PERU'S BEHEERSTE REVOLUTIE Pleidooi voor breuk tussen CDU en CSU Als Strauss de dienst blijft uitmaken TROUW/KWARTET ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1975 BUITENLAND 13 De Revolución Peruana is voor 'n groot deel het werk van één man: president juan Velasco Alvarado, 65 oud en landmachtgene- Op en top een be roepsmilitair, die als een spelend kind zo verguld is met de honderd T-55-tanks die aan Peru worden gele verd door de Sowjet-Unie. Sinds de generaal vorig jaar twee operaties heeft ondergaan, waarbij onder meer zijn rechterbeen werd geamputeerd, is het vraag of Velasco de periode die hem is toegedacht (tot 1978) kan uitzitten als chef van het militair bewind Bij het volk geniet Velasco, bijgenaamd El Chino we gens zijn lichtelijk Indiaan se uiterlijk, een onmisken bare populariteit, maar van een persoonlijkheidscultus rond deze opmerkelijke zoon van een kleine ambte naar uit de noordelijke stad Piura is geen sprake. Men zal het portret van de leider vergeefs zoeken in winkels of wachtkamers. Omdat in President Juan Velasco Alvarado Peru's klassemaatschappij van weleer geen andere kanalen voor sociale voor uitgang openstonden voor onbemiddelde jongelui, koos Velasco al op zijn 17e voor het leger, waar hij zich ontwikkelde tot een briljant staf-officier. De staatsgreep van 1968 was zijn laatste militair-taktische meester zet. Velasco is ondermeer militair attaché geweest in Frankrijk, een land dat hij bewondert. Bovenal blijft hij een vurige patriot. Velasco staat in gans Lima bekend als een liefhebber van stie- renvechten, maar eveneens als een man met geoefend oog voor vrouwelijk schoon. In 1971 was op de plaatse lijke televisie te zien hoe een uitgelaten Velasco met zijn boezemvriend en colle ga Allende van Chili in een een ontspannen Velasco met pulqué (Peru's vuurwater) zat. Het beeld van Velasco is er een van menselijkheid. Tussen 'linkse' en 'rechtse' generaals fungeert Velasco als het bindend element. cloor Jaap van Wansbeek In 1963 was Peru gezegend met een 'wettig gekozen' presi dent, Belaünde, een architect, wiens voornaamste tijdspas sering bestond uit het plannen van wegen door de s e 1 v a de jungle 'achter' de Andes. Ook beval dejpresident de bouw van steden op verkeerde plaatsen en besloot hij tot het con strueren van nutteloze Autobahnen. Officieel was Peru een parlementaire democratie, maar de 'democratie' stond in dienst van buitenlandse ondernemingen en precies 40 rijke families die hun grootgrondbezit zozeer verslonsden dat boerenopstanden, ondersteund door echte guerrilla-bewe gingen, op grote schaal ontstonden in het zuidoosten van het land. Met Amerikaanse hulp, Amerikaanse helikopters en Amerikaanse napalm werd de opstand, op bevel van de 'wettige' president, uitgeroeid tijdens twee jaren van smeri ge, geheime oorlogvoering. Wat vervolgens gebeurde: de militairen ontdekten, na voltooiing der straf-expe- dities, dat ze andermans kastanjes uit het vuur hadden moeten halen. Met na me bij de landmacht, altijd al wat 'prole tarisch*, want opengesteld voor beroeps- solaten uit alle volksklassen, kwam de ichok hard aan: degenen die de tegen stander heette (de revolutionaire boer uit het Zuid-Oosten) had gelijk. Generaal Velasco zou jaren later over zijn ervarin gen met de Peruaanse guerrilla zeggen: 'Ik begin na te gaan waarom zoveel longe, goede en intelligente mensen hun leven in de waagschaal stelden en stier ven. Ik ontdekte dat zij gerechtvaardigde motieven voor de strijd bezaten en ik nam mij voor die revolutie te gaan ma ken'. Parallel fien parallel met de Beweging der Strijd krachten in Portugal dringt zich op: het Portugese leger ontdekte tijdens de lange jaren van strijd tegen de Afrikaanse bevrijdingsbewegingen, dat het histori sche gelijk lag aan de kant van deze tegenstanders. En dat de ware aanstich ters van de oorlogen in Angola, Mozam bique en Guinee te vinden waren in de rangen van de grootgrondbezitters en de Lissabonse handelshuizen alsmede de daarachter schuilgaande buitenlandse be langen. Tegenover hun Portugese colle ga's, beschikten de nadenkende militai ren van Peru over één belangrijk voor deel: de CEAM oftewel het