Waarom Angola's toekomst staat of valt met MPLA )p weg ïaar nieuwe jurgeroorlog Als de conventie faalt kan het schieten weer beginnen J BUITENLAND 17 (en kan zich afvragen waarom de dekolonisatie van Angola zo loeizaam verloopt, terwijl in de andere Portugese koloniën in jfrika zoals in Mozambique en Guinee-Bissau de machtsover- racht zeer rustig is verlopen. De oorzaak van de huidige moei- (kheden moet men zoeken in de tUd van de vrijheidsstrijd (gen Portugal. Voor de bevrijdingsbewegingen was in deze tijd steun van de onafhankelijke buurlanden van grote betekenis, timers de bevoorrading liep grotendeels via deze landen. Dit Btekende dat de regeringen van deze buurlanden grote invloed fegen op het verloop van de bevrijdingsstrijd. i meenden deze Afrikaanse sta- ti dat het in hun belang was dat i in de naburige Portugese kolo- e na de onafhankelijkheid een gering aan de macht zou ko- ïn, die dezelfde politieke opvat- Igen zou huldigen als dit buur- ^nd. Mozambique had in dit op- "ÖL;|ht geluk: de beide onafhanke- Afrikaanse buurlanden Zam- en Tanzania staan politiek Hi sproken redelijk dicht bij el- L-ar en bij de bevrijdirigsbewe- van Mozambique, het FRELI- f.'D. Het FRELIMO kon daardoor de steun van beide landen jkenen, en er ontstond geen jeede beweging; In de Portugese jlonie Guinee-Bissau voelde het irland Guinee Conakry zich verwant met de bevrij dings- re ging PAIGC, het andere dand Senegal niet. We zien dat gedurende de. vrijheids- vV-ijd in Senegal een konkurre- Vilde bevrijdingsbeweging wordt ingericht, die wordt gesteund door Senegalese regering. Dit - -iING werd echter door voort- interne ruzies geen succes, de regering van Senegal be et tenslotte maar de PAICG te (unen. Doordat er slechts één hijdingsbeweging overbleef ftiep de dekolonisatie van Gui- e-Bissau gemakkelijk. Jncurrent Angola verzette het buurland re zich tegen de progressieve ;olese bevrijdingsbeweging LA. In 1962, een jaar na het in van de Angolese oorlog, ■d hier een tweede Angolese rrijdingsbeweging het FNLA ericht. met de duidelijke be ling de MPLA te beconcurre- i en zo mogelijk naar de ach- Brond te schuiven, b de MPLA werd de toegang tot Ire ontzegd! De MPLA overleef- deze campagne tegen haar >rdat ze steun kreeg van de te andere Afrikaanse landen i aan Angola grenzen: Zambia Kongo-Brazzaville, dertien jaar na de oprichting het FLNA, bestaat deze bewe- g nog steeds, ls nog steeds igewezen op de steun van de ering van het buurland Zaire, heeft nog steeds tot doel te jetten dat de MPLA het bestuur lAngola over neemt. Het FLNA haar kracht niet alleen Angola [leende 1 aan de steun van Zaire, maar ontving vanaf het begin Ameri kaanse steun. Deze Amerikaanse belangstelling voor Angola heeft direkt te maken met de grote Amerikaanse Investeringen ln dit land en de grote hoeveelheden minerale rijkdommen van Angola. Dit FLNA heeft thans het noorden van Angola, de gebieden langs de grens met Zaire, vast in handen. In dit gebied woont de Bakongo- stam, die ook aan de andere kant van de grens in Zaire woont. Het is opvallend dat de steun aan het FNLA ln Angola zich beperkt tot de leden van deze éne stam, die nog geen 10% van de bevolking uitmaakt. Zuidelijker ligt een brede strook ga-ondgebied van de kust in het, westen tot de grens met Zaire en Zambia in het oosten, die geheel in handen is van de MPLA. In dit gebied ligt de hoofdstad Loeanda. Het FLNA heeft met een grote troepenmacht uit het noorden ge probeerd Loeanda te veroveren, maar deze legermacht probeert al vier weken lang een klein rivier tje, de Dande, op 60 km van Loe anda over te komen. Het schijnt dat dit FLNA-leger grote moei lijkheden heeft, met de bevoorra ding uit Zaire, gedeeltelijk door de enorme afstanden en slechte wegen, gedeeltelijk doordat het laatste