"Het uienveld" geeft een schokkend cultuurbeeld Woordbee ld i ngen van I. K. Bonset! Inamorfosen, kermisachtig ijkspel in Rijksmuseum Zaal vol bizarre houten bouwsels |G 15 NOVEMBER 1975 KUNST TROUW/KWARTET 15 door J. van Doorne In maart 1963 werden twee in burger geklede rechercheurs tijdens een routine-onderzoek door twee misdadigers gevangen genomen, naar een eenzaam uienveld in de omgeving van Los Angeles vervoerd, waar een van de twee politie-mannen volstrekt onnodig en volkomen zinloos werd dood geschoten; de andere agent wist op het nippertje te ontsnappen De beide misdadigers werden ge pakt. Een van hen, de voornaam ste, de leider, bekende geschoten te hebben. Toch zou het tot december 1969 duren, eer de misdadiger Gre gory Powell formeel ter dood ver oordeeld werd. Het vonnis werd bijgeschreven in een van de laatste delen van het 159 delen en 45.000 bladzijden tellende proces-verbaal van de zaak, het langste in de ge schiedenis van Californië. Over deze zaak heeft Joseph WamT baugh, zelf politie-agent en auteur van het bekende boek „De nieuwe centurions", een roman geschre ven onder de titel „Het Uienveld". Het is een „feitenroman" waarin, op twee minder belangrijke figu ren na, de medespelenden met naam en toenaam genoemd wor den. Deze schokkende, lijvige roman is niet maar een verslag van een pro ces; hij is veel meer. Hij js een psy chologische roman van de eerste orde. Van de vier voornaamste fi guren te weten de beide agenten en de beide misdadigers, geeft de au teur een levensschets tot aan de misdaad, een schets die samenge steld is uit de officiële verhoren en eigen nasporingen. Het boek is te vens een aanklacht tegen de wijze waarop het justitionele apparaat in Californië in het bijzonder en in de Verenigde Staten in het alge meen werkt. Van de agent die aan de misdadige executie wist te ontkomen, geeft de auteur daarenboven de ontwikke ling van diens leven tijdens en na het proces. De roman heeft niets van een de tective en niets van een zogenaam de politie-roman. Hij is daarenbo ven ogenschijnlijk emotieloos ge schreven; de in het verhaal opge nomen verhoren tijdens de recht zittingen zijn overgenomen uit de processenverbaal. Hij is ook niet een pleidooi voor afschaffing van de doodstraf. De auteur geeft evenmin blijk van voorkeur voor de doodstraf. Koel „Het Uienveld" is een koele roman, die de lezer echter dwingt tot be paalde conclusies. Verscheidene dagen lang heb ik met het boek geleefd en ik ben meer dan eens verbijsterd gewor den. Hoe kwam het dat het proces, dat de staat Californië miljoenen ge kost heeft, zo lang kon duren? De schuld van de beide verdachten stond immers vast? Hier raak ik aan een heel merkwaardig ver schijnsel. Voor alle medespelen den stond de schuld van beide boosdoeners vast, behalve voor de handlanger van de moordenaar. Deze wist dat hij niet geschoten had, maar hij zag geen kans dat te bewijzen; de ontvluchte politieman verklaarde dat hij dacht dat de tweede man, ene Jimmy, na het Joseph Wambaugh eerste schot, er nog vier op het ge vallen lichaam van zijn collega had afgevuurd, maar hij was er niet ze ker van. De eerste man, Gregory geheten, beschuldigde zijn schuwe kame raad Jimmy echter ervan, die vier schoten wel degelijk te hebben af gevuurd. De auteur van de roman is ervan overtuigd, dat Jimmy dat niet gedaan heeft en hij maakt dit" op grond van nauwkeurig afwegen van de feiten en op grond van psy chologische overwegingen voor de lezer volstrekt aannemelijk. De reconstructie van de eigenlijke moord is het enige subjectieve ele ment in deze feitenroman. Men zou dus kunnen denken dat het proces daarom zo lang ge duurd heeft omdat men niet kon vaststellen wie de vier schoten, na dat het eerste schot de politie agent geveld had, afgevuurd had. Want een van de vier later in het li chaam afgevuurde kogels had de dood ten gevolge. Maar