Toveren met steen
en etsnaald
Over geitenfokkers en
christelijke literatoren
De laatste dag
van de zomer
M meulenhoff amsterdam
Simon Vestdijk
De toekomst der religie
-JJtfW/KWARTET ZATERDAG 19 JULI 1975.
KUNST PS15-RH9
Ian McEwan in Amsterdam
wan zo hij zegt het zelf dat
de ene wereld wordt verruild voor
de andere, er vindt in zekere zin
een zekere overgang plaats van de
ene verbeelding (van hoe de wereld
in elkaar steekt) in de andere ver
beelding (van hoe etc.). Wij maken
ons voorstellingen van de wereld
en proberen vermommingen te on
derkennen. Hoe meer wij het mas
ker van de wereld aftrekken hoe
meer wij het idee hebben 'volwas
sen' te worden Het ls dit ontdek
kingsproces dat gelijkstaat met
het overgaan' van de ene fantasie
in de andere' waar de verhalen
van McEwan over gaan.
Om zijn thema wat sterker aan te
zetten, klaarblijkelijk met de ge
dachte dat daardoor de lezer on-
ontkoombaarder in de greep van
het verhaal blijft, voert McEwan
vaak iets geheimzinnigs in. iets ob
sessioneels. dat weldra absurde,
fantastische proporties krijgt. Het
is ln dit opzicht dat ik zijn verha
len wat 'handig' en 'modieus' vind.
De verschrikkelijke voorvallen die
een zware symboolwaarde verkrij
gen doordat ze optreden in een
overigens betrekkelijk kalm-ge-
spannen kontext. vormen de zwak
ste momenten in dit werk. De ver
drinkingsdood aan het slot van het
titelverhaal, de moord op het eind
van "Vlinders', het zijn wel hard
aankomende, maar toch ongeëigen
de middelen om de lezer te treffen.
Zo bestaat het verhaal 'Stereome
trie uit een opeenstapeling van
fantastische elementen, waar een
massa betekenis aan wordt ver
leend. echter zonder dat daardoor
de tekst erg aangrijpend wordt: het
blijft een curieus verhaal over Ie
mand die uit dagboeken van zijn
overgrootvader leert hoe hij Iets
kan laten verdwijnen en die sinis
tere verdwijning-truc toepast op
zijn vrouw. Ook het slotverhaal
Eerste liefde en laatste riten' lijdt
onder een te opzettelijke symboli
sche parallel.
Dit alles neemt niet weg dat McE-
wans verhalen er zijn mogen. Ik
ken ze alleen ln vertaling die
voortreffelijk, als Nederlands, leest
en moet zeggen dat McEwan
vlot en vakkundig schrijft, met oog
voor detail en gevoel voor toon.
Ook ik ben dus blij met dit zo
snel uit Engeland tot ons gekomen
debuut. Maar net zo blij als ik
ben met Doeschka Meijnlng, met
Dirk Ayelt Kooiman en al die ad-
neren Niet alles wat van over de
grenzen komt Is dóórom beter.
Ian McEwan. De laatste dag van de
zomer. Vertaling Heieen ten Holt.
De Harmonie, Amsterdam. 1975. 160
blz. ƒ14.90.
Vestdijks beroemde boek over
de godsdienst dat nog altijd aan- Ideeën. Meulenhoff Editie 374,
leiding geeft tot polemieken. 368 blz., nu met register.
(ADVERTENTIE)
::ar
i?e:
Ti Ijigène Isabye: 'Donjon de Polignac' 1831, litho
'ki
i
door J. van Doorne
Ik kan mij voorstellen, dat de noodzaak van een protestants-
christelijke geitenfokkers-vereniging door velen niet wordt inge
zien. Ik zie er de noodzaak evenmin van in. Maar dat wil nog niet
zeggen dat ik smalend zou willen praten over zulk een vereniging.
Het recht van vereniging is $en
goed democratisch recht en er aijn
minder goede grondslagen te be
denken dan die van een levenso
vertuiging. Mógen die geiten fokkers
misschien? Onverdraagzaamheid
komt ook voor buiten christelijke
kringen. En méér dan we soms
denken.