deel van de aanvoerweg door gebied loopt waa rde bev ol- king de MPLA steunt en waar konvooien voortdurend door guer rilla-strijders v an de MPLA wor den a angevallen. Om de aanvoer te verbeteren is nu een luchtbrug ingesteld vanuit Zaire naar vlieg velden in het FLNA-gebied in het noorden van Angola. Opmerkelijk is dat reeds verschillende bronnen hebben gemeld dat ook Ameri kaanse vliegtuigen oorlogsmateri aal naar deze vliegvelden bren gen. Derde beweging Van de grootscheepse aanval van het FLNA op Loeanda is dus wei nig terecht gekomen. Van een omsingeling van Loeanda is geen sprake. Wel ls er voedselgebrek in Loeanda, maar dat komt enerzijds doordat er geen benzin e is voo r de vrachtwagens, anderzijds om dat een d eel van het voedsel uit het centrum van Angola komt, een gebied dat niet in handen invloed van de vriendschap die president Moboetoe in Peking sloot. Sinds enkele maanden zou volgens .Chinese verklaringen aan deze steun een einde zijn geko men. Zaire steunt zoals gezegd het FLNA. Een groot deel van de steun van de MPLA komt uit Afrikaanse landen zoals Tanzania. Algerije en Mozambique. Daarnaast komt er uitgebreide steun uit het westen, met name van particuliere instel lingen. Er zijn aanwijzingen dat de regering van Zuid-Afrika zowel UNITA als FLNA steunt. Door de ze buitenlandse steun aan de ver schillende bewegingen stromen van alle kanten wapens Angola binnen. De moeilijkheden, die in dertijd zijn ontstaan door buiten landse bemoeienissen met de be vrijdingsstrijd in Angola, eindigen thans in een massaal bloed verg le-, ten door dé grootscheepse buiten-' landse steun aan de strijdende partijen. Dat de verschillende bewegingen in Angola niet kunnen samenwer ken hoeft ons niet te verbazen. Het doel van het FLNA was vanaf het begin de vernietiging van de MPLA. Het FLNA krijgt nog steeds steun uit het buitenland met het doel de MPLA naaT de achtergrond te dringen. UNITA werd in de tijd dat in Portugal Spinola aan de macht was door behoudende Portugeze tot een krachtige organisatie uitgebouwd om een tegenwicht tegen MPLA en FLNA te vormen, en veel van de buitenlandse steun aan UNITA zal ophouden als deze zich ver zoent met de MPLA. Eigen verlangen Door de massale buitenlandse in menging ln de strijd in Angola dreigt op de achtergrond te raken wat de meer bewust geworden Angolezen zélf willen. Als het aan deze bevolking lag, maakt het FLNA geen enkele kans. Na veer tien jaar koloniale oorlog ls een belangrijk deel van de Angolese bevolking vooral in de stedelijke gebieden, zich voldoende bewust geworden van de nationale poli tiek om zich met hand en tand te verzetten tegen pogingen om van uit. Zaire een neo-koloniaal be wind in Angola naar het model van Zaire aan de macht te bren gen. Hoewel de MPLA militair zwakker is dan het FLNA wist de MPLA het FLNA uit grote delen van het land te verdrijven, onder meer uit de hoofdstad Loeanda. Waarnemers zijn eensluidend in hun conclusie dat dit alleen mo gelijk was dankzij de grote steun van de bevolking voor de MPLA. Officiéél berust de macht in An gola nog bij Portugal. Tot het land op 11 november onafhanke lijk wordt zou volgens de afspra ken een overgangsregering be staande uit Portugezen en leden van de drie bevrijdingsbewegin gen het land besturen. Sinds en kele weken hebben zowel FLNA als UNITA zich uit deze regering teruggetrokken. Daarna heeft Por tugal op een zeer halfslachtige wijze de macht in Angola weer aan zich getrokken. De over gangsregering werd niet afgezet maar de ministers en staatssecre tarissen die nog aanzijn werden verzocht hun activiteiten tot een minimum terug te brengen. Deze impasse mag niet te lang duren, anders zal de MPLA gedwongen zijn zélf een bestuur voor de hoofdstad en de overige gebieden die zij beheerst