Herstel Nieuwe Kerk in hoofdlijnen klaar
over
gewone
mensen
Geschiedenisboek
Pop op
de plaat
Erfenis van eeuwen zal in 1980 veiliggesteld zijn
Nieuwe uitgave doorbreekt 'gelijkschakeling' van leermethoden
Vannelli gaat
een eigen weg
HJO TROUW/KWARTET ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1919
BINNENLAND 11
door Wim de Hair
In deze komkommertijd, waarin
ook de muziekwereld niet wordt
gespaard, mogen we de
platenmaatschappij (in casu
Ariola) op onze blote knieën
danken voor een plaat als
'Storm at sunup' van Gino
Vannelli (A&M 89151 XOT).
Niet alleen omdat je dan
eindelijk weer eens wat op de
toerentafel hebt liggen, maar
vooral omdat Vannelli met deze
derde solo-lp een produkt in de
wieg heeft gelegd waar je van de
eerste tot en met de laatste
groef van geniet.
Velen waren ervan overtuigd dat
zijn eerste langspeler 'Powerful
People" een hoogvlieger was. Ik
moet zeggen dat ik bij het
verschijnen van Vannelli's
tweede, 'Crazy life', inderdaad
ook geen heil meer zag in de
verdere muzikale toekomst van
de Kanadese Italiaan. 'Powerful
People' was een muzikaal
hoogtepunt in het magere
popjaar '74. Vannelli met zijn
warme, emotionele stem, de
uitstekende begeleidingsgroep
met broer Joe als getalenteerd
toetsenspecialist en de
vakkundige hulp van Herb
Alpert (de man kan heus heel
wat meer dan alleen maar wat
op een trompet blazen), die een
grote brok Zuidamerikaans ritme
in het geheel stopte, stonden
garant voor die prestatie. Maar
het was allemaal zó
geperfectioneerd, zó goed
geproduced, zó af, dat het In de
lijn der verwachtingen lag, dat
Gino Vannelli eerst een paar
stappen terug moest, voor hij
weer met iets degelijks op de
markt zou kunnen komen. 'Crazy
life' was het ondubbelzinnige
bewijs voor deze stelling. Het
nieuwe was eraf. de inventiviteit
in tekst en muziek grotendeels
verdwenen.
'Storm at sunup' begint met het
titelnummer, ingeleid door
dreigende onweergeluiden en
harde wind. De eerste tonen
komen veel overeen met
Vannelli's werkwijze op
'Powerful People'. Veel gestoei
met de synthesizer (het
stokpaardje van Joe, die ook op
deze lp een erg goede hoofdrol
vervult), de weemoedige stem
van de baas zelf. Dan echter een
erg 'jazzy' tussenstuk, het eerste
bewijs dat Vannelli een eigen
nieuwe weg is ingeslagen.
Hoewel Herb Alpert een
onmisbare kracht was op zijn
eerste lp (de bekende
orkestleider had de touwtjes op
Gino Vannelli
technisch gebied voor een groot
gedeelte in handen), heeft Gino
nu samen met zijn broer het
heft volledig in eigen hand
genomen. Een lichtelijk
doorslaan van de weegschaal
naar de jazz. Dat blijkt ook wel
uit de volgende nummers,
hoewel hier en daar nog
duidelijk de invloed van Stevie
Wonder op Vannelli's muziek te
bemerken valt ('Love me now'
en 'Love is a night'). Vannelli
heeft vroeger vaak samen met
Stevie Wonder opgetreden.
'Storm at sunup' is geen plaat
die je snel doet beslissen de
dansvloer op te gaan om de
slome zomer uit je botten te
swingen, iets wat met 'Powerful
People' wel duidelijk het geval
was. Vanneli is wat rustiger
geworden. De muziek is echter
nog sterker doordacht, met
werkelijk heerlijke muzikale
hoogstandjes en erg met emoties
doorspelt ('Father and son',
'Where am I going' en 'Keep on
walking').
