Godsdienstige propaganda: je kunt er een 'tranentrekker' in leggen Jezus is nooit in Bangladesh geweest Vandaag Maar dit is een róómse kerk.... Doophuizen onder woestijnzand woord en dienst Beroepingswe* ZATERDAG 8 NOVEMBER 1975 TROUW/KWA doorJan deJongh „Wij doen ontzettend veel aan „direct mailing", gewoon brieven schrijven aan mensen. Daarmee komt net meeste geld binnen Hoe kom je aan adressen? Van een bevriende organisatie kreeg ik 450.000 adressen. Om die te verzenden kost twee ton. Dus gaan er eerst 10.000 weg om te kijken, wat er uitkomtJe moet in je brief rekening houden met dwarslagen je moet er als je kunt ik noem het maar een „tranentrekker" in leggen Als ik zeg: er is zoveel nood onder jonge men sen, dan zeg ik niks. Maar ik schrijf: ik was gister bij Jan en dan zeg ik niet: wie van u wil daar wat aan bijdragen, maar: wie van u wil tien gulden geven Dit zijn opmerkingen van de heer G. A. Brucks, directeur van Youth for Christ Nederland (YFC) op een bijeenkomst van de afdeling be drijfskunde van de technische ho geschool Twente. Het zal wel niet veel voorkomen, dat een leider van een religieuse organisatie voor technici iets vertelt over zijn pro- paganda-methode. De afdeling no digde de heer Brucks uit, omdat YFC deze zaak zeer vakkundig aanpakt. Tien jaar geleden werd YFC bijna opgeheven. Brucks, overgekomen uit Canada, maakte er een bewe ging (organisatie?) van met 45 vas te medewerkers, een actiecentrum van een half miljoen hypotheek- vrij, 80 landelijke comités, koffie bars, een crisiscentrum, enz. Boeiend vertelt hij over. de opbloei van zijn beweging. Voor reclame mensen is er niet zoveel nieuw. Bij zonder is wel'de onbevangen ma nier, waarop Brucks bekende tech nieken gebruikt voor de verbrei ding van zijn boodschap. Hij ver telt hoe onlangs zijn medewerkers vijfhonderd kansels bestormd heb ben. „Waarom doe je dat? Nou ja, dat doe je ook, omdat je zo in de pers komt. omdat het een mooie krantekop is." In het kader van bedrijfskunde krijg je natuurlijk wel een eenzij dig beeld van YFC. Brucks noemt het ..de onderkant van het vloer kleed". De inhoud van zijn bood schap kan nauwelijks aan de orde komen. Dat op zichzelf levert een vraag op: staat de wijze waarop je reclame voert los van het produkt? Kerken en religieuze groepen ma ken reclame. Ze brengen hun kerk dienst of jeugdsoos aan de man. Ze brengen ook hun boodschap aan de mensen: het evangelie, „een re latie met Jezus", het geloof. De ethiek van de reclame is op het ogenblik weer in discussie. Want niet alles mag. Een nieuwe wet gaat ons straks tegen misleidende reclame beschermen. Want wan neer voorlichting in de reclame ontbreekt, wordt ze al spoedig tot misleiding, de Ster weet er van mee te praten. Maar geestelijke misleiding kan veel kwalijker zijn, dan misleiding die geld kost. Hoe brengen religieuze organisatie hun boodschap? Welke middelen zijn geoorloofd en welke niet? Spanning Ter dekking van kerkelijke prak tijken, inclusief meedogenloze ket terjacht, heeft men zich op het woord „Dwingt hen binnen te ko men" uit de gelijkenis van het brui loftsmaal (Lucas 14 vers 23) beroe pen. Een verhaal van overweldi gende gastvrijheid nog wel. We we len. dat die hardhandigheid uit de Latijnse vertaling komt. Er staat eigenlijk: „trachten te overtuigen", „aandringen". Toch is er, wanneer we nadenken over zending en evangelisatie, een eigenaardige spanning. We menen immers, dat het voor een mens van levensbe lang is zich door het Evangelie te laten overtuigen. Heiligt hier mis schien dan toch het doel de midde len? Het is maar, wat je wilt overdra gen. Als het waar is, dat Jezus Christus mensen van de machten wil bevrijden, dan zal evangelisa tie bevrijdend moeten zijn. Recla me en propaganda doen voor een deel het tegenovergestelde: ze blokkeren een vrije keuze en laten mensen in een fuik lopen. Ik ben mij ervan bewust, dat het laatste woord herinnert aan Jezus, die de apostelen tot vissers van mensen wilde maken. Reclame en boodschap Niet altijd wijst verwerpelijke re clame op een slecht produkt. Om dat Readers Digest agressief ver koopt. behoeft ..Het Beste" nog niet slecht te zijn. Hoewel, bij een tijdschrift gaat het er om de ander iets te vertellen, mee te delen en als de reclame-mededeling op onmon digheid mikt (want de eenzijdig heid van de reclame biedt je geen werkelijke, zelfstandige keus), want kun je dan van het produkt verwachten? Ook de overdracht van de evangelische boodschap is een mededeelzaam gebeuren. Ik denk dat daarom de wijze van pro paganda wel iets (alles?) zegt van het soort evangelie, dat je brengt. Omgekeerd bepaalt de (ethiek van de) boodschap de manier van aan bieden. Als je door je propaganda mensen op hun kwetsbare punten wilt pakken, zegt dat iets van je mensbeschouwing. Brucks vertelt van de nieuwe slag zin: „Ik schaam me het evangelie niet". Mikt deze slagzin op gevoe lens van te kort schieten? De slag zin wordt er onder andere inge bracht. doordat „we een startdag houden in een grote kerk met vijf honderd jongeren. We creëren daar een blijde sfeer. In die sfeer moet je de jonge mensen overwel digen met je eigen persoonlijkheid en enthousiasme. Je moet ze aan de lopende band motiveren. Er moet een heel blijde sfeer heer sen," zegt Brucks. Opvallend is, dat de term „over weldigen" meermalen in een der gelijk verband werd gebruikt. Een van de deelnemers aan de bijeen komst vraagt dan ook, of hij zo de mensen niet in een roes brengt, waardoor ze heel weinig weer stand hebben. Afhankelijk Bij propaganda gaat het niet om commerciële, maar om denkbeel den, geestelijke zaken. Een nega tief aspect van propaganda an ders dan bij reclame kan zijn, dat mensen afhankelijk worden van de propagandist. Brucks ver telt, dat hij behalve de vaste mede werkers 25 vrijwilligers heeft, die zich voor wat zakgeld en de kost ..een jaar lang de blubbers wer ken". „Die werken zich half kapot voor mij. Ik heb er daarom behoefte aan, dat het over jaren nog mijn beste vrienden zijn. Dat kan alleen als ik ze begeleid in al hun proble men. Ik neem jongens waar nie mand iets in ziet. Ze zijn een geka pitaliseerd risico. Je moet er dan wel jarenlang een vader voor zijn." Aldus Brucks.. In de nabespreking komt het punt van de afhankelijkheid van zijn persoonflijkheid) aan de orde. Het zou interessant zijn als er gegevens waren over de jongeren die efiige jaren door YFC zijn heengegaan. Je zou willen weten of dit „vader lijke" ook selecteert en hoe afhan kelijk of onmondig men blijft. Een mens mag bemiddelaar zijn bij de ontmoeting met God. God komt door mensen tot ons. Bij propa ganda bestaat het gevaar, dat men het komen-van-God niet bemid delt, maar het in de weg staat. De propagandist loopt het gevaar zichzelf mee te delen. Advertenties Op initiatief van de gereformeerde kerken wordt voor de tweede maal een perscampagne gehouden. In streekbladen komen advertenties, die bedoeld zijn als „gespreksope- ners". Ze zijn korten uitdagend. In de folder aan gemeenteleden hier over wordt gezegd, dat ze „vooral de aandacht moeten trekken van hen, die het Evangelie niet ken nen". Hoe voert de kerk op dit punt pro paganda? De eerste advertentie is hierbij afgedrukt. „Jezus is nooit in Bangladesh geweest". Bangla desh, wat roept dat op? Hongerige geraamten van mensen, chaos, ge meenschappelijk schuldgevoel. Ik neem aan dat het geen „tranen trekker" wil zijn. Gaat het in die ad vertentie soms helemaal niet om mensen, die in Bangladesh krepe- ren? Worden ze alleen maar ge bruikt om aandacht te trekken? In de toelichting staat