DE BARMHARTIGE SAMARITAAN
Dan gaan zij er eens breed voor zitten
Vandaag
Beroepingswerk
Actie van
oecumene tegen
ICCC-congres
TROUW KWARTET ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1975
KERK 2
Wat een gelijkenis overhoop kan halen
De bijbel als richtsnoer voor het leven mag een bekende uitdrukking zijn in protestantse
kringen, maar in de praktijk valt die regel niet zo gemakkelijk te hanteren. De tijden zijn
dermate veranderd dat we met veel bijbelse (in de zin van: in de bijbel voorkomende)
richtsnoeren nauwelijks meer iets kunnen of willen beginnen.
He; gedrag dat de apostel
Paulus aan vrouwen en sla
ven inderdaad, die beiden
stonden dikwijls op hetzelfle
niveau aanbeveelt, is in
onze huidige samenleving
eenvoudig niet meer van toe
passing. Dat betekent in elk
geval dat we onder 'de bijbel
als richtsnoer voor het leven'
moeten verstaaneen keus
uit het geheel dat we de bij
bel noemen.
Hoe we het ook wenden of
keren, niemand leeft 'bijbels'
als we daaronder de hele bij
bel verstaan, en ieder al
thans iedere christen leeft
'bijbels' als we daarmee een
deel van de bijbel op het oog
hebben.
Dat alles dan als constate
ring. Zo gaat het in de chris
tenheid toe. en dat kan nu
eenmaal niet anders. De
meest conservatieve, maar
ook de meest progressieve
christenen. Ze werken alle
maal met 'hun' bijbel, dat wil
zeggen: met een (meestal
door een bepaalde groep me
de) aangehangen selectie uit
het geheel.
Rood lampje
Voor veel mensen begint, als
je dat zo uiteenzet, een rood
lampje te branden. Als ieder
met 'zijn' bijbel werkt of
met zijn groepsbijbel
brengt dat dan niet een on
verantwoordelijk subjectivis
me mee? Gaat ieder dan niet
aan de haal met zijn eigen
voorkeur? Inderdaad, dat valt
niet te ontkennen. De prak
tijk wijst dat trouwens over
duidelijk uit. Dan heb ik nog
niet eens de overduidelijke
caricaturen op het oog! Ook
ons gangbaar laat ik maar
zeggen: gewone bijbelge
bruik blijkt altijd weer het
gebruik van een bepaalde bij
bel te zijn.
Maar dat betekent niet dat
we met de bijbel als richt
snoer niets meer zouden kun-
nen beginnen. Want met dat
subjectivisme valt het ook
weer wat mee. Niet dat elke
groep binnen de christelijke
kerk (en daarbuiten) er niet
heel gemakkelijk om niet
te zeggen: onherroepelijk
slachtoffer van wordt, maar
wij zijn er nu eenmaal niet
alleen. Er zijn meer christe
nen, en ook meer groepen
christenen. Zij lezen weer
'hun' bijbel, dat is waar;
maar zij kunnen niet doen
alsof wij er niet zijn. en om
gekeerd: wij merken op onze
beurt dat er weer anderen
zijn. die andere dingen voor
bijbels houden.
In de praktijk betekent dat:
het subjectivisme (ieder zijn
eigen bijbel) kritiseert en
corrigeert zichzelf, waar en
wanneer (en zolang als)
christenen en groepen chris
tenen maar onthouden dat zij
niet de enigen zijn die de
bijbel als richtsnoer willen
gebruiken.
Spannend
Waarom dit hele verhaal?
Omdat er onlangs een boekje
verschenen is dat De Barm
hartige Samaritaan heet (uit
gave Ten Have. Baarn 1975.
prijs ƒ16.50) en dat op voor
beeldige wijze illustreert hoe
de bijbel, ondanks alle pro
blemen die om het lezen
heenhangen. uitstekend als
richtsnoer kan functioneren.