Gino Vannelli compenseert het
algemeen tekort aan echte
swingmuziek met twee kortere
nummers: 'Mama Coco', wat erg
heavy is en 'Gettin high', toch
nog even terug naar de zwoele
Zuidamerikaanse swing. 'I
thought I could never change'
zingt Vannelli in dit laatste
nummer. Hij is duidelijk erg blij
met zijn nieuwe muzikale wegen.
Wij ook.
Lachen
Ene heer Pete Wingfield dreigt
in ons land nu ook een beetje
door te breken. Zou dat alleen
maar betrekking hebben op zijn
nieuwe single 'Eighteen with a
bullet' (die deze week zeven
plaatsen steeg op 'n vaderlandse
hitparade), dan zou deze man,
die zijn sporen al verdiende bij
o.a. Keef Hartley en Colin
Blunstone. een redelijke
toekomst tegemoet gaan. Maar
nee hoorAriola bracht de lp
'Breakfast special' op de markt
(ILPS 9333). Natuurlijk zijn ze
hierbij uitgegaan van het
mogelijke succes van de single.
Terecht. 'Eighteen with a bullet*
is een kostelijk nummer, een
persiflage op uitspraken van
platenpluggers. Voor de rest
probeert Wingfield een
nostalgisch sfeertje op te
bouwen. Iets waar ik altijd voor
te vinden ben. Maar hierNee,
ik moest er alleen maar om
lachen.
door Jan Roelfs
door Piet Hagen
Er bestaan meer dan. twintig geschiedenismethoden voor het voort
gezet onderwijs. Je zou denken dat de levensbeschouwelijke varië
teit van ons onderwijs daarmee aardig gedekt werd. Een paar
katholieke methoden, een paar protestantse, een paar humanisti
sche, misschien een paar 'neutrale', en als je dan nog rekening
houdt met het bestaan van verschillende schooltypen kom je voor
een vak als geschiedenis al gauw op een twintig methoden.
Maar de werkelijkheid is anders. De
twintig bestaande methodes verto
nen natuurlijk wel onderlinge ver
schillen. Er zijn dunne en dikke,
dure en goedkope boeken. Sommige
boeken graven dieper dan andere. De
ene auteur mikt meer op de zelf
werkzaamheid van de leerling dan
de andere. Het ene boek heeft meer
oog voor sociaal-economische
vraagstukken, het andere bevat een
grotere dosis cultuurgeschiedenis.
Door al deze nuances is de keus
voor de leraar die een nieuwe me
thode zoekt nog moeilijk genoeg.
Maar als een leraar van een chris
telijke school nu perse een christe
lijke methode wil hebben, zal hij
tevergeefs zoeken. De tijd dat ka
tholieke scholen hun katholieke ge
schiedenisboekjes hadden, en pro
testantse scholen hun protestantse
boekjes is voorbij. Christenen zijn
huiverig geworden voor boekjes
waarin al te gemakkelijk de vinger
Gods in de geschiedenis wordt ont
dekt. En ook de geschiedenismetho
de van Jan Romein is al lang niet
meer marxistisch. De bewerking
van Romein die nu op de markt is
kun je zonder veel pijn op een
school met een liberaal klimaat ge
bruiken. De twee meest verkochte
methoden (Novem en Geschiedenis-
in-themo-en-taak) worden gelij
kelijk op bijzondere en openbare
scholen gebruikt.
Deze ideologische 'gelijkschakeling'
op de schoolboekenmarkt betekent
natuurlijk niet dat het geschiede
nisonderwijs levensbeschouwelijk
kleurloos is geworden. Maar het
eigene van de geschiedenisles
komt niet meer tot uitdrukking in
de gebruikte methode. Het zit hem
nu meer in de manier waarop de
leraar de zaak trakteert en mis
schien ook in het materiaal dat hij
ter aanvulling op het officiële leer
boek aansleept. Want behalve de
genoemde twintig methoden is er
nog een zee van min of meer ge
kleurde boeken en boekjes over af
zonderlijke onderwerpen.