Maar ik zie wèl de noodzaak in qan
een organisatorisch contact tussen
auteurs die. hoe dan ook. zich. ge
ïnspireerd voelen door, althans izich
ln bepaald opzicht verbonden voe
len met het evangelie. Geïnspireerd
dóór betekent begeesterd dóór. En
dat houdt een eigen problematiek
ln.
Kiezen
Dat Is niet zo vreemd Elke verbon
denheid houdt problematiek in.
Zeker wie zich bezighoudt met lite
ratuur. zal met problemen te ma
ken hebben. De literatuur ontstaat
aan de frontlinie van het gevecht
tussen goed en kwaad De mens is
per definitie een kiezend wezen
Geen enkele auteur kan zich aan
keuze onttrekken. Neutraliteit is
een onmogelijkheid.
Nu zou men kunnen tegenwerpen,
dat gewone verstroollngs-lectuur of
tot licht vermaak geschreven ver
halen toch buiten dat vechtveld
van goed en kwaad rallen.
Maar dat is beslist niet waar Want
alleen al de keuze van onderwerp
en de keuze van de wijze van be
werken en verwerken van het on
derwerp voltrekt zich binnen dat
spanningsveld van goed en kwaad.
Hoe veel te meer geldt dit voor dié
literatuur die getuigen wil. Litera
tuur is nooit slechts noteren, op
fraaie, beeldende wijze noteren en
rangschikken van wat het leven te
bieden heeft. Hoe zou dat kunnen?
De levensverschijnselen zijn zó
overstelpend vele. dat de enkele die
daarvan in een literair werk ver
beeld kunnen worden, numeriek in
het niet verdwijnen. Er moet dus
gekozen worden en dat houdt in
terpretatie en beoordeling van het
leven in.
En nu heb Ik het nog slecht^ over
de feitelijke Inhoud, dus over wét
wordt gezegd. Maar daarbij komt
het hóé Hoe beschrijft men? Ver
heerlijkend, verrukt, met afkeer?
En dan is er nog de boodschap, de
tendens, het geëngageerd-zljn.
Grote auteurs zoals Francois Maurl-
ac. Julien Green of Helnrich Boll
schreven niet slechts om literair
bezig te zijn. maar zij schreven en
schrijven omdat zij hun Inzicht op
de lezers wilden overbrengen.
Het is dus een dwaasheid om te
beweren dat christelijke literatuur
per definitie inferieur zou zijn.
Waarom zou het evangelie geen in
spiratie-bron mogen zijn? Toch ge
beurt dit nog vaak. vooral in Ne
derland. Zo kan het gebeuren dat
volwaardige poëzie die een christe
lijke signatuur draagt, betiteld
wordt als stichtelijke rijmen die
esthetisch noch ethisch (sic) door
de beugel kunnen.
Dat vind Ik dom. rancuneus en dus
onwetenschappelijk.
Hier kan een misverstand ontstaan.
Een literair werk moet allereerst
beoordeeld worden naar zijn lite
raire kwaliteiten. Een christelijke
roman is nooit goed omdat hij
christelijk Ls, maar alleen dón als
hij goed geschreven ls. Het omge
keerde Is ook waar Een literair
uitstekend werk kan zeer wel ver
werpelijk zijn.
Slecht geschreven werken zijn zon
der meer verwerpelijk, christelijk of
wat dan ook Over goed geschreven
werken valt het eind-oordeel echter
toe aan de ethiek. En dat geldt
voor ólle menselijk handelen: van
voetballen tot aan filosoferen toe.
Ik kan mij dan ook levendig voor
stellen dat er ln Nederland behoef
te bestaat aan 'Schrijverskontakt',
een verband van ongeveer zeventig
auteurs die behalve het schrijvers
schap ook een zekere betrokkenheid
bij het christendom hebben.
Dit 'Kontakt' geeft sinds enkele
jaren bundels bijdragen van zijn
leden uit. Zojuist is 'Spoorzoeken in
het donker' aan de markt gekomen
en ik lees in het Voorwoord het
volgende: 'Deze laatste typering
(door mij hierboven geciteerd. Van
D.) is opzettelijk vaag gehouden.
