Wat meer solidariteit
:ou welzijnswerk niet misstaan
öntgen ontdekte tachtig
aar geleden 'zijn' stralen
lllsillalll
latisecretaris Meijer: ook kijken naar wat wél verwezenlijkt is
Naar 7.3miljard gulden?
Nieuwe boeken
IPAG 8 NOVEMBER 1975
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 11
r Kees de Leeuw en Hans Schmit
J HAAG Tijdens het optreden van het kabinet-Biesheuvel was CRM-staatssecretaris
hoff het mikpunt van verbeten kritiek van wij wel iedereen uit het welzijnswerk. Met name
jpvatting van de liberale staatssecretaris, nu burgemeester van Utrecht, dat er veel dor hout
appen viel, wekte verzet en angst omdat volgens de welzijnswerkers de bijl bot was en blin-
ngwerd gehanteerd.
n in mei 1973, na een formatieperiode van 164 dagen, het kabinet-Den Uyl tot stand was ge
ien, haalde het welzijnswerk opgelucht adem. Want in dat kabinet was ook een plaats inge-
nd voor oud-vormingswerker Wim Meijer (36) als staatssecretaris op het ministerie van
Enkele maanden later, toen het kabinet-Den Uyl zijn eerste begroting presenteerde, bleek
opluchting alleszins op haar plaats. Zo werd onder.meer aangekondigd dat de rijkssubsidie
rhet club- en buurthuiswerk zou worden opgetrokken tot vijftig procent, waarmee (indien
meenten met eenzelfde percentage zouden volgen) een subsidiëring van honderd procent
d bereikt.
volgde een opmerkelijke uitbreiding van de CRM-uitgavën, waarbij het welzijnswerk niet
;erbleef. Bedroegen de CRM-uitgaven in 1973 3,6 miljard gulden, voor 1976 staat 7,3 miljard
len op de begroting en dit ofschoon in deze periode de economische perspectieven steeds
berder werden.
jet eerste gezicht lijkt er alle reden tot tewedeiiheid in het welzijnswerk. Maar hoewel Salco-
het blad van de landelijke organisatie vooi* wijk-, buurt- en clubhuiswerk, in september
5 nog juichte: „Uit de financiële zorgen", kwam het blad in juni van dit jaay met een nooduit-
e onder het motto: „Het is weer mis met de poen". Ook het Anti-CRM-Bezuinigingsfront uit
lagen van Vonhoff stak de stekelige kop weer op. Het wélzijriswerk loopt weer te hoop als
rheen, alleen de personen hebben gewisseld.
i: wordt de klok inderdaad teruggedraaid? Is de kritiek nu wel steekhoudend, mede gelet
iet feit dat op andere terreinen (zoals dat yan de bijstandsuitkeringen, de uitkeringen aan
ogsslachtoffers en de bibliotheken) een enorme vooruitgang is geboekt. Wim Meijer zelf: „In
welzijnswerk zou een beetje, meer solidariteit ten opzichte van elkaar niet misstaan". Daar-
st dringen zich andere vragen op. Zoals over de grenzen van de gigantische groei die het wei-
werk heeft doorgemaakt, over de plaats van de beroepskrachten daarin en over de richting
rin het welzijnswerk zich zal kunnen en moeten ontwikkelen.
:over gaat onderstaand vraaggesprek met staatssecretaris Meijer.
ïevi
ind
dat de maatregelen noodzakelijk
zijn en dat er toch al veel is ge
beurd. Dat er intussen zo'n 150
nieuwe instellingen zijn gekomen,
dat er veel personeelsuitbreiding
heeft plaatsgevonden, dat er ge
moeten sluiten, je dat in alle kran
ten leest, maar dat, als het bestuur
hier op eerdere verklaringen moet
terugkomen, omdat het op alle
punten ongelijk heeft, je dat in de
publiciteit bijna nergens terug-
bouwen zijn verbeterd en er veel vindt. Er ontstaat zo ook een fou-
nieuwbouw is en dat de salarissen tieve beeldvorming."
heeft voor de begroting van
vijftig miljoen gulden moe-
fzuinigen. Dat is negentig
fn minder dan wanneer de
ügingen voor 1976 over alle
tementen gelijk waren ver-
Desondanks is er veel kri-
ekomen, onder meer van de
en buurthuizen over de vier
nt-regeling (die houdt in dat
met uitzondering van de
leelslasten de rijkssubsidie
naar vier procent omhoog
Hoe ervaart u die kritiek?