in te stellen. Enige keus Het zou voor Angola de gelukkig ste ontwikkeling zijn, als de Por tugeze met de MPLA de regering voort zouden zetten. Pogingen om opnieuw een regering samen met de drie bewegingen te vormen zijn zinloos en lelden slechts tot een nodeloos verlengen van de oorlog. Als een dergelijke regering al te vormen zou zijn, dan zou zij door interne strijd volkomen ver lamd worden en na korte tijd toch weer uiteenvallen. In Angola is de MPLA nog de enige samen bindende factor omdat deze bewe ging als enige niet op een bepaal de stam is gebaseerd. De MPLA heeft de hoofdstad van het land in handen en de belangrijke olie velden van Cabinda, die ln het verleden 60% van de inkomsten van de staat verzorgden. Door deze samenwerking tussen Portugal en de MPLA zou de een heid van Angola bewaard kunnen blijven. Aan de oorlog zou niet automatisch een einde komen, maar er bestaat geen enkele op lossing die een onmiddellijke vre de zou brengen. Mogelijk kan vanuit deze situatie na een zekere periode van strijd een akkoord met de UNITA gesloten worden, en kunnen de FLNA-troepen naar Zaire terug gedrongen worden. Samenwerking tussen Portugal en de MPLA en een geleidelijke overdracht van de macht aan de MPLA biedt de beste kansen op een regering die 1. een brede steun van de Angolse bevolking in bijna het gehele land ontvangt. 2. een opdeling van Angola kan voorkomen, welke kan beletten dat de Angolese bevolking ln de toekomst door een kleine zwarte elite wordt uitgebuit, en 3. de oorlog zo snel mogelijk kan beëindigen. Sietse Bosgra geeft van de oprich ting bi 1961 af leiding aan het Angola Comité, dat behoort tot de best geïnformeerde buitenlandse organisaties over dit deel van Af rika. or Bert van Panhuis ELFAST, vrijdagavond 15 augustus Gemeente- ïrker Samuel Llewellyn rijdt met een vraehtwa in vol hardboard en planken de katholieke wijk iwer Falls binnen. Enkele uren geleden heeft een lm een geparkeerde auto opengescheurd en een prme ravage aan winkels en woonhuizen aan richt. Llewellyn gaat op verzoek van een katho- ke hulporganisatie de schade wat herstellen. Hij mt niet ver. Een woedende menigte sleurt hem (iter het stuur vandaan. Hij wordt geslagen en schopt en tenslotte jaagt men hem vijf kogels het lichaam. Als de man dood op straat ligt krijgt nog een salvo van elf kogels. Het motief voor de (lachting: de gemeentewerker is vermoedelijk 1 protestant. binnen de Constitutionele Conventie. Het bestand tussen de Provisional IRA en het Britse leger duurt sinds 10 februari. De voorgeschiedenis er van begint omstreeks de kerstdagen van vorig jaar. De provisionelen. die in tegenstelling tot de officiële IRA de macht van het geweer van meer belang vinden dan de kracht van het politieke argument, hadden zich gehaat gemaakt door twee bom aanslagen in Engeland. De slach tingen in de overvolle café's in Birmingham kostten 21 mensenle vens en 162 personen raakten, deels ernstig, gewond. De zes IRA-leden, die na de aanslagen werden aange houden, zijn vorige week wegens meervoudige moord tot levenslang veroordeeld. Gedetineerden Kort na de aanslagen werd dus het kerstbestand van kracht. De tweede jellyn is de elfde dode in één die als de gewelddadigste en ligste sinds twee jaar is geken- Ist. Een week, waarin Noord- ind het één en ander heeft echt: de z: -de verjaardag van 14 levens kostende Bloedige |ag en de vierde verjaardag de interneringswetgeving. Er i nauwelijks iets verbeterd on- |s een wankel bestand tussen en het Britse leger en uitvoe- fverleg op partijpolitiek niveau, p onverbeterlijke optimisten (er nog niet van overtuigd dat fcn enkele maanden de burger- g weer in alle hevigheid zal frsten. (politieke leven in Noord-Ier- wordt nu nog beheerst door ide IRA 'het bestand" en de Isen 'het