AAenings verschil over de euthanasie
jpitst zich toe'
de ploot
f ;t:
)uders vragen dat hun dochter mag sterven
Meeste tv-kijkers in Nederland geven voorkeur aan ondertiteling
POP OP
rof. dr F. van Heek: er gaapt een grote kloof
fit
Publieke opinie
ligt ver voor
op de 'officiële'
Haastig
vertaalwerk
bij de televisie
Little Feat
aan de
matte kant
RTET fERDAG 15 NOVEMBER 1975
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 11
1
oor een rechtbank in de Ameri-
anse staat New Jersey heeft zich
n proefproces afgespeeld, dat als
el had euthanasie van ongenees-
k zieke patiënten in bepaalde ge
ilen mogelijk te maken. Het
oms-katholieke echtpaar Joseph
Julia Quinlan uit Landing had de
jhtbank toestemming gevraagd
hun 21-jarige geadopteerde doch-
Karen, die al een half jaar in
coma ligt, nadat haar hersens be
schadigd zijn door het gebruik van
alcohol en drugs, en die alleen nog
maar door allerlei apparatuur in le
ven wordt gehouden, van het beade
mingsapparaat weg te laten halen.
Wanneer dat gebeurd zou zijn, zou
het meisje onmiddellijk overleden
zijn, omd^t zij zelf niet meer tot
ademhalen in staat is. De rechtbank
heeft, zoals gemeld, de gevraagde
toestemming niet willen verlenen.
De ouders, die van plan zijn in hoger
beroep te gaan, vragen dus toestem
ming om hun dochter te mogen laten
sterven omdat zij, evenals zeven
artsen, menen dat er in het geval van
hun dochter geen sprake meer is van
menselijk leven maar van een einde
loos rekken van een mensonwaardig
bestaan. De rechtszaak heeft vanuit
de hele wereld grote belangstelling
getrokken, omdat het de eerste was
waarin vooraf (dus niet achteraf,
wanneer het sterven al een feit is) om
toestemming werd gevraagd eutha
nasie te mogen plegen zonder straf
baar te zijn.
Ook in ons land komt het probleem
van de euthanasie de laatste jaren
steeds meer ter sprake (enkele jaren
geleden tijdens de rechtszaak tegen
het Friese doktersechtpaar, dat de
moeder van de vrouw liet overlijden
en recent weer naar aanleiding van
het boek van Cri Stellweg over het
weigeren van euthanasie aan haar
doodzieke broer).
In onderstaand verhaal komt een
nieuw boek over euthanasie ter spra
ke. Het is het boek „Actieve euthana
sie als sociologisch probleem" van de
Leidse emeritus-hoogleraar prof. dr
F. van Heek.
bic
rsi
Dor Cisca Dresselhuys
it is te verwachten, dat zich op korte termijn steeds meer meningsverschil-
i over het al dan niet toepassen van euthanasie zullen voordoen: menings-
ichillen tussen groepen humanisten en confessionelen, tussen professione-
elites en de publieke opinie en op kleiner vlak tussen arts en patiënt,
- ts en familieleden van de patiënt en. niet te vergeten, tussen de arts enerzijds
het verplegend personeel anderzijds.
komt omdat er op het ogenblik al en
zal in de toekomst nog meer het geval
n een grote kloof £aapt tussen de pu-
eke opinie over het toelaatbaar zijn van
thanasie en de officiële (wettelijke, reli-
•uze en medische) normen. Een grote
terderheid van de Nederlandse bevol-
ig blijkt (volgens een enquête uit 1974)
orstander te zijn van actieve euthanasie
bepaalde gevallen, terwijl de officiële
vattingen nog altijd streng afwijzend
n. Dat moet op een min of meer heftige
nfrontatie uitlopen.