Het boek is eigenlijk een
bundel bijdragen, onder re
dactie van Walter Jens. Duits
theoloog. Dat maakt het lezen
alvast licht. Maar het span
nende is. dat Jens aan elke
schrijver heeft gevraagd om
zijn visie op de gelijkenis van
de Barmhartige Samaritaan,
zoals die te vinden is in het
evangelie van Lucas (hoofd
stuk 10).
Ik zeg het wat te academisch.
Jens heeft niet aan al deze
mensen gevraagd wat ze van
deze gelijkenis vinden, maar
veeleer of ze de betekenis van
deze gelijkenis in onze huidi
ge v)ereld zien zitten, en zo
ja. of ze die betekenis dan uit
de doeken willen doen. Dus:
hoe is de Barmhartige Sama
ritaan vandaag (nog) actueel,
of 'als men wil: hoe is die
gelijkenis vandaag actueel te
maken?
Ik zei al dat het een span
nend boek is geworden, op
een enkele bijdrage na ten
minste. Laat ik eerst proberen
enkele van de afzonderlijke
vondsten die het boek biedt,
naar voren te halen, om daar
na de rode draad die door
heel het boek heenloopt: het
eigenlijke actualiseringspro-
bleem van de Barmhartige Sa
maritaan wat breder te om
schrijven.
Voortreffelijk
Er schrijven twee exegeten
van professie in. Een daar
van. Herbert Braun. heeft een
voortreffelijke bijdrage gele
verd als het om de vraag gaat
wat er eigenlijk in dat ver
haal staat. Hij begint met de
opmerking dat het oerchris-
tendom niet erg maatschap
pelijk of politiek geïnteres
seerd blijkt te zijn (daarop
zullen straks andere bijdragen
terugkomen) en dat de hele
gelijkenis zich dan ook niet
zozeer bekommert om verbe
tering van de slechte toestan
den als wel om de persoonlij
ke opdracht om in zulke
slechte toestanden een
ware naaste voor de bedreig
de mens te zijn.
Het merkwaardige in Jezus'
verhaal is, volgens Braun,
rtiet alleen de spontaniteit
waarmee de Samaritaan
naaste wordt voor de man die
in de handen van de rovers
was gevallen, maar ook en
vooral ae afwezigheid van
godsdienstige motivatie.
door prof. dr.
H. M. Kuitert
Wij hebben nogal eens de
neiging om dat een voorwaar
de te vinden: helpen om Je
zus' wil. bijvoorbeeld: of red
den omdat we zelf eerst gered
zijn. De Samaritaan kent deze
overwegingen niet. Hij helpt
ondogmatisceh. zegt Braun
en ook dat is een bepaalde
trend die het Nieuwe Testa
ment kent, naast de dogmati
sche.
De orde
Scharf. een andere schrijver
in de bundel, heeft er oog
voor dat de priester en de
leviet eigenlijk de bestaande
orde niet durfden te overtre
den, terwille van de naaste.
Wie dat niet durft, blijft eeu
wig priester of leviet.
Greinachers bijdrage knoopt
daarbij aan: ook voor Jezus
geldt blijkbaar, aldus Greina-
cher. dat goed is wat de me
demens helpt. Kennelijk gaat
dat boven alles uit. Geen
mens mag ergens aan opgeof
ferd worden, zegt hij letter
lijk. zelfs niet aan God en
zijn geboden.
Ik zou zo nog wel verder kun
nen gaan en uit het opstel
van Friedrich Heer kunnen
aanhalen dat menselijke
naastenliefde niet van de
grond komt als mensen niet
gelijk zichzelf kunnen lief
hebben. Ik laat het hierbij,
omdat juist deze laatste
(psychologische) opmerking
laat zien hoe boeiend het is
om allerlei mensen, theolo
gen, psychologen, journalis
ten. atheisten enz. op het
spoor van deze gelijkenis te
zetten en dan te zien wat
eruit komt.
