Toveren met steen en etsnaald Over geitenfokkers en christelijke literatoren De laatste dag van de zomer M meulenhoff amsterdam Simon Vestdijk De toekomst der religie -JJtfW/KWARTET ZATERDAG 19 JULI 1975. KUNST PS15-RH9 Ian McEwan in Amsterdam wan zo hij zegt het zelf dat de ene wereld wordt verruild voor de andere, er vindt in zekere zin een zekere overgang plaats van de ene verbeelding (van hoe de wereld in elkaar steekt) in de andere ver beelding (van hoe etc.). Wij maken ons voorstellingen van de wereld en proberen vermommingen te on derkennen. Hoe meer wij het mas ker van de wereld aftrekken hoe meer wij het idee hebben 'volwas sen' te worden Het ls dit ontdek kingsproces dat gelijkstaat met het overgaan' van de ene fantasie in de andere' waar de verhalen van McEwan over gaan. Om zijn thema wat sterker aan te zetten, klaarblijkelijk met de ge dachte dat daardoor de lezer on- ontkoombaarder in de greep van het verhaal blijft, voert McEwan vaak iets geheimzinnigs in. iets ob sessioneels. dat weldra absurde, fantastische proporties krijgt. Het is ln dit opzicht dat ik zijn verha len wat 'handig' en 'modieus' vind. De verschrikkelijke voorvallen die een zware symboolwaarde verkrij gen doordat ze optreden in een overigens betrekkelijk kalm-ge- spannen kontext. vormen de zwak ste momenten in dit werk. De ver drinkingsdood aan het slot van het titelverhaal, de moord op het eind van "Vlinders', het zijn wel hard aankomende, maar toch ongeëigen de middelen om de lezer te treffen. Zo bestaat het verhaal 'Stereome trie uit een opeenstapeling van fantastische elementen, waar een massa betekenis aan wordt ver leend. echter zonder dat daardoor de tekst erg aangrijpend wordt: het blijft een curieus verhaal over Ie mand die uit dagboeken van zijn overgrootvader leert hoe hij Iets kan laten verdwijnen en die sinis tere verdwijning-truc toepast op zijn vrouw. Ook het slotverhaal Eerste liefde en laatste riten' lijdt onder een te opzettelijke symboli sche parallel. Dit alles neemt niet weg dat McE- wans verhalen er zijn mogen. Ik ken ze alleen ln vertaling die voortreffelijk, als Nederlands, leest en moet zeggen dat McEwan vlot en vakkundig schrijft, met oog voor detail en gevoel voor toon. Ook ik ben dus blij met dit zo snel uit Engeland tot ons gekomen debuut. Maar net zo blij als ik ben met Doeschka Meijnlng, met Dirk Ayelt Kooiman en al die ad- neren Niet alles wat van over de grenzen komt Is dóórom beter. Ian McEwan. De laatste dag van de zomer. Vertaling Heieen ten Holt. De Harmonie, Amsterdam. 1975. 160 blz. ƒ14.90. Vestdijks beroemde boek over de godsdienst dat nog altijd aan- Ideeën. Meulenhoff Editie 374, leiding geeft tot polemieken. 368 blz., nu met register. (ADVERTENTIE) ::ar i?e: Ti Ijigène Isabye: 'Donjon de Polignac' 1831, litho 'ki i door J. van Doorne Ik kan mij voorstellen, dat de noodzaak van een protestants- christelijke geitenfokkers-vereniging door velen niet wordt inge zien. Ik zie er de noodzaak evenmin van in. Maar dat wil nog niet zeggen dat ik smalend zou willen praten over zulk een vereniging. Het recht van vereniging is $en goed democratisch recht en er aijn minder goede grondslagen te be denken dan die van een levenso vertuiging. Mógen die geiten fokkers misschien? Onverdraagzaamheid komt ook voor buiten christelijke kringen. En méér dan we soms denken. Maar ik zie wèl de noodzaak in qan een organisatorisch contact tussen auteurs die. hoe dan ook. zich. ge ïnspireerd voelen door, althans izich ln bepaald opzicht verbonden voe len met het evangelie. Geïnspireerd dóór betekent begeesterd dóór. En dat houdt een eigen problematiek ln. Kiezen Dat Is niet zo vreemd Elke verbon denheid houdt problematiek in. Zeker wie zich bezighoudt met lite ratuur. zal met problemen te ma ken hebben. De literatuur ontstaat aan de frontlinie van het gevecht tussen goed en kwaad De mens is per definitie een kiezend wezen Geen enkele auteur