Niet alle leden zullen zichzelf chris
tenen willen noemen. Wel hopen
wij dat dit uiteindelijk van ons
gezegd kan worden, dat er in ons
leven, misschien ook ln ons werk,
lets van Christus zichtbaar werd.
Wat de konsekwenties van deze
min of meer christelijke levenso
vertuiging voor ons schrijversschap
zijn, blijft ook voor ons zelf groten
deels verborgen'.
Vondst
Deze alleszins eerlijke en beschei
den opstelling siert het 'Kontakt'.
De titel van de bundel ls dan ook
voortreffelijk. Een ware vondst. De
bunbei bestaat uit gedichten, essays
en verhalend proza. De gedichten
zijn van Marga Kool. Inge Llevaart.
Rob Ross. Jaap Zijlstra. Nel Veer
man. Corrie van Vollenhoven Op 't
Land. Elisabeth Wljnands, Frank
Daen Anton Ent. Henjo Hekman
en Plet Kalteren.
Het is heel moeilijk, iets zinnigs
over poëzie te zeggen. Wanneer Ie
mand beslist, dat voor hem de te
beoordelen gedichten alle van be
hoorlijk niveau zijn. blijft de zuiver
subjectieve beoordeling over. De
persoonlijke smaak gaat dan beslis
sen. Daarom durf ik geen naam
naar voren te brengen. Deze poëzie
Is naar mijn overtuiging beslist
volwaardig Ik onthoud mij daarom
van het noemen van een naam.
zelfs van die van Inge Llevaart.
Er zijn drie essays: van C. Ouboter.
Hans Werkman en van Jo van Dorp-
Ypma.
Kees Ouboter schrijft over onze
waarneming HIJ doet dat op zijn
eigen, nooit vervelende en nooit
dikdoenerige manier. Maar wel een
beetje langdradig. Ik dacht (hij zal
me de scherts niet kwalijk nemen)
had je nu zoveel woorden nodig om
aan te tonen dat onze waarneming
grillig en subjectief is? Jo van
Dorp is Jo van Dorp driftig, vol
goede bedoelingen en een beetje
(zo kwam het op mij over) ver
ward Maar haar laatste zin maakt
alles meer dan goed.
Het meest heb ik gehad aan het
essay van de De Mérode-kenner
Hans Werkman: 'Mijn hart is een
uit 't nest gevallen vogel', waarin
nij de relatie doorlicht tussen Wil
lem de Mérode en LI Ta! Po Een
volgens mij heel knappe studie over
niet zozeer de poëzie van De Méro
de als wel over de spanning die
kan ontstaan als een christen-dich
ter zich laaft aan bronnen die niet
christelijk zijn.
Het algemeen-menselijke (ook in
religieuze zin) komt dan ter sprake
Dat De Merode ten slotte gekozen
heeft, komt duidelijk uit in dit
fraai essay. De mens, nogmaals, ls
een kiezend wezen.
Proza
Blijft mij over om van de verhalen
de proza-stukken Iets te zeggen.
Dat wordt moeilijk, want ze zijn,
veel meer dan de poëzie en de
essays, verschillend wat het niveau
betreft. Opvallend is, dat ln tegen
overstelling tot vroegere publtka-
ties van het Kontakt, het modieus
modern schrijven ontbreekt. Geen
stiekeme ouderlingen of brandscho
ne hoeren Ook het programmatisch
evangeliseren ontbreekt gelukkig.
Het zijn verhalen waaraan meestal
te merken is dat de auteur of de
femme-auteur zich positief opötelt
ten aanzien van de naaste en de
waarheid.
Ik kan niet alle verhalen naar voren
brengen: ik beperk me tot een
keuze. Auke Jelsma's verhaal draagt
de titel die ook de bundel draagt.