Overbodig
Het eigenlijke actualiserings-
probleem kwamen we bij
Herbert Braun al tegen. Het
oerchristendom wist niet van
het opruimen van deplorabele
maatschappelijke en sociale
toestanden. Nu wij dat wel
weten, wordt de barmhartige
Samaritaan nu overbodig?
Herbert Braun zegt van niet,
overigens zonder er al te veèl
argumenten bij te halen. Die
laatste vinden we verderop,
bij andere schrijvers. De
barmhartige Samaritaan
wordt niet overbodig, maar
hij treedt wel in een andere
samenhang op en daarom ziet
hij er wel anders uit dan in
Jezus tekening.
Er zijn drie opstellen die de
lezer dat op een verbluffende
manier helder maken. Het
eerste is van Günther Anders,
een niet-christen. Hij schrijft
zijn stuk op de puinhopen
van Hiroshima, en vraagt zich
af wat in zo'n situatie deze
gelijkenis zou kunnen beteke
nen. Als we niet nog eens een
Hiroshima willen, zullen we
moeten beginnen met de 'ro
vers' aan te pakken. Geen
vrij spel meer voor de rovers:
dat zouden wij vandaag moe
ten zeggen. Dat wil, in we-
reldverband. zeggen: christe
nen doen aan politiek omdat
ze deze gelijkenis in praktijk
brengen. Hem in praktijk
brengen betekent vandaag:,
de rovers geen kans meer
geven en daarmee de Samari
tanen overbodig maken.
Daar moeten we dus op uit
zijn. En op nog iets: het ont
maskeren van de pseudo- Sa
maritanen, dat hoort er ook
bij. Anders denkt daarbij
evenals Wulf in een volgend
artikel aan de Amerikanen in
Vietnam, die met de B 52
bommenwerpers eerst hon
derdduizenden weeskindertjes
maken, en vervolgens, in gro
te 'barmhartigheid' zich over
die weesjes ontfermen.
Onverwacht
Men ziet: een onverwachte en
ongedachte toepassing van de
gelijkenis. Ik heb de indruk:
eindelijk eens een toepassing
die ons onrustig maakt. Het
zelfde geldt voor de bijdrage
van Dorothee Sölle, al is die
wat eenvoudig uitgevallen. Je
hebt eigenlijk vier rollen in
het verhaal, zegt ze: er spelen
rovers in, slachtoffers, voor
bijgangers en helpers. Door
het verhaal zo te vertellen,
wil Jezus uitzoeken bij welke
van de vier groepen wij zelf
horen: aan welke kant wij.
om zo te zeggen, staan.
In de wereld die Sölle be
schrijft ze voert als voor
beeld enkele vrouwen aan die
zich dood werken aan de lo
pende band een vraag die
indringend genoeg is. en al
weer een vraag, die je naar
de politiek en maatschappij
brengt: bij welke politieke
partij hoor je? Bij een partij
die rovers bevoordeelt of bij
een partij die de rovers weg
jaagt?
Hoe komt dat?
Hoe komt het dat is een
vraag die zich opdringt dat
de gelijkenis eigenlijk zo zel
den in het verleden deze kant
is heengerold, ik bedoel, de
kant van het verdrijven van
de rovers. Ik zou ze zelfs weg
schieten zegt Wolf. een ande
re auteur, en zou menen dat
degene die de rovers verdrijft
eerst de ware barmhartige
Samaritaan is! Dat is de ver
ste stelling die men hier kan
maken. Daarom nog eens:
waarom komt tegenwoordig
deze kant van de steen eigen
lijk pas boven?