staakt-het-vuren' len en door het overleg tussen Inionisten en de Sociaal-Demo- n, de belangrijste partijen Falls Road nadat een auto met bom uit elkaar is gescheurd. Een woedende menigte zal enkele uren later een gemeentewerker uit vergelding beestachtig om het leven brengen. dag van het nieuwe jaar verlengde de provisionele IRA het bestand met veertien dagen, maar eiste daarbij tevens dat Engeland mili tair en bestuurlijk uit Noord-Ier- land zou verdwijnen. Een toezeg ging, die Merlyn Rees. de Britse minister voor Noord-Ierland zeker niet onvoorwaardelijk wenste te doen. Hij was naar de mening van de Loyalisten, de- groep protestanten, die fel tegen losmaking uit het Verenigd Koninkrijk is, al veel te ver gegaan door yóór de verlenging van het bestand een aantal dingen te beloven. Zo zei Rees dat bij een voortdurende staking van de ge weldplegingen de -Britse troepen sterkte in Noord-Ierland geleidelijk aan verminderd kon worden en bo vendien liet hij de mogelijkheid open dat de ruim zeshonderd gede tineerden zouden worden vrijgela ten. Als gebaar liet Rees meteen twintig gedetineerden vrij. Rees danste op eieren. Hij moest de provisionelen zover krijgen dat ze het bestand voor onbepaalde tijd verlengden vmaar kon daarbij niet teveel toegeven omdat de loyalisten hem er dan van zouden beschuldi gen dat hij hun Ulster, zoals zij de Noordierse provincie plegen te noe men aan de Ierse Vrijstaat ver kwanselde. Bovendien was de IRA sinds Birmingham een verboden organisatie en direct contact tussen Londen en het IRA-hoofdkwartiqr in Dublin was dus onmogelijk. Van grote waarde bleek in deze de be middeling van zowel de rooms-ka tholieke als de gematigde protes tantse kerkleiding in Noord-Ierland. In de veertien dagen verlenging liep het mis met deze indirecte contacten en 17 januari zegde de IRA formeel het bestand op. Dat kwam hard aan. Aangenomen was namelijk dat de IRA niet graag de verantwoording zou dragen voor een hervatting van de gewelddadig heden. Toch bleef er die laatste weken van januari en de eerste van februari een voortdurend overleg tussen Londense ambtenaren en de (niet verboden) politieke organisa tie van de i provisionelen, de zoge naamde ProVisionele Sinn Fein. De Sinn Fein fungeerde in. werke lijkheid als tussenpersoon tussen de Britse regering en de leiding van de provisionele IRA in Dublin. Deze uit zeven man bestaande legerraad kondigde weer vrij onverwachts, de avond van de 9de februari een een zijdig bestand voor onbepaalde tijd af. Het leek erop dat de gematigden in de legerraad de militanten had den weten te overtuigen van de wenselijkheid voorlopig het IRA- doel zonder geweld na te streven. Daarbij ging men ervan uit dat minister Rees de IRA geen verdere toezeggingen had gedaan, ofschoon vooral de militante loyalisten vol hielden dat dit wél is gebeurd. Net als begin januari was ook in dit geval de bemiddeling van de kerk leiding en dan met name die van dominee William Arlow van de Ier se Anglicaanse kerk van groot ge wicht geweest. Bestuursvorm De tweede belangrijke factor in de Noordierse politiek ls de gang van zaken binnen de Constitutionele Conventie, de uit 78 leden bestaan de vergadering, die een advies moet opstellen voor een nieuwe bestuurs vorm in Noord-Ierland. De conven tie is de opvolger van de eind 1973 gekozen wetgevende vergadering, die een half jaar na het in werking treden is geschorst. Een protestantse algemene staking heeft het maatschappelijk leven toen zó verlamd, dat premier Brian Faulkner en zijn uitvoerende raad, samengesteld uit leden .van de rooms-katholieke Sociaal-Democra tische Partij (SDLP), de ongebon den Alliantiepartij en de Unionis ten van Faulkner - aftraden. Deze uitvoerende raad werkte volgens het principe van machtsdeling tus sen de