t deze conclusie komt prof. dr. F. van
ek, vroeger hoogleraar sociologie aan
Leidse Universiteit, in zijn boekje over
tieve euthanasie. Hij geeft in dit kleine,
fs voor een leek duidelijke boekje, een
erzicht van de toestand in Nederland,
arbij hij tenslotte tot een aantal aanbe-
ingen komt. Zijn uitgangspunt bij dit
es is, dat er uit „oogpunt van barmhar-
heid en menselijke waardigheid hoog-
dig een onderzoek moet worden inge-
Id naar de achtergrond van en de be-
efte aan actieve euthanasie",
is het er namelijk helemaal niet mee
is, dat er eigenlijk geen behoefte zou
itaan aan enige vorm van euthanasie,
idat „ondraaglijk lijden bij stervenden
orkomen zou kunnen worden door een
iste medische begeleiding", zoals be-
alde deskundigen in ons land beweren,
loewel we niet weten om hoeveel men-
het hier gaat, kunnen we op grond van
derzoekingen in Engeland toch wel met
lige zekerheid vaststellen, dat er, on-
nks alle mogelijke medische zorg en be-
leiding, een bepaald aantar stervenden
erblijft, dat werkelijk een zwaar, niette
dichten, lijden moet doormaken, voor-
t men sterft. In Engeland is gebleken,
t ongeveer tien tot twintig procent van
stervende mensen zwaar lijdt. De En-
Ise deskundige Hinton kwam na een on-
rzoek onder 121 ernstig zieke patiënten,
de conclusie dat aan 31 van hen geen
ldoende verlichting kon worden gege-
aldus professor Van Heek, die be-
ogt dat er geen aanleiding is om aan te
men, dat deze situatie in ons land heel
ders zou zijn. Vandaar dus zijn overtui-
ig, dat er wel degelijk mogelijkheden
schapen zouden moeten worden voor
ithanasie in bepaalde gevallen.
pinie-onderzoek
ils al gezegd lopen de meningen over
t al dan niet aanvaardbaar zijn van eu
thanasie in Nederland zeer sterk uiteen,
waarbij de publieke opinie ditmaal ver
voor ligt op de officiële opvattingen. Bij
een vorig jaar uitgevoerd verkennend opi
nie-onderzoek omtrent de houding van de
Nederlandse bevolking ten opzichte van
euthanasie, zei 67 procent van de onder
vraagden, dat zij euthanasie in bepaalde
gevallen toelaatbaar vonden; elf procent
vond euthanasie in alle gevallen toelaat
baar en 21 procent zei euthanasie altijd
ontoelaatbaar te vinden. Dat betekent dat
een grote meerderheid van de Nederland
se bevolking euthanasie in bepaalde ge
vallen geoorloofd vindt. En dat in een
land waar de euthanasie wettelijk nog
strafbaar is en waar een groot deel van de
artsen het een ontoelaatbare handeling
vindt.
De belangrijkste tegenstand tegen de eu
thanasie komt.volgens professor Van
Heek. in ons land van verschillende kan
ten: de medische kant (actieve euthanasie
is in strijd met de professionele beroeps
code van de artsen en het Medisch Tucht
recht, dat het doden van ernstig zieke pa
tiënten verbiedt), de juridische kant (een
patiënt die om actieve euthanasie vraagt
is niet strafbaar, maar de arts, die gevolg
geeft aan deze vraag wèl, volgens het wet
boek van strafrecht), de religieuze kant
(een absolute verbodsbepaling van
rooms-katholieke en bepaalde orthodox-
protestantse kerken), de algemeen maat
schappelijke kant (het is de eer van de
verzorgingsstaat, waarin wij leven, te na,
dat er mensen zouden zijn, die vrijwillig
uit dit leven zouden willen stappen) en
tenslotte de politieke kant.
