DE BARMHARTIGE SAMARITAAN Dan gaan zij er eens breed voor zitten Vandaag Beroepingswerk Actie van oecumene tegen ICCC-congres TROUW KWARTET ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1975 KERK 2 Wat een gelijkenis overhoop kan halen De bijbel als richtsnoer voor het leven mag een bekende uitdrukking zijn in protestantse kringen, maar in de praktijk valt die regel niet zo gemakkelijk te hanteren. De tijden zijn dermate veranderd dat we met veel bijbelse (in de zin van: in de bijbel voorkomende) richtsnoeren nauwelijks meer iets kunnen of willen beginnen. He; gedrag dat de apostel Paulus aan vrouwen en sla ven inderdaad, die beiden stonden dikwijls op hetzelfle niveau aanbeveelt, is in onze huidige samenleving eenvoudig niet meer van toe passing. Dat betekent in elk geval dat we onder 'de bijbel als richtsnoer voor het leven' moeten verstaaneen keus uit het geheel dat we de bij bel noemen. Hoe we het ook wenden of keren, niemand leeft 'bijbels' als we daaronder de hele bij bel verstaan, en ieder al thans iedere christen leeft 'bijbels' als we daarmee een deel van de bijbel op het oog hebben. Dat alles dan als constate ring. Zo gaat het in de chris tenheid toe. en dat kan nu eenmaal niet anders. De meest conservatieve, maar ook de meest progressieve christenen. Ze werken alle maal met 'hun' bijbel, dat wil zeggen: met een (meestal door een bepaalde groep me de) aangehangen selectie uit het geheel. Rood lampje Voor veel mensen begint, als je dat zo uiteenzet, een rood lampje te branden. Als ieder met 'zijn' bijbel werkt of met zijn groepsbijbel brengt dat dan niet een on verantwoordelijk subjectivis me mee? Gaat ieder dan niet aan de haal met zijn eigen voorkeur? Inderdaad, dat valt niet te ontkennen. De prak tijk wijst dat trouwens over duidelijk uit. Dan heb ik nog niet eens de overduidelijke caricaturen op het oog! Ook ons gangbaar laat ik maar zeggen: gewone bijbelge bruik blijkt altijd weer het gebruik van een bepaalde bij bel te zijn. Maar dat betekent niet dat we met de bijbel als richt snoer niets meer zouden kun- nen beginnen. Want met dat subjectivisme valt het ook weer wat mee. Niet dat elke groep binnen de christelijke kerk (en daarbuiten) er niet heel gemakkelijk om niet te zeggen: onherroepelijk slachtoffer van wordt, maar wij zijn er nu eenmaal niet alleen. Er zijn meer christe nen, en ook meer groepen christenen. Zij lezen weer 'hun' bijbel, dat is waar; maar zij kunnen niet doen alsof wij er niet zijn. en om gekeerd: wij merken op onze beurt dat er weer anderen zijn. die andere dingen voor bijbels houden. In de praktijk betekent dat: het subjectivisme (ieder zijn eigen bijbel) kritiseert en corrigeert zichzelf, waar en wanneer (en zolang als) christenen en groepen chris tenen maar onthouden dat zij niet de enigen zijn die de bijbel als richtsnoer willen gebruiken. Spannend Waarom dit hele verhaal? Omdat er onlangs een boekje verschenen is dat De Barm hartige Samaritaan heet (uit gave Ten Have. Baarn 1975. prijs ƒ16.50) en dat op voor beeldige wijze illustreert hoe de bijbel, ondanks alle pro blemen die om het lezen heenhangen. uitstekend als richtsnoer kan functioneren. Het boek is eigenlijk een bundel bijdragen, onder re dactie van Walter Jens. Duits theoloog. Dat maakt het lezen alvast licht. Maar het span nende is. dat Jens aan elke schrijver heeft gevraagd om zijn visie op de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan, zoals die te vinden is in het evangelie van Lucas (hoofd stuk 10). Ik zeg het wat te academisch. Jens heeft niet aan al deze mensen gevraagd wat ze van deze gelijkenis vinden, maar veeleer of ze de betekenis van deze gelijkenis in onze huidi ge v)ereld zien zitten, en zo ja. of ze die betekenis