er een minstens in opzet duurzame band is en finan ciële steun voor voorlichtigsactivi- teiten mag als het geestelijk belang van de bewoners w'ordtr aangevoerd. Buiten deze 'grondregels' zijn geen nauwkeurige richtlijnen vastgelegd en die grondregels zelf zijn erg vaag. Misschien is dat wel de reden, dat er na de interpellatie geen conflict meel is geweest tussen lagere en hogere overheden. Blijkbaar is iedere ge meente van mening, dat zij binnen de regels voldoende speelruimte heeft, zodat geen verdere richtlijnen nodig zijn. Tussen de provincies on derling is voor zover kan worden nagegaan nauwelijks verschil in goedkeuringsbeleid. Rietbergen: wel is er verschil in han delwijze als het gaat om een actief beleid ten aanzien van het sti ren van activiteiten door de pi cie. 0 De al eerder genoemde pro Friesland bijvoorbeeld voert ni leen een ruim goedkeuringsl maar heeft ook een post voor or kelingssamenwerking op de 1 ting staan. En in mei vorig jaa gen GS nog een stapje verder provinciale staten voor te s 20.000 gulden opzij te leggei reis- en verblijfkosten van een wikkelingswerker uit de derdt reld, die voorlichting zou geven. Uit dit voorbeeld blijkt wel, datl een provincie zich actief opsteT gemeenten gemakkelijker initiaa tot bloei komen. Tenslotte is wikkelingssamenwerking nietf dat zich ver van ons bed afs maar een zaak, waarvoor we ol op plaatselijk niveau kunnen T ten. Dat dit steeds meer word! seft, daarvan getuigen de onfl tweeduizend actiegroepen, dief hiermee bezighouden. Over dit onderwerp werd eerdef schreven in onze krant van dia 25 november (de algemene e|'-f Noordhollandse editie) en in r krant van woensdag 26 novel (edities Rotterdam/Dordrecht^ edities Den Haag/Leiden. nmaibd Van een verslaggever DEN HAAG Twee Kamei van de CHU, de heren Scholt Wisselink hebben de bewind van defensie gevraagd stapp^j ondernemen tegen de comi van de onderzeebootdienst marine. De beide Kamerleden vrag< naar aanleiding van het in i blicatèit komen van incidenten onderzeeboten waarbij een v commandanten van de sc enige blaam zou treffen. De mandant van de onderzeet (dus de chef van de comms van het schip) heeft in een v gesprek verschillende opmerk over de incidenten gepublii maar de Kamerleden vindei geen gelukkig beleid, daar de mandant sprak over een zaa nog onder de rechter ds. Zij v de bewindslieden de commai van de onderzeedienst een d aanwijzing' te geven ten herhaling in de toekomst te komen. Overval op postkant Van een verslaggever WOLPHEZE Bij een overw een postkantoor in Wolpheze ben twee mannen gistermiddag geveer 35.000 gulden buitgen) In een lichtblauwe auto ginge Blouse met vleermuismouw. Crêpe In zwart, rood en wit. ML 36 t/m W/Hg Vierbaans rok van glansjersey. Gevoerd. In zwart en grijs.' ML 36 t/m 44 Voile blouse met vleermuismouw en ruches. Zwart met rood, blauw of groen. Mt. 36 t/m 40. 45.- Glanzende jersey rok. Achtbaans. In zwart, grijs en bruin. Mt. 34 t/m 46. 49.- Van een verslaggever DEN HAAG Drie christen-( cratische Kamerleden hé staatssecretaris Polak gevf Marken uit de financiële impa halen. De Kamerleden Wis (CHU), Schakel (ARP) (KVP) wijzen er op dat het f er reeds jaren financieel slechl toe is als gevolg van de exc( sche liggig en de aanwijz beschermd dorpsgezicht. De leden menen dat Marken finaé tegemoet moet worden gekoma eenzelfde wijze als bijvoorbeeld de Waddeneilanden gebeurd Van een verslaggever ROTTERDAM In de lift val flatgebouw in de Jan Damset in Rotterdam is een 43-j vrouw overvallen en beroofd, wilde met de lift naar de a< verdieping gaan. Een van de mannen die al In de -lift sto: richtte een pistool op haar ei tweetal sleurde haar de lift ii vrouw werd beroofd van twee gen (één had een waarde van duizend gulden) en van twee sen. Daarna vluchtten de ma de straat op. Glanzende jersey blouse. Wijde mouw. In o.a. grijs, zwart en écru. ML 36 t/m 44. Terlenka pantalon met wijde pijp. In o.a. zwart en grijs. Mt. 34 t/m 40. 55.-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 8