Tegen deze achtergrond is de ver
schijning van de 'Geschiedenis van
het gewone volk van Nederland'
een gebeurtenis. Het boek is uitge
geven door het zeer actieve Socia
listische Onderwijs Front. Gezien
deze herkomst zal het niemand ver
bazen dat de beide auteurs, de ge
schiedenisleraren Paul Offermans
en Bernt Feis, voor hun geschied
beschouwing een historisch-materi
alistisch uitgangspunt kozen.
Brecht
Hun boek (240 pagina's voor
slechts zes gulden) begint met een
uitvoerig citaat van Bertold Brecht.
'Wie bouwde Thebe, met zijn zeven
torens? In de boeken staan de na
men van koningen. Hebben die ko
ningen de rotsblokken aangevoerd?
De jonge Alexander veroverde
Indië. Hij alleen? Caesar versloeg
de Galliërs. Had hij niet op z'n
minst een kok bij zich? Philips van
Spanje huilde, toen zijn vloot ten
onder ging. Huilde hij alleen?.
Zovele berichten. Zovele vrager
Wie zich zijn geschiedenisboeken
van vroeger herinnert weet dat
AMSTERDAM Het kind dat in 1957, toen begonnen werd met de
restauraite van de Nieuwe Kerk in Amsterdam, op de arm van zijn
vader naar de poppenkast op de Dam keek, zal ruimschoots vol
wassen zijn als het steeengruis in deze 'kroningskerk' bijeen wordt
geveegd, als de steenhouwers hun geredschap opbergen, de metse
laars hun troffel schoonvegen en de timmerkisten dichtgaan.
Dan, omstreeks 1980, zal het herstel
van deze kerk aan de toekomst
kunnen worden aangeboden en zal
de luister van een rijk verleden
recht zijn gedaan. Ruim veertig
miljoen gulden en miljoenen werk
uren zullen dan geïnvesteerd zijn in
't herstel van deze protestantse 'ka
thedraal'. waarin en waaraan veer
tig mensen gewerkt hebben. Zeven
tig procent van die veertig miljoen
zal dan uit arbeidskosten bestaan,
dertig procent uit de kosten van
het verwerkte, scherp geselecteerde
materiaal.
'De restauratie van de kerk is nu in
hoofdlijnen gereed, de meest in
grijpende karweien zijn achter de
rug. Het schip, viering en dwars-
schip en het hoge koor zijn klaar'.
Dit zegt architect D. Verheus in
zijn ingebouwde 'kantoorflat' een
soort werkgalerij aan de Graven-
straat-Eggertstraat-zijde van het
bouwwerk. Hij, en prof. ir. C. We
gener Sleeswijk, zijn verantwoorde
lijk voor de restuaratie. Telkens
grijpt hij naar een blocnote om in
enkele lijnen te verduidelijke waar
om het gaat.
Verheus, eertijds jarenlang verbon
den aan de rijksdienst voor de mo
numentenzorg, is nu dertien van de
achttien res tauaratiej aren, nauw
verbonden met de wedergeboorte
van de Nieuwe Kerk. Hij is een
Amsterdammer, die door een won
derlijke speling van het lot een
droom zag verwezenlijkt, zoals ar
chitecten die kunnen dromen: het
spectaculaire einde van een loop
baan. Hij is er overigens nuchter
onder gebleven, omdat de zaak bij
Er bestaan ook
'kerkse' duiven
AMSTERDAM De duiven
van de Dam betrekken iedere
avond hun nachtlogies. Daar
bij is er voor de 'deftige' dui
ven een duidelijke voorkeur
voor het klokketorentje van
het koninklijk paleis. De meer
kerkse duiven kiezen voor de
Nieuwe Kerk, waarvan de
restauratie in 1980 voltooid
kan zijn.
'Die zoeken de bezonde kant
van de Dam op', zegt hoofd
opzichter Adrie Schellevis, die
i ook heeft waargenomen, dat
een ander deel, de meer 'reis-
lustigen' 'n nachtverblijf pre
fereert bij het pand van Lis-
sone Lindeman, hoek Dam -
Eggertstraat.
