Op zoek naar het alledaagse vaderland, ■en galerie die zijn 'image' waar maakte een ongeordend samenraapsel 'Bijzonder boek' Pretentieloos Structuur Chronologie Gewone mens Smaakbederf OUW/KWARTET ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1975 KUNST 13 Het nieuwe boek van de maand, dat sinds 4 september in de boekhandel verkrijgbaar is, werd door ons naar aanleiding van de perspresentatie reeds oppervlakkig aangekondigd. Dr. J. Stel lingwerff, bibliothecaris van de Vrije Universiteit, heeft het boek nauwkeuriger kunnen door lezen. Zijn oordeel luidt samengevat: een blamage van de auteurs en uitgevers. door dr. J. Stellingwerff (ADVERTENTIE) UNIEBOEK-TOPTIEN De tien meest gekochte boeken fn augus tus 1975 1. Rien Poortvliet DE VOSSEN HEBBEN HOLEN #2BUE0 (Van Holkema B Warendorf) 2. Adriaan Hoekmeijer DE GROTE WERELD EN DE KLEI NE ELIZABETH 14.50 (De Boer Maritiem! 3. Warren Tute D-DAY f23.50 (Van Holkema Warendorf) 4. H.J. Hansen HIJS DE ZEILEN f37.— (De Boer Maritiem) 5. GRIEKENLAND EN ROME. GRONDLEGGERS VAN ONZE BE SCHAVING f45.— (National Geographic Society/ 6. H.J. Nijnatten-Doffegnies 0e^aan^ OUUMKES GROND f 17,90 (Van Holkema Warendorf) 7. Anton Coppoolse GEHAKTFESTIVAL (Van Dishoeck) 8. Rosa Cornelissen DIEPVRIEZEN (Van Dishoeck) 9. Nan de Vries PEPPI EN KOKKI, TV—albums f4,95 per deel (De Gooise Uitgeverij) 10. Jaap ter Haar GESCHIEDENIS VAN NOORD- AMERIKA f 12,50 (Fibula Van Dishoeck) Verkrijgbaar in elke boekhandel je bent zelf ook langzaam gegroeid. Er moet een dialoog ontstaan, dat Is een van de belangrijkste dingen in dit vak: je moet de visie die je zelf hebt weten over te dragen door Je enthousiasme. 't Duurt lang voordat de mensen vertrouwen Ln je hebben en Je moet toch een bepaald image op bouwen we heten Image! maar dat moet je toch waarma ken'. Hoe dat allemaal gebeurde, wie hier in de afgelopen vijf Jaar exposeer den 60 kunstenaars uit 17 lan den is nu. tot 9 oktober te zien in de Galerie Nouvelles Images, in vijftien jaar uitgegroeid van een Klein zaaltje eens een werk plaatsje waar gipsen beelden gegoten werden tot een van de belangrijk ste kunstcentra in ons land. f 4,95 f 4,95 Handelslui bij een stadspoort; afbeelding in een Zuidnederlandse Kro niek, 15e eeuw. Sinds enkele jaren kent Nederland HET boek van de maand. Vier tot zesmaal per jaar kan de boekminnende vaderlander dat uitgekozen werk aanschaffen voor een prijs die beduidend lager is dan het bedrag dat er later voor gevraagd wordt. Het boek van de maand verschijnt in de eerste oplage van soms 100.000 exemplaren 'onder auspiciën' van de Commissie voor de Collec tieve Propaganda van het Nederlandse Boek. Deze C.P.N.B. is een commissie van de in 1815 opgerichte Vereeniging ter be vordering van de belangen des Boekhandels. Het verschijnsel Het boek van de maand' heeft als kenmerk een fraaie buitenkant. Het boek is ge maakt opdat zeer velen dit door de CPNB gepresenteerde cultuur- produkt zullen kopen. Soms is het een goede aanschaf, maar de CPNB kan ons ook een kat in de zak aanbevelen. Over de september 1975 aanbie ding 'Op zoek naar het alledaagse vaderland' lezen we in de recla mefolder voor de boekhandel o.a. het volgende: Een bijzonder boek over alledaag se mensen in voorbije eeuwen. Dat is in héél kort bestek het nieuwe Boek van de Maand. In Op zoek naar het alledaagse raderland staan nu eens niet, zo- ils al uit de titel blijkt, de graven ran Holland, de Engelse oorlogen, ;abtnetten of koningen centraal, maar worden de mensen van het tweede plan naar voren gehaald. Het is een boek over de gewone man uit de geschiedenis. Het schrobben van de dienstmeisjes a de pruikentijd krijgt nu eens neer aandacht dan een decreet des konings, kortom het gaat om de 'human interest' achter de be kende gebeurtenissen. Om de his torische draad van