dan uit de doeken willen doen. Dus: hoe is de Barmhartige Sama ritaan vandaag (nog) actueel, of 'als men wil: hoe is die gelijkenis vandaag actueel te maken? Ik zei al dat het een span nend boek is geworden, op een enkele bijdrage na ten minste. Laat ik eerst proberen enkele van de afzonderlijke vondsten die het boek biedt, naar voren te halen, om daar na de rode draad die door heel het boek heenloopt: het eigenlijke actualiseringspro- bleem van de Barmhartige Sa maritaan wat breder te om schrijven. Voortreffelijk Er schrijven twee exegeten van professie in. Een daar van. Herbert Braun. heeft een voortreffelijke bijdrage gele verd als het om de vraag gaat wat er eigenlijk in dat ver haal staat. Hij begint met de opmerking dat het oerchris- tendom niet erg maatschap pelijk of politiek geïnteres seerd blijkt te zijn (daarop zullen straks andere bijdragen terugkomen) en dat de hele gelijkenis zich dan ook niet zozeer bekommert om verbe tering van de slechte toestan den als wel om de persoonlij ke opdracht om in zulke slechte toestanden een ware naaste voor de bedreig de mens te zijn. Het merkwaardige in Jezus' verhaal is, volgens Braun, rtiet alleen de spontaniteit waarmee de Samaritaan naaste wordt voor de man die in de handen van de rovers was gevallen, maar ook en vooral ae afwezigheid van godsdienstige motivatie. door prof. dr. H. M. Kuitert Wij hebben nogal eens de neiging om dat een voorwaar de te vinden: helpen om Je zus' wil. bijvoorbeeld: of red den omdat we zelf eerst gered zijn. De Samaritaan kent deze overwegingen niet. Hij helpt ondogmatisceh. zegt Braun en ook dat is een bepaalde trend die het Nieuwe Testa ment kent, naast de dogmati sche. De orde Scharf. een andere schrijver in de bundel, heeft er oog voor dat de priester en de leviet eigenlijk de bestaande orde niet durfden te overtre den, terwille van de naaste. Wie dat niet durft, blijft eeu wig priester of leviet. Greinachers bijdrage knoopt daarbij aan: ook voor Jezus geldt blijkbaar, aldus Greina- cher. dat goed is wat de me demens helpt. Kennelijk gaat dat boven alles uit. Geen mens mag ergens aan opgeof ferd worden, zegt hij letter lijk. zelfs niet aan God en zijn geboden. Ik zou zo nog wel verder kun nen gaan en uit het opstel van Friedrich Heer kunnen aanhalen dat menselijke naastenliefde niet van de grond komt als mensen niet gelijk zichzelf kunnen lief hebben. Ik laat het hierbij, omdat juist deze laatste (psychologische) opmerking laat zien hoe boeiend het is om allerlei mensen, theolo gen, psychologen, journalis ten. atheisten enz. op het spoor van deze gelijkenis te zetten en dan te zien wat eruit komt. Overbodig Het eigenlijke actualiserings- probleem kwamen we bij Herbert Braun al tegen. Het oerchristendom wist niet van het opruimen van deplorabele maatschappelijke en sociale toestanden. Nu wij dat wel weten, wordt de barmhartige Samaritaan nu overbodig? Herbert Braun zegt van niet, overigens zonder er al te veèl argumenten bij te halen. Die laatste vinden we verderop, bij andere schrijvers. De barmhartige Samaritaan wordt niet overbodig, maar hij treedt wel in een andere samenhang op en daarom ziet hij er wel anders uit dan in Jezus tekening. Er zijn drie opstellen die de lezer dat op een verbluffende manier helder maken. Het eerste is van Günther Anders, een niet-christen. Hij schrijft zijn stuk op de puinhopen van Hiroshima, en vraagt zich af wat in zo'n situatie deze gelijkenis zou kunnen beteke nen. Als we niet nog eens een Hiroshima willen, zullen we moeten beginnen met de 'ro vers' aan te pakken. Geen vrij spel meer voor de rovers: dat zouden wij vandaag moe ten zeggen. Dat wil, in we- reldverband. zeggen: christe nen doen aan politiek omdat ze deze gelijkenis