Het beste antwoord daarop
althans in deze bundel
komt van Iring Fetscher.
rooms-katholiek sociaalfilo
soof en een van de beste
marxisme-kenners. Hij ver
wijst naar het toneelstuk van
De barmhartige Samaritaan,
Bertold Brecht, dat De goede
mens van Sezuan heet. In dat
stuk probeert Brecht te laten
zien dat wij in een samenle
ving terecht gekomen zijn
waarin zelfbehoud en naas
tenliefde structureel met el
kaar in conflict komen. Men
k£n niet goed zijn voor een
ander en tegelijk zichzelf red
den. Daarom is het ook tel
kens weer zo'n gewetenspro
bleem voor alle barmhartige
Samaritanen hoever ze mogen
en kunnen gaan met het risi
co-lopen temidden van de ro
vers. Ging ik wel ver genoeg:
ging ik misschien te ver?
Socialisme
Een samenleving die ons met
zulke dilemma's opscheept
behoort onze toorn op te roe
pen. Dat ls. volgens Fletscher.
minstens een Indirect gevolg
van het luisteren naar dit
uit 'Groot Nieuws voor u'.
woord van Jezus. In dat op
zicht kan men niet anders
doen dan het socialisme prij
zen. juist vanwege zijn toorn
over een samenleving die 'ro
vers' laat begaan.
Maar hoezeer de structuurvra-
gen een beslissende betekenis
hebben dat heeft het soci
alisme volgens Fletscher goed
gezien er zijn ook perso
nen. Het socialisme heeft een
theorie voor de verandering
van de maatschappelijke
structuren, maar het heeft
niet of nauwelijks een theorie
waarin de liefde tot de men
selijke persoon tot uitdruk
king komt. Dat komt later,
heeft Marx gezegd.
Vele marxisten zien dat ge
brek vandaag wel in. en pro
beren dat gat op te vullen,
soms met wat men dan chris
telijke waarden noemt. Vol
gens Fetscher is daar ook
theoretisch alle mogelijk-
geleden verteld dat je nooit
moet proberen een bakker
over z'n eigen brood te laten
schrijven. De man vindt
zoveel dingen vanzelfsprekend
waarvan de buitenstaander
uitleg nodig heeft, dat hij er
niet in zal slagen een helder
stukje te produceren. De
meeste bakkers schrijven dan
ook niet, de meeste theologen
echter wel. De wijze,
doorgaans gerechtvaardigde
schroom die zij tonen
wanneer iemand hen naar
een vakprobleem vraagt, lijkt
weg te vallen op het moment
dat ze de pen ter hand
nemen. Dan gaan zij er eens
breed voor zitten en ze
gebruiken hun eigen taal.
Nu is een van de produkten
van de laatste vijftien jaar in
de rooms-katholieke kerk de
invoering van de volkstaal in
de eredienst geweest, zodat je
nu weet wat je bidt. Pater
Koite en nog enkelen zijn het
er niet mee eens, maar ik
hoor doorgaans liever
harkerig Nederlands dan
vloeiend latijn. zeker in het
gesproken Woord.
Theologen lijken bij het
begrip volkstaal te huiveren.
Kloof
De opvallende uitzonderingen
niet te na gesproken
(Berkhof. Haarsma etc.) is
hun taal weliswaar wettig
Nederlands, maar deze is
zeker niet te bevatten door
het volk. Vandaar de vele
misverstanden wanneer
mensen die een probleem
bestuderen, hun mening naar
voren brengen vaak
wanneer deze nog niet gerijpt
is. Ik denk dat dit het zicht
op de katholieke kerk van
Nederland in de laatste
vijftien jaren geen goed heeft
gedaan, in Rome niet maar
elders evenmin. Een
voorbeeld is de duskussie over
de wezenlijke
tegenwoordigheid zo'n tien
jaar geleden. Die heeft veel
eenvoudige gelovigen diep
geschokt en tot twijfels
gebracht.
Vroeger sprak men van de
kloof tussen geloof en
wetenschap: tegenwoordig is
het meer die tussen mens en
wetenschap Daarop komt de
hartekreet neer, die dr. A. de
Boer onlangs neerlegde in
een boekje uit de
Nieuwspoortreeks, dat hij
heid voor. Zoals, omgekeerd,
de christenen zouden kunnen
erkennen dat, althans theore
tisch, de mogelijkheid niet
valt uit te sluiten dat er een
tijd komt waarin de barmhar
tige Samaritaan werkelijk
overbodig is. omdat de rovers
zijn verdwenen.