de duur van het proces was niet aan dit dilemma te wijten. De oorzaak lag in de procesvoering zélf. De pleiters zagen kans telkens en telkens weer te vertragen door gebruik te maken van de mogelijk heden die in de wetgeving waren ingebouwd. Zij wisten op allerlei formele gronden een eenmaal ge veld vonnis nietig te doen verkla ren, zodat het hele proces opnieuw gevoerd moest worden. Vergeet hierbij niet dat in geval van moord de jury eenstemmig in haar uit spraak moet zijn. Eén dwarsligger, en alles moest opnieuw beginnen. Het boek toont de absurditeit van de jury-rechtspraak duidelijk aan. Steekspel Niet het zoeken naar een zo zorg vuldig mogelijke rechtspleging, maar een tot in het absurde ge voerd juridisch steekspel deed het proces zolang duren. Doordat de lezer nauwkeurig op de hoogte is van de levens van de vier hoofdrolspelers en zelfs van de karaktereigenschappen van de vele officieren van justitie, rech ters en advocaten, krijgt hij begrip voor wat er gebeurt in dat proces. De advocaten vechten voor de be langen van hun cliënten en zij doen dat met wapens die zij halen uit het arsenaal dat de wet hun verschaft en dat vaak tot wanhoop van de of ficieren van justitie, de aanklagers dus en tot wanhoop van de rech ters. Maar dat de rechtspraak, de pro cesgang, tot een absurditeit kan worden, maakt het boek wel heel duidelijk. In dit proces ging het ten slotte helemaal niet meer om ge rechtigheid, maar om de winst in een justitioneel schaakspel. Het vonnis dat ten slotte werd uitge sproken, was daarenboven een on juist vonnis: beide beklaagden werden tot levenslang veroor deeld. De harde, sluwe moorde naar en de bangelijke maat kregen gelijke straf. Bijna tenonder De roman houdt zich ook bezig met het lot van de aan de doden dans ontsprongen politie-agent. Deze gaat aan het proces bijna ten onder. Hoe dat in zijn werk gaat, is' een tragedie van de eerste orde. Het is schokkend om te lezen hoe deze zuivere mens, gedreven door de vraag of hij de dood van zijn ka meraad niet had kunnen voorko men, geplaagd ook door de insi nuaties van de zijde van zijn colle ga's als zou hij een lafaard zijn, en tevens geplaagd door de wijze waarop de verdediging hem tel kens en telkens weer ondervraagt, geestelijk aan de rand van de af grond komt. „Het Uienveld" is een leergang in psychologie. Het laat ook zien, hoe moeilijk het is. recht te spreken En tevens geeft het een onthutsend beeld van het kwaad. Een afgrond van moreel bederf opent zich tel kens weer opnieuw. Dat deze af grond zich gevormd heeft in de beide misdadigers, wijt de auteur echter niet alléén aan de vrije keu ze van de beide misdadigers. Het zijn ook de omstandigheden, de jammerlijke omstandigheden waaronder de twee mannen hun leven hebben gesleten, die de nei ging tot kwaad, sluimerend in ie der mens. juist bij hen een kans gaf. Dat geeft de grootheid van deze roman aan. Hij geeft een cul tuurbeeld en dan wel van de Wes terse wereld dat schokt, ontroert en tot diep nadenken stemt. Joseph V/ambaugh: „Het Uien veld". Oorspronkelijke titel „The Onion Field". Vertaald door Eli zabeth Stortenbeker. Bij Meulen- hoff te Amsterdam. Paperback. Aantal pagina's 472. Prijs 29,50. door R. L. K. Fokkema ..Dada brengt alle grote spanningen van onze tijd op hun grootste gemene deler. Deze grootste ge- mene deler is: nonsens. Niet dada is nonsens maar het wezen van onze tijd is nonsens. Dada is de bloeiende vruchtboom gelijk, die uit de verrotte bladeren zijn voedsel neemt, inwendig reeds lang. hol is en bloeit en vruchten draagt tot hij omvalt." Aldus een passage in de Drachtster Courant in het begin van 1923 als voorbeschouwing van een Dada-avond in Drachten, waar Kurt Schwitters en het echt paar Van Doesburg op traden. de laatste avond van hun Dada-veldtocht door Nederland. Nelly van Doesburg, die begin oktober op 76-jarige leef