centrum voor hoge militaire studies in de voorstad Chorrillos nabij Lima. Opgericht in 1950 is deze CEAM het denkcentrum van de Peruaanse strijdkrachten geworden. Ie dereen die in Peru het wil schoppen tot beroepsofficier moet een cursus van bij na twee jaar lopen aan dit centrum. Tot de verplichte onderdelen van de cursus behoren sociologie en economie. Dat heeft vér-reikende gevolgen gekre gen: Velasco en andere hoge officieren begonnen rond het midden van de jaren '60 met een systematische analyse van de vraagstukken van hun land. Daaruit ont stond een blauwdruk, aangeduid als Plan- Inca. Pas in juli 1975 is dit plan in grote lijnen openbaar gemaakt. Het was niets minder dan het complete draaiboek voor een behoedzame, stapsgewijze mo dernisering van de gehele Peruaanse sa menleving. waarin elementen van kapi talisme en socialisme op oorspronkelijke wijze zijn vervlochten. Het sein Toen de 'wettige regering' van Belaünde na 1967 steeds snel wegzonk in het moe ras van corruptie en dadeloosheid en zelfs de hele nationale olievoorraad voor een habbekrats afstond van de firma Esso, gaven de militairen het sein. De democratie die nooit bestaan had, zakte zonder enige tegenstand ineen tijdens de bloedeloze staatsgreep die Velasco met zijn gezworenen op 3 oktober 1968 in Lima pleegde. Onder de leuze 'noch kapi talisme, noch socialisme' werd het plan- Inca in werking gesteld. Een autoritair model, een paternalistische blauwdruk. Bismarckiaans, nasseristisch aan eti ketten ontbrak het niet bij de kritische buitenwacht. Maar het tragische voor beeld van Portugal, waar de volstrekte ondoordachtheid van de militaire coup van 25 april 1974 thans leidt tot ideologi sche verwarring in de militaire gelederen en morgen wellicht kan uitlopen op een complete burgeroorlog, verleent reliëf aan de beheerste revolutie van de solda ten van Velasco in Peru. Het land is geen westerse democratie maar evenmin zijn er politieke gevange nen. Nog steeds blijft een ruime marge gereserveerd voor kritiek, -ondanks de na tionalisatie van radio en televisie in 1969, die in juli van het vorig jaar werd gevolgd door de overname van alle lan delijke dagbladen door de militaire rege ring, die vervolgens de kranten toewees aan beroepsorganisaties. Kritiek Nog geen maand na deze ingreep in de krantewereld, begonnen de dagbladen, geleid door onafhankelijke overigens re volutionair-gezinde journalisten. een campagne tegen het martelen, dat met name werd bedreven door de PIP, de politieke politie. De PIP voerde allang een eigen beleid en had zeer speciale opvattingen over burgerrechten. Al de cennia lang maakte de PIP slachtoffers. Het feit dat het Peruaanse dagbladwezen, hoewel gereorganiseerd door de militaire regering, een succesvolle actie kon voe ren tegen deze evidente misstand, wijst op een ruime mate van persvrijheid. De PIP-chef werd in elk geval ontslagen en verbeteringen zijn toegezegd. Het probleem van de persvrijheid schijnt in het niet te zinken naast de immens heid van de taken die de militaire rege ring van Peru, de afgelopen jaren heeft aanvaard: in 1968 werden kort na de staatsgreep alle bezittingen van Esso, die de Peru aanse belastingdienst had benadeeld voor een miljard dollar, onteigend; de explo ratie van nieuwe oliebronnen, werd ter hand genomen succes bleef niet uit. Over twee jaar is Peru olie-exporteur. Bijna alle baten uit de delfstoffen, van olie tot zink en koper, komen na een lange reeks onteigeningen (waarvoor aan de meren deels Amerikaanse eigenaars keurig scha devergoeding is betaald), thans ten goede aan het land. in 1969 begon een gigantische herverde ling van het grondbezit, bedoeld om de produktie op te voeren en de boeren recht te doen. Alle grootgrondbezit ver dween. Aan 170.000 boerengezinnen is land gegeven. Er is sprake van vakkundi ge begeleiding der boeren met kapitaal en technische kennis, terwijl 24 succes volle landbouwcoöperaties zijn ingesteld, bijna 1 miljard gulden wordt gestoken in nieuw te stichten staatsfabrieken, waar ondermeer motorfietsen, glaswerk, batte rijen, koelkasten en vrachtwagens zullen worden vervaardigd. Maar de kapitalisti sche ondernemers die zich houden aan