'Bijbels'
Men ziet wat een bijbelge
deelte overhoop kan halen!
Het is niet allemaal uit de
gelijkenis te halen wat er ge
boden wordt in dit boekje:
dat moet toegegeven worden.
Maar 'bijbels' kan toch ook
wel betekenen: naar aanlei
ding van het lezen van de
bijbel? In dat geval: laat
mensen maar eens de bijbel
lezen zoals deze schrijvers
hebben gedaan, en het zal
blijken hoe vruchtbaar de bij
bel ook vandaag kan wezen.
(ten onrechte) 'informatie
vervulling' noemde. De Boer
is oud-directeur Energie van
de Europese Gemeenschap.
Een echte vorser, die lang
geleden al symptomen
ontdekte welke nu
werkelijkheid zijn geworden,
bijvoorbeeld wat betreft
toepassing van kernenergie.
Hij verwijt parlement en pers
onvoldoende aandacht voor
zulke aanwijzingen te hebben,
voelt zich dus wat miskend
en probeert nu in een
betwistbare maar eerlijke tekst
wat grieven van zich af te
schrijven.
Zo'n boekje is belangrijk. Ik
ben het lang niet altijd met
de schrijver eens, maar
onderken zijn moeilijkheden.
Een dergelijke klacht hoort
men immers ook vaak van
theologen. Een groep die op
de tocht staat, zoals ze zelf
soms zegt. Gedachten komen
verkeerd over of worden
misvormd door wat men
gemakshalve 'de pers' noemt,
hoewel er doorgaans bij een
dieper gesprek wordt
geconcludeerd dat de schuld
bij de denkers zelf ligt, die
vanuit hun studeerkamers de
communicatieve lijnen niet
altijd ontdekken. Dat is
spijtig, want het. werkt naar
twee kanten frustrerend. Een
boek als 'Balans van de
Nederlandse kerk' kan die
misverstanden weer doen
toenemen. Het gekke is dat
degenen onder de negen
schrijvers die ik persoonlijk
ken, allen aardige en
hartelijke mensen zijn, van
wie ik onvoorwaardelijk
aanneem dat hun hoofdstuk
oprecht bedoeld is als een
bijdrage tot verheldering.
Theologen bedreigt het
gevaar weerkundigen te
worden die de religieuze
thermiek registreren maar er
zelf bij gaan zweven. Het is
noodzakelijk dat hun werk
door buitenstaanders kritisch
wordt gevolgd en waar
mogelijk ook aangevuld of
'vertaald'. Zij zelf zullen dat
ervaren als een blok aan het
been. Maar zo'n blok kan er
wel voor zorgen dat ze op de
grond blijven.
Frans Oudejans. perschef van
het bisdom Breda, bespreekt:
'Balans van de Nederlandse
kerk' door prof. dr. J. F-
Lescrauwaet e.a. Uitgave
Ambo. Bilthoven. 281 pags.
127.50.
Dit artikel, hoewel door de redactie gevraagd, moet beginnen met een waarschuwing, die tevens iets in zich heeft
van een verontschuldiging. Besproken dient te worden het boek 'Balans van de Nederlandse kerk', een zeer verzorgde
Ambo-uitgave van 280 pagina's. Het inleidend woord verduidelijkt de opzet: 'het naar voren halen van de
positieve ontwikkelingen op het terrein van de kerkelijke en theologische bedrijvigheid in de laatste vijftien jaren."
Ha, denkt menig gelovig
mens, die begaan is met het
wel en wee in christelijk
Nederland, een overzicht van
wat ik zelf in vijftien
bewogen jaren heb
meegemaakt. En dat nog wel
door negen schrijvers, die
allen ongetwijfeld hun
deskundigheid meebrengen.