Wat het club- en 'buurthuiswerk
betreft, begin dit -jaar-ontdekten
we dat de uitgaven danig uit <ie
hand liepen. Eén van de verklarin-
Men vreesdê weer in het oude stra
mien te wordengedrongen.
Ook de kritiek vanuit de afzonder
lijke instellingen begrijp ik goed*
gen daarvoor is dpf er 1.4fl0.alzour*- De .-vier-proeonLmaattegei, kwgnt
„De kritiek zou tot twee
sies kunnen leiden: óf dit
itje|et is gelijk aan het vorige, of
inierscheidingsvermogen is
eiemaal wat toet zou inlieten
Mijn standpunt is dat de rcge-
nakomt wat ze heeft gesteld
™pr eerste optreden en wel dat
derïijke instellingen zijn die subsi
die .ontvangen en een hoofdbedrijf
met 1400 filialen is niet eenvoudig
te leiden, vooral niet omdat-hét
welzijnswerk nu niet bepaald uit
munt door een sterke administra
tieve werkwijze. Bovendien is het
totaal-resultaat van een aantal
maatregelen hógèr uitgekomen
dan was voorzien.
Ik stond dus voor qle noodzaak bij
te stui/en, ook om drastische pro-
ïen voor de komende jaren te
(zij het niet geheel) onverwacht erf
is bovendien globaal. Aan de ander
re kant verdriet het me soms wél
datje het niet duidéli j k kimt maken
en pensioenen van de werkers zijn
verbeterd. Dat alles veryjuchtigt
Er wordt meer gekeken naar ae
nog niet vervulde wensen dan naar
wat al gerealiseerd'is. Dat is verve
lend, maar ik heb er mee te leven.
De reacties leken ook wat voorba
rig. De Haagse clubhuizen lieten
weten dat ze moesten sluiten,
maar achteraf bleek dat nogal
mee te vallen.
Meijer: yjk kan niet begrijpen dat
instellingen grote tekorten wijten
aan de vier-procentregeling, zoals
bij een deel van de Haagse club
huizen en in Zwolle. Ik heb me in
beide gevallen verdiept. Het blijkt
dat het bestuur (met alle goede be
doelingen overigens) besluiten
heeft genomen, waarvoor geen
goedkeuring was."
Dat Is toch gebeurd In overleg met
de regionale inspecteurs?
Meijer: „De inspecteurs hebben
een adviserende rol. Op basis 'van
een aantal gesprekken met een be
stuur, kan de inspecteur zeggen
dat hij de plannen accepteert en
positief zal adviseren bij CRM.
Maar de beslissing neemt het de
partement. Er kan wel eens een
misverstand ontstaan, maar van
toezeggingen op grote schaal is
geen sprake. In beide gevallen ging
het er om, en dat kan ik slecht ver
dragen, dat het particulier initia
tief de autonome verantwoorde
lijkheid afwentelt op CRM. Overi
gens vind ik het jammer dat als de
Haagse clubhuizen zeggen dat zé
blemeh voor de komende jaren te
voorkomen. Daai kon\t nog dat
er nog erg v^el fnoet gebeuren,
maar dat er geen duidelijke plan
ning van de prioriteiten is. Hier
door komt iedèilèen gelijktijdig
met zijn wensen en verlangens aan
de balie. Tenslotte£werd het in het
iiitvl punten die ik goed kan be- midden.van het jaar duidelijk dat
Kritiek die ingaat op je het er met de totale rijksbegroting
niet zo best voorstond. Omdat in
het verleden altijd de welzijnssec
tor het eerst werd aangepakt, heeft
men vanuit die oude angst zich bij
voorbaat extra scherp afgezet.