bij deze ad vertentie: „De spanning in de tekst laat zich in de volgende vragen vertalen: wat is het verschil tussen zorgen en bezorgdheid? Wanneer wordt zorg tot bezorgdheid? Ik moet zeggen, dat voor mij de spanning heel ergens anders zit. Dat houdt ook verband met het problematisch tekstgebruik. Alle voorgenomen advertenties eindigen met de vraag: Kennen wij Jezus eigenlijk wel? Misschien voe len kerkmensen nog aan, dat het woord „kennen" hier in een bijzon- Misschien vindt u daarom dat we Jezus maar beter kunnen vergeten. Sommige van zijn woorden zi|rt in Bangladesh een lachertje. Geen zinnig mens zal ze daar hardop durven te zeggen. Maar als we dat in Nederland wel durven te doen. helpt dat hopelijk ook de mensen in Bangladesh. Want Jezus zegt eenvoudigweg: Maak je geen zorgen over het eten. drinken en over de kleren die je nodig hebt(Mattheus 6:31) Kennen wij Jezus eigenlijk wel? j> 20J.Leutd«n C. Eerste van een reeks advertenties, die op initiatief van de gereformeerde kerken in streekbladen ge plaatst zullen worden. dere zin wordt gebruikt. Want de zin „Kennen we Jezus wel?" heeft een andere betekenis, dan „Ken nen wij Jansen wel?". Je komt Je zus niet op straat tegen, behalve in de minste van zijn broeders. In de gewone zin van het woord kun je met aan hem worden voorgesteld. Wat denken mensen, die het kerke lijk taalveld niet kennen, bij deze zin? Wat wordt hun beloofd? Iedere kerk en iedere religieuze groep zoekt gehoor en aanhang. Er is een markt. Wanneer we meteen evangelische boodschap op deze markt komen, rijst er een aantal vragen. In hoeverre bepaalt de vragende mens (de markt) het aan bod? Hoe is het gesteld met de voorlichting in je propaganda? Ben je uit op mondige mensën, die vrij kunnen kiezen of maak je hen afhankelijk van schijnzekerhe den? Van welke kanalén maak je gebruik? Bij godsdienstige recla-. me luistert het heel nauw. Wan neer begint de misleiding? Een goed produkt kan door slechte re clame in een kwade reuk komen. Ds Jan de Jongh is campus-pastor van de technische hogeschool Twente in Enschede. DE HANDIGE ONTHAND Het warhoofd praat maar door, maar geen mens weet natuurlijlj precies wat er gebeurt, en wie laat hem weten 1 wat er gebeuren zal? j# Het warhoofd maakt zich druk] en hij wordt er doodmoe van, maar als hij naar huis moet kan hij de weg niet vinden. (Prediker 10,14,15) pgj Het eigenlijke kan de mens i '°°t' gaan bij al zijn sloven en dratf? daar komt het ongeveer op nJP,iri wat de Prediker hier zegt. jokte •kletst wel en kletst maar ri- maar intussen ontgaat hem wa werkelijk gaande is en wat hei in wachten staat. Hij maakt zich ^ng druk om allerlei zaken en rento al achter aan maar zoiets ging woons als thuis komen, dat i )at niet bij. Het eigenlijke kan de ra ontgaan, wat er gebeurt en ha |2n werkelijk terecht komt. Hij 1< jjh zichzelf voorbij. Dat is een mi |e!ia lijkheid die niet alleen het t ^ai hoofd heeft, de man die denkt uilf hij handig en slim en erg actit )e v Hij is net niet handig en slim enpingi tief genoeg, want hij ziet iets ov ten hoofd, nl. dat hij mens is en in F1 gebeuren staat en dat hij een I ro<^ moet weten te vinden. En j? staat hij dan, onthand en zoi raad en dadeloos, de weg k Een situatie die wel niemand ehs heel vreemd zal zijn. Mens-zij leme ergens anders van afhankële i?c Van diepere en grotere din Van een zich gadegeslagen wèHoC en genade gevonden hebben ogen van God. Het valt ons moeilijk voor te stellen, dat Noord-Afrika eens een bolwerk van christelijke beschaving is geweest. De bewijzen daarvan zijn echter nog in zeer ruime mate voorhanden. De is lam, die in de zevende eeuw alles overspoelde, heeft de verlaten christelijke kerken doorgaans onberoerd gelaten. door L. M. P. Scholten unst NED. HERV. KERK etJel Aangenomen