tijd overleed, herinnert zich zo'n avond in Den Haag: „Bonset las een gedicht, dat eindigde met „de scherven van de kos mos vind ik in mijn thee".Dan brulde die hele zaal: ..Nou dan mag mevrouw Van Doesburg wel eens thee leren ma ken!" K. Schippers herinnert aan dit alles (en aan nog veel meer) in de catalo gus „Dada in Drachten" (gehouden tentoonstel ling van 20 november 1971 - 31 januari in het hoge Noorden) en in zijn daaropvolgend boek „Dada in Holland" (1974). Bj zijn naspeurin gen heeft hij in de nala tenschap van Van Does burg (1883-1931) een map gevonden met de titel „Nieuwe woordbeeldin- gen (kubistische, en ex pressionistische^ verzen) door I. K.'Bonset OQ14- 1920).-Önder de titel. K. Bonset Nieuwe woord spelingen. De gedichten van Theo van Doesburg heeft Schippers thans bij Querido de editie van het nagelaten werk ver zorgd. Nawoord Ook schreef hij een Na woord,-waaruit o.a. blij ken mag dat deze uitgave een postuum debuut in boekvorm betreft van Van Doesburg, die voor zijn dichterlijke werk zaamheid het pseudo niem I. K. Bonset had aangenomen. Een aantal van de gedichten is ver schenen in „De stijl" (1917-1931). het tijd schrift voor schilder kunst. architectuur en typografie, dat in die ja ren een grote internatio nale faam genoot en nog altijd van belang is. De volledige abstractie met rechtse en diagonale lijnen en in primaire kleuren, zoals door Van Doesburg en Mondriaan nagestreefd, kan immers het oog nog steeds beko ren. Waar in de schilder kunst het materiaal werd verzelfstandigd, de kleur en de lijrï.''zo'kan in de poëzie-met behulp van de *t.ypografie het woord én de letter worden verzelf standigd. In die mate zelfs dat de betekenis ge heel vervluchtigd en ver vluchtigen moet. aange zien die van nul en gener lei waarde wordt geacht in deze kunstconceptie. In 1920 verschijnt in „De stijl" een manifest, „de li teratuur". ondertekend door Van Doesburg. Mondriaan en Antony Kok. Erin wordt het woord dood en machte loos verklaard en verzet aangetekend tegen „asthmatische en senti mentele ik- en zij-poëzie die overal en vooral in Holland nog gepleegd wordt onder de invloed van een ruimteschuw in dividualisme" In 1921 schrijft hij dat hij het van onmacht vindt getui gen „wanneer de inner lijke bewogenheid (de dichterlijke ervaring; het leven) zich niet recht streeks in den klank beeldt". In dit jaar na dert hij zeer dicht zijn ideaal om „zonder hin derlijke begripsassocia ties" zich te bedienen van het middel van de poëzie. De „Letterklank- beelden" ontstaan met een.uitgebreide handlei ding hoe ze te realiseren als lezer Oefening om deze „phonogymnastiek" goed te beheersen is noodzakelijk. Verzen Voordat hij echter zo ver was zijn eigen stijl te ont wikkelen schreef hij ge dichten in de trant van die (humanitair-) expres sionistische dagen, ge dichten die hier nu voor 't eerst in deze facsismi- le-uitgave verschijnen met de gedichten die voor het merendeel in „De stijl" zijn gepubli ceerd. Behalve de ex pressionistisch getinte gedichten, in handschrift bewaard, schreef Bon set Van Doesburg door Dada geïnspireerde ver zen. waarin hij het bewe gende leven zo weinig geordend trachtte te be naderen, zoals in de mooie serie „Be solda ten", Beeld, klank en ty-^. pografie moeten-hier de betekenis zoveel moge lijk uitsluiten en een be-» wegend en hoorbaar stukje leven suggereren. De manier herinnert aan Paul van Ostaijens expe rimenten op dit terrein. Het initiatief van uitge ver en verzorger deze uit gave op de markt te brengen en aldus een ui termate boeiend aspect van Van Doesburgs kun stenaarschap aan het licht te brengen, is zeer te prijzen. I. K. Bonset. Nieuwe woordbeeldingen. De ge dichten van Theo van Doesburg. Met een na woord van K. Schippers. Querido, Amsterdam 1975 112blz./ 39.