Mevrouw Van Duyn blijft
werken zolang het dag is
De indringers
Uw probleem ook het onze
Warm gebreid de kou in
r"rfe
BAANDAG 27 OKTOBER 1975
'Als ik opnieuw zou kunnen beginnen, zou ikweer in de verpleging gaan'
door Fred Lammers
WASSENAAR. „Als ik een boek zou schrijven over wat ik heb
beleefd in die halve eeuw dat ik in de verpleging zit, zouden de
mensen zeggen: hoe bestaat het!" Mevrouw J(annetje) C. M. van
Duyn-De Vendt in Wassenaar zal dat boek nooit schrijven omdat
zij zich gebonden acht aan haar verpleegstersgelofte en omdat
„de mensen die van mijn diensten gebruik hebben gemaakt,
recht hebben op hun privacy."
Van die vijftig jaar in de verpleging is
mevrouw Van Duyn er dertig hoofd
van het Wassenaars bemiddelingsbu
reau voor zieken- en kraamverpleging,
en die functie vervult zij nog steeds op
gewekt, hoewel zij 68 jaar is.
„Mijn man en mijn drie dochters vra
gen me wel eens of het geen tijd wordt
er een punt achter te zetten. Maar in
hun hart weten ze dat ik daar nog niet
over nk. Ik weet dat met mij dit werk
eindigv: er is geen opvolgster. Ik voel
me ook verantwoordelijk voor de oude
re verpleegsters die bij mij in dienst
zijn. Jongeren vinden wel een andere
baan. Er zijn zoveel mogelijkheden
voor hen, mogelijkheden die er toen ik
jong was, nog niet waren. Maar oude
ren komen niet zo gemakkelijk meer
aan werk. Daarom ga ik rustig door. Ik
blijf werken zolang het dag is."
Idealen
Dat werk doet mevrouw Van Duyn met
plezier. Als ik opnieuw zou kunnen
beginnen, zou ik, geloof ik, weer in de
verpleging gaan. Het is zo'n mooi be
roep, al is er veel veranderd. Alles is zo
technisch geworden. Verpleegster zijn
5s nu een vak. Maar gelukkig kiezen
ook nu nog veel jonge meisjes voor de
verpleging omdat ze vervuld zijn met
idealen. Het is belangrijk aan die idea
len vast te houden."
Mevrouw Van Duyn werd zelf ook ver
pleegster omdat het dienende aspect in
dit beroep haar aansprak. „Vader hield
vandeSpaansegriepin 1918 een hersen-
aandoening over. In" de jaren dat ik
moeder hielp hem te verplegen, werd ik
er dagelijks mee geconfronteerd wat je
als verpleegster voor een medemens
kunt doen. Op een dag stapte ik naar
het Sophia-ziekenhuis in mijn woon
plaats Rotterdam om te solliciteren.
Daar kreeg ik te horen dat ik te jong
was. Je moest twintig jaar zijn wilde je
in een groot ziekenhuis in de opleiding
komen en negentien in een kleiner zie
kenhuis. Ik was achttien. Ze stelden me
voor* een jaar op kantoor te komen
werken, maar dat wilde ik nu juist niet.
Ik ben toen naar Katwijk aan Zee ge
gaan, naar een klein particulier sanato
rium voor kinderen die t.b.c. hadden.
Vandaar kwam ik in het toenmalige ge
meentelijk ziekenhuis aan de Coolsin-
gel in Rotterdam als operatiezuster."
Vakbond
In haar vrije tijd werd zuster De Vendt
propagandiste en secretaresse van de
afdeling verplegenden van de Neder
landse Christelijke ambtenarenbond."
Dat was in die tijd een heel punt. Velen
zagen mij een beetje als een communis
te, vooral als ik vrij moest hebben om
een congres bij te wonen. Ik heb me er
niets van aangetrokken, omdat ik ook
dat wérk als mijn taak zag. Er waren
zoveel misstanden waar nodig iets aan
moest worden gedaan. Dat de verpleeg
sters in het Coolsingel-ziekenhuis bij
voorbeeld in hun tweepersoonskamer
tjes op een stoel moesten gaan staan
om uit het raam te kunnen kijken, en
dat het personeel tijdens operaties vol
gens rang en stand stond opgesteld,
vond ik dwaas. Verpleegsters werden
vroeger wel eens een beetje uitgebuit.