de 'regels van fatsoenlijke bedrijfsvoe ring' worden ongemoeid gelaten. alle sleutelindustrieën en de gehele bui tenlandse handel zijn in handen van de staat gekomen. landhervorming, nationalisering van de bodemschatten, industrialisering (en nog veel meer, zoals modernisering van onderwijs en gezondheid), op al deze terreinen worden grotere stappen voor waarts gezet dan indertijd in Chili moge lijk was voor de regering van de marxist Allende. Velasco. Peru's president, heeft gelijk als hij stelt: 'We hebben thans een gezonde economie en de regering is de meest soliede en de meest stabiele die er ooit is geweest in onze historie'. Maar tegelijk is waar wat wordt opgemerkt door de grote Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa: 'Er is in Peru sprake van Macchu-Picchu in het Zuidoosten van Peru, waar de militairen in de zestiger jaren een gevaarlijke kater overhielden van het onderdrukken van boeren opstanden. beperking van de vrijheid van menings uiting. De revolutie loopt daardoor het gevaar een fossiel te worden'. Autoritair Maar de militairen rond Velasco blijven, ook na de onlusten van februari, alle pas gedane suggesties van de hand wijzen een eigen politieke partij te stichten. Ze koesteren nog steeds een diep wantrou wen tegen burgers in de politiek. Velasco en zijn gezworenen gaan voort met het uitstippelen van hun beleid in kleine, militaire kring. Aan bureaucratische or ganisaties als SINAMOS komt dan de ondankbare taak toe de blauwdruk-van- boven te vertalen voor 'de basis'. Een goedbedoelde nochtans geleide omwente ling voltrekt zich in Peru. Een eerder artikel over de ontwikkeling in Peru stond in de krant van gisteren. door J. den Boef Vorige maand is voor het eerst binnen de CDU (de West- duitse Christen-democratische Unie) een breuk bepleit met de zusterpartij CSU de Beierse Christelijke Socia le Unie onder leiding van Franz Josef Strauss omdat, de tijd voorbij zou zijn dat beide partijen een gemeen schappelijke taal spraken. Het was Klaus Evertz, voor zitter van de Junge Union in Rijnland (een Jongeren organisatie van de CDU), die op een in Bonn gehouden bijeenkomst van zijn organisatie de kat de bel aanbond. Onder bijval van de vergade ring verklaarde Evertz vol gens een verslag in de Frank furter Rundschau, dat de ei genlijke reden van de on macht van de CDU om met een eigen tot de verbeelding sprekend programma te ko men, met de naam Franz Jo sef Strauss verbonden is. Vol gens Evertz die tevens Lid van de Landdag in Düsseldorf is, moet 'Beieren' zich naar de CDU schikken om te voorko men dat 'onze wegen zich scheiden'. Onder verwijzing naar 't CSU-programma voor de Bondsdagverkiezingen van volgend jaar zei Evertz: 'Op de beslissende punten spre ken we niet langer een ge meenschappelijke taal. De CSU eist onvervalste vrije markteconomie, maar weigert het sociale verband tussen bezit en medezeggenschap als onderdeel daarvan te be schouwen'. Volgens Evertz schijnt Strauss 'die er prat op gaat in histo rische dimensies te denken, niet te beseffen dat het tijd perk van het kapitalisme met de periode van de regerings verantwoordelijkheid van de CDU onder Konrad Adenauer iin de Bondsrepubliek heeft opgehouden te bestaan. Wie als Strauss meent dat de gro te machtsproblemen, die met de inzet van grote kapitalen verbonden zijn, zonder de werknemersorganisaties gere geld kunnen worden, die heeft de maatschappelijke ontwikkelingen van onze tijd niet begrepen'. Als we politiek willen bedrijven 'in de zin van de christen-democrati sche beweging' moet de CDU naar de mening van Evertz duidelijke taal spreken tegen Dit laatste moet betekenen 'dat Strauss zijn partij moet terugbrengen op het vroegere gemeenschappelijke platform en dat hij moet ophouden om tegenover de CDU op te tre den als een zelfstandige par tij, met alle daaraan verbon den aanspraken. Strauss moet weten', aldus Evertz, 'dat er mensen in de CDU zijn, die willen dat de CSU in de ge hele Bondsrepubliek als apar te partij optreedt, opdat de fronten en machtsverhoudin gen duidelijk worden. We wil len hem dan in elk geval ook in München laten zien, wie in Rainer Barzel (links) en Josef Strauss (rechts) tijdens het CDA-congres in oktober 1972. Duitsland de moderne politie ke conceptie heeft'. Behalve op Strauss als voor naamste schuldige had Evertz ook kritiek op de Bondsdag fractie en de partijleiding, die hij verantwoordelijk acht voor de huidige gang van za ken: 'Ten aanzien van sociale uroblemen als het medebe slissingsrecht, de vermogens vorming, de grondpolitiek en de beroepsopleiding, is in de CDU nog niets beslissends ge beurd. De Bondsdagfractie heeft'. aldus Evertz. 