builzijnsbeleid een centraal on-
jng ;1 van haar beleid vormt.
migfeens vind ik in de kritiek een
ker pen raakt me wel. Als mon-
raatjht met de zaak bezig zijn,
de neiging veel over te ne-
>laar kritiek die je plannen
genkt, daar blijf ik koud onder.
h<
ike
De CRM-begroting steeg van'3,6 miljard gulden in 1973 naar
5.4 miljard gulden dit jaar. "\foor 1976 is een bedrag van 7,3
miljard gulden begroot. Een vergelijking van enkele posten
levert het volgende op (in miljoenen guldens):
,1973 !?76
Jeugd-en jongerenwerk 62,4 120J
Bibliotheken 50,9 133,0
Volksontwikkelingswerk 1 27.9 51.6
Samenlevingsopbouw 106.8 294.3
Bijstandszaken 1.806.8 4.034.7
Velzetdeelnemers, vervolgdeh 209,8 533.7
Samenlevingsopbouw j 106.8 294,3
Natuurbehoud, openluchtrecreatie 70,0 131,3
De uitgaven van CRM zijn minder
gestegen dan was voorzien. Som
mige sectoren voelen zich te kort
gedaan.
Meijer: „De post jeugd- en jonge
renwerk is in drie jaar met hon
derd procent gestegen. Dat had
ook tweehonderd kunnen zijn, tsja.
Dat had ik ook wel gewild, maar
deze sector moet ook leren leven
met de grenzen van de groei. Te
gen de achtergrond van wat men
wil, kunnen de middelen beperkt
zijn, maar tegen de achtergrond
van wat mogelijk is, kan niet
staande worden gehouden dat de
middelen bèperkt zijn. Waar niet is
kan niet worden geboden. Wel
zijnswerk staat niet buiten iedere
afweging. Bovendien ben ik geen
staatssecretaris alleen voor club
huizen. Ik heb bijvoorbeeld ook de
zorg voor de bijstandsuitkeringen.
Dat vind ik nou echt een zaak om
te verdedigen, ook tegenover de
clubhuisleiders. In het welzijns
werk zou eén beetje meer solidari
teit ten opzichte van elkaar niet
misstaan. Als de bibliotheken een
structurele verbetering krijgen, zou
je zeggen dat dat ook clubhuislei
ders moet aanspreken. In die zin is
er nog weinig sprake van denken
in grote lijnen, het is allemaal erg
sterk op de eigen sector betrok
ken.**
De huidige werkloosheid vraagt
om meer welzijnswerk. En tegelij
kertijd biedt het welzijnswerk
veel werkgelegenheid. Dat laatste
lijkt wel eens over het hoofd te
worden gezien. Wordt er bij de
miljardeninjecties vaak gedacht
aan de welzijnssector?
Meijer: „In het pakket van minis
ter Boersma zit een interessante
maatregel om jonge wèrklozeri in
het welzijnswerk te plaatsen, dat
zijn er nu al zo'n 1500. Het is niet zo
dat de welzijnssector achterblijft.
Door de aanvullende werken- komt
veel tot stand, soms wel meer dan
CRM met exploitatiesubsidies kan
bijhouden. Als een bouwvakker
aan een clubhuis bouwt, dient hij
deze sector en schept tegelijk
werkgelegenheid daarvoor."
Er bestaat oen toenemende be
hoefte aan activiteiten en voorzie
ningen in de welzijnssector. Kun
je blijven doorgaan die behoeften
te vervullen of zijn er grenzen?