De restaurateurs van de Nieu
we Kerk zijn af en toe wel ge
dwongen wat nesten te ruimen
i maar het gevederd volkje van
1 de Dam hóórt nu eenmaal bij
I de Nieuwe Kerk, de achttien
jaar dat men met de restau
ratie bezig is.
alle romantiek een harde uitdaging
is. 'Als we omhoog kijken, is alles
klaair, te veel om op te noemen.
Honderd ton aan oud-Duitse leien
bedekken de daken, ijzeren draag-
staven en verankeringen zijn gro
tendeels door brons vervangen'.
Zandsteen
Hoofdopzichter A. Schellevis schuift
zij bestofte hoedje op het achter
hoofd. 'Er is veel zandsteen in het
gebouw. Een zeer kwalijke zaak,
want verwerking van zandsteen
geeft verspreiding van stof, dat de
longen aantast. Dat heeft in het
verleden duizenden bouwvakkers
het leven gekost. Silicose kan een
fatale longziekte zijn. Sinds de wet
van 1953 mag geen zandsteen meer
worden toegepast. Als vervangend
materiaal wordt thans basaltlava
gebruikt'.
De geschiedenis van de Nieuwe
Kerk gaat terug tot 1414: het was
de tweede parochiekerk van Am
sterdam (de eerste was de Oude
Kerk. waarvan het herstel eerder
zal zijn voltooid.)
Vermolmd aangetast hout in de
Nieuwe Kerk is vervangen door
nieuw hout, dat met de modernste
preparaten is geïmpregneerd om
het duurzamer te maken.
Het zerkenveld omvat duizenden
zerken, die, waar nodig, consciën
tieus zijn gerestaureerd. Ze zijn ook
overeenkomstig het oude patroon
gelegd onder het toeziend oog van
mej. B. Bijtelaar, archivarisse van
de Oude Kerk, die voor dit onder
deel van de Nieuwe Kerkrestauratie
een opdracht heeft. Zij kent de
namen van de burgers, die eens
een laatste rustplaats in de zand
laag vonden, bijkans van buiten.
Nog telkens gaat deze grijze, mar
kante dame als een ceremonie
meesteres in de kerkruimte rond,
adviserend en corrigerend.
Vloerverwarming
Een enorme ingreep vergde de aan
brenging van de vloerverwarming,
direct onder het zerkenveld, een
laag-bij-de-grondse operatie met
een gigantisch net van warmwater-
pijpen. ingestort in beton. De zer-
kenvloer varieert van twaalf tot 28
centimeter dikte.
'De blauwe steen houdt de warmte
vast. en laat. de warmte ook door.
Voor dit systeem is gekozen met
het oog op het orgelbezit van de
kerk. Wanneer de verwarming
wordt afgesloten, blijft zij nog ten
minste drie weken functioneren. Het
is een fantastisch systeem, dat bij
uitzonderlijke kou kan worden aan
gevuld met bovengrondse luchtver-
warming', aldus Schellevis.
De Ruyters graf
Het monumentale graf van De
Ruyter, de grate blikvanger in het
interieur van de kerk is, wat het
front van dit beeldhouwwerk be
treft vrijwel ongeschonden bevon
den. De onderbouw van de tombe
moest hersteld worden: daarvoor
moest steen uit het dal van de
Ourthe worden aangevoerd. In het
algemeen werd het sierwerk van
het bedéhuis in goede staat bevon
den. Beduidend meer zorg baarden
de funderingen van de koorkapel
len. waarvoor tachtig betonpalen
(gewicht veertig ton per paal), zijn
gebruikt. Verheus beschouwt dit als
een van de grootste karweien van
de restauaratie.
In de loop van 1976 hoopt men de
hout-gesneden koorbanken, kost
baar onderdeel van het kerkmeubi-
lair, te herplaatsen. De beroemde,
gerestaureerde zeventiende-eeuwse
kansel gaat nog schuil achter plas
tic.