naar Tjerkgaasf J. Jansen Schoonhoven, kanfc v Groningen. ners. Bedankt voor Oudemirdum: tyvoe, Ravesloot te Oostermeer (reet.] In enkele gevallen werden ze inge richt tot moskee. Meestal echter liet men ze aan hun lot over, gaf men ze prijs aan zon en wind, re gen en plantengroei en het opruk kend woestijnzand. De opgravin gen van deze oud-christelijke rui nes verschaffen ons nu uiterst waardevolle gegevens. De archeologen kunnen in Noord- Afrika direct doorstoten naar de oudchristelijke kerk en hoeven niet eerst, zoals in Europa, door middeleeuwse lagen heen te krui pen. Daarbij is Noord-Afrika ook belangrijk door zijn brugpositie tussen het oostelijke en het weste lijke deel van.de christenheid. In een dezer dagen bij Kok te Kam pen verschenen boek h^eft dr A. G. Luiks, gereformeerd predikant te Rinsumageest, de resultaten van één facet van deze opgravingen doorA.J. Klei In de vooravond ontmoette ik in de binnenstad een collegiaal echtpaar dat een paar dagen vakantie hield in Amsterdam. Ik vertelde op weg te zijn naar een orgelbespeling in de Domi- nicuskerk. Zij voelden er wel voor om mee te gaan. Toen even later mijn collega achter in de kerk een programma Onze adressen: AMSTERDAM: Direktie - commerciële afdelingen - administratie: Wibautstraat 131 tel. 020-913455 Postbus 859 Redactie: Nieuwe Zijds Voorburg wal 280, Amsterdam. Tel. 020-220383. Postbus 859. ROTTERDAM/DORDRECHT Westblaak 9. Rotterdam. Tel. 010-115588. Postbus 948. DEN HAAG/LEIDEN: Parkstraat 22. Den Haag Tel. 070-469445. Postbus 101. ZWOLLE/GRONINGEN: Melkmarkt 65. Zwolle. Tel. 05200-17030 Postbus 3. kocht, keek zijn vrouw enigs zins schichtig rond en fluisterde mij op verschrikte toon in het oor: maar dit is een róómse kerk Ik kon dit niet ontkennen. De Dominicus is een roomse kerk (hoewel ik niet geloof dat een Romeins oóg met welgevallen zou rusten op alles wat hier geschiedt, want dat loopt wel eens buiten de gebaande wegen). Het is zelfs een heel bijzondere roomse kerk, naar mijn smaak een der fraaiste die Cuypers eind vorige eeuw voor Amsterdam bouwde, vooral vanwege het feestelijke, op de Italiaanse gotiek geïnspireerde interieur. Voor niet- Amsterdammers: de kerk staat aan de Spuistraat, niet ver van het (ook door Cuypers gebouwde) Centraal Station. De reactie van de goede dame, die van slag raakte omdat ik haar zomaar in een roomse bedoening had gevoerd, bepaalt je er bij hoe oneindig ver „gewone" protestanten van „gewone" katholieken af staan, en omgekeerd. Je denkt niet vaak aan die afstand, misschien alleen een beetje op de, magertjes gevierde, kerkhervormingsdag van verleden week. Je zit als protestanten en katholieken met elkaar in de raad van kerken, je rommelt samen aan en op een kerst-inn, je bent broederlijk nieuwsgierig naar wie Alfrink zal opvolgen en de dagopeningen van NCRVen KRO volgen elkaar gewillig op Zo kunnen we nog wel eventjes verder gaan, tot je opeens merkt dat er mensen zijn die het griezelig vinden in een roomse kerk, ook al zijn de wijwaterbakjes met zand gevuld om er sigaretten in te doven. Merkwaardig overigens dat zulke mensen zich in het buitenland onbekommerd van het ene roomse bouwwerk in het andere storten en verrukt kirren over een schattig kapelletje zus en een mooie kloostergang zo. Ze denken zeker: daarginds weten ze niet beter. Trouwens, het verbaast me toch, en ik maak me er soms lichtelijk kwaad over, dat bepaalde lieden enorm opgeven van, zeg maar, de Notre Dame in Parijs en nog nooit een voet gezet hebben in, zeg maar, de Dominicus in Amsterdam. Maar het gaat me er nu om, vast te stellen dat bij alle oecumenische opwinding op het grondvlak protestanten en katholieken elkaar niet of nauwelijks in het vizier hebben en dat in de kerk onbekend zéér onbemind maakt. We zagen het aan