En dan toch de waarschuwing
voorop: het gaat hier om een
boek dat louter de gang van
zaken sinds 1960 belicht zoals
die zich binnen de rooms-
katholieke kerk in Nederland
heeft voorgedaan.- Daarmee is
natuurlijk gemakkelijk een
dik boek te vullen, maar wie
in een titel spreekt van 'de
Nederlandse kerk' lijkt wat
oecumene betreft nog in het
jaar 1959 te staan. Ik zeg niet
dat de auteurs aldus handelen
al is de aandacht voor wat
met en in andere kerken in
ons land gebeurt erg mager
maar zo'n titel is een
misser.
Alleen mannen
Dat is de eerste beperking. Er
zijn er meer. Bijvoorbeeld dat
het boek alleen door mannen
is geschreven, voorzover ik ze
ken zelfs in meerderheid
ongehuwd. Ten derde dat zij
allen theologisch geschoold
zijn. zodat andere
wetenschappelijke invalshoe
ken onvoldoende ruimte
krijgen. En dan nog de
overmatige onpraktische
geleerdheid van de schrijvers,
hetgeen zich reeds uit in het
vaak ontoegankelijk
woordgebruik- van deze
Jargonders. Bijvoorbeeld 'het
onderscheid tussen
presentische en existentiële
eschatologie is relevant,
omdat niet alle presentische
eschatologie existentiële
eschatologie is' (pag. 186) of
nota bene in een
hoofdstukje dat klaagt over
de verwijdering tussen
theologie en pastoraat
'Het is fundamenteel
duidelijk dat het 'kultische'
priestertype het best gedijt in
een kosmocentrisch-
essentialis-scholastieke ge-
loofsinterpretatie.' (pag. 148).
Wat moet een eenvoudig
burger, die toch oprecht
belangstelt in het gebeuren
binnen zijn of haar kerk en
Wiens taalschat slechts wordt
gevoed door de ondertitels
van de tv, nu met zoiets aan?
Vermoedelijk zou een collega
theoloog van de schrijvers dit
boek een uitstekende recensie
meegeven. Ik leg mij bij die
deskundigheid dan ook graag
neer. Maar dan moet zo'n
boek niet met frisse omslag
in dc boekhandel
terechtkomen, doch binnen
eigen kring worden verspreid.
Eigen taal
Een van mijn leermeesters in
de journalistiek. Evert van
Mokum, heeft me lang
Geld voor wat. geen brood is
Als eerste van de lezingen voor
morgen staat het bekende stuk uit
Jesaha 55 over de uitnodiging om
tot het heil te komen. De profeet
doet dat in een beeld. Hij ziet de
mensen als dorst-hebbers. ze wor
den uitgenodigd om tot de wateren
te komen, als hongerlijders die
brood nodig hebben. Het heil sluit
aan op de nood. En dat alles gratis.
Gewaagd is de innerlijk tegenstrij
dige uitdrukking: kopen zonder
geld en zonder prijs. Dat is geen
kopen meer. Of toch wel? Je moet
er voor komen, je moet er om
gaan, zouden wij zeggen. En je
bent welkom ook als je geen geld
hebt. Er komt een soort waarschu
wing bij, die het beeld al evenzeer
verstoort, maar dat doet er niet
toe: je moet vooral je geld niet
uitgeven voor wat geen brood is en
je vermogen niet voor wat niet
verzadigen kan. Je wordt iin deze
wereld gemakkelijk bedrogen, 't
Zijn niet allemaal echte, eerlijke
warme bakkers. Er is tuig onder dat
je iets aansmeert waardoor je hon
ger niet gestild wordt en je dorst
niet gelest. Even verder verlaat de
profeet het beëld en spreekt dan
ronduit waarover het gaat: Neigt
uw oor en komt tot Mij; hoort,
opdat uw ziel leve! Daar gaat het
om. Mensen leven van horen, van
het oor neigen, van het luisteren
naar de Stem. Zo gaat God mense
lijk met ons om. Hij doet niet maar
met ons. maar we worden toege
sproken en we moeten luisteren en
antwoord geven. Dat is brood, daar
leven mensen van. 't Klinkt mis
schien wat vreemd, maar het is er
niet minder waar om: in het luiste
ren wordt je levensdorst gestild.