De apparatuur van het kostbare
grote orgel bevindt zich al geruime
tijd In -het gerenommeerde werk
centrum van de orgelbouwers en
orgelrèstaurateurs Markussen in
het Deense Aabenraa. Het zal eerst
in de kerk terugkomen wanneer die
praktisch volledig gerestaureerd zal
zijn. Het instrument was aan gron
dige herziening toe. Het kleine or
gel is bij de orgelbouwer Flentrop
in Zaandam. Het zal als praktisch
nieuw terugkomen, met behoud van
de oude registratie en toonzetting.
Het waardevolle koperen doophek
is schoongemaakt en gepolijst, vol
gens adviezen'van het Centraal La
boratorium van voorwerpen van
wetenschap - en kunst. Volgens een
Amerikaans procédée is het met
een beschermende pasta inge
smeerd. 'We moeten nog uitvinden
hoe we dat spul straks kunnen
verwijderen', aldus de restaura
teurs. -
Wat resteert
Met enig optimisme kan worden
gezegd, dat de restauratie-equipe
aan de slotwerkzaamheden van de
grote 'make up' is begonnen. Het
De Nieuwe Kerk vormt met het koninklijk paleis de karakteristieke bouw
werken van de Amsterdamse Dam. Links het front van het kerkgebouw,
dat méér is dan alleen de hoofdkerk van de hervormde gemeente. Boven
een deel van het interieur van het gebouw, op de achtergrond het grote
orgel .rechts, ingepakt, de preekstoel. Deze foto is genomen vanaf de plaats
waar zich het koor bevindt. Foto's Frans Kuypers
reinigen van de muren met stoom
is grotendeels achter de rug. In de
Nieuwe Kerk acht men dit werken
met stoom - althans wat de om
vang van dit karwei betreft - min
of meer een technische primeur.
Men dient nog alle aandacht te
besteden aan de restauratie van
alle koorkapellen, de kooromgang,
de Heilige Kruiskapel, de Eggertka-
pel, de totstandkoming van het di-
akoniegebouw, het ministeriege
bouw, de kosterij en aan de aan
bouwen aan de gevelwand aan de
Paleiszijde, waarin ter zijner tijd
passende winkeltjes komen.
Subsidie
Als einddatum van de .restauaratie
wordt 1980 aangehouden. Tot dat
jaar strekt de subsidie zich uit,
waarbij moet worden opgemerkt,
dat de eigenaresse van 'het gebouw
(de hervormde gemeente van Am
sterdam Centrum) een percentage
van de herstelkosten voor haar re
kening dient te nemen. En wat het
toekomstige gebruik van de kerk
betreft, dit is een hoofdstuk, waar
op nog wordt gestudeerd, De ge
dachten gaan uit naar een oecume
nisch centrum en een cultureel
trefpunt, waarin niet alleen de her
vormden participeren.
Verheus hoopt de 'eindstreep' van
de restauaratie te halen en dat
geldt ook voor de hoofdopzichter,
de chef van de tekenkamer C. J. de
Haan en J. ten Broek, de uitvoerder
van het Utrechtse aannemersbe
drijf Jurriëns. Een bijzonderheid is
nog. dat het fraaie gebrandschil
derde raam van het Noordertrans-
sept in restauratie is bij de firma
Bogtman te Haarlem.Nog vijf jaar.
dan zullen de koperen kronen (vijf
grote en dertien kleine, kopiëen
van de kronen in de Portugees-Is
raëlitische synagoge) aangebracht
zijn om, voorzien van waskaarsen,
op hoogtijdagen de kerkruimte te
verlichten. Kronen op een architec-
tonisch-technisch monnikenwerk...
Illustratie uit 'Geschiedenis van het gewone volk' met als onder
schrift: 'graanhandelaren hielden in tijden van schaarste hun
graanschuren dicht: dan stegen de prijzen'.
Brecht geen on0elljk heeft. Hoeveel ren? Als we de 'Geschiedenis van
boeken schrijven slechts de ge- het gewone volk' naast de gebrui-
schiedenis van vorsten en veldhe- kelijke methoden leggen, moeten
we erkennen dat hier althans ge
poogd is iets te laten zien van het
leven van gewone mensen. En de
schrijvers kunen het ook niet hel
pen dat het dan geen vrolijk
boek wordt. De geschiedenis van
horigen, slaven, boeren, arbeiders
en werklozen is nu eenmaal minder
vrolijk dan het sprookje over gou
den eeuwen.