in praktijk brengen. Hem in praktijk brengen betekent vandaag:, de rovers geen kans meer geven en daarmee de Samari tanen overbodig maken. Daar moeten we dus op uit zijn. En op nog iets: het ont maskeren van de pseudo- Sa maritanen, dat hoort er ook bij. Anders denkt daarbij evenals Wulf in een volgend artikel aan de Amerikanen in Vietnam, die met de B 52 bommenwerpers eerst hon derdduizenden weeskindertjes maken, en vervolgens, in gro te 'barmhartigheid' zich over die weesjes ontfermen. Onverwacht Men ziet: een onverwachte en ongedachte toepassing van de gelijkenis. Ik heb de indruk: eindelijk eens een toepassing die ons onrustig maakt. Het zelfde geldt voor de bijdrage van Dorothee Sölle, al is die wat eenvoudig uitgevallen. Je hebt eigenlijk vier rollen in het verhaal, zegt ze: er spelen rovers in, slachtoffers, voor bijgangers en helpers. Door het verhaal zo te vertellen, wil Jezus uitzoeken bij welke van de vier groepen wij zelf horen: aan welke kant wij. om zo te zeggen, staan. In de wereld die Sölle be schrijft ze voert als voor beeld enkele vrouwen aan die zich dood werken aan de lo pende band een vraag die indringend genoeg is. en al weer een vraag, die je naar de politiek en maatschappij brengt: bij welke politieke partij hoor je? Bij een partij die rovers bevoordeelt of bij een partij die de rovers weg jaagt? Hoe komt dat? Hoe komt het dat is een vraag die zich opdringt dat de gelijkenis eigenlijk zo zel den in het verleden deze kant is heengerold, ik bedoel, de kant van het verdrijven van de rovers. Ik zou ze zelfs weg schieten zegt Wolf. een ande re auteur, en zou menen dat degene die de rovers verdrijft eerst de ware barmhartige Samaritaan is! Dat is de ver ste stelling die men hier kan maken. Daarom nog eens: waarom komt tegenwoordig deze kant van de steen eigen lijk pas boven? Het beste antwoord daarop althans in deze bundel komt van Iring Fetscher. rooms-katholiek sociaalfilo soof en een van de beste marxisme-kenners. Hij ver wijst naar het toneelstuk van De barmhartige Samaritaan, Bertold Brecht, dat De goede mens van Sezuan heet. In dat stuk probeert Brecht te laten zien dat wij in een samenle ving terecht gekomen zijn waarin zelfbehoud en naas tenliefde structureel met el kaar in conflict komen. Men k£n niet goed zijn voor een ander en tegelijk zichzelf red den. Daarom is het ook tel kens weer zo'n gewetenspro bleem voor alle barmhartige Samaritanen hoever ze mogen en kunnen gaan met het risi co-lopen temidden van de ro vers. Ging ik wel ver genoeg: ging ik misschien te ver? Socialisme Een samenleving die ons met zulke dilemma's opscheept behoort onze toorn op te roe pen. Dat ls. volgens Fletscher. minstens een Indirect gevolg van het luisteren naar dit uit 'Groot Nieuws voor u'. woord van Jezus. In dat op zicht kan men niet anders doen dan het socialisme prij zen. juist vanwege zijn toorn over een samenleving die 'ro vers' laat begaan. Maar hoezeer de structuurvra- gen een beslissende betekenis hebben dat heeft het soci alisme volgens Fletscher goed gezien er zijn ook perso nen. Het socialisme heeft een theorie voor de verandering van de maatschappelijke structuren, maar het heeft niet of nauwelijks een theorie waarin de liefde tot de men selijke persoon tot uitdruk king komt. Dat komt later, heeft Marx gezegd. Vele marxisten zien dat ge brek vandaag wel in. en pro beren dat gat op te vullen, soms met wat men dan chris telijke waarden noemt. Vol gens Fetscher is daar ook theoretisch alle mogelijk- geleden verteld dat je nooit moet proberen een bakker over z'n eigen brood te laten schrijven. De man vindt zoveel dingen vanzelfsprekend waarvan de buitenstaander uitleg nodig heeft, dat hij er niet in zal slagen een helder stukje te