de gebeurte nissen niet te verliezen en ons geheugen waar nodig op te fris sen, loopt door het hele boek aan de onderzijde een rijk geïllus treerde "beeldband' met jaartallen. Deze uitermate informatieve data- strip geeft het boek een heel apart karakter. De acties Boek van de Maand zijn m het leven geroepen om door middel van uitgaven, waarvan verwacht mag worden dat zij door bun inhoud en vormgeving een grote groep mensen zullen aan spreken, de minder regelmatige boekenkopers en -lezers te inte resseren voor het boek (en de boekhandel Een 'populair' onderwerp en ver antwoorde inhoud en verzorging garanderen echter nog geen ge slaagde actie Boek van dé Maand. Daarvoor is meer nodig! Het pu bliek moet namelijk de publiciteit rond Het Boek van de Maand kunnen terugvinden in uw win kel: daar gaat het tenslotte om. Bouw uw héle etalage om in een Boek van de Maandgebeuren, niet slechts een klein hoekje'. 'Op zoek naar het alledaagse va derland' is de goed in de markt liggende titel voor een CPNB-prul, een blamage voor de auteur dr. A. F. Manning (1922), de beeld re dacteur drs. G. Tli. M. Lemmens (1938) de uitgever Contact te Am sterdam en de CPNB. In het woord vooraf worden we al ge waarschuwd 'Het ls als het wa re een zwerftocht in de verleden tijd, met een camera in de hand: af en toe klikt de sluiter en er is een kiekje gemaakt. Niet meer. niet anders'. A. F. Manning en G. Th. M. Lemmens hebben dus geen pretenties en niemand kan zich beklagen. De pretentie van het boek vinden we echter vooral in de vormge ving, de titel, de omslag, de aan bieding. de woorden: research en illustratieresearch. Op die manier doet het boekwerk zich voor als het cultuurprodukt van de maand. In het woord vooraf staat boven dien een verder strekkende pre tentie: 'Schrijver en beeldredac teur vinden eigenlijk dat er meer aandacht gegeven dient te worden aan wat 'unofficial history' heet. Dat we moeten zoeken naar het gewone, het alledaagse, de 'andere kant' van het geschiedenisboek'. Daarmee zeggen ze dat dit boek iets nieuws biedt, dat ze spoorzoe ken in het minder bekende, dat zij ons de weg wijzen 'op zoek naar het alledaagse vaderland'. Het boek 'Op zoek naar het alle daagse vaderland' bestaat uit 38 korte stukjes met 135 afbeeldin gen op 160 bladzijden. Onder pp de bladzijden vinden we bovendien een rij Jaartallen waarbij een tweede reeks van illustraties zon der verklaring. Deze vier reeksen: tekst, afbeel dingen, chronologie en reproduk- ties uit schoolboeken zijn onder ling zeer slecht geordend. De tijdsvolgorde is aangehouden, maar per bladzijde vinden we dik wijls een rommelig geheel. Kleine afbeeldingen en grote afbeeldin gen worden weergegeven in aller lei formaat op allerlei plaats, or deloos. Goed is de samenhang tussen tekst en afbeeldingen op de blz. 115-117 over 'een ramp in Leiden'. Zo zou het hele boek moeten zijn, maar het verhaal van die ramp is niet nieuw. Geen samenhang echter bij het stukje over 'de plaats van Holland' op blz. 28-30. Het gaat daarin over 'Holland tussen 900 en 1300, maar de afbeeldingen zijn een gezicht op Utrecht van omstreeks 1570 en een van Den Haag uit de 16e eeuw. Utrecht ligt buiten Holland. Den Haag wordt in de tekst niet genoemd en bedde afbeeldingen zijn van enkele eeuwen later. In dit boek over de vaderlandse ge schiedenis zijn de afbeeldingen uit een Frans en Duits manus cript, blz. 51 en 54, niet de beste keuze. De samenhang tussen tekst en bijbehorende afbeeldingen ver toont verschillende gebreken, de opmaak ervan is erbarmelijk. De samenhang tussen de zogenoemde chronologie en de bijbehorende reproducties is ronduit bespotte lijk. En de samenhang tussen tekst en de jaartallen is zoek. De auteurs noemen de jaartallen onderaan de bladzijden de chro nologie. Deze Jaartallen zijn niet speciaal