Dat ik daar tegen ageerde, werd mij
lang niet altijd in dank afgenomen."
Na haar huwelijk in 1938 bleef me
vrouw Van Duyn als de gelegenheid
zich voordeed haar oude beroep
trouw." Ik ben niet iemand die van
poetsen houdt, al vind ik dat het er in
huis netjes uit moet zien. Aan koffievi-
sites heb ik ook een hekel. Vroeger met
verjaardagen was het gebruikelijk dat
de vrouwen en de mannen gescheiden
zaten. Ik luisterde altijd naar de man-
nengesprekken. Bij vrouwen moest je
toen niet aankomen met de politiek of
de godsdienst. Ze hadden het over de
weck, de inmaak of de kinderen. Niet
dat ik dat laatste niet belangrijk heb
gevonden. Mijn gezin heeft altijd num
mer één gestaan."
Buren
Dat was vaak een moeilijk punt toen
mevrouw Van Duyn er zich in 1945 toe
liet overhalen leiding te gaan geven aan
een bureau voor particuliere verpleeg
sters. „Het was eerst de bedoeling dat
ik het zou blijven doen zolang de kinde
ren klein waren, maar spoedig raakte
ik zo verdiept in dit werk met alle pro
blemen die eraan zijn verbonden, dat
ik er niet meer aan dacht ermee te stop
pen. Toen ik ermee begon had ik drie
kleine kinderen. In 1948 kwam er nog
een jongen bij. Omdat ik ook tijd wilde
geven aan mijn gezin, kwam het er in
de praktijk op neer dat ik soms 's
nachts om één uur aan het verstellen
was of bezig was met de vaat".
Hoewel het werkterrein zich vooral
richt op Wassenaar en Den Haag, heeft
het bureau van mevrouw Van Duyn in
de loop der jaren ook in andere delen
van het land en zelfs buiten de grenzen
mensen geholpen. „Wij werken in aller
lei gezinnen, bij heel eenvoudige men
sen, maar ook bij hooggeplaatsten.
zelfs bij ministers", vertelt mevrouw
Van Duyn.
Zelf trekt zij er weinig meer in de prak
tijk op uit. „Een enkele keer doe ik dat
nog wel eens. als het niet anders kan,
zoals een poos geleden toen, een jong
verpleegstertje iemand de laatste hulp
moest verlenen. Zij had nog nooit
zoiets bij de hand gehad en belde mij
zenuwachtig op. Ik.heb toen gezegd: zet
de achterdeur maar open. Na haar te
hebben geholpen, ben ik op dezelfde
manier als ik was gekomen weer ver
trokken. Die familie heeft er niets van
gemerkt."
Aan de organisatorische kant van het
bureau heeft mevrouw Van Duyn haar
handen meer dan vol. „Het houdt me
dag en nacht bezig. Soms word ik met
problemen geconfronteerd die me sla
peloze nachten bezorgen. Vele ver
pleegsters beschouwen me ook als hun
vertrouwelinge. In Holland is het een
MEVROUW VAN DUYN—DE VENDT .vasthouden aan idealen.
'De koffie isaltijd
klaar en de
thee is gezet
verdienste geworden als je geen tijd
hebt. Ik probeer tijd te maken als ie
mand me nodig heeft. De koffie is altijd
klaar en thee zo gezet. Iedereen die je
ontmoet wordt op je weg geplaatst. Je
bent verantwoordelijk voor degene die
je weg kruist. Je kunt niet zeggen
goeiendag en verder doen alsof je neus
bloedt."