Een man, op zoek naar de werke
lijkheid van lang geleden, blijkt op
zoek te zijn naar de grondslagen
der waarheid. Mink van Rijsdijk
schrijft over een kleine, schuldeloze
schuld die niet meer gedelgd kan
worden en dus bittere pijn veroor
zaakt. Toos Staalman stond een
goed reisverhaal af, dat beslist
meer is dan een reisverhaal. Dan ls
er van Dieuwke Winsemius een
'Historisch Relaas', gaande over de
bekende dominee de la Badle (de
Labadie), e' oUfcist van Franse
origine die volstrekt sulver
kerk van wedergeborenen wilde
stichten en wiens navolgers ln het
Friese Wleuwerd een gemeente on
der de leiding van de beroemde
geleerde Anna Maria van Schuur
man vormden, waar zij uitstierven.
Ik heb het verhaal met groot ge-
noeten gelezen.
Van Dieuwke Winsemius kunnen
we nog eens een echte volwaardige
historische roman verwachten.
A. van der Ent heeft een mij diep
ontroerend verhaal afgestaan, dat
heel wat reacties zou kunnen uit
lokken Ik sta aan de kant van de
hoofdpersoon Zijn daad ls een ver
schrikkelijke. moeilijke geloofsdaad.
Lezers van dit artikel zouden mij
kunnen vragen waarom lk mij niet
onthullender uitdruk. Ik geloof, dat
zij zelf het antwoord op de door
Van der Ent gestelde vraag moeten
geven. Ik vind het een zeer christe
lijk verhaal.
De laatste bijdrage, van Wlm van
de Hulst, geeft mij het meest moei-
te van alle. Het is zonder meer
goed geschreven, maar ln dit ver
haal wordt een romantische perso
nificatie geënt op een volgens mij
zeer aanvechtbaar voorzienigheids-
geloof. Daarenboven wordt in dit
verhaal gesuggereerd alsof onze
laatste levensdaad beslissend zou
zijn voor eeuwig heil of verdoeme
nis. Van de Hulst zwakt dit wel wat
af met zijn laatste zin, maar eerlijk
gezegd, vind lk zijn verhaal, hoe
goed geschreven ook. het meest on
christelijke van alle. Of liever: het
minst aanvaardbaar voor een chris
ten.
Al met al. een fijne bundel, die ik
Een gezamenlijke uitgave van J. H.
SPOORZOEKEN IN HET DONKER
Een gezamenlijke uitgave van J. H.
Kok tc Kampen en 'Boekencen
trum' te Den Haag. Paperback.
Aantal pagina's 174. Prijs 16,90.
Charles Meryon: Xa morque', 1954, ets.
populair. Later volgden, en dat was ln samenwerking
met het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken,
de 'Voyages plttoresques et romantiques dans
l'ancienne France'. Dat was oorspronkelijk een idee
van Justin Taylor en het werd een gigantisch
project: bwinblg foliodelen met niet minder dan 2700
litho's. Er werd in 1820 met de werkzaamheden
gestart en het laatste deel verscheen in 1878. Veel
kunstenaars van naam werkten er aan mee.
Wegbereider
Een van hen - en dat was al ln het prille begin
was Jean-baptist Isabey, een kunstenaar, van wie Je
op z'n minst kunt zeggen, dat hij de lithografie als
kunstvorm een heel eind op weg geholpen heeft.
Zijn litho's zijn van een ongelooflijke fijnzinnigheid
en vooral opvallend door een prachtige lichtval.
Vooral als je bedenkt, dat hij een van de eersten
was, die met deze toch geheel nieuwe techniek
experimenteerde.
Hij gebruikte niet alleen krijt en schraapmes, maar
ook pen en inkt, die hij dan weer met water
aanlengde om tot de meest uiteenlopende tonen te
komen.
Zijn zoon Eugène voegde daar later nog een aan de
steen aangepaste 'zwartekunst'-methode aan toe
waarmee hij licht-donker-verhoudingen bereikte, die
zijn bij uitstek romantische visie extra kracht bij
zette. Dóórdoor en door zijn objectkeuze - zee. oever
en rivier - krijgen zijn prenten nooit dat patheti
sche. dat de romantiek - getuige deze tentoonstelling
- nogal eens ten onrechte ln de schoenen geschoven
wordt. Misschien dat we ons, wal dat betreft, teveel
op de Duitse uitwassen ervan richten.