Staatssecretaris Meijer
Meijer: „Er zijn voorzieningen die
overal aanwezig en voor iedereen
bereikbaar moeten zijn, wil je kun
nen spreken van een algemeen
welzijnsbeleid. Het gaat hierbij
vooral om het terrein van de pri
maire zorg, zoals elementen uit ge
zinszorg, bejaardenhulp, jongeren
werk en sociaal-cultureel werk. Je
kunt pas spreken van een gewenst
niveau, als dat pakket alom aan
wezig en bereikbaar is. Dat zal nog
een reeks van jaren kosten. Daar
naast moet je een variabel pakket
hebben van voorzieningen die aan
sluiten bij de aard en belangstel
ling van een bepaalde plaats of re
gio. Het zal de komende jaren om
groei gaan (voor zover we daarvoor
ook de financiële ruimte kunnen
vinden), maar ook om een voortdu
rende herwaardering vap.het be
staande. De Activiteiten moeten
sterk op een probleem worden ge
richt en niet langer gehandhaafd
dan strikt noodzakelijk is om het
op te lossen. Dat geldt bijvoor
beeld voor het jeugd- en jongeren
werk en het opbouwwerk. Ik kom
het nogal eens tegen dat in een
wijk waar tien. vijftien jaar gele
den veel kinderen waren, maar
waar de bevolking nu ouder is,
jeugdvoorzieningen in stand wor
den gehouden, die elders inde stad
dringend nodig zijn."
Traditionele vormen van hulpver
lening zijn verdwenen. Vroeger
hielpen buren elkaar, nü is er een
groot aantal gez ins verzorgsters. Is
het niet wenselijk dat de mensen
elkaar meer gaan helpen in plaats
van de hulp aan beroepskrachten
over te laten?
Meijer: „We hebben na de oorlog
gezien dat de stervensbegeleiding
verdween uit het gezin, er werden
voorzieningen voor bejaarden ont-
wikkeid en waar vroeger buren-:
hulp was, is nu gezinszorg door be-1
roe pskrachten. Men kan daarover
denken wat men wil, het is een fei-1
telijke ontwikkeling en ik zie niet
zo gemakkelijk kans die bij te stu-i
ren. Door deze ontwikkeling is het
vrijwilligerswerk wat in de knel
geraakt- Twee dingen zullen voort
durend moeten worden gestimu-'
leerd: de verantwoordelijkheid
van de burgers voor de organisatie
en het beheer van het welzijns
werk en een directere betrokken
heid van de vrijwilligers. Hetis een
schadelijke zaak dat hier en daar
door de komst van beroepskrach
ten het bestuur op de achtergrond
is gedrongen. Een grotere betrok-'
kenheid van de vrijwilliger houdt
niet in dat het aantal beroeps
krachten zal verminderen. Zij zijn
juist nodig om het werk te stimule
ren en te begeleiden. Omdat dit
hoge eisen stelt, is eerder uitbrei
ding te verwachten. De welzijns
werker moet weten dat hij dienst
baar is. Hij moet helpen de doel
einden van de gemeenschap te
verwerkelijken, maar magdiedoel-
einden niet zelf bepalen", j
ijle
ding van vijftig miljoen mensenlevens werd mogelijk
ir. dr. W. Herstel
sen donkere herfstmiddag,
ig jaar geleden, kwam een
;end schijnsel aan het licht.
november 1895 ontdekte
ilm Conrad Röntgen de
ng die naar hem genoemd
/orden. De wat teruggetrok-
[eleerde vertelde het nieuws
zijn toen ongeloofwaardige
kking aan zjjn vrouw, met
erzoek er met niemand over
preken.
volgende twee maanden onder
hij de straling grondig, en be-
'i zijn onderzoekingen in een
.publicatie: 'Über eine neue Art
^Btrahlen'.
Z
Ie dagbladpers werd het grote
's de eerste week van 1896 over
ereld verspreid. Nu, na tachtig
neemt het gebruik van röntgen-
ng in de techniek en in zieken-
nog steeds hand over hand
gen was niet op zoek naar on-
'de stralingen. Hij experimen-
e die middag met de geleiding
elektriciteit in gassen. Vaak
le hij alleen, met zelfgemaakte
"nénten en vrijwel altijd zonder
wiskunde gebruik te maken. De
lijke ont-dekking ging in dit
gepaard met een be-dekking.
f buurt van de meetopstelling
in kristalmaterialen op te lich-
Daarom bedekte Röntgen zijn
"ing met stukjes karton. Maar
"reemdsoortige lichtschijnsel was
verdwenen. Er moest iets zijn
baling?) dat door karton heen
Vijftigjarige Röntgen, die aan de
De oudste toepassing van röntgen
straling, het maken van 'directe'
schaduwbeelden, wordt- nog steeds
vaker toegepast.
universiteit van Würztjurg de beken
de Fnedrich Kohlrausch was opge
volgd, was een ervaren onderzoeker.