Persoonlijk leed is mevrouw Van Duyn
niet bespaard gebleven. Haar enige
zoon overleed op tienjarige leeftijd. „Je
krijgt dan een zware dreun op je hoofd
Er gebeurt echter niets zo maar. Dit
grote verdriet in mijn leven heeft, zo
kan ik achteraf zeggen, ook een bedoe
ling gehad, het is een voorrecht dat te
mogen beseffen. Nu ik dit heb meege
maakt kan ik me beter verplaatsen in
door Mink van Rijsdijk
Na een veel te kort nachtje, voelde ik me erg moe en lus
teloos. Er kwam zo weinig uit mijn handen, dat ik tenslot
te tegen een uur of een besloot even te gaan dutten.
Slecht gehumeurd rukte ik de slaapkamergordijnen dicht
en moest concluderen dat ik nog vermoeider was dan ik
dacht, want er drongen zich vreemde hallucinaties aan me
op. Eenmaal in bed vroeg ik me af of het nu wel echt zins
begoocheling was geweest wat ik meende te zien. Stel jc
voor dat het werkelijkheid bleek te zijn. Tegen mijn zin
toog ik ter inspectie en kon vaststellen dat er van over
spannen visioenen geen sprake was.
Er stonden zich drie vreemde geiten te goed te doen aan
de laatste rozen in onze tuin. Als onder een supersnel
scheerapparaat verdwenen ze. de laatste groeten van de
zomer, vele zelfs al ..in de-knop gebroken en voor de uch-
tend van haar bloei". En we hadden zo gehoopt dat die
knoppen nog bloemen zouden worden. Maar over wat wij
zo mooi wikten, beschikten de wildvreemde beesten to
taal anders. Zo perplex was ik, dat van handelend optre
den geen sprake was. Totdat een der indringers op dc idee
kwam dat sinia's ook best smakelijk konden zijn. Wat die
ochtend nog een kleurrijk perk was geweest, verdween in
recordtijd in de niets sparende, vretende bek van de geil.
Ik spurtte naar dc plek des onheils. Maar wat doet een
mens alleen tegen drie geiten? Bitter weinig, temeer daar
de hond de jacht op de dieren een dolleuk bedrijf vond en
ze blaffend en stoeiend van hot naar her joeg.
Aan de andere kant van het hek stond ons eigen veesta
peltje. in stille verbazing toe te zien. Ze vormden een
vreemde muur en ik. die meende hen zo goed te kennen,
kon niet bevroeden of ze nu op mijn hand of op die van de
vreemdelingen waren.
Eigenlijk vond ik een van de ongenode gasten wel een lief
beest, ze had een lang blond vacht en een pienter kopje.
Haar paaide ik met een korst brood, en zo waar met suc
ces. Met list en veel gesjor lukte het me haar binnen de
omheining te krijgen bij onze eigen dieren. Haar? Schrik
en ontsteltenis volgde. Onder de weelde van krullerig
vacht bleken zeer mannelijke dingen aanwezig, die ogen
blikkelijk en erg opdringerig uitgeleefd moesten worden
op Ingetje. mijn lievelingsschaap. Bella, onze geit. ging
hooghartig liggen herkauwen als waardig protest tegen de
zedenverwildering. Ik sleepte de wellusteling bij Ingetje
weg, liet hém weer in de tuin, waar hij de selderij- en pe-
terseliebedden smakkend met de grond gelijk maakte. De
andere indringers vraten ondertussen de laaghangende
takken van een zoetc-appeltjesboom leeg.
Na drie kwartier had ik dankzij burenhulp hel dries
pan in een schuurtje. Toen het al schemerde, hoorde ik
buiten een vreemd gemekker. Welke rampspoeden hingen
nu weer boven mijn hoofd? Bij het schuurtje trof ik een
wat bedremmelde dorpeling aan. die meedeelde dat hij
zijn geiten kwam halen. ..Hoe wist u dat ze hier waren?"
vroeg ik achterdochtig.
Tja - toen moest hij wel opbiechten dat hij die middag,
verstopt achter de heg. alles had gezien. Mijn jagen achter
dieren, de ravage in de perken, maar vooral mijn woede
waren hem niet ontgaan. ..U hebt alles zien gebeuren zon
der een vinger uit te steken om mij te helpen?" vroeg ik
niet gelovend.
..Jawelle," mompelde hij, .maar ik zij bij 'n kwaod mins
nooit zoop mien'n gemak en zodoende." i
.Gij vat oe beesten maar en gij zijt bedankt," zei ik in
mijn beste Brabants.