uitgezocht voor het alle daagse gebeuren. Bij een hoofd stuk over pikbroeken op het dek Wie van de drie? en in het vooronder hebben jaar tallen over de veldtochten van Frederik Hendrik, de windhandel, over Vondel, Hooft en Rembrandt geen functie. Dat geldt voor heel het boek. De jaartallen zijn alleen maar bladvulling zonder relatie met de tekst. De auteurs noemen de reproduc ties 'interpretaties van de feiten zoals die in de geschiedenisboeken vanaf de 18de eeuw wonfen aan getroffen'. In die woorden zit een interessante problematiek: hoe werd vroeger de geschiedenis ver teld en geïnterpreteerd? Maar als geen enkel oud of nieuw geschie denis-schoolboek wordt genoemd en ook geen enkele afbeelding, wordt het een rommeltje. De jaartallen zijn gewoon geïllus treerd met her en der bijeenge raapte schoolboekknipsels. Zo kwam men aan een goedkope bron van illustraties zonder pro blemen van auteursrecht. Slechte en goede plaatjes, foto's en teke ningen uit kinderboekjes en mid delbare onderwijsboeken, alles dooreen bij de jaartallen geplakt, met dwaze resultaten. Een paar voorbeelden: Onder een man met baard op blz. 125 lezen we: '1867 Napoleon III tracht Luxemburg van koning Willem III te kopen, hetwelk Bis marck verhindert'. Wie van de drie? Op blz. 127 zien we de afbeelding van een havenhoofd, onderschrift: 1870 Afschaffing van de doodstraf. Op blz. 157 onder de foto van twee heren staat: '1968 Begin van de polarisatie op politiek terrein. Begin van het studentenprotest in de vorm van massale demonstra ties, discussies én aula-bezetting. 1968 Oprichting van de Politieke Partij -Radicalen (PPR), ontstaan als groepering van linkse katho lieken. Spanningen in de Partij van de Arbeid tussen de groepe ringen Nieuw Links en Democra tisch Appèl, waaruit later DS'70 zou ontstaan'. De lezer begrijpt het al: die twee mannen moeten volgens dit on derschrift wel Jhr. de Brauw en dr. Drees jr. zijn! Als we de jaartallen met de re producties als overbodig en rom melig beoordelen blijft de kern van het boek nog ongeschonden over: de tekst met de bijbehoren de illustraties. Daarvoor geldt in de eerste plaats dat de hoogleraar in de nieuwste geschiedenis te Nijmegen en de directeur van het Nijmeegs museum 'Commanderie van St. Jan' hebben gezocht 'naar het gewone, het alledaagse, de 'andere kant' van het geschiede nisboek'. De omslag begint met de zin 'Het alledaagse leven raakt in de be langstelling van publiek en histo rici'. Zo suggereert dit boek dat iets nieuws aan de orde wordt gesteld. Alsof elkerlijck en alle man niet alle eeuwen door de eerste liefde van de Nederlandse auteur heeft gehad, alsof Bartje, Boefje en Merijntje Gijsen geen bekende figuren zijn, alsof de boodschap van Vincent van Gogh geen weerklank vond. Omdat er een anti-autoritaire mode is. wordt gesteld dat de bestaande Nederlandse geschiedschrijving een van de Hollandse graven, de Engelse oorlogen of van de kabi netten en parlementen is. Zo doende kan men des te beter zelf als een nieuw licht met de gewo ne man -op zoek gaan naar het alledaagse vaderland. Er is in de Nederlandse cultuur zoveel materiaal over de gewone mens, dat het zoeken van Man ning en Lemmens banaal wordt. Wil men op dit terrein nog iets nieuws doen, dan moet men die per graven naar de motieven van de Bavianen en Slijkgeuzen, dan moet men onbekende brieven en dagboeken uitgeven ofwel een grondig systematisch geordend overzicht samenstellen. Niet vluchtig hier en daar een kiekje schieten en die met pretentie bundelen tot het boek van de maand. Aan zeer vele Nederlanders zijn Tijl, Reinaert en zuster Beatrijs bekend. De aandacht van Jacob van Maerlant, pater Brugmans en van de 'moderne devotie' was ge richt op de gewone mens. Onze geschiedenis handelt over weder dopers. watergeuzen en martela ren. ofwel