kan zich aan keuze onttrekken. Neutraliteit is een onmogelijkheid. Nu zou men kunnen tegenwerpen, dat gewone verstroollngs-lectuur of tot licht vermaak geschreven ver halen toch buiten dat vechtveld van goed en kwaad rallen. Maar dat is beslist niet waar Want alleen al de keuze van onderwerp en de keuze van de wijze van be werken en verwerken van het on derwerp voltrekt zich binnen dat spanningsveld van goed en kwaad. Hoe veel te meer geldt dit voor dié literatuur die getuigen wil. Litera tuur is nooit slechts noteren, op fraaie, beeldende wijze noteren en rangschikken van wat het leven te bieden heeft. Hoe zou dat kunnen? De levensverschijnselen zijn zó overstelpend vele. dat de enkele die daarvan in een literair werk ver beeld kunnen worden, numeriek in het niet verdwijnen. Er moet dus gekozen worden en dat houdt in terpretatie en beoordeling van het leven in. En nu heb Ik het nog slecht^ over de feitelijke Inhoud, dus over wét wordt gezegd. Maar daarbij komt het hóé Hoe beschrijft men? Ver heerlijkend, verrukt, met afkeer? En dan is er nog de boodschap, de tendens, het geëngageerd-zljn. Grote auteurs zoals Francois Maurl- ac. Julien Green of Helnrich Boll schreven niet slechts om literair bezig te zijn. maar zij schreven en schrijven omdat zij hun Inzicht op de lezers wilden overbrengen. Het is dus een dwaasheid om te beweren dat christelijke literatuur per definitie inferieur zou zijn. Waarom zou het evangelie geen in spiratie-bron mogen zijn? Toch ge beurt dit nog vaak. vooral in Ne derland. Zo kan het gebeuren dat volwaardige poëzie die een christe lijke signatuur draagt, betiteld wordt als stichtelijke rijmen die esthetisch noch ethisch (sic) door de beugel kunnen. Dat vind Ik dom. rancuneus en dus onwetenschappelijk. Hier kan een misverstand ontstaan. Een literair werk moet allereerst beoordeeld worden naar zijn lite raire kwaliteiten. Een christelijke roman is nooit goed omdat hij christelijk Ls, maar alleen dón als hij goed geschreven ls. Het omge keerde Is ook waar Een literair uitstekend werk kan zeer wel ver werpelijk zijn. Slecht geschreven werken zijn zon der meer verwerpelijk, christelijk of wat dan ook Over goed geschreven werken valt het eind-oordeel echter toe aan de ethiek. En dat geldt voor ólle menselijk handelen: van voetballen tot aan filosoferen toe. Ik kan mij dan ook levendig voor stellen dat er ln Nederland behoef te bestaat aan 'Schrijverskontakt', een verband van ongeveer zeventig auteurs die behalve het schrijvers schap ook een zekere betrokkenheid bij het christendom hebben. Dit 'Kontakt' geeft sinds enkele jaren bundels bijdragen van zijn leden uit. Zojuist is 'Spoorzoeken in het donker' aan de markt gekomen en ik lees in het Voorwoord het volgende: 'Deze laatste typering (door mij hierboven geciteerd. Van D.) is opzettelijk vaag gehouden. Niet alle leden zullen zichzelf chris tenen willen noemen. Wel hopen wij dat dit uiteindelijk van ons gezegd kan worden, dat er in ons leven, misschien ook ln ons werk, lets van Christus zichtbaar werd. Wat de konsekwenties van deze min of meer christelijke levenso vertuiging voor ons schrijversschap zijn, blijft ook voor ons zelf groten deels verborgen'. Vondst Deze alleszins eerlijke en beschei den opstelling siert het 'Kontakt'. De titel van de bundel ls dan ook voortreffelijk. Een ware vondst. De bunbei bestaat uit gedichten, essays en verhalend proza. De gedichten zijn van Marga Kool. Inge Llevaart. Rob Ross. Jaap Zijlstra. Nel Veer man. Corrie van Vollenhoven Op 't Land. Elisabeth Wljnands, Frank Daen Anton Ent. Henjo Hekman en Plet Kalteren. Het is heel moeilijk, iets zinnigs over poëzie te zeggen. Wanneer Ie mand beslist, dat voor hem de te beoordelen gedichten alle van be hoorlijk niveau zijn. blijft de zuiver subjectieve beoordeling over. De persoonlijke smaak gaat dan beslis sen. Daarom durf ik geen naam naar voren te brengen. Deze poëzie Is naar mijn