Krijg je kracht om verder te trek
ken. (Jesaja 55, 1-3).
NED HERV. KERK
Beroepen te VoorthuizenJ. H.
Gijsbertsen te Boven-Hardinxveld:
te Vuursche (toez.): H. Jongebreur
te Stad aan 't Haringvliet.
Aangenomen naar Middelbert: A.
Sevenster zendingspred. (docent
theol. hogeschool te Jogjakarta)
met verlof te Oegstgeest.
GEREF. KERKEN
Aangenomen naar Achlum: P. de
Jonge kand. te Exmorra.
GEREF. KERKEN (VRIJG. B V.)
Aangenomen de benoeming tot
past. medewerker te Alkmaar: K.
Muller, kand. aldaar.
DOOPSG. BROEDERSCHAP
Aangenomen naar Streekgemeente
Midden Friesland (Oldeboorn c.a.):
J. Zonneveld, kand. te Nes bij Ak-
krum.
SCHIPHOL Dr. J. C. Maris, de
secretaris generaal van de interna
tionale raad van christelijke kerken
(ICCC) heeft bij zijn terugkeer in
ons land uit Kenia verklaar d dat
hij de stellige Indruk heeft dat er
een vooropgezette campagne ge
voerd is tegen het zojuist besloten
congres van de ICCC in Nairobi.
Tijdens het congres heeft de rege
ring van Kenia de voorzitter van de
ICCC, de Amerikaan dr. Carl Mcln-
tire, het land uitgewezen. Dr. Maris
geeft de schuld hiervan 'enerzijds
aan de oecumene, anderzijds aan-
links georiënteerde politieke actie,
die samen opereerden in een vere
nigd front'. Gevraagd naar wat hij
bedoelde met het woord oecumene,
zei hij daarmee de wereldraad van
kerken aan te duiden.
Dr. Maris verklaarde dat de
nieuwsmedia hun vragen tijdens
persconferenties steeds toespitsten
op de vragen van apartheid en
dergelijke. Volgens dr. Maris had-
den deze vragen het karakter van
provocaties. Hij beschuldigde de
persmedia er van dat de uitspraken j
van de ICCC werden verdraaid. Dr.
Maris noemde deze uitspraken
evenwichtig.
Als gevolg van de 'ongebruikelijke j
en onhoffelijke' wijze waarop dr
Melntire Kenia moest verlaten is
de stellingname van de ICCC nu
bekend bij vele Afrikanen. Deze
stellingname is volgens dr. Maris
de verdediging van de onfeilbaar
heid van het woord van God. Hij
acht het cong-es 'uitstekend ge
slaagd' wat betreft de onderlinge
band. Ook meldde hij een grote
toeloop van belangstellenden.
Aan het congres van de ICCC, het
negende in de geschiedenis van de
beweging, namen ook enkele verte
genwoordigers van de Christelijke
gereformeerde kerk deel. Deze kerk
is naast de Momkse kerx het enige
Nederlandse lid van de ICCC. Vol-
gens dr. Maris stonden de christe
lijke gereformeerde afgevaardigden
positief achter de vele resoluties,
die het congres heeft aangenomen,
onder meer tegen het communisme,
de rooms-katholieke kerk, de wereld
raad van kerken, tegen de afrika-
nisatie van het evangelie, tegen het
moratorium, de dialoog met andere
godsdiensten er tegen de neo-
evangeücals. De algemene reactie
van de christelijke gereformeerde
afgevaardigden was volgens dr. Ma-
ris 'nogal positief'.
Zie verder pagina 9.