van Gorkum ofwel uit populaire protestantse martelaars boeken. Tafereel uit de Zeven werken van barmhartigheid van de Meester van Alkmaar. De scheepsjongen van Bontekoe is ons even goed bekend als de overwintering op Nova Zembla. Vele oude scheepsjournalen zijn uitgegeven. Cats, maar ook Hooft en Huygens gaven ons met Brede re inzicht in het dagelijkse leven van de gewone man en vrouw. Potter en Poot. Jan Steen en Rembrandt, maar ook de dominee in onze literatuur hebben ons het alledaagse vaderland al eeuwen lang uit de doeken gedaan. De vorige eeuw is niet alléén de eeuw van de kabinetten van Thorbecke maar ook die van de emancipatie van de joden, de rooms-katholie- ken, de gereformeerde kleine luy- den, de socialisten, van de arbei ders en van de vrouwen. En daar zijn vele memorboeken over ver schenen, planken vol boeken die stuk voor stuk beter zijn dan dit ongeordend samenraapsel. In de middeleeuwen heeft profes sor Manning niet erg veel kunnen vinden. Daarom zijn er hoofd stukken, zoals 'De plaats van Hol land' en "Heibel om een nieuwe bisschop', waarin het niet over gewone mensen gaat. De 80-jarige oorlog wordt vooral gezien door de ogen van de vrome katholieke burger terwijl het pro testantisme vooral uit economi sche omstandigheden wordt ver klaard. Dit mengsel van Marx en Rome typeert de schrijver uit Nij megen. Voor het overige wordt het werk getypeerd door hier en daar een keuze uit veel materiaal zonder enige verantwoording of verklaring. Het zijn losse schetsen met een extra accent op het ge wone. Wat is de zin daarvan? Ik zie maar één duidelijke bedoe ling: er moest een goed verkoop baar boek gemaakt worden. De vaderlandse geschiedenis werd daardoor een consumptie-artikeL Prof. dr. A. F. Manning geeft ver schillende voorbeelden van bederf in de katholieke kerk. Als hoogle raar in de nieuwste geschiedenis zou hij het bederf van de gewone man en vrouw door de reclame ook moeten onderkennen. In plaats daarvan doet hij zelf aan die media-manipulatie mee. Dat is het grootste bezwaar tegen zijn tekst. De redactie van NRC- Handelsblad zal met het citaat in de reclame folder: 'Het Boek van de Maand kan onderhand met de ogen dicht warden gekocht' minder gelukkig zijn. Zo werkt namelijk de recla me-wereld met zijn consumptie- geloof. De gewone mens moet.de ogen maar dicht doen en kopen wat de CPNB goed voor hem vindt. Op grond van een mooie folder, met de ogen dicht, moesten de boekhandelaren begin mei al hun bestelling doen om in september mee te doen aan de verkoop van hun vaderland. Hun informatie kwam slechts van één zijde. Door deze methode kan de prijs 16.90 zijn, maar na een maand moet men ƒ29.50 betalen. Daar heeft men dan een consumptie-artikel voor bestemd voor 100.000 afne mers. Een zaak van één tot twee miljoen gulden! Gewone mensen zijn geen opper vlakkige mensen, zoals de recla- mensen en de samenstellers van dit boek denken. Gewone mensen schenken misschien oppervlakkige aandacht aan de produkten van de smaakmakers. Zo wordt hun smaak bedorven, terwijl de gewo ne mensen juist een beter boek behoeven. Als er een CPNB als propagandacommiissie is moet er ook een boek van de maand ge maakt worden. Consumptie moet er zijn. Hoe bereiken we het grote aantal gewone mensen? Met het alledaagse vaderland. Het ls een vondst, maar een die gevaarlijk ls voor de naam van de medewer kers. 'Ze dachten dat het er wel in zat'. Deze zin uit het woord vooraf onthult wat de makers en uitge vers bezielt. Een mooi kaft op tafel, zonder veel kritische vraag naar de inhoud. Een massacon- sumptieprodukt van de public-re- lation-smaakbedervers. is dit boek. Ik vind de gewone mens daar te goed voor. op volle toeren, maar hij zelf heeft zich vooral op het project 'Imar- tect' geworpen, de toepassing van beeldende kunst in de architectuur. 