Hij was eerder al hoogleraar ge
weest in Straatsburg. Hohenheim en
Giessen. Later zou hij nog in Mün-
chen worden benoemd, waar hij in
1923 overleed Over zijn ontdekking
van de röntgenstraling heeft hij maar
één keer een lezing gehouden, voor
de Physikalisch-Medicinische Gesell-
schal't in Würzburg. Toen hij op 10
december 1901 (de vijfde sterfdag van
Alfred Nobel) in Stockholm als
eerste de Nobelprijs voor natuurkun
de zou ontvangen, was er vooraf een
briefwisseling geweest waarin hij
had gevraagd, geen rede té hoeven
houden.
Nederland
Wilhelm Conrad Rpntgen werd op 27
maart 1845 geboren in Remscheid, in
het Rijnland. Als driejarige kleuter
kwam hij met zijn ouders naar Nè-
derland. Hij woonde aanvankelijk in
Apeldoorn, waar hij later met de
Zwitserse Anna Bertha Ludwig is
getrouwd.. Als scholier en student
woonde hij in Utrecht, onder andere
bij de familie Gunning.
In natuurkunde was hij op ..school
niet bepaald een uitblinker, en jam
mer genoeg kwam het niet tot een
eindexamen. Daardoor kon hij niet in
Utrecht afstuderen. Röntgen ver
volgde zijn studie daaipm aan het
toenmalige Polytechniéum Zürich,
waar hij werktuigbouwkunde stu
deerde en in 1869 .bij August Kundt
promoveerde. Over. zijn NèdeHandse
jaren is veel onderzoek gedaan door
de Hilversümse radioloog dr. W. A. H.
van Wylick, die op $lt onderwerp bij
prof. Lindeboom aan de VU promo
veerde (Röntgen en Nederland, 1966).
Bij het verspreideh van het nieuws
over de ontdekking heeft de dagblad
pers een grote rol gespeeld. Het be
richt ging perfhrief van Würzburg
naar Wgneiv f.\yaar het in handen
kwam Van do natuurkundige Ernst
Leche'r. Dle>ns véder was'redacteur
van Dje Presse. Het nieuws werd in
Engeland ovefgenofnen door de Pali
Mall Gazette,» die nu niet meer be
staat. Het werd tevens naar Amerika
geseind.
Omdat de straling was op te wekken
met apparatuur die overal in labora-
Onmisbaar hulpmiddel
voor wetenschap,
industrie, ziekenhuis
toria al aanwezig was. duurde het niet
lang of de eerste medische toepassin
gen konden hun bijdrage gaan leve
ren bij het onderzoek van botbreu
ken. Het gevaar daarvan werd pas
na enige jaren ingezien.
En pas in 1929 werd aangetoond dat
met röntgenstraling ook erfelijke ver
anderingen (mutaties) kunnen wor
den veroorzaakt. Het gebruik van de
straling is daarom nu overal aan
wettelijke veiligheidsvoorschriften
I gebonden.
Onmisbaar
Röntgenstraling is in veel opzichten
een onmisbaar hulpmiddel gebleken
in de wetenschap, de industrie en in
ziekenhuizen. Te denken valt aan het
onderzoek van ingewikkelde struc
turen (bijvoorbeeld kristallen en de
kernen van levende cellen), het on
derzoek van schilderijen, maar ook
van constructies zoals bruggen en
schepen. In de geneeskunde maakt
men onderscheid tussen toepassingen
bij het onderzoek en bij de behande
ling.