protestantse meerderheid en de katholieke minderheid in Noord- Ierland. Sinds de bestuurscrisis van mei vorig jaar wordt Noord-Ierland weer volledig vanuit Londen be stuurd. De nieuwe conventie heeft als ach tergrond dat de Noord-Ieren zelf moeten gaan uitdokteren hoe de nieuwe bestuursvorm eruit zal zien. Het resultaat van de beraadslagin gen zal dit najaar aan het parle ment in Westminster moeten wor den gerapporteerd. De conventie, die op 1 mei is gekozen telt een meerderheid van 47 radicale Unio nisten. Van hen behoren 46 tot de Verenigde Unionistische Coalitie - met als deelnemers de Officiële Unionisten van Harry West, de De mocratische Unionisten van domi nee Ian Paisley en van William Craig. Bij de verkiezingen heeft vooral de militante Vanguard zich enorm versterkt. De roomskatholieke SDLP behaalde 17 zetels, twee minder dan in de oude vergadering. Hierbij dient te worden aangetekend dat de IRA had opgeroepen de verkiezingen te boycotten. De nietgebondenden handhaafden zich op acht zetels. De grote klap in mei was voor de Unionisten van Brian Faulkner, die de moed hadden gehad op basis van gelijkheid samen te werken met de roomskatholieken. Zij vie len terug van 16 naar 5 zetels. De grote winst van de Verenigde Coa litie ten koste van Faulkner duidde er dus op dat een groot deel van de protestanten de deling van de macht met de katholieken afwees. Machtsdeling De conventie heeft vóór zij op zo merreces ging een aantal zaken van minder groot belang behan deld. De grote problemen moeten nog komen. Begin deze week zijn nieuwe informele besprekingen be gonnen tussen de Unionistische co alitie en de Sociaal-Democraten over het vraagstuk van de machts- deling of zoals het nu wordt ge noemd de gedeelde verantwoorde lijkheid. De besprekingen tussen de twee grootste groepen zijn van zo"n groot belang dat de voorzitter van de conventie de eerste vergadering na het reces van afgelopen dinsdag uitstelde tot begm september. Uni onisten en SDLP hebben al een aantal malen informeel gesproken en deze nlet-openbare gesprekken leken wat de ondergeschikte zaken betreft in een goede sfeer te verlo pen. Algemeen wordt verwacht dat men niet uit het vraagstuk van de machtsdeldng zal komen. De Unio nistische coalitie, die toch al gekri tiseerd wordt alleen al omdat ze willen luisteren naar de Sociaal- Democraten, ls niet bereid de ka tholieke minderheid plaatsen te gunnen in een nieuwe regering. Het voorzitterschap van een aantal commissies, met bevoegdheden op het terrein van de initiatiefwetge ving, is het. maximale van wat men bereid is toe te^ geven. De Sociaal-Democraten zijn zeker niet bereid hier genoegen mee te nemen. In de impasse, die zal vol gen zal de Unionistische coalitie Londen vragen het bestuur in pro testantse handen te geven. Dit be tekent de Ineenstorting van de conventie en dit zal de IRA hoogst waarschijnlijk de gelegenheid ge ven zich weer ln de strijd te men gen. Tot nu toe is het bestand tussen de provisionelen en het Britse leger in ieder geval formeel overeind geble ven. Sinds januari van dit jaar zijn er weliswaar 135 mensen gedood, maar het overgrote deel is omge bracht door zeer extreme groepen, waarvan er nu zo'n twintig in Noord-Ierland opereren. Veelal le ven zowel de protestantse groepjes als de republikeinse onderling op zeer gespannen voet. Ze hebben echter één ding gemeen: ze staan te popelen om nieuwe slachtpartij en te beginnen. Zwaar bewapend De gewelddadigheden van vorige week wijzen er echter op dat ook de grote organisaties als de provisi onele IRA en het protestantse Vrij willigersleger voor Ulster zich weer sterk maken. Aan beide zijden is men volgens goedingelichte bron nen reeds tot de tanden bewapend. Het wachten is op het signaal: de ineenstorting van de conventie. Het