'de be sluiten van de partijdag in Hamburg voor kennisgeving aangenomen. Men praat in Bonn voornamelijk over de kwestie Guillaume (de spio- nage-affaire die tot het aftre den van Willy Brandt als kanselier leidde) en de on dergang van Duitsland'. Evertz vroeg zich voorts af of men in de fractie zo 'bedrijfs blind' is om niet te erkennen dat zelfs een financieringsgat van 42 miljard Mark en een voorbijgaande inzinking van de economische ontwikkeling een regering geen nederlaag kan bezorgen, als zij geen op positie tegenover zich heeft die een duideüjk politiek pro gramma heeft. Op nogal felle kritiek uit de CDU ('samen werking in gevaar gebracht') en de CSU ('vijfde colonne van de SPD in de CDU') ant woordde Evertz dat het hem er om gaat duidelijk te ma ken waar de CDU moet staan Naar zijn mening kan de CDU zich niet meer veroorlo ven voor alle eisen van de CSU te zwichten. Wat Evertz opmerking over sympathisanten van de CSU- leider Strauss buiten Beieren betreft, valt opnieuw een ten dens waar te nemen om de CSU tot 'nationale' partij te maken. Strauss heeft al vrij kort na de verkiezingen van 1972 die Rainer Barzel verloor omdat hij voortdurend door Strauss voor de voeten werd gelopen al gedreigd de samenwerking met de CDU te verbreken en in de gehele Bondsrepubliek te gaan werken met zijn CSU. Dit dreigement moest hij te rugnemen omdat het zelfs in Beieren niet in goede aarde viel. Strauss lijkt nu gebruik te maken van 'vriendenkrin gen' om een soortgelijk effect te bereiken als met zijn drei gement: de CDU onder druk te houden en haar min of meer zijn wil op te leggen. Totdusver hebben die vrien denkringen weinig succes ge had. Bij de verkiezingen voor de Senaat van de stad-staat West-Berlijn, waar de kansen gunstig leken, kwam de Bond Vrij Ehhtsland ook zo'n vriendenkring slechts op 3.4 pot., terwijl de CDU be langrijke winst boekte. Dit tegenvallende resultaat was blijkbaar voor andere vrien denkringen (zoals de Deut sche Sozdale Union in de deelstaat Noordrijn-Westfa- len) aanleiding om niet mee te doen aan verkiezingen. Dat neemt niet weg dat er in de herfst waarschijnlijk in de stad-staat Bremen een CSU- vriendenkring zich alsnog in de verkiezingen zal storten, in de verwachting, tenminste tien zetels te behalen. In de CDU probeert men de invloed van de redevoering van Evertz te bagatelliseren, omdat men nu eenmaal Strauss niet tegen zich wenst in te nemen. Ook degenen die best op een confronted? met de CSU zouden willen aanstu ren. beperken zich to: opmer kingen die er op neerkomen dat zij zowel tegen de sugges tie van Evertz als tegen het gepraat van de CSU over 'vierde partijen' bezwaren hebben. Volhardt men in de CDU in deze houding, dan heeft Strauss geen enkele re den om zijn taktiek te veran deren. Hij hoeft dan ook met bang te zijn dat bij een breuk de CDU wel eens veel stem men bij de CSU zou kunnen weghalen als het oor op een krachtmeting in Beieren zou aankomen. Het is een gezond verschijn sel dat de discussie is geo pend over grenzen die in de samenwerking tussen twee nauw verwante chrsten-de- mocraüische partijen niet overschreden mogen worden Zo zal de CDU dit probleem ook moeten bezien tegen de achtergrond van het stem verlies dat zij zal lijden, als steeds meer werknemers, voor wie godsdienstige overwegin gen niet langer de voornaam ste band met een partij uit maken, haar zien als partij van de ondernemers. Als de SPD de huidige economische en politieke crises bijtijds weet te overwinnen, moet een door Strauss beheerste CDU bij verkiezingen opnieuw op verlies rekenen: en op een nieuwe periode van vier jaar in de op positie banx aa

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 13