Over die politieke bezwaren ten opzichte
van de euthanasie zegt professor Van
Heek, (die hiervoor duidelijk minder be
grip lijkt te kunnen opbrengen dan voor
de religieuze bezwaren, die hij overigens
evenmin deelt): „Zelfs wanneer de medi
sche bezwaren tegen de euthanasie niet
meer zouden gelden, blijven nog de poli
tieke weerstanden te overwinnen. Bij de
bestaande politieke situatie in Nederland
zou het onmogelijk zijn een regering te
vormen, die in haar programma legalise
ring van de actieve euthanasie zou opne
men. Geen politieke machtsconstellatie
kan het zich veroorloven terwille van een
kleine, politiek niet belangrijke sociale ca
tegorie tegen de wensen van de confessio
nele partijen in te gaan, die actieve eutha
nasie afwijzen. Wat betreft de actieve eu
thanasie wordt in de politieke gedachten-
wisseling gezwegen. De voorstanders er-
Het echtpaar Joseph en Julia Quinlan op weg naar de zitting van het Hoger Ge
rechtshof, waar over hun verzoek tot euthanasie op hun dochter zal worden gespro
ken.
van achten het geen politiek conflict
waard," aldus professor Van Heek.
„Hitler-argument"
Van de contra-argumenten, die door felle
tegenstanders van euthanasie worden
aangevoerd, belicht professor Van Heek
verschillende, waaruit wij met name het
„Hitler-argument" willen lichten. „Nog
steeds worden de weerstanden tegen vrij
willige actieve euthanasie in hoge mate
versterkt door het afschuwelijke mis
bruik, dat het Duitse nationaal-socialisme
van dit woord heeft gemaakt, met het doel
het vermoorden van psychisch en licha
melijk gehandicapten te bemantelen. Dik
wijls stellen tegenstanders thans, dat het
wettelijk toestaan van de vrijwillige actie
ve euthanasie (van zwaar lijdende, onge
neeslijk zieken) op den duur de weg vrij
zou maken voor het doden van hen, die
voor de samenleving een last geworden
zijn.
Hiertegenover kan gesteld worden, dat
Hitiers „Vernichtung des lebensunwerten
Lebens" (het beëindigen van het leven,
dat het leven niet meer waard is) van een
volkomen andere levensbeschouwing uit
gaat, dan die van hen, die thans vrijwillige
actieve euthanasie voorstaan. In het na-
tionaal-socialistische Duitsland werd eu
thanasie niet toegepast uit een oogpunt
van barmhartigheid, teneinde ondraag
lijk lijden te beëindigen, maar op grond
van immorele, economische efficiency.
Verder hebben raciale vooroordelen en
minachting voor de rechten van het indi
vidu bij deze misdaden een rol gespeeld,"
aldus professor Van Heek.
Religieuze bezwaren
Wanneer hij zich buigt over de religieuze
bezwaren van verschillende zijden,
vraagt professor Van Heek zich af, waar
om met name zulke kerken als de rooms-
katholieke en bepaalde gereformeerde
denominaties, die zich als fel tegenstan
der van de euthanasie hebben laten ken
nen, nooit dezelfde bezwaren hebben ge
had (althans kenbaar gemaakt) tegen de
doodstraf en de oorlogvoering, waarbij
toch ook lijnrecht wordt ingegaan tegen
hét gebod „Gij zult niet doden".
Het is overigens jammer dat professor
Van Heek bij het opsommen van de stand
punten van de verschillende kerken in
Nederland een grove fout maakt bij het
vermelden van het standpunt van de gere
formeerde kerk. Het is juist, wanneer hij
zegt dat deze kerk geen officieel stand
punt over deze zaak heeft bekend ge
maakt, maar wanneer hij daarna conclu
deert, dat het rapport „Euthanasie en de
bejaarde mens" van de Stichting Lande
lijk Orgaan van de Gereformeerde Ge
zindte voor de Bejaardenzorg (waarin een
sterk afwijzend standpunt wordt ingeno
men) wel mag worden gezien als officieel
standpunt van de gereformeerden, heeft
hij het allemaal fout. Wanneer hij even
geïnformeerd had, wie er achter deze be
jaardenorganisatie zitten, was het hem al
gauw duidelijk geworden, dat het hier
gaat om een samenwerkingsverband tus
sen gereformeerden, christelijke gerefor
meerden en gereformeerde gemeenten.