Ds. Heldring
Om dat noodzakelijkerwijs sombere
verhaal te vertellen hoef je je echt
niet te beprken tot marxistische
bronnen. Offermans en Feis cite
ren. als het van' pas komt, even
goed christelijke critici van de be
staande orde zoals ds. O. G. Hel
dring, die in 1846 schreef: 'Dertien
huisvaders gevonden in ellendige
hutten, zonder werk of met half
werk.... Vierhonderd bedelaars in
drie dagen voor kerstmis aan de
deur.... Bevonden eene hut, waar
eene half onnoozele vrouw met
twee kindertjes in een gat in de
grond lag op verrot stroo. De var
kens liggen bij de boer beter... Ik
deel dit mee, opdat autoriteiten tot
persoonlijk en plaatselijk onder
zoek treden mogen en de christelij
ke liefde tot werkdadige hulp wor
de'.
Dat is een ander beeld van deze
tijd dan wordt afgeschilderd in de
enthousiaste verhalen over de ka
nalen gravende koning Willem I.
Het is in menig opzicht ook een
eenzijdige kijk op de geschiedenis.
Te weinig erkennen Offermans en
Feis dat de historische werkelijk
heid voor meer dan één uitleg vat
baar is. Willem van Oranje was
natuurlijk niet die heilige die som
mige historici van hem gemaakt
hebben.
Maar dat betekent niet dat hij
slechts 'een sluw politicus' geweest
moet zijn. De kruistochten zijn
stellig niet alleen een uiting ge
weest van (misplaatste) geloofsij
ver. Maar de godsdienstige motie
ven kunnen toch moeilijk worden
afgedaan als de ideologische fran
je van de veroveringsdrift van
veldheren en kooplieden.
Zo zou je het hele boek door met
de schrijvers in discussie willen
gaan. Die discussie hoeft echter
niet in de krant gevoerd te worden,
maar zou in alle klaslokalen moe
ten plaats vinden. Om die reden
zouden we het boek van Offermans
en Feis willen aanbevelen als lec
tuur voor leerlingen in de hogere
klassen van middelbare scholen.
Niet als enig verplichte leerboek.
Steeds meer leraren gebruiken
trouwens de voorgekookte leergan
gen al meer als kapstok dan als
leidraad voor hun onderwijs.
Dit geschiedenisboek zou vooral
dienen als discussiestof. Om die
reden zou je het zelfs leraren die
het furieus met deze socialistische
geschiedbeschouwing oneens zijn
moeten aanraden. Want hun leer
lingen zitten binnen de kortste ke-
re op universiteiten en academies
waar ze gauw genoeg te horen krij
gen dat het calvinisme is uitgevon
den om het kapitalisme te recht
vaardigen of dat Den Uyl's werk
loosheidsbestrijding geen ander
doel heeft dan het veilig stellen
van de winsten van het bedrijfsle
ven (pagina 226). Dan kan het
geen kwaad leerlingen alvast voor
te bereiden op de discussies die
hun te wachten staan.
Leraren die zich minder defensief
opstellen zouden de 'Geschiedenis
van het gewone volk' kunnen aan
grijpen om een paar zeer wezenlij
ke vragen aan de orde te stellen. Al
was het alleen maar de in dit boek
zeer vaak terugkerende vraag: hoe
komt het dat de kerk zich zo vaak
met de bezitters van macht en geld
gecorrumpeerd heeft en zo slecht
geluisterd heeft naar waarschuwen
de geluiden als van bijvoorbeeld ds.
Heldring.
Scholen die de confrontatie toch
niet aandurven zouden zich mis
schien de vraag kunnen stellen hoe
het eigenlijk zit met het levensbe
schouwelijk karakter van het gang
bare geschiedenisonderwijs. Nu er
eindelijk weer een socialistische
geschiedenismethode op de markt
is..wordt de vraag naar de ideologi
sche kleur van links en rechts ge
bruikte methodes weer actueel.