- m°9%rG. Kruis I t Chtimorfosen, spel met per- ef," een spel van kunste- dat nu ook weer eens eend 5Pee^ ^an worden door (zoekers van het Rijks- n-cht^um te Amsterdam. An- edegijdan anders, héél anders tentoonstelling die tot 26 pi duurt: een zaal vol bi- eve houten bouwsels, plan- _i en vitrine-achtige toe- en. [moderne plastieken, maar liddelen, nodig bij dit won- te, eigenlijk nog maar kort- n weer herontdekte kijk- 'n Vergeten kunstvorm, Erfan zelfs de naam weinigen 1" ts zal zeggen, 't Zijn kunst- n waarvan de voorstellin- op het eerste gezicht" niet of soms ook helemaal niet ibaar zijn. Dat worden ze ls je ze bekijkt vanuit een 1de, meestal ongebruikelij- pzichtshoek, of met behulp i de schilderijen of prenten retaii tste cylindrische-, pyra mi- kegelvormige spiegels. --bruikte meermalen dat spel, maar zo is het zeker legonnen. Wat je nu alle- door gewenning, door de woonte van eeuwen, zo- in schilderijen aanvaardt, sie van ruimtelijkheid, van dat moest eerst ontdekt, J I irerkt worden. j-d er in de 15e eeuw, in Flo- het lineaire perspectief last: door lijnen die vanuit hele breedte van de voor- naar achteren verlopen en ikomen in een verdwijnend (meestal) ongeveer in het :n van de voorstelling. Een heel eenvoudig, voor- f spoorrails die voor het - na een bepaalde afstand i lijken te komen. hard o Gravure uit plm. 1700 met op de voorgrond enkele anamorfosen, die voor wetenschappelijke experi menten werden gebruikt. racht de onderzoekers van Leonardo da Vinei b.v., er- t te zoeken hoe het nu eigen- recies zat met de werking iet menselijk oog. Hij was met het ontwerpen van een muurschildering over de lij Anghiari. et kijken naar zo'n grote Mei'mg, stelde hij vast, richt Mjt)g zich altijd eerst op het Mkn van de voorstelling. De fi- li, meer rechts en meer links, JM dan door de grotere af- flj min of meer vertekend, __Jr ook. Op een ronde (holle) zou dat probleem zich niet oen. Leonardo loste dat op de figuren aan beide uitein- roter te schilderen dan die midden. ermee bezig en werkte 'probleem ook op andere, I tegengestelde manieren uit en daaruit ontstonden de eerste (bekende) anamorfotische schet sen (omstreeks 1485): een hele maal in de breedte uitgereikt ge zichtje en een dito oog. Als je nu die tekeningen vanuit een scher pe hoek van rechts, oog langs het papier dus, bekijkt, lijkt het ge zicht normale verhoudingen te krijgen. Ook Hans Holbein heeft zich met het probleem beziggehouden. Hij verwerkte het zelfs in zijn schil derij „Ambassadeurs" (1533) waarvan hier een levensgrote kleurenreproduktie aanwezig is. Aan de voeten van de geportret- teerden is een vreemde langwer pige „vlek" te zien die als je het schilderij helemaal van opzij be kijkt, een doodshoofd wordt. Een soort verborgen „memento mori" Geen berekening Die perspectivische anamorfoses uit de vroege 16e eeuw kwamen overigens nog niet door bereke ningen tot stand. Een veel ge bruikte manier was, de voorstel ling die men daarvoor wilde ge bruiken te perforeren. Die werd dan'rechtop neergezet met daar onder een horizontaal vel. Vanuit een bepaalde hoek werd een en ander dan belicht: het geprojec teerde beeld van lichtvlekjes op het platte vlak dat dan „over gehaald" werd leverde het ont werp voor het verwrongen beeld op. Dat weer „normaal" werd zo dra je het vanuit de plaats bekeek waar de lichtbron zich bevonden had. Later in de 16e eeuw gingen ze dat op instignatie van de Franse mathematicus Jean-Francois Ni-_ ceron allemaal meetkundig bere kenen, té wetenschappelijk om dat hier in enkele woorden uiteen te kunnen zetten. Want al die verschillende typen van anamorfosen vereisten uiter aard een andere berekeningsme thode. Bij de spiegelanamorfoses ligt het vervormde schilde rij of de prent meestal horizon taal. Op een aangegeven plaats moet men dan het hulpmiddel neerzetten, waarin het normaal geproportioneerde beeld dan ver schijnt. In een cylinder zie je het oorspronkelijke in een halve cir