gezaghebbende Britse weekblad The Economist schreef het afgelopen weekeinde dan ook: 'Momenteel is het enige licht aan het eind van de tunnel die Ulster heet dat van de IRA-exprestrein, die deze kant op komt'. (ADVERTENTIE) aan de macht komen van een kleine, korrupte kliek in het land. Het FLNA heeft verklaard, dat haar oorlog tegen de MPLA de vernietiging van deze wijkraden tot doel heeft. Hoewel het in Angola in wezen een strijd is tussen verschillende opvattingen over de toekomst van het land, spelen er allerlei aspec ten mee. Het feit dat twee van de drie bewegingen, namelijk FLNA en UNITA, elk hun steun prak tisch geheel bij één stam vinden maakt de tegenstelling nog inge wikkelder. Een ander belangrijk aspect is de steun die het buiten land aan de verschillende bewe gingen geeft. Hulpstromen Zoals gezegd schijnen de Ameri kanen het FLNA grootscheeps te steunen, en gaat de steun van de Sowjet-Uilie haar de MPLA. Tot voor kort was de verhouding tus sen de MPLA en Moskou zeer bekoeld. De MPLA kreeg sinds ja nuari 1974 geen steun meer en MPLA-leiders spraken publiekelijk zeer bitter over de houding van de Sowjet-Unie. In deze negatieve houding is de laatste maanden verandering gekoimen, China, dat in het verleden achtereenvolgens MPLA en UNITA steunde, geeft sinds enkele jaren al zijn steun aan het FLNA, Deze laatste koers wijziging kwam tot stand onder Afrikaanse wvjk van Angola's hoofdstad Loeanda, door Sietse Bosgra ook allerlei reden voor tegenstel lingen tussen FLNA en UNITA. De leiding van de MPLA doet alle moeite om tot een toenadering tot UNITA te komen teneinde geza menlijk de uit Zaire afkomstige eenheden van het FLNA het land uit te drijven. Raden De tegenstelling tussen MPLA en FLNA berust op de zeer verschil lende visie op de toekomst van Angola. De MPLA wijst een maat schappelijk systeem zoals dat ln Zaire bestaat van de hand. Ze verwijt de kleine zwarte élite in dat land die de macht in handen heeft, zich te vérrijken ten koste van degrote meerderheid van de bevolking. President Moboetoe heeft zich in de tien jaar dat hij in Zaire aan de macht is enorm verrijkt. De grote massa van de bevolking heeft niet van de onaf hankelijkheid geprofiteerd. De MPLA wil een grotere spreiding van de macht en'de welvaart over de bevolking. In de door haar beheerste gebieden van Angola is de macht in handen van wijkra den, die gevormd zijn uit de be volking. en die zich met hand en tand zullen verzetten tegen hetv van de MPLA is. maar van de derde beweging: UNITA UNITA is in 1966 ontstaan als een afsplitsing van het FLNA. In deze beginjaren zwaaide UNITA met het rode boekje van Mao en zocht de beweging steun bij China. Uit deze tijd dateert de voorliefde van kleine maoistische groepjes in het westen voor UNITA. Daarna zocht UNITA vooral steun bij behou dende Portugezen. UNITA wordt algemeen beschouwd als de zwak ste van de drie bewegingen. Haar steun beperkt zich praktisch tot de Ovimboendoe-stam in het cen trum van Angola. De MPLA. werd de afgelopen we ken door troepen van UNITA en eenheden van het FLNA un het centrum van Angola verdreven. Hierna werd een ware jacht geo pend op alle sympathisanten van de MPLA De MPLA schijnt de belangrijkste steden op de kust van Angola allemaal in handen te- hebben, hoewel ÜNITA en FLNA zich hierbij niet neerleggen en voortdurend aanvallen' uitvoeren. Het gevaar bestaat, dat het. cen trum en zuiden van Angola zich onder leiding van UNITA van dp rest van het land afscheiden.. De MPLA wil ditvoorkomen door de kuststeden waar dit achterland van afhankelijk Ls. ln handen te krijgen. Het bondgenootschap, dat er op het ogenblik bestaat tussen UNITA en FLNA. hoeft niet blij vend te zijn. In feite bestaat er

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 17