produceren. De meeste bakkers schrijven dan ook niet, de meeste theologen echter wel. De wijze, doorgaans gerechtvaardigde schroom die zij tonen wanneer iemand hen naar een vakprobleem vraagt, lijkt weg te vallen op het moment dat ze de pen ter hand nemen. Dan gaan zij er eens breed voor zitten en ze gebruiken hun eigen taal. Nu is een van de produkten van de laatste vijftien jaar in de rooms-katholieke kerk de invoering van de volkstaal in de eredienst geweest, zodat je nu weet wat je bidt. Pater Koite en nog enkelen zijn het er niet mee eens, maar ik hoor doorgaans liever harkerig Nederlands dan vloeiend latijn. zeker in het gesproken Woord. Theologen lijken bij het begrip volkstaal te huiveren. Kloof De opvallende uitzonderingen niet te na gesproken (Berkhof. Haarsma etc.) is hun taal weliswaar wettig Nederlands, maar deze is zeker niet te bevatten door het volk. Vandaar de vele misverstanden wanneer mensen die een probleem bestuderen, hun mening naar voren brengen vaak wanneer deze nog niet gerijpt is. Ik denk dat dit het zicht op de katholieke kerk van Nederland in de laatste vijftien jaren geen goed heeft gedaan, in Rome niet maar elders evenmin. Een voorbeeld is de duskussie over de wezenlijke tegenwoordigheid zo'n tien jaar geleden. Die heeft veel eenvoudige gelovigen diep geschokt en tot twijfels gebracht. Vroeger sprak men van de kloof tussen geloof en wetenschap: tegenwoordig is het meer die tussen mens en wetenschap Daarop komt de hartekreet neer, die dr. A. de Boer onlangs neerlegde in een boekje uit de Nieuwspoortreeks, dat hij heid voor. Zoals, omgekeerd, de christenen zouden kunnen erkennen dat, althans theore tisch, de mogelijkheid niet valt uit te sluiten dat er een tijd komt waarin de barmhar tige Samaritaan werkelijk overbodig is. omdat de rovers zijn verdwenen. 'Bijbels' Men ziet wat een bijbelge deelte overhoop kan halen! Het is niet allemaal uit de gelijkenis te halen wat er ge boden wordt in dit boekje: dat moet toegegeven worden. Maar 'bijbels' kan toch ook wel betekenen: naar aanlei ding van het lezen van de bijbel? In dat geval: laat mensen maar eens de bijbel lezen zoals deze schrijvers hebben gedaan, en het zal blijken hoe vruchtbaar de bij bel ook vandaag kan wezen. (ten onrechte) 'informatie vervulling' noemde. De Boer is oud-directeur Energie van de Europese Gemeenschap. Een echte vorser, die lang geleden al symptomen ontdekte welke nu werkelijkheid zijn geworden, bijvoorbeeld wat betreft toepassing van kernenergie. Hij verwijt parlement en pers onvoldoende aandacht voor zulke aanwijzingen te hebben, voelt zich dus wat miskend en probeert nu in een betwistbare maar eerlijke tekst wat grieven van zich af te schrijven. Zo'n boekje is belangrijk. Ik ben het lang niet altijd met de schrijver eens, maar onderken zijn moeilijkheden. Een dergelijke klacht hoort men immers ook vaak van theologen. Een groep die op de tocht staat, zoals ze zelf soms zegt. Gedachten komen verkeerd over of worden misvormd door wat men gemakshalve 'de pers' noemt, hoewel er doorgaans bij een dieper gesprek wordt geconcludeerd dat de schuld bij de denkers zelf ligt, die vanuit hun studeerkamers de communicatieve lijnen niet altijd ontdekken. Dat is spijtig, want het. werkt naar twee kanten frustrerend. Een boek als 'Balans van de Nederlandse kerk' kan die misverstanden weer doen toenemen. Het gekke is dat degenen onder de negen schrijvers die ik persoonlijk ken, allen aardige en hartelijke mensen zijn, van wie ik onvoorwaardelijk aanneem dat hun hoofdstuk oprecht bedoeld is als een bijdrage tot verheldering. Theologen bedreigt het gevaar weerkundigen te worden die de religieuze thermiek registreren maar er zelf bij gaan zweven. Het is noodzakelijk dat hun werk door buitenstaanders kritisch wordt gevolgd en waar mogelijk ook aangevuld of 'vertaald'. Zij zelf zullen dat ervaren als een blok aan het been. Maar zo'n blok kan er wel voor zorgen dat ze op de grond blijven. Frans Oudejans. perschef van het bisdom Breda, bespreekt: 'Balans van de Nederlandse kerk' door prof. dr. J. F- Lescrauwaet e.a. Uitgave Ambo. Bilthoven. 