overtuiging beslist volwaardig Ik onthoud mij daarom van het noemen van een naam. zelfs van die van Inge Llevaart. Er zijn drie essays: van C. Ouboter. Hans Werkman en van Jo van Dorp- Ypma. Kees Ouboter schrijft over onze waarneming HIJ doet dat op zijn eigen, nooit vervelende en nooit dikdoenerige manier. Maar wel een beetje langdradig. Ik dacht (hij zal me de scherts niet kwalijk nemen) had je nu zoveel woorden nodig om aan te tonen dat onze waarneming grillig en subjectief is? Jo van Dorp is Jo van Dorp driftig, vol goede bedoelingen en een beetje (zo kwam het op mij over) ver ward Maar haar laatste zin maakt alles meer dan goed. Het meest heb ik gehad aan het essay van de De Mérode-kenner Hans Werkman: 'Mijn hart is een uit 't nest gevallen vogel', waarin nij de relatie doorlicht tussen Wil lem de Mérode en LI Ta! Po Een volgens mij heel knappe studie over niet zozeer de poëzie van De Méro de als wel over de spanning die kan ontstaan als een christen-dich ter zich laaft aan bronnen die niet christelijk zijn. Het algemeen-menselijke (ook in religieuze zin) komt dan ter sprake Dat De Merode ten slotte gekozen heeft, komt duidelijk uit in dit fraai essay. De mens, nogmaals, ls een kiezend wezen. Proza Blijft mij over om van de verhalen de proza-stukken Iets te zeggen. Dat wordt moeilijk, want ze zijn, veel meer dan de poëzie en de essays, verschillend wat het niveau betreft. Opvallend is, dat ln tegen overstelling tot vroegere publtka- ties van het Kontakt, het modieus modern schrijven ontbreekt. Geen stiekeme ouderlingen of brandscho ne hoeren Ook het programmatisch evangeliseren ontbreekt gelukkig. Het zijn verhalen waaraan meestal te merken is dat de auteur of de femme-auteur zich positief opötelt ten aanzien van de naaste en de waarheid. Ik kan niet alle verhalen naar voren brengen: ik beperk me tot een keuze. Auke Jelsma's verhaal draagt de titel die ook de bundel draagt. Een man, op zoek naar de werke lijkheid van lang geleden, blijkt op zoek te zijn naar de grondslagen der waarheid. Mink van Rijsdijk schrijft over een kleine, schuldeloze schuld die niet meer gedelgd kan worden en dus bittere pijn veroor zaakt. Toos Staalman stond een goed reisverhaal af, dat beslist meer is dan een reisverhaal. Dan ls er van Dieuwke Winsemius een 'Historisch Relaas', gaande over de bekende dominee de la Badle (de Labadie), e' oUfcist van Franse origine die volstrekt sulver kerk van wedergeborenen wilde stichten en wiens navolgers ln het Friese Wleuwerd een gemeente on der de leiding van de beroemde geleerde Anna Maria van Schuur man vormden, waar zij uitstierven. Ik heb het verhaal met groot ge- noeten gelezen. Van Dieuwke Winsemius kunnen we nog eens een echte volwaardige historische roman verwachten. A. van der Ent heeft een mij diep ontroerend verhaal afgestaan, dat heel wat reacties zou kunnen uit lokken Ik sta aan de kant van de hoofdpersoon Zijn daad ls een ver schrikkelijke. moeilijke geloofsdaad. Lezers van dit artikel zouden mij kunnen vragen waarom lk mij niet onthullender uitdruk. Ik geloof, dat zij zelf het antwoord op de door Van der Ent gestelde vraag moeten geven. Ik vind het een zeer christe lijk verhaal. De laatste bijdrage, van Wlm van de Hulst, geeft mij het meest moei- te van alle. Het is zonder meer goed geschreven, maar ln dit ver haal wordt een romantische perso nificatie geënt op een volgens mij zeer aanvechtbaar voorzienigheids- geloof. Daarenboven wordt in dit verhaal gesuggereerd alsof onze laatste levensdaad beslissend zou zijn voor eeuwig heil of verdoeme nis. Van de Hulst zwakt dit wel wat af met zijn laatste zin, maar eerlijk gezegd, vind lk zijn verhaal, hoe goed geschreven ook. het meest on christelijke van alle. Of liever: het minst aanvaardbaar voor een chris ten. Al met al. een fijne bundel, die ik Een gezamenlijke uitgave van J. H. SPOORZOEKEN IN HET DONKER Een gezamenlijke uitgave van J. H. Kok tc Kampen