'De grote aanzet was de inrichting van het ziekenhuis St. Antoniusho- ve in Leidschendam. Daaruit zijn verschillende andere opdrachten voortgekomen zoals die voor het verzorgingscentrum 'De Mantel' in Voorburg, het Verzekeringsgebouw 'Interpolis', in Tilburg, dat van 'Concordia' in Utrecht, Océ van der Grinten In Venlo, de Sociale Aca demie in Rotterdam en de Univer siteit van Nijmegen'. Vermenselij ken van gebouwen, zo ziet Ton Berends dit werk. 'Je moet er bij het inrichten van uit gaan. dat je zo'n gebouw voor mensen herken baar moet maken', zegt hij, 'want in die soms meer dan twintig éta ges hoge bouwwerken voelen de mensen zich toch op een bepaald moment verdwaald. Juist door daar indicaties in te brengen, herken baarheid, vermenselijk je zo'n ge bouw en krijgen de mensen weer het gevoel van een bepaalde zeker heid. Zo gezien stelt een bejaardentehuis je uiteraard voor heel andere pro blemen dan een kantoorflat. Je moet dus rekening houden met de gebruiker, maar *t is tegelijkertijd de bedoeling die 'consument' een stukje verder te brengen, dan Ie op dat moment ls. Dat is een deel van de opgave, vind Ik. Trouwens, als een kunstwerk een bepaalde kwali teit heeft dat ervaar lk steeds weer gaan de mensen, die er misschien eerst nog wat vreemd te genover staan, zich er op den duur toch aan optrekken. Dat Is een gevolg van de dagelijkse omeang ermee. Lichtwand Maar je hebt met veel meer facet ten te maken. Als je b.v. een zie kenhuis binnenkomt, geeft je dat, of je er nu moet gaan liggen of op bezoek gaat. toch altijd een onbe haaglijk gevoel. Daarom moet je ln zo'n hal gewoon iets hebben dat even de aandacht Een van de uitgaven van de Galerie Nouvelles Images: Multiple, ontwerp Yvonne Kracht; oplage 25 exemplaren. trekt en toch bescheiden is. In Antoniushove heb ik een lichtwand neergezet van Nino Calos. Die be weegt, heel langzaam, daar kun je naar kijken, maar het is niet echt Indringend, je kunt er ook weer gemakkelijk bij weg, Je wordt er niet agressief door gepakt, 't Gaat er in dit geval om dat de aandacht van de mensen even ge trokken wordt, op zo'n moment ra ken ze dan toch even een stukje van hun spanning kwijt als ze daar binnenkomen'. De steeds toenemende activiteiten van Imartect vroegen overigens al gauw om meer bedrijfsruimte: 'Na de plannen op papier voorgelegd te hebben, haal ik de opdrachtgevers en de architecten naar de galerie om ze daar werk te laten zien van de kunstenaars die Ingeschakeld zullen worden bij zo'n project. Tot nu toe had ik voor die manier van werken eigenlijk te weinig ruimte, kon Lk niet genoeg laten zien'. Ton Berends is niet alleen een Idealistische doordouwer anders red Je het niet ln deze branche maar ook nog een enorme geluks vogel. Hij hoefde de nodige ruimte voor die uitbreiding niet ln een ander stadsdeel te zoeken: achter zijn eigen pand kwam het gebouw vrij, waar eens het (nu vergeten) Dagblad de Avondpost gevestigd was. Dat heeft een vloeroppervlakte van niet minder dan 500 m2 (N.I. moest het tot nu toe met 264 doen!) met grote, hoge zalen, die ook uitermate geschikt zijn voor grote objecten. En het is binnen door bereikbaar. Daar komt nu na de jubljeum- expositie een speciaal centrum voor de toepassing van beeldende kunst in de architectuur. 