281 pags. 127.50. Dit artikel, hoewel door de redactie gevraagd, moet beginnen met een waarschuwing, die tevens iets in zich heeft van een verontschuldiging. Besproken dient te worden het boek 'Balans van de Nederlandse kerk', een zeer verzorgde Ambo-uitgave van 280 pagina's. Het inleidend woord verduidelijkt de opzet: 'het naar voren halen van de positieve ontwikkelingen op het terrein van de kerkelijke en theologische bedrijvigheid in de laatste vijftien jaren." Ha, denkt menig gelovig mens, die begaan is met het wel en wee in christelijk Nederland, een overzicht van wat ik zelf in vijftien bewogen jaren heb meegemaakt. En dat nog wel door negen schrijvers, die allen ongetwijfeld hun deskundigheid meebrengen. En dan toch de waarschuwing voorop: het gaat hier om een boek dat louter de gang van zaken sinds 1960 belicht zoals die zich binnen de rooms- katholieke kerk in Nederland heeft voorgedaan.- Daarmee is natuurlijk gemakkelijk een dik boek te vullen, maar wie in een titel spreekt van 'de Nederlandse kerk' lijkt wat oecumene betreft nog in het jaar 1959 te staan. Ik zeg niet dat de auteurs aldus handelen al is de aandacht voor wat met en in andere kerken in ons land gebeurt erg mager maar zo'n titel is een misser. Alleen mannen Dat is de eerste beperking. Er zijn er meer. Bijvoorbeeld dat het boek alleen door mannen is geschreven, voorzover ik ze ken zelfs in meerderheid ongehuwd. Ten derde dat zij allen theologisch geschoold zijn. zodat andere wetenschappelijke invalshoe ken onvoldoende ruimte krijgen. En dan nog de overmatige onpraktische geleerdheid van de schrijvers, hetgeen zich reeds uit in het vaak ontoegankelijk woordgebruik- van deze Jargonders. Bijvoorbeeld 'het onderscheid tussen presentische en existentiële eschatologie is relevant, omdat niet alle presentische eschatologie existentiële eschatologie is' (pag. 186) of nota bene in een hoofdstukje dat klaagt over de verwijdering tussen theologie en pastoraat 'Het is fundamenteel duidelijk dat het 'kultische' priestertype het best gedijt in een kosmocentrisch- essentialis-scholastieke ge- loofsinterpretatie.' (pag. 148). Wat moet een eenvoudig burger, die toch oprecht belangstelt in het gebeuren binnen zijn of haar kerk en Wiens taalschat slechts wordt gevoed door de ondertitels van de tv, nu met zoiets aan? Vermoedelijk zou een collega theoloog van de schrijvers dit boek een uitstekende recensie meegeven. Ik leg mij bij die deskundigheid dan ook graag neer. Maar dan moet zo'n boek niet met frisse omslag in dc boekhandel terechtkomen, doch binnen eigen kring worden verspreid. Eigen taal Een van mijn leermeesters in de journalistiek. Evert van Mokum, heeft me lang Geld voor wat. geen brood is Als eerste van de lezingen voor morgen staat het bekende stuk uit Jesaha 55 over de uitnodiging om tot het heil te komen. De profeet doet dat in een beeld. Hij ziet de mensen als dorst-hebbers. ze wor den uitgenodigd om tot de wateren te komen, als hongerlijders die brood nodig hebben. Het heil sluit aan op de nood. En dat alles gratis. Gewaagd is de innerlijk tegenstrij dige uitdrukking: kopen zonder geld en zonder prijs. Dat is geen kopen meer. Of toch wel? Je moet er voor komen, je moet er om gaan, zouden wij zeggen. En je bent welkom ook als je geen geld hebt. Er komt een soort waarschu wing bij, die het beeld al evenzeer