Want ook een kunstenaar als Louis-Adolphe Hervler,
die typisch-romantische onderwerpen als oude kas
telen en zo, helemaal niet schuwde, gaf die toestan
den topografisch even correct weer, als zijn vele
eigentijdse stads- en havengezichten.
Van Hervier zijn er hier trouwens veel meer etsen
dan litho's: de etskunst, die toen toch al weinig
werd toegepast, was door de snelle opkomst van de
lithografie helemaal in een (bijna) vergeten hoek
gedrongen.
De lithografie was iets nieuws, veel grote kunste
naars gebruikten deze techniek, maar nog veel meer
kleinere en dat liep tenslotte uit op een triomf voor
de goedkope lijstenwinkels. En zo kwam de etskunst
weer naar voren. Over Hervier had lk het al. dan
was er Paul Huet, wiens landschappen, door hun
licht, iets Rembrandtieks hebben, maar tegelijkertijd
had hij al. door de manier waarop hij het landschap
zag, veel gemeen met de schilders van Barbizon.
Apart
En waar moet Je met Meryon heen, met Bresdln of
Redon? Hier en daar in hun werk, kun je, uiteraard,
verwantschap vinden met de ln hun tijd heersenden
stromingen, maar ze staan door hun persoonlijke
visies zó apart, dat een eventuele Indeling 'ergens
bij', hun werk geen enkel recht zou doen.
Charles Meryon's techniek ls zonder meer fabelach
tig, indrukwekkende stadsgezichten, die door de
wonderlijke ruimtewerking en het vaak schulnval-
lende licht een Indruk van een bijna tastbare
plasticiteit geven. Helemaal daarmee in disharmonie,
zo voel Je dat echt wel aan, zijn dan de soms boven
die stadsbeelden vliegende horden, vreemde vliegen
de vissen, paarden of schepen en allerlei monstrueu
ze gedrochten. Voor de etsen van Rodolphe Bresdln
moet Je wel even tijd nemen. Op iedere millmeter is
leven, vreemde diertjes tussen de bladeren, alles
leeft, zelfs de takken van de bomen lijken je aan te
zien. Volgens Claude Roger Marx, een groot kenner
van de 19e eeuwse prentkunst was hij een eenzame
zonderling, die zijn eerste etsen - die hij maakte
toen hij 17 was - afdrukte met schoensmeer. Hij
had altijd veel dieren om zich heen. Ze zijn terug te
vinden op zijn meest bekende litho, waar hij de
barmhartige Samaritaan nu eens niet op een ezeltje
ten tonele voert. maar. onverwacht logisch, op een
kameel.
Redon ls helemaal een hoofdstuk apart en eigenlijk
is deze kunstenaar nog nauwelijks ln te passen In
het thema van deze expositie. Maar als afsluiting
daarvan Interessant genoeg. Zoals deze hele tentoon
stelling. die. als je er de tijd voor neemt, bijzonder
veel te bieden heeft.
oor G. Kruis
moet tekenen op de steen, een beetje zwarten,
g ibp rondwrijven om het modelé goed te krijgen,
karna moet u het zwart afzwakken met het
P^[hraapmes en oppassen de steen niet te be-
gejhadigen. Enig risico moet u nemen, maar dan
Hetjunt u er ook mee toveren'.
[lat schreef Delacroix ln 1834 aan een van zijn
Mrlingen over de techniek van het lithograferen,
it tekenen op steen. En hoe er mee getoverd werd.
e ze er die eerste decennia na de ontdekking van
'Steindruckerey (door Senefelder, in München)
jee experimenteerden, is nu te zien op de tentoon-
Jelling 'Het Romantische landschap ln de Franse
Tafiek', die tot 10 augustus ln het Haags Gemeente-
luseum gehouden wordt.
ntdekking van de steendruk, en dat ls eigenlijk
ch Iets anders dan uitvinden, want Aloysius Sene-
jlder had er niet naar gezócht. Op een - voor de
•aflek - goede dag, noteerde hij de rekening van de
isvrouw op een gladde steen en dat was de
knleiding tot de uitvinding van de lithografie,
jaar Senefelder dacht toen zelfs niet ln de verste
frte, dat zijn uitvinding ooit door kunstenaars
ïbruikt zou worden. De mogelijkheden, die hij erin
tfarén zakelijk, b.v. voor het vermenigvuldigen
Tfa teksten en vooral ook van bladmuziek.
Kon natuurlijk niet uitblijven dat kunstenaars
telit kregen van het nieuwe procédé, maar in eerste
jstantie ging het hen om de afdrukken, zonder dat
•^ien zich enige rekenschap gaf van de vele moge-
'tjkhèden die deze techniek te bieden had.
Jeproductie
laar 't gaat hier over de Franse grafiek: al in 1802
jas er ook een litho-pers beschikbaar in Frankrijk,
laar die werd voorlopig ook nog voor diverse
fkelijke doeleinden gebruikt. Op een gegeven mo-
ient kwam men toch op de gedachte dat er
ilsschien wel iets in zat met deze methode de
philderijén uit het Musée Napoléon te reproduceren,
[at leverde niet veel op. 'De lithografie, aldus
kmensteller John Sillevis, 'was er al, maar er waren
tog geen llthografen'. Die kwamen er pas door het
hthousiaste doordouwen van twee drukkers, die niet
Heen bróód zagen ln het procédé, maar die vooral
pertuigd waren van de verschillende toepassings
mogelijkheden op het gebied van de beeldende
»t.
dat uit te "proberen wisten zij - Engelmann en
graaf De Lasteyrie - verschillende bekende kun-
maars te interesseren voor het lithograferen,
zijn hier een paar van die vroege voorbeelden -
expositie begint ermee - een van de vele paarden
Carle Vernet en een paar dramatische taferelen
il opofferend heldendom van zijn zoon Horace.
.arfijn getekend maar toch ook duidelijk tastend,
lifelend; tekeningen, die ze ook direct zo op het
lapier gemaakt zouden kunnen hebben, strak en
pntonig van sfeer, omdat ze de mogelijkheden van
iet medium helemaal niet kenden,
daar dat groeide vanzelf, want er bleek liefhebberij
•r de litho te zijn, ook bij het publiek. Waar-
ijnlijk vooral, omdat een litho, anders dan een
j, een houtsnede of een gravure, voor buitenstaan-
Iers veel meer op een 'echte' tekening lijkt,
lo begon Engelmann, de drukker, al vroeg met het
jltgeven van mappen met litho's en die werden 6nel
door T. van Deel
Bonington 'Rue du Gros-Horlo
ge a Rouen', 1824. Litho uit 'Voyages pittores-
ques et romantiques dans l'ancienne France'.
Het debuut van de 27-jarige Engelse schrijver Ian McEwan heeft
nogal wat publiciteit veroorzaakt. Een groot stuk van Peeters in
Vrij Nederland liet meteen weten dat we hier met een zeldzaam
talent te maken hebben. Donkers in de Haagse Post bekende ja
loers op McEwans debuut te zijn. Proper interviewde de auteur
kritiekloos maar bewonderend in weer een andere Vrij Nederland.
Daar kunnen we ook al lezen dat Kooiman en Donkers een lijvig
gesprek met hem hielden voor een komend nummer van De
Revisor.
Wat mag dat wel voor Iets bijzon
ders wezen, vraag je je dan af? Een
auteur wiens werk zo opvalt, dat er
maar liefst gelijktijdig een Engelse
en een (vertaalde) Nederlandse
editie van zijn debuut verschijnt.
Ik moet bekennen wat huiverig te
genover zoveel enthousiasme te
staan. De wereld zit vol met schrij
vers en het zegt me op zicty^elf niet
veel dat McEwan eerder .^verhalen
publiceerde in Transatlantic Re-
view. TriQuarterly, Time i Out en
American Review allemaal res
pectabele. zeer respectabele tijd
schriften. maar er wordt zoveel ge
schreven en waarom nu juist,McE
wan zo met aandacht gefêteerd?
In eigen land was het laatste half
Jaar goed voor heel wat geslaagde
verhalenbundels. Ik noem er maar
enkele. Doeschka Meijsing debu
teerde perfect (een woord dat in de
McEwan-recensies nogal eens valt)
met De hanen. Dirk Ayelt Koolman
verraste met Souvenirs. Kees Ver
heul bundelde ln Kontakt met de
vijand enkele zuivere en intelligent
vertelde Rusland-ervaringen. Ru-
dolf Geel leverde met Bitter en zoet
drie erg leesbare en vakkundige
verhalen die meteen in tweede druk
moesten. Daar heeft Henk Romljn
Meijer wat langer op moeten wach
ten: goede oude en nieuwe verha
len van hem verschenen onder de
titel Tweede druk. En Martin Hart
overtrof Wolkers met Het. vrome
volk. Allemaal werk waar lk min of
meer mijn pet voor afneem en dat
ook min of meer wel waardering
heeft ondervonden van de kritiek.
Toch is bij mijn weten geen van
hen gevraagd of hij ooit aan de
mogelijkheid heeft gedacht binnen
kort 'een zeer beroemd schrijver' te
zijn, een vraag die Proper wel
meende McEwan te moeten stellen.
Ik ga zo op deze 'voorgeschiedenis'
Ln omdat elke recensent, net als
elke lezer, onder invloed staat van
de publiciteitsmedia. Men hoeft er
nog geen complot achter te zien
om McEwan te pushen om toch
enigszins sceptisch te staan tegeno
ver zoveel plotselinge aandacht.
Aldus gestemd ging lk 'De laatste
dag van de zomer' lezen, een bun
del met acht verhalen, waarin naar
McEwans eigen woorden 'varianten
van het begrip 'Inwijding' verwerkt
zijn, soms goed- soms kwaadaardig.
Het lijkt me niet zozeer een Inwij
ding van jeugd in volwassenheid of
van illusie ln waarheid, maar van
de ene fantasie ln de andere'.
Daarom geeft McEwan een sleutel
ln handen om tot een dlepergaande
interpretatie te komen van zijn ge
schiedenissen. Het ls waar dat alle
verhalen zich toespitsen op de
grensgevoelens tussen Jeugd en vol
wassenheid. Dat komt vooral tof.
uitdrukking op het vlak van de
sexualiteit, maar ook ln wijdere zin
wordt het staan op de drempel van
een nieuw Inzicht verbeeld.
Niet voor niets heet een verhaal
'Vermommingen'. Daarin wordt het
probleem om te doorzien centraal
gesteld. Een toneelspeelster geeft
haar vak eraan om een weeskind
uit de familie op te voeden. Zij zet
echter het spel binnenskamers
voort: elke dag ligt er op het bed
van de Jongen, als hij uit school
komt. een ander kostuum, dat hij
aan moet trekken. En elke dag
ontmoeten zij elkaar, beiden ver
kleed. bij het eten. De wereld doet
zich zodoende ln vermomming voor
aan de longen en het ls zijn obses
sie er meer van te begrijpen.
In al deze verhalen speelt die be
hoefte door te dringen ln vermoe
de. maar onbekende gebieden een
rol: elk van de figuren bevindt zich
In overdrachtelijke zin op de laat
ste dag van de zomer Het verhaal
Huisvlijt' beschrijft hoe een puber
zichzelf, met hulp van zijn zusje,
inwijdt In de mysteriën der mense
lijke sevTiailtelt, Het ls een verhaal
uit één stuk. met een overvloed aan
betekenisvolle uitweidingen, scherp
en humoristisch van toon en vaak
ook heel gevoelig, met een mooi
melancholische conclusie: 'Ik had
het gehaald naar de wereld van de
volwassenen en daar was li blij
om'.
Dit verhaal mist een eigenschap
waar naar mijn smaak enkele an
dere onder lijden Het ls bij McE-