en 'Boekencen trum' te Den Haag. Paperback. Aantal pagina's 174. Prijs 16,90. Charles Meryon: Xa morque', 1954, ets. populair. Later volgden, en dat was ln samenwerking met het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken, de 'Voyages plttoresques et romantiques dans l'ancienne France'. Dat was oorspronkelijk een idee van Justin Taylor en het werd een gigantisch project: bwinblg foliodelen met niet minder dan 2700 litho's. Er werd in 1820 met de werkzaamheden gestart en het laatste deel verscheen in 1878. Veel kunstenaars van naam werkten er aan mee. Wegbereider Een van hen - en dat was al ln het prille begin was Jean-baptist Isabey, een kunstenaar, van wie Je op z'n minst kunt zeggen, dat hij de lithografie als kunstvorm een heel eind op weg geholpen heeft. Zijn litho's zijn van een ongelooflijke fijnzinnigheid en vooral opvallend door een prachtige lichtval. Vooral als je bedenkt, dat hij een van de eersten was, die met deze toch geheel nieuwe techniek experimenteerde. Hij gebruikte niet alleen krijt en schraapmes, maar ook pen en inkt, die hij dan weer met water aanlengde om tot de meest uiteenlopende tonen te komen. Zijn zoon Eugène voegde daar later nog een aan de steen aangepaste 'zwartekunst'-methode aan toe waarmee hij licht-donker-verhoudingen bereikte, die zijn bij uitstek romantische visie extra kracht bij zette. Dóórdoor en door zijn objectkeuze - zee. oever en rivier - krijgen zijn prenten nooit dat patheti sche. dat de romantiek - getuige deze tentoonstelling - nogal eens ten onrechte ln de schoenen geschoven wordt. Misschien dat we ons, wal dat betreft, teveel op de Duitse uitwassen ervan richten. Want ook een kunstenaar als Louis-Adolphe Hervler, die typisch-romantische onderwerpen als oude kas telen en zo, helemaal niet schuwde, gaf die toestan den topografisch even correct weer, als zijn vele eigentijdse stads- en havengezichten. Van Hervier zijn er hier trouwens veel meer etsen dan litho's: de etskunst, die toen toch al weinig werd toegepast, was door de snelle opkomst van de lithografie helemaal in een (bijna) vergeten hoek gedrongen. De lithografie was iets nieuws, veel grote kunste naars gebruikten deze techniek, maar nog veel meer kleinere en dat liep tenslotte uit op een triomf voor de goedkope lijstenwinkels. En zo kwam de etskunst weer naar voren. Over Hervier had lk het al. dan was er Paul Huet, wiens landschappen, door hun licht, iets Rembrandtieks hebben, maar tegelijkertijd had hij al. door de manier waarop hij het landschap zag, veel gemeen met de schilders van Barbizon. Apart En waar moet Je met Meryon heen, met Bresdln of Redon? Hier en daar in hun werk, kun je, uiteraard, verwantschap vinden met de ln hun tijd heersenden stromingen, maar ze staan door hun persoonlijke visies zó apart, dat een eventuele Indeling 'ergens bij', hun werk geen enkel recht zou doen. Charles Meryon's techniek ls zonder meer fabelach tig, indrukwekkende stadsgezichten, die door de wonderlijke ruimtewerking en het vaak schulnval- lende licht een Indruk van een bijna tastbare plasticiteit geven. Helemaal daarmee in disharmonie, zo voel Je dat echt wel aan, zijn dan de soms boven die stadsbeelden vliegende horden, vreemde vliegen de vissen, paarden of schepen en allerlei monstrueu ze gedrochten. Voor de etsen van Rodolphe Bresdln moet Je wel even tijd nemen. Op iedere millmeter is leven, vreemde diertjes tussen de bladeren, alles leeft, zelfs de takken van de bomen lijken je aan te zien. Volgens Claude Roger Marx, een groot kenner van de 19e eeuwse prentkunst was hij een eenzame zonderling, die zijn eerste etsen - die hij maakte toen hij 17 was - afdrukte met schoensmeer. Hij had altijd veel dieren om zich heen. Ze zijn terug te vinden op zijn meest bekende litho, waar hij de barmhartige Samaritaan nu eens niet op een ezeltje ten tonele voert. maar. onverwacht logisch, op een kameel. Redon ls helemaal een hoofdstuk