Het is dan meteen ook duidelijk, dat een
rapport van deze verschillende stromin
gen nooit als officieel standpunt van de
gereformeerde kerken zou kunnen gel
den. In de gereformeerde kerken wordt
heel wat genuanceerder over de euthana
sie gedacht dan gebeurt in het rapport
van deze organisatie voor bejaarden-
werk.
Volgens de gereformeerde ethicus dr A.
Dekker komt het gereformeerde stand
punt langzamerhand veel dichter te lig
gen bij dat van de hervormde kerk. De
hervormde kerk heeft wel een officieel
standpunt het licht doen zien, namelijk de
pastorale Handreiking (1972), waarin de
actieve euthanasie zeker niet verboden
wordt en in bepaalde gevallen zelfs toe
laatbaar wordt geacht, mits de euthanasie
niet in strijd is met de wens en de ethisch-
religieuze gevoelens van de patiënt zelf.
Aanbevelingen
Tenslotte enkele aanbevelingen van pro
fessor Van Heek: er zouden verschillende
onderzoeken in Nederland moeten wor
den gedaan: onder artsen, verpleegkundi
gen en de Nederlandse bevolking, waarin
vragen gesteld worden over de wenselijk
heid en toelaatbaarheid van euthanasie
en verder zou hij als oplossing op korte
termijn (inplaats van een langdurende
procedure voor een wetswijziging) aanra
den, dat er een soort regeling onder artsen
tot stand komt, dat er tot actieve euthana
sie mag worden overgegaan (op uitdruk
kelijk verzoek van de patiënt zelf), nadat
verschillende artsen en eventueel pasto
res samen tot de conclusie gekomen zijn,
dat euthanasie de enige, aanvaardbare
overblijvende oplossing is.
Prof. dr F. van Heek, „Actieve euthana
sie als sociologisch probleem", Boom-
Meppel, 10,50.
„De dood komt soms te laat", een brochu
re van de stichting Vrijwillige Euthana
sie, de Tijdstroom, Loghum, 7,
Van een verslaggever
HILVERSUM. Avond aan avond verschijnen reeksen ondertitels op het televisiescherm. Per
jaar ziet de Nederlandse kijker gemiddeld zo'n achthondèrdduizend vertaalregeltjes over zijn
scherm flitsen. Maar heel weinig mensen zullen zich hebben afgevraagd hoe die daar komen,
wat voor werk daaraan vooraf is gegaan. Een enkele keer wordt gemopperd over een woord of
uitdrukking, die anders vertaald had moeten worden, maar ook weer heel weinig mensen weten
de oorzaak daarvan.
In onderstaand artikel een blik in de vertaalkeuken van de NOS, die voor alle omroepen werkt.
Het is een arbeidsintensief bedrijf, maar het is in ieder geval goedkoper dan nasynchroniseren,
zoals in het buitenland meestal gebeurt: auteurs spreken een nieuwe tekst in de eigen taal zoveel
mogelijk „lipsynchroon".
it een onderzoek van de dienst
ijk- en Luisteronderzoek van de
OS blijkt dat meer dali de helft
»n de Nederlandse kijkers (64
rocent) gesteld is op ondertite-
ng. Daarentegen geeft 31 procent
ïorkeur aan „nasynchronisatie".
ooral de jongere en hoger ge
doolde kijker spreekt zich uit
oor ondertitels. De ouderen en la-
geschoolde kijker vindt na-
'nchronisatie beter. Aangenomen
ordt dat dit verband houdt met
s snelheid waarmee gelezen moet
'orden.
NOS heeft voor het maken en
prwerken van ondertitels een spe-
iale afdeling elektronische onder-
'ling. Deze werkt als alle techni
he diensten van de NOS voor
•e omroepen. Er zijn 41 mensen
verbonden: titelregisseurs,
rtalers, typistes en correctoren,
werk van de ondertiteling be
t bij het binnenkomen van een
buitenlands programma. De film
gaat vergezeld van een script met
de oorspronkelijke tekst. Nadat de
regisseur programma en schript
heeft gecontroleerd, verdeelt hij de
tekst in blokken van zes seconden
vóór het naar de vertaalafdeling
wordt gezonden.