Een mens is nooit te oud om iets te leren. Sommige geiten
blijken bij nadere beschouwing bokken te zijn en eens in
de zoveel jaar wil zich weieens een persoon als een labbe
kak achter de heg verstoppen.
Jawelle.
de situatie van mensen die in soortgelij
ke omstandigheden komen te verke
ren. Zij kunnen van mij niet zeggen,
dat ik gemakkelijk praten heb."
In de woning van mevrouw Van Duyn
herinnert veel aan haar overleden
zoon: tekeningen, een briefje dat hij
kort vooi zijn heengaan aan zijn moe
der schreef en nu boven haar bureautje
hangt en een tegel met daarop het ge
dicht dat een huisvriend na deze droe
ve gebeurtenis maakte Zijn laatste
foto hangt aan de muur boven een kast.
waarop het portret staat van de Cana
dese kleindochter van mevrouw- Van
Duyn, die dit voorjaar ook op tienja
rige leeftijd onverwacht is gestor
ven. Ernaast staat een kleine kopie van
het beroemde beeld Van de zegenende
Heiland van de Deense beeldhouwer
Thorwaldsen". Ik kreeg dat beeld kort
voor mijn trouwen van mijn man. Het
is niet zo maar dat het bij die foto's
staat. Ik wil daarmee zeggen dat ik ge
loof dat beiden bij Jezus zijn."
Mevrouw Van Duyn is niet met een
somber gezicht gaan rondlopen. Ieder
een in Wassenaar kent haar als de
vriendelijke, goedlachse dame, die al
tijd in de weer Is. Als dat niet voor haar
bureau is, dan wel met legpuzzels.
„Daar ben ik dol op. Puzzels met een
paar duizend stukjes heb ik het liefst.
Ik laat er mijn bed voor wachten."
door Annemarie Luck er
In de modewereld zijn deze da
gen alle ogen gericht op Parij
en Londen. Het is volop
mer", aan de wintermod
wordt op het ogenblik nauwe
lijks aandacht besteed, terwij
wij op het punt staan onze eer
ste winteraankopen te doen
Vrijwel iedereen schaft zich difr
seizoen iets gebreids aan. Nep(
derlandse ontwerpers brenger
handgebreide stukken, de wal
renhuizen hangen vol met gel
breide jassen, vesten en truien.|
DickHolthaus liet Franse nonnetjes breien.
Links een bruingebreide jas met omslagdoek en mutsje.
Midden een gebreide tweedjas en rechts een kort gebreid tweed
jasje met een jersey omslagdoek.
Vraag: Een vriend bracht voor mij uit
Singapore een Chinees telraam mee.
een langwerpig bakje, de bovenste
kant heeft 13 stokjes, op elk 2 kralen de
onderste kant heeft 13 stokjes, elk met
5 kralen. Weet u daar iets van te vertel
len?
Antwoord: Ook hier te lande gebrui
ken sommige Chinezen de abacus (tel
raam). Ze noemen het Suan Pan. Dit re
kenmachientje is een primitieve voor
loper van onze elektronische computer
In eenvoudige uitvoering zijn de aan-
schaffingskosten te verwaarlozen (er
zijn ook heel kostbare uitvoeringen) en
de snelheid waarmee Chinezen hun
Suan Pan (en de Japanners hun Soro
Ban) hanteren, is fenomenaal. De
kraaltjes van het bovenste vakje stellen
elk 5 voor. Die van het onderste één. Dit
rekenen heeft echter wel een bezwaar:
al doende verdwijnen de getallen.
Wordt er een fout gemaakt, dan is dat
niet te controleren en moet de hele re
kening worden overgemaakt. Herodo
tus vermeldt het gebruik van een soort
abacus in Egypte, waarbij het dure pa
pyrus niet hoefde gebruikt te worden
voor simpele rekeningetjes. Het door
hem gebruikte woord Abax is afgeleid
van het Semitische woord abq, dat
modder betekent. Waarschijnlijk ge
bruikte men toen een bakje met natge
maakte aarde om er in te tekenen.