apart en eigenlijk is deze kunstenaar nog nauwelijks ln te passen In het thema van deze expositie. Maar als afsluiting daarvan Interessant genoeg. Zoals deze hele tentoon stelling. die. als je er de tijd voor neemt, bijzonder veel te bieden heeft. oor G. Kruis moet tekenen op de steen, een beetje zwarten, g ibp rondwrijven om het modelé goed te krijgen, karna moet u het zwart afzwakken met het P^[hraapmes en oppassen de steen niet te be- gejhadigen. Enig risico moet u nemen, maar dan Hetjunt u er ook mee toveren'. [lat schreef Delacroix ln 1834 aan een van zijn Mrlingen over de techniek van het lithograferen, it tekenen op steen. En hoe er mee getoverd werd. e ze er die eerste decennia na de ontdekking van 'Steindruckerey (door Senefelder, in München) jee experimenteerden, is nu te zien op de tentoon- Jelling 'Het Romantische landschap ln de Franse Tafiek', die tot 10 augustus ln het Haags Gemeente- luseum gehouden wordt. ntdekking van de steendruk, en dat ls eigenlijk ch Iets anders dan uitvinden, want Aloysius Sene- jlder had er niet naar gezócht. Op een - voor de •aflek - goede dag, noteerde hij de rekening van de isvrouw op een gladde steen en dat was de knleiding tot de uitvinding van de lithografie, jaar Senefelder dacht toen zelfs niet ln de verste frte, dat zijn uitvinding ooit door kunstenaars ïbruikt zou worden. De mogelijkheden, die hij erin tfarén zakelijk, b.v. voor het vermenigvuldigen Tfa teksten en vooral ook van bladmuziek. Kon natuurlijk niet uitblijven dat kunstenaars telit kregen van het nieuwe procédé, maar in eerste jstantie ging het hen om de afdrukken, zonder dat •^ien zich enige rekenschap gaf van de vele moge- 'tjkhèden die deze techniek te bieden had. Jeproductie laar 't gaat hier over de Franse grafiek: al in 1802 jas er ook een litho-pers beschikbaar in Frankrijk, laar die werd voorlopig ook nog voor diverse fkelijke doeleinden gebruikt. Op een gegeven mo- ient kwam men toch op de gedachte dat er ilsschien wel iets in zat met deze methode de philderijén uit het Musée Napoléon te reproduceren, [at leverde niet veel op. 'De lithografie, aldus kmensteller John Sillevis, 'was er al, maar er waren tog geen llthografen'. Die kwamen er pas door het hthousiaste doordouwen van twee drukkers, die niet Heen bróód zagen ln het procédé, maar die vooral pertuigd waren van de verschillende toepassings mogelijkheden op het gebied van de beeldende »t. dat uit te "proberen wisten zij - Engelmann en graaf De Lasteyrie - verschillende bekende kun- maars te interesseren voor het lithograferen, zijn hier een paar van die vroege voorbeelden - expositie begint ermee - een van de vele paarden Carle Vernet en een paar dramatische taferelen il opofferend heldendom van zijn zoon Horace. .arfijn getekend maar toch ook duidelijk tastend, lifelend; tekeningen, die ze ook direct zo op het lapier gemaakt zouden kunnen hebben, strak en pntonig van sfeer, omdat ze de mogelijkheden van iet medium helemaal niet kenden, daar dat groeide vanzelf, want er bleek liefhebberij •r de litho te zijn, ook bij het publiek. Waar- ijnlijk vooral, omdat een litho, anders dan een j, een houtsnede of een gravure, voor buitenstaan- Iers veel meer op een 'echte' tekening lijkt, lo begon Engelmann, de drukker, al vroeg met het jltgeven van mappen met litho's en die werden 6nel door T. van Deel Bonington 'Rue du Gros-Horlo ge a Rouen', 1824. Litho uit 'Voyages pittores- ques et romantiques dans l'ancienne France'. Het debuut van de 27-jarige Engelse schrijver Ian McEwan heeft nogal wat publiciteit veroorzaakt. Een groot stuk van Peeters in Vrij Nederland liet meteen weten dat we hier met een zeldzaam talent te maken hebben. Donkers in de Haagse Post bekende ja loers op McEwans debuut te zijn. Proper interviewde de auteur kritiekloos maar bewonderend in weer een andere Vrij Nederland. Daar kunnen we ook al lezen dat Kooiman en Donkers een lijvig gesprek met hem hielden voor een komend nummer van De Revisor. Wat mag dat wel voor Iets bijzon ders wezen, vraag je je dan af? Een auteur wiens werk zo opvalt, dat er maar liefst gelijktijdig een Engelse en een (vertaalde) Nederlandse editie van zijn debuut verschijnt. Ik moet bekennen wat huiverig te genover zoveel enthousiasme te staan. De wereld zit vol met schrij vers en het zegt me op zicty^elf niet veel dat McEwan eerder .