verstoort, maar dat doet er niet toe: je moet vooral je geld niet uitgeven voor wat geen brood is en je vermogen niet voor wat niet verzadigen kan. Je wordt iin deze wereld gemakkelijk bedrogen, 't Zijn niet allemaal echte, eerlijke warme bakkers. Er is tuig onder dat je iets aansmeert waardoor je hon ger niet gestild wordt en je dorst niet gelest. Even verder verlaat de profeet het beëld en spreekt dan ronduit waarover het gaat: Neigt uw oor en komt tot Mij; hoort, opdat uw ziel leve! Daar gaat het om. Mensen leven van horen, van het oor neigen, van het luisteren naar de Stem. Zo gaat God mense lijk met ons om. Hij doet niet maar met ons. maar we worden toege sproken en we moeten luisteren en antwoord geven. Dat is brood, daar leven mensen van. 't Klinkt mis schien wat vreemd, maar het is er niet minder waar om: in het luiste ren wordt je levensdorst gestild. Krijg je kracht om verder te trek ken. (Jesaja 55, 1-3). NED HERV. KERK Beroepen te VoorthuizenJ. H. Gijsbertsen te Boven-Hardinxveld: te Vuursche (toez.): H. Jongebreur te Stad aan 't Haringvliet. Aangenomen naar Middelbert: A. Sevenster zendingspred. (docent theol. hogeschool te Jogjakarta) met verlof te Oegstgeest. GEREF. KERKEN Aangenomen naar Achlum: P. de Jonge kand. te Exmorra. GEREF. KERKEN (VRIJG. B V.) Aangenomen de benoeming tot past. medewerker te Alkmaar: K. Muller, kand. aldaar. DOOPSG. BROEDERSCHAP Aangenomen naar Streekgemeente Midden Friesland (Oldeboorn c.a.): J. Zonneveld, kand. te Nes bij Ak- krum. SCHIPHOL Dr. J. C. Maris, de secretaris generaal van de interna tionale raad van christelijke kerken (ICCC) heeft bij zijn terugkeer in ons land uit Kenia verklaar d dat hij de stellige Indruk heeft dat er een vooropgezette campagne ge voerd is tegen het zojuist besloten congres van de ICCC in Nairobi. Tijdens het congres heeft de rege ring van Kenia de voorzitter van de ICCC, de Amerikaan dr. Carl Mcln- tire, het land uitgewezen. Dr. Maris geeft de schuld hiervan 'enerzijds aan de oecumene, anderzijds aan- links georiënteerde politieke actie, die samen opereerden in een vere nigd front'. Gevraagd naar wat hij bedoelde met het woord oecumene, zei hij daarmee de wereldraad van kerken aan te duiden. Dr. Maris verklaarde dat de nieuwsmedia hun vragen tijdens persconferenties steeds toespitsten op de vragen van apartheid en dergelijke. Volgens dr. Maris had- den deze vragen het karakter van provocaties. Hij beschuldigde de persmedia er van dat de uitspraken j van de ICCC werden verdraaid. Dr. Maris noemde deze uitspraken evenwichtig. Als gevolg van de 'ongebruikelijke j en onhoffelijke' wijze waarop dr Melntire Kenia moest verlaten is de stellingname van de ICCC nu bekend bij vele Afrikanen. Deze stellingname is volgens dr. Maris de verdediging van de onfeilbaar heid van het woord van God. Hij acht het cong-es 'uitstekend ge slaagd' wat betreft de onderlinge band. Ook meldde hij een grote toeloop van belangstellenden. Aan het congres van de ICCC, het negende in de geschiedenis van de beweging, namen ook enkele verte genwoordigers van de Christelijke gereformeerde kerk deel. Deze kerk is naast de Momkse kerx het enige Nederlandse lid van de ICCC. Vol- gens dr. Maris stonden de christe lijke gereformeerde afgevaardigden positief achter de vele resoluties, die het congres heeft aangenomen, onder meer tegen het communisme, de rooms-katholieke kerk, de wereld raad van kerken, tegen de afrika- nisatie van het evangelie, tegen het moratorium, de dialoog met andere godsdiensten er tegen de neo- evangeücals. De algemene reactie van de christelijke gereformeerde afgevaardigden was volgens dr. Ma- ris 'nogal positief'. Zie verder pagina 9.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 2