de vrouw van mijn collega in de Dominicus en we lezen het in een stevig ingezonden stuk in De Liturgiekrant (uitg. Gooi en Sticht, Hilversum), waarin een Zwolse r.k. dame haar beklag doet over de veranderingen in het Onze Vader: Uw rijk kome werd: Uw koninkrijk kome, en er kwam een stukje bij: Want van U is het koninkrijk enz. Ik geef tot slot een paar citaten uit die brief. Hier zijn In de Canisius Bijbel staat bij twee Evangelisten het Onze Vader genoemd. Bij geen van beiden staat: „Uw koninkrijk kome". Ook staat er nergens: „Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid". Die koning daartussen is een leugen en een vervalsing, wat wij hoogstwaarschijnlijk aan het protestantisme te wijten hebben. Een koning, ook een christenkoning, kijk maar naar Abessinië, verrijkt zichzelf en zijn eigen nageslacht alleen; hij is vaak een heerser voor anderen. Verder lees ik in uw boekje 't Oecumenisch Onze Vader. Dat heeft mij dubbel de ogen geopend, d.w.z. dat Oecumene in Nederland eenvoudig protestantisme betekent, want ze nemen heel gewillig 't protestantse Onze Vader over. Voor de waarheid over het Onze Vader zou men zelfs in Nederland nog kunnen zoeken in de H. Schrift, die St Bonifacius boven z'n hoofd hield, toen hij door de Friezen werd vermoord. Hoogstwaarschijnlijk is dat ook een Latijnse vertaling, dus oud en echt. Ook heb ik een kerk bezichtigd waar Jezus aan zijn apostelen 't Onze Vader zou hebben geleerd. Daar stond op de muren dit gebed in 48 talen. Maar ook in het Vlaams, maar zonder de toevoeging: „Aan U is hetenz." Hoe kan de hele oecumene geloofwaardig zijn als zelfs dat ene gebed, dat Jezus ons uitdrukkelijk leerde niet waar en echt is? 't Nederlands katholicisme zouden we 't best de naam kunnen geven van het Nederlands Hervormde Vrijzinnige Katholieke Kerkgenootschap N.H.V.K., naast Vr.Pr.K. toegankelijk gemaakt voor een breed publiek. Hij houdt zich bezig met het doophuis (het z.g. baptiste rium) bij het kerkgebouw, vroeger een apart gebouw omdat de doop naakt werd ontvangen en daj: kon. niet in de kerk, in het openbaar. Levend water Een van zijn conclusies is, dat men zich er in de oude kerk bijzonder veel aan gelegen liet liggen, om bij de doop de idee van „levend" (stro mend) water vast te houden. Kos ten noch moeiten werden gespaard om tot diep in het Noordafrikaan- se binnenland de idee van een ri vier te benaderen met vernuftige pijpleidingen en kolossale waterre servoirs. Daarom valt het temeer op, dat men niet heeft vastgehouden aan de doop door onderdompeling. De oude kerk kende onderdompeling, overgieting en besprenkeling. De laatste alleen bij mensen, die van wege ouderdom of invaliditeit niet in het doopbassin konden afdalen. De gewone vorm was, dat de dope ling, staande in het doopbassin, werd overgoten. Het getuigenis van de doophuizen in Noord-Afri ka wijst unaniem in deze richting. Dr Luiks wijst daarbij onder meer op de geringe diepte van het water. Onderdompeling was om dezelfde reden trouwens ook in de Jordaan gedurende een groot deel van het Oude Kerk te gaan, wanneer zij dopen door onderdompeling in een zwembad! Alsof ooit iemand op het idee zou komen, bij een zwem bad Psalm 42 te zingen en dat wa ter te drinken." (blz. 149) Een andere conclusie van dr Luiks is, dat geen enkel onderdeel van de Noordafrikaanse doophuizen zich - verzet tégen de kinderdoop. We willen maar zeggen, dat een boek Prof fll* J V U BP' over archeologie grote actualitei ten kan bezitten. Ook symboliek eft decoratie ma ken veel duidelijk van het geloof, dat de oude christenen bezielde. Zo wijst dr Luiks erop, dat het doophuis haast altijd gebouwd werd naast de apsis van de kerk. de plaats waar het Woord'bediend werd. Hij ziet hierin een bewijs van de nauw aangevoelde verbonden heid tussen het Woord en de doop ais zegel op het Woord. )e r iroce [ens BAPTISTENGEM. Beroepen te Amsterdam-Wei Jager te Nieuw Weerdinge. vanVUnaarLeïdd "Van een onzer verslaggever tken AMSTERDAM. Prof. deer van den Berg, die aan de Vrije ronk versiteit te Amsterdam de vatok c landse kerkgeschiedenis, de i amei mene kerkgeschiedenis na 165 ï012*] het kerkrecht doceert, is bena N Baptisterium door dr A. G. Luiks. Uitgave Kok te Kampen. 