Naam en telraam werden door de Ro
meinen overgenomen en tot de 16de
eeuw bleef men in Europa ..metter li
nien reeckenen". Op den duur kwam
het rekenen met Arabische cijfers er
voor in de plaats. Het telraam is een
goed hulpmiddel geweest om kinderen
de eerste beginselen van rekenen bij te
brengen. In Rusland werd en wordt het
telraam van 10x10 kralen gebruikt on
der 116de naam sjtsjotoe. Een Franse
krijgsgevangene, Poncelet, die na 1814
in Rusland was vastgehouden bracht
bij z'n terugkeer in Frankrijk het tel-
raamrekenen weer mee. In Engeland
heet de toonbank in winkel of café nog
steeds Counter (naar het middeleeuwse
counterboard).
Vraag: Mijn Hertshoornvaren staat bo
ven op een mooie téakhouten piano. Er
ligt steeds vettig stof onder. Kan dit
kwaad en wat is het?
Antwoord: De sporen van uw plant ko
men inderdaad op de piano neer. Het
lijkt me tenzij u een lelijk theeblad of
iets dergelijks er onder zet. niet ideaal.
De pot met de plant moet regelmatig in
lauw water gebaad worden en ook de
lucht direct boven de plant moet bespo
ten worden. Het kan moeilijk voorko
men worden dat er af en toe oen drup
peltje valt. Zet uw plant liever ergens
anders neer of hang 'm op op een kur-
konderstuk. De sporen zijn gemakke
lijk te verwijderen met een meubel
doek.
Nog eens de rozebottcl*: Wij kregen
heel enthousiaste bin en ..v r jam. ge
lei „drank" en ook o\v:- zoetzuur, en
dat alles van onze m/el,".itels. Wie dat
alles ook wil doen. hor!' slechts haar
kookboek te openen bijAlgemene re
cepten voor het bereiken van jam. ge
lei. vruchtensap enz. Het gaat nl met
die rozebottels precies zo. Echter zou ik
ze liever rtiet willen gebruiken voor
zoetzuur: reden: Het is een heksenwerk
om die vruchtjes, zo stampvol met ra
tjes en haartjes anders schoon te ma
ken dan door ze met een bodempje wa
ter zacht te koken tot men zc kan zeven.
In zoetzuur moet dc vrucht juist heel
blijven.
Vraag: Moét ik dc
mezen schoon n.:
gen?
Vragen (één per brief) zenden
naar Uw probleem ouk het onze,
Postbus 507, Voorburg. Naam en
adres vermelden Eén gulden aan
postzegels bijsluiten. Geheim hou
ding is verzekerd
Antwoord: Ook vogels houden van een
frisse omgeving. De inhoud van een
nestkastje kan soms zeer onaange
naam en rottend ruiken, maar grotere
angst hebben de vogels voor het onge
dierte, dat vaak aan de ingang van hel
vlieggat zit te wachten om zich op het
vogeltje te storten. Nadat we dit een
keer door de radio gehoord hadden
(waarschijnlijk van dr F. Brouwer,
maar het kan ook wel iemand anders
geweest zijn) maken we de kastjes na
het seizoen schoon met een niet door-
dringend ruikend schoonmaakmiddel.
Goed drogen en weer op dezelfde
plaats ophangen. Zodra de vorst inval!
en er niets meer te eten valt. touwtjes
met pinda's, vetbollen en dergelijke z;i
k«-n ophangen. Zorg vooreen voederta-
fel die a) niet nat wordt door regen of
s- '-■! uw. b) moeilijk toegankelijk is
itten. c) goed zichtbaar, zo moge-
ii.,.. in uw ontbijttafel af
Vraag: In Trouw stond enige tijd gele
den een artikeltje van iemand die op
zijn 50ste verjaardag een Abraham had
gekregen. Graag word ik ingelicht over
het )v- .taan van andere gebruiken met
i oorsprong in Nederland of
- i iiie zou kunnen achterbil
Antwoord: We zijn bang dat we dan
ons hele blad zouden moeten volschrij
ven. Over folklore zijn heel wat aardi
ge. mooie, dikke en dure boeken ver
schenen. Elke bepaalde streek heeft z'n
verhalen en gebruiken die vaak ter
plaatse uitgegeven worden en bij de
boekhandel of VVV te koop zijn. Een
zeer uitgebreide documentatie over dit
onderwerp vindt u in „Folklore der
Lage Landen" onder redactie van dr
Tj. W. R de Haan. uitgeverij Elsevier.