Daar wordt de tekst in het Neder
lands vertaald op een manier dat
deze in blokken van zes seconden
kan worden gelezen. Zes seconden
betekent ten hoogste twee regels
tekst op het scherm. Zes seconden
is de de tijd die de gemiddelde kij
ker nodig heeft om zoveel tekst te
lezen. Nu is het zaak om zes secon
den tekst om te zetten in twee
gangbare Nederlandse regels, /.on
der dat essentiële dingen verloren
gaan.
Van ieder van de veertien vertalers
wordt verwacht dat hij of zij mini
maal een MO-A akte Frans. Duits
of Engels heeft. Voor andere talen
worden free-lancers aangetrok
ken.
Dat dit complicaties kan geven
blijkt uit de vertaling uit het Ara
bisch. die onlangs voor de VPRO
moest worden gemaakt. Het betrof
een Egyptische speelfilm. De
Egyptenaar die er aan werkte kon
niet in het Nederlands vertalen en
deed dit in het Engels. Van deze
tekst moest daarna een vertaling
in het Nederlands gemaakt wor
den.
Twee uur
Voor journaalteksten moet vaak
haastwerk worden geleverd, om
dat het werk binnen twee uur ge
reed moet zijn. Actualiteitenpro
gramma's komen met program
maonderdelen. die behoorlijke
stukken tekst bevatten. Deze arri
veren 's middags op Schiphol en
worden 's avonds uitgezonden.
Zo komt een tilm met ondertiteling op het scherm: een open witte let
ter in twee regels per zes seconden.
Is de vertaalafdeling klaar dan
wordt de onderverdeelde tekst op
de typekamer ingetikt op pons
kaarten. die later in de titelmachi-
ne gaan. Voor het tikken zijn spe
ciale schrijfmachines aanwezig,
waarvoor het lettertype het beste
televisiebeeld geeft. Staat het pro
gramma compleet op kaarten dan
gaat het naar de correctieafdeling,
waar op fouten wordt gecorri
geerd.
Op de dag dat het programma
wordt uitgezonden gaat de titelre-
gisseur met het programma en de
titelkaarten naar de studio. De
film of het programma op ampex
wordt ingezet en de kaarten gaan
in een van de zes titelmachines (ei
gen uitvindingen van de NOS,
waarvoor veel buitenlandse be
langstelling bestaat).
Aan de machine is een camera ge
koppeld die de voorste kaart in
beeld brengt. De camera zet tevens
positief in negatief om. zodat de
witte achtergrond van het kaartje
verdwijnt en de zwarte letters als
wit op het scherm te zien zijn.
Mooie open letters, zonder andere
achtergrond dan de film.
Iedere avond doen vijf titelregis
seurs dienst. Een is stand-by om al
tijd te kunnen inspringen. De twee
de houdt zich bezig met ondertite
ling van buitenlandse journaalon
derwerpen. De derde doet de on
dertiteling van het actualiteiten
programma dat die avond uitge
zonden wordt. De vierde en vijfde
bedienen respectievelijk de rest
van de buitenlandse programma's
op de beide netten. Er is dus nogal
een gecompliceerd proces achter
de rug als de kijker een ondertitel
op zijn scherm ziet verschijnen.
Dat ze zullen toenemen wordt ver
wacht omdat in verband met de
bezuinigingen steeds meer buiten
landse produkties worden aange
kocht. omdat dat goedkoper is dan
eigen werk.
door Willem-Jan Martin
De heren Neon Park, hof-
ontwerpers van Little Feat in de
afdeling hoezen, hebben weer
zeer hun best gedaan. Nadat
hun niette stuiten fantasie
eerder verantwoordelijk was
•voor zulke vrolijke constructies
als een slagroomtaart op een
schommel, en George
Washington zij aan zij met
Marilyn Monroe in een bezorgd
kijkend automobiel onder
bizarre weersomstandigheden
op weg naar een onbekende
bestemming, werd Little Feats
jongste, The Last Record
Album (Warner Bros. WB
56156), voorzien van een hoes
waarop Hollywood figureert in
de gedaante van een gigantische
pudding, terwijl een konijn met
een vals gebit en een
hertengewei de voorstelling op
onduidelijke wijze completeert.