195 blz. met vele illustraties); 22,50. tot hoogleraar aan de rijksui siteit te Leiden (in de vakal prof. dr C. C. de Bruin). Prof. an h den Berg gaat in Leiden deïaribi mene kerkgeschiedenis na 1651 rer w ceren, In Henchir Messaouda in het zuiden van Tunesië vond men een christelijk doophuis, dat beroemd werd door de mozaieken rond t) doopbassin. Hier is het mozaiek, dat ten noorden van het bassin is j gen: twee herten ter weerszijden van een boom met vruchten. Bi jaar onmogelijk. Wie onderdompe- oude christen was het hert een geliefd symbool van de gelovige.föit) Al-~J gens psalm 42 (graag gezongen bij de nadering tot de doopplaats) langt de gelovige naar God als een hert naar de frisse waterstromei lopend vechten beide herten elk met een slang. De dopeling wist, hij te strijden had tegen „de duivel en zijn ganse rijk". De duif re< jjjj boven herinnert aan de Heilige Geest, die op Christus neerdaalde zijn doop in de Jordaan. ling de enige wettige methode van dopen acht, kent volgens dr Luiks de kerkgeschiedenis niet. „Zo kan het vandaag gebeuren, dat christenen oprecht menen, in de lijn van de H. Schrift en van de (Advertentie) ATTENTE! Dr. R. J. Mooi Ds. J. T. Wiersma Van „Woord en Dienst" verschijnt 15 november 1975 .een speciaal thema-nummer, getiteld: •TROUWEN IN DE KERK' Inhoudsopgave: Ds. J. T. Wiersma Da W. C. Verstoep Da W. C. Verstoep Da W. C.' Verstoep Dr. B. Maarsingh Telefoon: 'Wij zouden graag een afspraak met u maken' Ik zal hem een hulp maken die bij hem past Deze is nü eindelijk... D.e twee zullen tot één vlees zijn Eén man. één vrouw Dr. F. O. van Gennep Eros zegt: 'jij bent van mij!' Ds. A. A. Spijkerboer 1 Korinthe 13 een levens gevaarlijk hoofdstuk Ds. L. H Ruitenberg Je eigen gezamenlijk be sluit Dr. R. J. Mooi Zaak van de samenleving Ds. J. T. Wiersma De kerk wijdt niet Ds. R. Kaptein Wat is bevestigen en In zegenen Ds. W. R van der Zee Drie doeleinden Drs. S. Gerssen O Heer des levens en der eeuwige liefde Ds. \V. R. van der Zee Elkanders brood en wijn Ds.__H. A. Visser Waarom niet op zondag? Samen voor elkaar, samen voor anderen Wij in de gemeente, de ge meente met ons Petrus Maria is r.k. en Necltje Johanna n.h. Ds. W. J. J. v.d. Waal Gemengd huwen Ds. J. T. Wiersma Oecumenische cursus voor gemengd gehuwden en verloofden Ds. R. Kaptein De inzegening van het tweede huwelijk Ds. L. H. Ruitenberg Wordt er minder in de kerk getrouwd Dr. H. W. de Knijff Met of zonder 'boterbriefje* In verband met het bepalen van de oplage horen we nu al graag of u interesse hebt in extra nummers, die 1,60 per exemplaar, bij bestelling van 10 exemplaren of meer 1,40- per exemplaar, steeds exclusief porto kosten, bedragen. U kunt deze bestellen door onderstaande bon in te vullen en te zenden aan: P. W. A. de Wit 5«X5öOOOOO«XTO(»OQf500(^^ 'WOORD EN DIENST* Postbus 5176, 's-Gravenhage. Ondergetekende Naam: Adres: Woonplaats: verzoekt omextra nummers van het thema nummer TROUWEN IN DE KERK'. Het bedrag van.r. x met porto kosten verhoogd zal na ontvangst van uw accept girokaart worden overgemaakt. Datum: Handtekening: frzi' ;hei< iliss loor stra. officie lie gr. tij de >esteé< trekvo wat de cht, v [rote v trijkt noerass 'jeden, 'ieren 'atuurl: ook aa i'aterge te tot oals "aaruit ewonn ie lanj omen, 'aardoc taogelijl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 2