'Ik ga daar een collectie opbouwen van kunstenaars wier werk en Instelling geschikt is om in de architectuur mee te spelen: daar probeer ik vooral ook grote dingen te krijgen, een verzameling die geregeld gewis seld wordt. Een toonzaal van vele mogelijkheden. Daarnaast wil ik me speciaal gaan bezighouden met wandkleden. Die komen ook in het nieuwe gebouw. Ik heb al een paar mensen uitgenodigd hier perma nent werk te hebben en die groep zal zich langzamerhand wel uitbrei den. Maar ik ben heel select begon nen zodat Ik later niet hoef te besluiten dat er bepaalde mensen weer uit zouden moeten. Dan kun je beter met een klein groepje be ginnen en dat voorzichtig uitbou wen'. Als je Berends zo bezig hoort, zou je denken, dat hij de galerie, waar mee alles toch begon, een beetje vergeten is. Maar als je een opmer king in die richting maakt, blijkt het tegendeel. Want: 'Door die archtectuuropdrachten krijg je ook weer nieuwe klanten in de galerie. Die mensen hebben gezien hoe je een bepaald gebouw hebt ingericht en komen dan eens poolshoogte nemen. Trouwens, een tentoonstel ling maak je maar niet zo even, daar moet je je helemaal voor In zetten. Ik vind b.v. dat je de kun stenaar die er exposeert moet kun nen vertegenwoordigen. Je moet telkens weer kunnen verwoorden wat een schilderij, beeld of object je doet. En juist met die verwoor ding kun Je zo'n kunstwerk dichter bij de mensen 'die er op het eerste moment misschien nog wat vreemd tegenover staan bren gen. Na zo'n gesprek merk Je soms dat het beter bij ze overkomt. Principes Trouw blijven aan je principes, dat is ook een belangrijke voorwaarde. Zo moet je een jongen, waarvan je van te voren weet, dat je niets van hem verkoopt, maar die je zélf de moeite waard vindt, toch blijven brengen. Ik heb verschillende van die kunstenaars, maar gelukkig heb lk daarnaast weer anderen, waar ik ontzettend veel van verkoop. En die maken dan weer goed. wat je op die andere tentoonstellingen te kort-komt.Zodoende krijg je een goede ontwikkeling, 't wekt ook vertrouwen. Je moet de mensen steeds weer iets verder zien te krij gen, dan ze nu zijn, dat betekent verrijking. Ook mijn visie is im mers in de loop d^r jaren gevormd, lor G. Kruis en Ton Berends in september 1960 in hot Westeinde in Den aag in een kleine ruimte achter zijn bedrijf (destijds nog de onsthandel Henke, kerkelijk toegepaste kunst, populair gezegd: n beeldenwinkel) de Galerie Nouvelies Images opende, vermeldde aankondigingskaart dat het in de bedoeling lag N.I. te maken t een centrum van religieuze kunst, waar bij voorkeur werk te nden zou zijn van jonge kunstenaars. eerste vijf jaar bleef dat de scialttelt van deze galerie, die tussen uitgebreid was met de gro- (winkel-)ruiimte vóór. Een moei- e èn gevaarlijke specialiteit ove- ens. Braque zei het al: 'Met ge- de kunst moet je uitkijken, want dra je haar verlaagt tot het peil n het publiek, heeft het niets eer met geloof te maken, die tijd veranderde er trouwens allerlei gebieden veel. De ont- fckeling van het religieuze den- in de Nederlandse r.k.-kerk tot gevolg dat men, in de rkgebouwen, steeds minder be- «fte kreeg aan versiering. Het risten-zijn manifesteerde zich Kds minder in uiterlijke zaken, fcr veel meer in de menselijke Ittles. ervoer Ton Berends toen ook rd sterk in zijn galerie. Bij het ojarig jubileum, in 1970, bleek t die mentaliteitsverandering ook grote invloed was geweest op beleid dat gevoerd werd. Be ads had intussen binnenhuisar- 'itectuur gestudeerd en daardoor 'tstond ook nog eens een sterke fbondenheid met het constructi veNouvelles Images was b.v. de ^te galerie, die ontwerpen van architecten Graatsma en Slot- uber exposeerde. Werd overigens geen eenzijdig leidintussen was de 16e eeuwse 'Ider onder het pand ingericht als a zeer smaakvolle expositierulm- voor sieraden en ander klein '«'smeedwerk. bestaat de galerie 15 jaar en dat wdt gevierd met een tentoonstel- Ton Berends ling van werk van kunstenaars, die er de laatste vijf jaar geëxposeerd hebben. Maar er ls in die tijd veel meer gebeurd en dat is in de ogen van Ton Berends zó belangrijk, dat hij hel helemaal niet meer heeft, je zou haast zeggen niet meer hebben wil. over die tien jaar daarvóór. De galerie draait weliswaar, dank zij Berends' assistent Jack Visser,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 13