Prachtig.
Met de elpee zelf is het echter
wat moeilijker gesteld. De
muziek biedt althans, ook na
herhaaldelijke beluistering, niet
dat opgewekte en gevarieerde
verrassingspakket, dat bij alle
voorgaande gelegenheden de
luisteraar zo smakelijk en
vaardig werd voorgeschoteld.
Met name liggen de
problematische punten op het
energetische vlak, hetgeen heel
duidelijk naar voren komt, als
men The Last Record Album
vergelijkt met zijn directe
voorganger. Feats Don't Fail
Me Now. Waar Little Feat op
deze plaat vanaf het eerste
moment helemaal „loos" gaat
en dat, slechts incidenteel stoom
afblazend, volhoudt tot de
laatste noten van de spetterende
„medley" Cold Cold Cold Tripe
Face Boogie verklonken zijn,
ligt over The Last Record
Album als geheel een enigszins
vermoeide, wat matte sfeer,
waarin echt krachtige nummers
ontbreken en er weinig ruimte
is (gelaten) voor de vertrouwde
instrumentale uithalen van de
heren George (de snijdende
slide-soli) en Payne (de potige
piano-partijen). Uithalen, die in
het geval van Feats etc. de
zaken moeiteloos op een (nog)
hogere versnelling tilden.
Een laag tempo maakt echter
natuurlijk nog geen slechte
plaat We hebben hier te maken
met een stel dusdanig vaardige
muzikanten, dat er ook onder
wat mindere omstandigheden
nog altijd een zeer genietbaar
produkt geleverd wordt. Met
betrekking tot The Last Record
Album zijn die positieve
elementen vooral gelegen in het
zeer zorgvuldig uitgewerkt zijn
van het groepsgeluid, waarbij
de afzonderlijke bijdragen
voortreffelijk in elkaar grijpen,
terwijl anderzijds na een korte
periode van afwezigheid
wederom en met succes de
afdeling Schrijnende Klanken
wordt beproefd, ditmaal in de
vorm van een uiterst breekbaar,
met veel plechtige piano-
akkoorden ondersteund stuk
van Bill Payne (Somebody's
Leaving) en het niet minder
trieste, alleen iets ritmischer
Long Distance Love uit de
koker van de kleine tovenaar
Lowell George. Daarom, toch
maar gewoon aanschaffen, deze
elpee.
The J. Geils Band
Wat betreft The J. Geils Band
zijn dergelijke aanbevelingen
eigenlijk al vanaf hun vierde
elpee Bloodshot, die in 1973
werd uitgebracht, niet meer van
toepassing. Sedert die plaat zijn
de mannen op herhaling
gegaan, een richting die na het
vroege werk (zo'n debuut-elpee
bij voorbeeld, of The Morning
After: potente stadse R &c B van
grote klasse) wel genomen
móest worden toen pogingen
het noodzakelijk beperkte
muzikale kader iets te
verruimen, op een zeer
onbevredigende mengvorm
waren uitgelopen. Zie de elpee
Ladies Invited.
Hotline (Atlantic SD 18147).
nummer zeven in de serie, is
zo'n typisch herhalingsprodukt.
En nu zou dat allemaal nog zo
erg niet zijn, als bij de herhaling
tevens het niveau van vroeger
was ingesloten. Maar dat is hier
evenmin als bijv. op
Nightmares het geval. De
muziek is van die glansperiode
maar een zwakke afspiegeling,
bijna dreigt de groep hier een
cliché van zichzelf te worden,
terwijl de extreme
rommeligheid het geheel er ook
niet acceptabeler op maakt. J.
Geils, wat nu?