De Nederlandse industrie heeft be
langrijke bijdragen geleverd aan de
stormachtig ontwikkelde röntgen-
techniek. Dit geldt de ontwikkeling
van apparatuur zoals beetdverster-
In een recente ontwikkeling van
het Engelse bedrijf EM1 wordt
de informatie van de 'scanner'
(achter het venster) door een
computer (voorgrond) samen
gesteld tot een beeld dat veel
meer informatie verschaft dan
het klassieke schaduwbeeld.
kers, als hulpmiddel bij het onder
zoek. en speciale stralenbronnen voor
het gebruik in dc therapie. Meer en
meer gaat de laatste jaren de com
puter een rol spelen in de radiologie,
onder andere voor het verwerken van
gegevens, voor het vergroten van
de bruikbare beeldinformatie, en bij
het doelmatig ontwerpen van be
stralingsplannen.
De Utrechtse hoogleraar dr. C. B. A.
J. Puylaert heeft veel onderzoek ge
daan naar de groei van het aantal
verrichtingeen in de radiodiagnostiek,
het gebruik van straling voor me
disch onderzoek. In vrijwel elk land
groeit het aantal onderzoeken met on
geveer acht procent per jaar. Dat
komt neer op een verdubbeling elke
tien jaar. Röntgens ontdekking redde
naar schatting vijftig miljoen mensen
het leven. En het einde van de toe
passingen van dit vreemdsoortige,
onzichtbare licht is nog steeds niet in
zicht.
Ir. Herstel is verbonden aan de afde
ling radiologie van het academisch
ziekenhuis in Leiden.
Dieet revolutie, volop eten en toch
afvallen, door dr Atkins, met een
voorwoord van A. C. van Swol. Uitg.
Bosch en Keuning, Baarn. 233 blz. -
19,50.
Vanuit duisternis tot licht, Erling
Stordahls leven voor blinden en ge
handicapten, door O. Johansen. Uitg.
Boekencentrum, Den Haag. 230 blz.
- ƒ25,—.
In de serie Landendocumentatie ver
scheen bij het koninklijk instituut
voor de tropen te Amsterdam nr 191:
Mali. Jaarabonnement: 47,50 (7
nummers). Prijs los nummer ƒ8,50.
Wijnkelderboek, door W. Bom. Uitg.
Spectrum, Utrecht. 95 blz. - 19,50.
Tochtjes, teksten: J. Jansen van Ga
len, foto's: S. Raviez, plannen: I.
Schoutsen. De teksten van deze uit
gave zyn eerder verschenen in dee
Haagse Post. Uitg. Querido, Amster
dam. 56 blz. - 10,
Uitgekomen is Go, tijdschrift van de
Nederlandse Go bond. 13e jaargang
nr 1. Het abonnement (tevens lid
maatschap) bedraagt 10,per jaar.
Losse nummers 2,50. De Ned. Go
Bond is gevestigd te Leiden.
Thuis, Toneelspel in drie bedrijven
van Hugo Claus. Uitg. Bezige Bij,
Amsterdam. 128 blz. - 12,50.
Beroepsgeheim, vijftien interviews
met schrijvers door W. Roggeman.
Deze interviews zijn eerder versche
nen in de jaargangen '70-'74 van het
tijdschrift „De Vlaamse Gids". Uitg.
Nijgh en Van Ditmar, Den Haag.
324 blz. - 29,90.
Bij uitgeverij Spectrum. Utrecht ver
schenen de volgende pockets: prisma
detective: Het raadsel van de Sleutel
door E. Wallace (175 blz); Moord per
manuscript, door J. F. Burke (122
blz.); De wespen en de weduwe, door
U. Curtiss (156 blz.); Dreiging uit het
duister, door U. Curtiss (168 blz.);
Gevaarlijk spul, door J. S. Blazer
(154 blz.). Prijs per deel ƒ4,50. Vijf
pockets over vijf belangrijke episo
den uit de Tweede Wereldoorlog: 7
december 1941 De dag van Pearl
Harbor, door W. Lord (206 blz.); 27-
28 maart 1942: De raid op St Nazaire,
door C. E. Lucas Phillips (240 blz.);
17 mei 1943: Bommen op de Roer-
dam. door P. Brickhill (264 blz.); 6
juni 1944: Het epos van D. Day, door
D. Howard (229 blz.); december 1944: