Kerk moet door de sociologische zeef heen De doos van Pandora is al geopend Vandaag y 't Is moeilijk over vrijgemaakten te schrijven V Kernenergie en samenleving Onze adressen: ZATERDAG 18 OKTOBER 1975 KERK - BINNENLAND door dr. C. Rijnsdorp In onze krant van 13 september schreef ik een stukje over De theo logie en haar buurlanden. Als een van die buurlanden werd de so ciologie genoemd. Deze wetenschap bestudeert het menselijk sa menleven. Zij ontdekt de nauwe relatie tussen godsdienst en sa menleving en de wederkerigheid van die relatie. Ik citeer een uitspraak van de godsdienstsocioloog dr. G. Dekker uit een te verschijnen boek van zijn hand. dat thans van de pers gekomen is. Het heet De mens en zijn godsdienst (Uitgeverij Ambo b.v„ Bilthoven. 184 blz.. 19.50). Als de sociologie zich bezighoudt met godsdienst en kerk, ziet zij aan wat voor ogen is. Dat is haar be grenzing en binnen die grenzen haar bruikbaarheid. Op het konink rijk Gods heeft zij geen greep, want dat is, naar Jezus' woord, niet 'hier' of 'daar'. Het Engelse kerklied van William Cowper zegt: 'God mo ves in a mysterious way'. God gaat zijn ongekende gang (Lied 447). Gods verborgen weg is niet in sta tistieken te vangen. Juist als men dit voor ogen houdt, krijgt de gods dienstsociologie haar plaats en waarde. Want het geloof als zoda nig moge dan niet in statistieken te vangen zijn, de door het geloof af of niet verzette bergen wèl. Om u een idee van het boek te geven, ga ik de eerste drie hoofd stukken in vogelvlucht met u door. Er zijn weliswaar vijf kapittels, met een intermezzo tussen 4 en 5. en de laatste hoofdstukken zijn uiteraard de gewichtigste, maar een artikel heeft zijn grenzen en er moet wat voor de lezer te ontdekken overblij ven. Ingewikkeld Dr. Dekker zegt: De situatie op godsdienstig en kerkelijk terrein is ingewikkeld. Het is nauwelijks doenlijk een bepaalde stand van zaken vast te leggen. Men ontmoet veelal tegenstrijdige verschijnselen. De auteur benadert daarom zijn studiestof van drie verschillende gezichtspunten uit: die van de godsdienst, die van de kerk en die van het individu. Onze cultuur maakt een ontwikkeling door, waardoor deze vreemd tegenover de godsdienst komt te staan. Steeds minder levensterreinen worden met godsdienst verbonden. Toch gaan in Nederland elke zondag enkele miljoenen mensen naar de kerk en worden daar jaarlijks honderden miljoenen guldens opgebracht.' Dit neemt niet weg dat het spreken en handelen van de kerk lang niet altijd van betekenis is voor ons leven. Als gevolg van de interne verdeeldheid worden de kerken steeds zwakker. De mens wordt, ook in kerkelijke en godsdienstige opzichten, in ster ke mate op zichzelf teruggeworpen. Wat werkt de godsdienst in de rea liteit uit? De sociologie ziet volgens haar discipline het christelijk ge loof als één van de bestaande gods diensten. die eveneens geanalyseerd kan worden en die dezelfde positie ve en negatieve factoren kan heb ben als de andere godsdiensten. Betrokkenheid Godsdienst is 'betrokkenheid op een andere beslissende werkelijk heid' (Mulder). Voor een samenle ving kan een gemeenschappelijke religie van betekenis zijn, al zou het maar een burgerlijke religie wezen, zoals bv. de Amerikaanse levensstijl. Toch kan, strikt geno men, een samenleving best zonder godsdienst bestaan. Religie ver sterkt hooguit de houdingen en op vattingen die directe betekenis voor de Ontwikkeling hebben. We verkeren in een samenleving die sterke verschillen vertoont: ze is gedifferentieerd. We treffen deel- werelden aan met vaak tegenge stelde waarden. We handelen vaak onder de dwang der omstandighe den. Er zijn bepaalde mechanismen in de samenleving, die haar mede in stand houden, zonder dat hier voor een gemeenschappelijk waar densysteem noodzakelijk is. De of ficiële, traditionele godsdienst ver vult de integrerende functie ten opzichte van de samenleving niet meer. Geen incident Binnen de grote, vreemde samenle ving scheidt zich de eigen privê- wereld af. Ook volgens de bekende theoloog Moltmann is godsdienst privaatzaak geworden (privé-zaak zou frisser klinken, C. R.). Er wordt in openbare vergaderingen nog wel gebeden, maar vermoedelijk niet in vergaderingen van aandeelhouders en ondernemingsraden. Het ver dwijnen van de naam van God uit de troonrede is 'geen incident', maar een fase in een onomkeerbaar proces' (bl. 36). Grote delen van de samenleving ontwikkelen zich los van de binnen de godsdienst functionerende waar den. De kerkse mensen zijn meestal tevens mensen die verhoudingsge wijs sterk plaatselijk gebonden zijn. De kerk is gericht op het woongebied, dus de privé-sector van de mensen. Op die privé-sfeer concentreert zich dan ook hoofdzakelijk haar verkondiging. In het publiek leven evenwel neemt de kerk slechts een ïee De Heer zegt tegen zijn mesj^i tegen Kores, die Ik bij de hand genomen om volken neer te stoten koningen te ontwapenen poorten voor hem te openen en geen toegang blijft gesloten om Jakob, mijn knecht, o Israël, dat Ik uitkoos heb Ik je bij je naam geroq en een eretitel gegeven en je kende Me niet eens. Ik, de Heer, en niemand anders! Buiten Mij geen God. Ik zorgde voor je uitrusting en je kende Mij niet eens. Maar nu zullen ze Mij kenm van waar de zon opgaat en waar hij ondergaat: Ik, de Heer, en niemand anders! (Jesaja 45, 1, 4-6) Ongekend handelt een mens aans, met geweld bevrijdend kend met Hem namens wie doet. Geroepen en niet g( W}. minderheidspositie en een randpo sitie in. Bovendien hebben de ker ken zich veelszins ontwikkeld tot bureaucratische organisaties en gaan daardoor, ondanks verschillen, sociologisch steeds meer op elkaar lijken. Htm 'marktpositie' dwingt tot onderlinge toenadering; de tra ditionele confessionele verschillen worden geringer, maar het gemeen telid blijft gehecht aan het eigene van zijn kerk. Kwetsbaar Afhankelijk van de gunst van haar leden, zijn de kerkelijke organisa ties' bijzonder kwetsbaar. Ze zijn dan ook meer een middel tot ver duurzaming dan tot verandering, meer vertroostend dan uitdagend. Hun optreden is wisselvallig en hun uitspraken zijn, wanneer die de grote, concrete problemen betref fen, óf tegenstrijdig óf vaag. 'Offi cieel heeft de kerk een open struc tuur en is ze zeer sterk ingesteld op apostolaat en diaconaat; in werke lijkheid echter is de structuur van de gemeente gesloten en overheerst het pastoraat en de zorg voor de instandhouding van de eigen ge meente' (Vrijhof, 81). 'De individu ele mens zelf bepaalt daardoor wat de kerk voor hem betekent' (85). Dr. Dekker verwerpt de hotelkerk, maar pleit voor de dialoog-kerk. Toch is godsdienst voor hem geen vrijblijvende zaak, want 'er zijn grenzen aan de pluriformiteit' (146). Hier zit de moeilijkheid, want tot het wezen van de gods dienst behoort het element van het absolute. Waar eindigt het absolute en waar begint het relatieve? Is de dialoogkerk een permanente verga dering tot het bespreken van grenskwesties? Toch mcfet de kerk door sociologische zeef heen, want deze discipline heeft niemand min der dan Jakobus tot patroon. bij de hand genomen en opheffend. Wij weten niet aalc waar de hand Gods bezig In het van de hoogte naar trekken van de machten, ontwapenen van de zwaar penden, in het openen van genissen en het bevriji" mensen is Hij achteraf Hij, de Heer, en niemand En: om Jakob, om zijn die doeling, om zijn keus voor Eens zal het licht erover op; de onwetenden zullen het nen: hier was Hij bezig. Dit tot mensen maakt. v>n tati ir d fin in ilij ich Terecht wordt beweerd dat kernenergie te maken heeft èn met macht èn met democratie; of, met de woorden van ds. Hans Bouma (Trouw, 18 september 1975)nucleaire energievoorziening is in de eerste plaats een samenlevingsvraagstuk. Energie geeft ons immers het vermogen de maatschap pij en het staatsapparaat in materiële zin draaiende te houden 'hoe dan ook', terwijl macht, en met name politieke macht, o.a. het vermogen is om het 'hoe' gestalte te geven. veel gehoorde opmerking dat de techniek of de wetenschap nergens voor staat is diepe onzin, geboren in de kraamkamer van zekere futu rologen. De technocratie is boven dien niet in de eerste plaats een produkt van technici en weten schapsmensen, maar van economo- craten en profltocraten en laten we eerlijk blijven, vaak 'gewenst' (na de nodige reclame) door vele gewo ne burgers, helaas! Ook hier geldt weer dat in de meeste gevallen de componenten van een technisch produkt ethisch neutrale zaken zijn, maar dat de ethiek pas om de hoek komt kijken bij het gebruik of misbruik. In de technologische wereld gebeurt vaak iets dergelijks: wanneer de produk- ten van technologische bezinning (nieuwe visies, dogma's, leeruitspra- ken) niet worden gebruikt om En waar beslissingen worden geno men, zal het democratisch gehalte ervan bepalend zijn voor het gevoel van welzijn van zowel individuen als van groepen in de maatschap pij. Terecht ook worden de meeste discussies over het vóór en tegen van de toepassing van kernenergie geplaatst in een cultuurstrategie van de toekomst, waarbij zowel de ethische-maatschappelijke als de ecologische consequenties worden afgetast. Op dit punt aangekomen, dacht ik dat het juist is te stellen dat dis cussies over het vóór en tegen alles te maken hebben met achterhoede gevechten; de nucleaire energie voorziening is onherroepelijk geac cepteerd door landen met een on derling totaal van elkaar verschil lende politieke signatuur (Verenig de Staten, Rusland, China, India en andere landen). Om een beeld uit de Griekse mythologie te gebrui ken: de doos van Pandora, met alle heil en onheil, is al geopend ge weest: alleen de 'hoop' is bij het dichtslaan aan de rand blijven hangen. Dat we dit feit niet willen accepteren heeft vaak alleszins res pectabele redenen. Nucleaire energievoorziening kan inderdaad tot ongewenste situaties leiden. Maar het heeft ook zijn positieve kanten. Bittere noodzaak Er wordt wel gezegd, dat o.a. ook door ds. Bouma, dat aanvaarding van de nucleaire energievoorziening automatisch moet leiden tot een steeds hoger energieverbruik, tot produktie- en consumptiestij- ging(l). onze natuur nog meer ver nietigt (2), ons leidt naar de illusie van een technische droomwereld (3), of ons zou bedreigen met chantage op grote schaal met als noodzakelijke konsekwentie de po litiestaat en vernietiging van de democratie (4). Wat het eerste punt betreft moet duidelijk onderscheid worden ge maakt tussen beschikbaarheid en gebruik. Het laatste is een politieke zaak en zou (ook door de kerken) AMSTERDAM Nieuwe Zijds Voorburgwal 280, Amsterdam. Tel. 020-220383. Postbus 859. ROTTERDAM/DORDRECHT: Westblaak 9, Rotterdam Tel. 010-115588. Postbus 948. DEN HAAG/LEIDEN: Parkstraat 22, Den Haag. Tel. 070-469445. Postbus 101. ZWOLLE/GRONINGEN: Melkmarkt 56. Zwolle. Tel. 05200-17030. Postbus 3. nauwlettend moeten worden ge volgd. De beschikbaarheid van energie in hoeveelheden groter dan nu, zal op korte termijn een bittere noodzaak blijken: de arme landen zullen, terecht, streven naar een zéér sterke uitbreiding van hun energieproduktie omdat deze toena me, anders dan bij ons, meer wel zijn kan betekenen. Maar er is meer: ook in het rijke deel van de wereld zal meer energie nodig zijn, juist met het oog op onze kinderen. Steeds meer zal de kringloop van grondstof en produkt moeten wor den gesloten (recycling); wij kun nen onze grondstoffen niet klakke loos en eindeloos verspillen. Om dit 'verstrooiingseffect' (in de natuur wetenschap als entropietoename be kend) sterk terug te brengen, is veel energie nodig. Oplosbaar Een tweede opmerking geldt de vernietiging van nog meer natuur. De argumenten zijn bekend: over matige verwarming van het opper vlaktewater, opslagproblemen met zeer gevaarlijke splijtlngsproduk- ten. Deze zaken zijn echter tech nisch oplosbaar, als we niet de eis van absolute veiligheid stellen, een onbillijke eis overigens, omdat geen enkele menselijke bedrijvigheid ab soluut gevaarloos is. De nucleaire energieproduktie, is voor het overi ge juist een schone wijze van ener gieproduktie. Helaas wordt door te genstanders van de kernenergiepro- duktie teveel verzwegen of over het hoofd gezien dat de huidige ener gieproduktie m.b.v. fossiele brand stoffen (olie, steenkool en in min dere mate aardgas) allesbehalve een fijne zaak is en wel om meer dan een reden. De produktie van steenkool (waar tegenwoordig weer, mede om de relatief grote voorra den, sterk de aandacht op wordt gevestigd) eist, met name in de Westeuropese situatie, mensenle vens (siLicose bij mijnwerkers, ge middelde leeftijd belangrijk lager). De gevaren van een kerncentrale zijn kleiner. Daar komt dan bij dat het verstoken van deze fossiele brandstoffen gepaard gaat a. met een geweldige uitstoot van kooldioxyde (wat een sterke versto ring van evenwichten in de hoge luchtlagen veroorzaakt en waardoor de temperatuur op aarde zal stijgen met alle kwalijke gevolgen van dien), b. idem van zwaveldioxyde (ver hoging van de zuurgraad van het oppervlakte water) en c.. met een toename van fotoche- mische smogvorming (levensge vaarlijk voor mensen met ademha lingsmoeilijkheden). Als dan ook nog (weer: terecht) de derde we reld goed gaat meedoen. Onzin Over het derde punt (het leiden naar de illusie van een technische droomwereld) kan ik kort zijn. De mensen verder te helpen, de Weg te wijzen, etc., maar om de macht van een groep of een instituut te versterken, welnu, dan behoeven kerkscheuringen en inquisitoriale neigingen ons niet te verwonderen. Diefstal en chantage, in de vierde plaats, kunnen ernstige bijver schijnselen zijn. Toch ben ik zo vrij hier nauwelijks in te geloven en dat echt niet omdat ik het 'boze' in de menselijke natuur onder schat. Laten we wel wezen: diefstal van het gevaarlijke plutonium eist een enorme organisatie en boven dien maak je niet zomaar een kernbom in een afgelegen schuurtje op het platteland (op de wijze van een klandestiene jeneverstoke rij). Waarom zou je ook moeilijk doen als kerncentrales zo te koop zijn, ook voor kwaadwillende lan den; en als met biochemische wa penen nog gemakkelijker en even effectief chantage kan worden be dreven? Het bezit van een kern centrale is voorts geen noodzakelij ke voorwaarde om een bom te ma ken. Ook hier weer: het deksel is reeds van de doos gelicht. Het is daarom veel belangrijker zonder uitstel en met alle kracht te streven naar een wereldcode met betrekking tot het gebruik en het beheer van splijt stoffen en splijtingsprodukten. Wel zou ik met klem willen wijzen op de gevaarlijke situatie, waarin het westen kan geraken indien niet op nucleaire energievoorziening wordt overgegaan. Chantage Onze sterke afhankelijkheid van de. OPEC-landen (zonne-energie en windenergie kunnen in ons land niet die bijdrage tot het totale energiepakket leveren, die noodza kelijk is; de zon schijnt helaas het langst en het felst, waar ook de olie te vinden is) maakt ons tot voorwerp van chantage. Veel reëler dan de ons in het vooruitzicht ge stelde politiestaat vind ik in dit verband een mogelijke verlooche ning van het joodse volk om wel- vaartsverlies af te kopen; één (mislukte) chantagepoging is reeds geschied (enis)een volgende zal door prof. E. Barendrecht onze geestelijke weerbaarheid zwaarder op de proef stellen. Maar ook wanneer wij als enige in West-Europa de nucleaire energie opwekking zullen weigeren zal ons chantage door buurlanden niet worden bespaard. Een gezonde poli tieke ethiek mag zich afvragen hoe ver een volk een welvaartsverldes kan aanvaarden zonder dat het in de verzoeking komt te roepen naar een sterke man. Want ook op deze manier kunnen we een politiestaat naar ons toehalen. Tenslotte een opmerking: de kerk zal er niet verstandig aan doen zich uit te spreken voor of tegen nucle aire energieopwekking. Wel zal zij zich ook op deze zaak moeten bezin nen en ons indringender dan ooit een levensstijl moeten voorbehou den die verslaving aan energie ver oordeelt, maar ook uitzichten opent naar de toekomst, ook voor onze kinderen. En dat geldt ook voor (confessionele) politieke partijen en het CNV, het NKV en het NW. E. Barendrecht is hoogleraar in de elektrochemie aan de technische hogeschool te Eindhoven. GEREF. KERKEN Beroepen te Langeslag-Heii cent te Madurai (India) Wielenga laatstelijk pred. oec. gem. te Berlijn, die dit heeft aangenomen; te Pa: van Heijst te Pesse. die dit heeft aangenomen. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Den Haag-Zui Velema te Leeuwarden. coi PEIZE In de gemeente l Drenthe is gistermiddag de A. Wiest uit Eelde bij f >rdi keersongeluk om het lever gel men. riet slachtoffer fietste linkerhelft van de weg. Eei moetkomende automobilist hem ontwijken door evenef>rdf de verkeerde kant van de gaan rijden. rtg isU ADVERTENTIE) Prof. dr. H. M. Kuitert Prof. dr. E. Schillebeeckx JEZUS VAN NAZARETH b, EN HET HEIL VAN DE WERELD op 't complete tekst van de door he like uitgezonden theologische diskui zoe Ten Have - Baarn in de boekha WCCmiM) TOT OMWIKWEUNO VAN HET GEWEFORMEERDEr LEVEN Prof. J. Kamphuis De Reformatie, het weekblad van de vrijgemaakte gerefor meerden, bestaat vijftig jaar en het begint zijn tweede eeuwhelft in magazine-formaat. Daar kijkt een mens van op, maar gelukkig laat eindredacteur prof. dr. J. Douma ons reeds in de eerste kolom van jaargang 51 nr. 1 weten, dat bij verschillende ver pakking dezelfde inhoud gega randeerd blijft. De indruk van deze geruststellende mededeling is bij mij wat op de achtergrond geraakt door de klacht die prof. Douma verderop in zijn artikel uit: dat de buitenwacht niet of nauwelijks naar De Reformatie omkijkt en dat alleen 'tamelijk extreme uitlatingen (of wat bij het lezerspubliek daarvoor doorgaat) nog wel eens het voorrecht genieten wereldkundig te worden gemaakt'. Dit bepaalt me er bij hoe moeilijk het is over vrijgemaakten te schrijven. Om te beginnen kom je ze nergens tegen als je niet bij hen hoort. Ze hebben een eigen krant, een eigen politieke partij, een eigen vakbeweging, eigen scholen, eigen verenigingen zus en eigen organisaties zo. Ze staan buiten de raad van kerken en doen niet mee met de zendingsraad, ze zingen niet uit het liedboek en ze gaan afzonderlijk op reis. Als gevolg hiervan merk je ze alleen op als ze onderling krakelen of als iemand van hen een gekke uitschieter maakt, en ja, dat komt dan in de krant. Toch ligt hier m'n grootste moeite niet. Mijn punt is dat ik eigenlijk wel bewondering heb voor de moed waarmee de vrijgemaakte gereformeerden alleen durven staan. Ik deel hun kerkbegrip allerminst en ik zet fikse vraagtekens achter de manier waarop zij de belijdenisgeschriften hanteren, maar ik zie dat zij de consequenties van hun overtuigingen op zich nemen en vroüjk dragen. Welnu, je moet met deze genegenheid in je achterhoofd oppassen dat je niet over vrijgemaakten schrijft op een toontje alsof je het over een uitheemse vogelsoort hebt. Toch waag ik het er maar op bij dit gouden feest van De Reformatie en ik hoop ervoor bewaard te blijven dat ik een of andere vrijgemaakte bol neerbuigend streel. De vrijgemaakten doen, zoals gezegd, nergens aan mee en ik meen dat dit verkeerd is, maar hun houding is me als 't er op aankomt liever dan die der 'gewone' gereformeerden die wèl overal aan door A. J. Klei mee doen, maar zo zuinigjes en met duizend zekeringen, ingebouwd in wanstaltig geformuleerde synodebesluiten. Ik ril van de resolute wijze waarop in vrijgemaakte kring iets of iemand van de tafel geveegd of buiten de deur |ezet kan worden, maar wat schiet je op met het eindeloos voortsudderen van kwesties in de 'gewone' gereformeerde kerken? De vrij gemaakte beslistheid, waarover de eigen kerkmensen hun nek kunnen breken, is niet hetzelfde als starre stelligheid of voor de hand liggende zekerheden die je elders kunt aantreffen. Ik wil dit met een voorbeeld duidelijk maken. Hoofdredacteur Jurriën de Vries en buitenlandredacteur Aad Kamsteeg van het vrijgemaakte Nederlands Dagblad werken nogal eens mee aan de actualiteitenrubrieken van de EO en ik heb er altijd plezier in hoe de stelligheid van de EO-mannen Ad de Boer en Meindert Leerling stuk loopt tegen de beslistheid van de collega's van het Nederlands Dagblad. Bij de EO gebruiken ze namelijk vaak de interview methode die kenmerkend schijnt te zijn voor zeer links en zeer rechts en waarbij je vragen krijgt met een ingebouwd antwoord: vindt u ook niet datDe Vries en Kamsteeg gaan nooit in op zulke 'aangevers', ze vertikken het om op een gemakkelijke manier af te geven op kabinet of wereldraad (om een paar verboden waren te noemen), hun kritiek is nooit opgeblazen. Wat dit betreft zijn ze een voorbeeld voor ieder die zo vlotweg 'evangelische' verontwaardiging afblaast voor de microfroon of op het scherm. Mijn hooggestemde kijk op de vrijgemaakten wordt overigens niet gevoed door de lectuur van het jubileumnummer van De Reformatie. Ik vraag me tenminste af of 'de ontwikkeling van het gereformeerde leven' ermee gediend is wanneer je zo ruim baan geeft aan je onlustgevoelens jegens 'hen die van ons heengingen' (dit zijn geen gestorvenen, maar mensen die uit de vrijgemaakte kerken gingen). Ik adem dan een sfeer in die me duidelijk maakt hoe het gerucht kan ontstaan dat prof. Douma's vrijgemaakte dagen zijn geteld omdat hij meedeed met een conferentie van het contactorgaan der gereformeerde gezindte en aldus sprak tot en bad met andere soorten gereformeerden. Intussen vergeet ik niet te melden dat ditzelfde jubileumnummer van De Reformatie ook een uiterst boeiend brokje historie van de gereformeerde kerken levendig Prof. dr. J. Douma belicht. Het blad is in de gelegd als uitlaatklep voor e 'beweging der jongeren' die warmliep voor 'samenwerkli tusschen alle schakeeringen christelijke religie, zoover d grondbeginselen van het christendom dit gedoogen', i B. Wielenga het zei. Deze ve na een paar jaar de redactie prof. dr. V. Hepp, nu niet te een spreekbuis van de jonge hem te machtig werd. Ik v« J genoot vooral van de lenige schrijftrant van prof. J. Kal van wie ik deze volzin doom 'De broeders hadden het vaa L moeilijk om kalm te blijven het gewijde, maar irritante imperialisme van Kuyper'. F Kamphuis merkt in zijn bijt het hervormde Gereformeer Weekblad ten onrechte aan officieel orgaan van de gereformeerde bond (dat zo: Vroegindewelj wel willen!), dat is De Waarheidsvriend. prof. Kamphuis met zijn col Douma meegegaan was naai gereformeerde gezindte, had vast wel beter geweten. Het jubileumnummer van D Reformatie is voor een rijksd te krijgen bij uitg. Oosterba Le Cointre te Goes (er kom' verzendkosten bij). De hierl afgedrukte plaatjes zijn uit speciale nummer overgenoO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 2