1972. A'dam.
Vraag: Ik heb een aquarel, een zeege
zicht niet zeilende vrachtschepen gete
kend J. Spin 1833. Er zitten bruine
voc-htplekjes op. Dat is jammer. Is die
Spin een bekende schilder en zou ik hel
schilderijtje laten restaureren of kan ik
het zelf bijwerken?
Antwoord: Jacob Spin (1856-1875) was
zeer bekend omdat hij zijn zeeschepen
bijna fotografisch wist uit te beelden
Hij was een schilder „op bestelling
Als de opdrachtgever het schip bij
kalm weer rustig zeilend, of bij storm
in woeste zee. vóór de wind of laverend,
merend of op de reeliggend wilde heb
ben dat kon het zoals hij dat wenste,
en li'.'t wös tot in de puntjes verzorgd.
Vandaar dat in heel wat musea werk
- ui Spin aanwezig is en men daar uit
heel wat informatie over die oude vaar
tuigen kan halen. Het Ned. Hist.
Scheepvaartmuseum (A'dam) de Waag
(Deventer). Mar. Museum Prins Hen
drik (R'dam). Van Gijn en het gemeen
tearchief te Dordrecht en ook het Post-
muaeurn te Den Haag hebben werken
van hem. U moet uw aquarel eens laten
zien op het spreekuur in een groot mu
seum Daar kan men beter bekijken
wat pi aan de roestvlekjes te doen is en
fr.- n kent ook de mensen, die dit werk
zouden kunnen verrichten.
Vraag: Waar kan ik terecht voor boe
ken en naslagwerken in verband met
studie en interesse in bepaalde grote fi
guren in dc geschiedenis van de Kerk
en daar dicht bij?
Antwoord: Er zijn prachtige welvoor
ziene bibliotheken overal waar Univer
siteiten zijn. Verder de Koninklijke Bi
bliotheek te Den Haag, Openbare bi
bliotheken en leeszalen. Grote kerkelij
ke bibliotheken en archieven overstel
pend veel. M.i. kunt u het beste begin
nen in kleinere handboeken zoals b.v.:
De geschiedenis van de Kerk (prof.
Berkhof). Handboek der Kerkgeschie
denis (Bakhuizen v.d. Brink-Linde
boom) en voor die bijfiguren b.v. Stief
kinderen van het Christendom (Linde
boom). Als u een figuur daarin vindt,
die u boeit, kan u over dat onderwerp
en dié man gemakkelijker documenta
tie vinden. Met het juiste afbakenen
Vfin het begin en van het onderwerp
moet u beginnen.
Vraag: Waar kan ik een olifantje ko
pen. van zilver dan altijd. Duurt het
lang voor het afgeleverd wordt"
C A komt met een grote col
lectie zeer betaalbare kimono
achtige gebreide truien en kie
len, waarin veel strepen zitten.
Antwoord: Gelukkig dat de toevoeging
er bij stond, want anders hadden we
het met geweten. U bedoelt het zilveren
olifantje van het World WildLife Fund.
Het secretariaat van deze vereniging is
gevestigd Woudenbergseweg 39, Aus-
tcrlitz. Postbus 7, Zeist. De aflevering
kan soms even op zich laten wachten,
maar u moet maar denken iemand die
op fotosafari is. wacht soms ook lang
op een echte olifant. Dat hoort er zeker
bij
Een warm gebreid kabel jasj^
met bijpassende muts uit
Bijenkorf.
Frans Molenaar brengt doorge
stikte glanskatoenen pakken
en jassen met grote ribbel col
truien.
Een van de mooiste gebreii
voorbeelden uit Parijs van
rothée Bis. jammer genoeg nit
in Nederland te koop.
Dcz