kel uitgetrokken beeld rechtstan dig in de spiegel; bij de kegel veel ingewikkelder moet de oorspronkelijke voorstelling he lemaal binnenstebuiten worden gekeerd en bij de pyramide wordt het uiteindelijk zichtbare beeld samengesteld uit gedeelten van vier anderen. Toepassingen Ontdekkingen, die allerjei toe passingen kregen, praktische eerst, denk maar aan de beschil dering van gewelven, maar later vooral veel speelse, zoals om een typisch Nederlands voorbeeld te noemen „de wonderlijke perspec- tiefkasten", kunstig gecon strueerde kijkdozen, waarin naast trompe l'oeileffecten ook gebruik gemaakt werd van ana- formotische vertekening die van uit het berekende, enig mogelijke kijk-punt de illusie van een enor me ruimtelijkheid boden. Er is hier een kopie van Samuel van Hoogstratens beroemde ..Hol landse interieur". ^het halfrond uitgerekte tekening, die in de cilindrische spiegel in het midden normaal weerspie- En dat de anamorfose ook ge bruikt werd voor min of meer ge heime zaken, ligt voor de hand. Politieke portretten, afwijkende religieuze thema's en niet te ver geten de erotische onderwerpen, die nog pikanter werden door het „sleutelgat effect". Later, in die zo serieuze I9e eeuw kon je in een speelgoedwinkel nog wel wat cy linders vinden met de daarbij be horende anamorfotische prenten, maar de volwassenen zagen er toen niets,meer in, die hadden an dere dingen aan hun hoofd. Net als die van de 20e trouwens. Tot Jurgis Baltrusaitis, in 1955 met zijn studie kwam, die in 1969 in een tweede, veel uitgebreidere druk verscheen. En door deze expositie verwacht het Rijksmuseum een grote op leving van de belangstelling voor deze uitzonderlijke en zeer speel se kunstvorm. Dat wordt o.m. aangetoond door de levensgrote kijkkast van Jan Beutener, een zonder meer ongelooflijk stukje denk- en rekenwerk, een uniek voorbeeld van hoe de illusie je parten kan spelen. Geen intiem Hollands binnenhuisje biedt hij je, 't is meer een soort kamer tij dens een verhuizing, met een stoel, waarover een jacket, een trapleer, een kist. Als je op de verhoging voor het kijkgat staat, komt dat allemaal haarfijn over. Maar dan ga je eromheen lopen en dan zie je dat die trapleer heel vreemd is opgebouwd, dat er een gedeelte van in de muur ver dwijnt. Dat de kist alleen maar. uit een paar planken bestaat en dat de stoel er een is, zoals Engels ze zo graag in stukken zaagt Leuk dacht ik, speels en attractieftot ik de tekeningen achter deze kijkkastkamer zag, met de berekeningen en de tabel len, die hebben dan weer hele maal niets met speelsheid te ma ken, dat is niet bepaald de manier waarop je verwacht dat de huidi ge „homo ludens" zich uit. Bewonderenswaardig, dat wel, doorwrocht ook en serieus ge daan, je bent even verbaasd over de duidelijk bereikte resul taten. Maar je mist wat. En dat geldt in feite voor deze hele tentoonstelling, die voor mijn gevoel teveel een ten-toon stelling in de ware zin van het woord is geworden. Met veel oh's en ah's en. ja', nu zie ik het ook Er is veel denkwerk verricht, veel research, alle aan dacht is besteed aan de moei lijke inrichting, 't Ziet er alle maal voortreffelijk uit. Maar na alles bekeken te hebben en dat duurt even, want je moet op je beurt wachten heb je toch dat soort gevoel als toen je, lang gele den van de kermis kwam, 't was wel leuk. maar je voelde je toch een tikkeltje bedrogen Want, nét zoals in het Rijksmuseum nu, was je in een schijnwereld ver zeild geraakt. Én in zo'n omge ving gelden alléén illusies. Berekende, uitgekiende illusies. Zonder enige emotie. En die zal ik wel gemist hebben Een van de spelletjes met bedrieg lijk perspectief. Trapleer en kist zien er vanuit een bepaalde ge zichtshoek normaal uit (links). In werkelijkheid zijn ze uit los van el kaar staande onderdelen opge bouwd rechts

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 15