^verhalen publiceerde in Transatlantic Re- view. TriQuarterly, Time i Out en American Review allemaal res pectabele. zeer respectabele tijd schriften. maar er wordt zoveel ge schreven en waarom nu juist,McE wan zo met aandacht gefêteerd? In eigen land was het laatste half Jaar goed voor heel wat geslaagde verhalenbundels. Ik noem er maar enkele. Doeschka Meijsing debu teerde perfect (een woord dat in de McEwan-recensies nogal eens valt) met De hanen. Dirk Ayelt Koolman verraste met Souvenirs. Kees Ver heul bundelde ln Kontakt met de vijand enkele zuivere en intelligent vertelde Rusland-ervaringen. Ru- dolf Geel leverde met Bitter en zoet drie erg leesbare en vakkundige verhalen die meteen in tweede druk moesten. Daar heeft Henk Romljn Meijer wat langer op moeten wach ten: goede oude en nieuwe verha len van hem verschenen onder de titel Tweede druk. En Martin Hart overtrof Wolkers met Het. vrome volk. Allemaal werk waar lk min of meer mijn pet voor afneem en dat ook min of meer wel waardering heeft ondervonden van de kritiek. Toch is bij mijn weten geen van hen gevraagd of hij ooit aan de mogelijkheid heeft gedacht binnen kort 'een zeer beroemd schrijver' te zijn, een vraag die Proper wel meende McEwan te moeten stellen. Ik ga zo op deze 'voorgeschiedenis' Ln omdat elke recensent, net als elke lezer, onder invloed staat van de publiciteitsmedia. Men hoeft er nog geen complot achter te zien om McEwan te pushen om toch enigszins sceptisch te staan tegeno ver zoveel plotselinge aandacht. Aldus gestemd ging lk 'De laatste dag van de zomer' lezen, een bun del met acht verhalen, waarin naar McEwans eigen woorden 'varianten van het begrip 'Inwijding' verwerkt zijn, soms goed- soms kwaadaardig. Het lijkt me niet zozeer een Inwij ding van jeugd in volwassenheid of van illusie ln waarheid, maar van de ene fantasie ln de andere'. Daarom geeft McEwan een sleutel ln handen om tot een dlepergaande interpretatie te komen van zijn ge schiedenissen. Het ls waar dat alle verhalen zich toespitsen op de grensgevoelens tussen Jeugd en vol wassenheid. Dat komt vooral tof. uitdrukking op het vlak van de sexualiteit, maar ook ln wijdere zin wordt het staan op de drempel van een nieuw Inzicht verbeeld. Niet voor niets heet een verhaal 'Vermommingen'. Daarin wordt het probleem om te doorzien centraal gesteld. Een toneelspeelster geeft haar vak eraan om een weeskind uit de familie op te voeden. Zij zet echter het spel binnenskamers voort: elke dag ligt er op het bed van de Jongen, als hij uit school komt. een ander kostuum, dat hij aan moet trekken. En elke dag ontmoeten zij elkaar, beiden ver kleed. bij het eten. De wereld doet zich zodoende ln vermomming voor aan de longen en het ls zijn obses sie er meer van te begrijpen. In al deze verhalen speelt die be hoefte door te dringen ln vermoe de. maar onbekende gebieden een rol: elk van de figuren bevindt zich In overdrachtelijke zin op de laat ste dag van de zomer Het verhaal Huisvlijt' beschrijft hoe een puber zichzelf, met hulp van zijn zusje, inwijdt In de mysteriën der mense lijke sevTiailtelt, Het ls een verhaal uit één stuk. met een overvloed aan betekenisvolle uitweidingen, scherp en humoristisch van toon en vaak ook heel gevoelig, met een mooi melancholische conclusie: 'Ik had het gehaald naar de wereld van de volwassenen en daar was li blij om'. Dit verhaal mist een eigenschap waar naar mijn smaak enkele an dere onder lijden Het ls bij McE-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 9