In de schaduw
van Marx
Theologen keken lang
alleen naar de teksten
/lfcaill£lfo
Zeg mij hoe gij zingt...
Vandaaga.
Amerikaanse katholieke
over geweldloosheid
Nieuwe boe/a
TROtJW KWARTET ZATERDAG 19 JULI 1975.
W/K
door dr. C. Rijnsdorp
Aanleiding tot dit stukje zijn twee boekwerken. In de eerste
plaats een lijvige aflevering (407 blz.) van het tijdschrift Te
Elfder Ure, een publicatie van de Socialistische Uitgeverij Nij
megen en wel over het Marxisties Wetenschapsbegrip 12,50),
met teksten van Marx, Kautsky, Hilferding, Lukacs, Korsch
en voorts stukken van latere auteurs, zoals Althusser. Dan
ten tweede een bijzonder duidelijk en deskundig boek van dr.
R. C. Kwant (geb. 1918), getiteld De visie van Marx (uitg.
Boom, Meppel, 214 blz., 19.90).
In het eerstgenoemde werk, een
soort rode bijbel, verkeert de
lezer geheel in de sfeer van een
bijna als geloof aangehangen,
marxistisch socialisme. Een we
reld op zichzelf, met zijn klas
sieke teksten, uiteenlopende in
terpretaties en zijn taalgebruik
dat voor niet-ingewijden vaak
nauwelijks begrijpelijk is. Het
tweede boek is één en al helder
heid en leesbaarheid. Hier is een
man aan het woord, die de grote
betekenis van Marx ten volle
recht doet. diens actualiteit voor
de huidige, wereldwijde stand
van zaken erkent, zonder even
wel marxist te zijn. Een model
van uiteenzetting en beoordeling
binnen de grenzen van de stof
zelf, een schoolvoorbeeld van
immanente kritiek.
Dr. Kwant behandelt Marx' le
ven, zijn mensbeschouwing, wat
Marx verstond onder geschiede
nis en dialectiek en vervolgens
wat de auteur noemt 'het pri
maat van de productieve exis
tentie'. een op het oog moeilijke
term die nader wordt uitgelegd.
Dat komt natuurlijk de ver
vreemding ter sprake, een kern
gedachte van Marx - op het
voetspoor van Hegel - die tot
modewoord is geworden, en ver
volgens het toekomstbeeld van
Marx. Een geheel hoofdstuk ge
wijd aan de verschillende uitleg
gingen en opvattingen van wat
marxisme is of heet te zijn,
waarna het marxistisch woord
gebruik wordt verklaard. Het
boek eindigt met een belangrij
ke slotbeschouwing. waarin
Marx' grootheid èn eenzijdighe
den. lege plekken in zijn ge
schreven werk, alsook zijn te
genstrijdigheden worden gecon
fronteerd met het gevestigde
marxisme en een vorm van marx
isme dat volgens de nieuw ge
wonnen inzichten van de schrij
ver wenselijk zou zijn. De 22
pagina's noten laten zich al
even prettig lezen als het eigen
lijke boek.
Meervoud
Volgens dr. Kwant kan men
nauwelijks van 'het marxisme
spreken. Hoe het zij. wie het
doeltreffend wil bestrijden zal
het grondig moeten kennen,
zowel naar zijn theorieën als
naar zijn praktijken. Want hier
heeft men op beide gebieden
met een meervoud te doen. Als
inleiding daartoe is het boek
van Kwant bijzonder geschikt.
De auteur had in 1962 al een
boek geschreven: De wijsbegeer
te van Marx, maar zijn kijk op
deze figuuT is sindsdien gerijpt
en deels ook door de veranderde
omstandigheden gewijzigd. 'Ik
ben geen marxist, maar meen
het marxisme wel beter te be
grijpen dan vroeger' (bl. 12).
mede omdat dr. Kwant naar zijn
eigen zeggen nu buiten alle reli
gie staat, overigens zonder daar
tegenover te staan.
Dit is natuurlijk een essentieel
punt. Voor wie al het bovenzin
nelijke buitensluit, wordt het
wereldbeeld stukken eenvoudi
ger. Wie voorts binnen dat ver
eenvoudigde wereldbeeld op de
materie, de stof. alle nadruk legt
en ook geen denken erkent dat
niet tevens handelen is. krijgt
een greep op de werkelijkheid
waarin de broodvraag nu een
maal zo'n overwegende rol
speelt, een greep die van wereld
veranderende betekenis kan
worden. Zo is het met Marx
gegaan, al beperkte hij zijn
analyse welbewust tot zijn eigen
tijd en probeerde hij niet richt
lijnen voor de toekomst te ge
ven. Wie dan leeft, die dan
denkt, heeft hij gedacht. De ge
droomde eindtoestand, de klas-
se- en staatloze maatschappij,
de heilstaat, was dan ook niet
méér dan een mythologisch
sluitstuk en geen wetenschappe
lijke toekomstbeschrijving.
De term 'marxisme' is natuurlijk
niet van Marx zelf. Hij sprak
van socialisme of communisme.
Karl Marx, getekend door
Albert Hahn.
Dat het communisme in ver
schillende landen op verschil
lende wijze zich ontwikkeld
heeft, is op zichzelf met de leer
van Marx niet in strijd. Dat het
zich in Rusland en zijn satelliet
staten ontwikkeld heeft tot een
vorm van staatskapitalisme, is
volgens dr. Kwant met de be
doelingen van Marx volstrekt
niet in overeenstemming. Dr.
Kwant erkent bepaalde positieve
elementen in het Joegoslavische,
en mutatis mutandis, in het
Chinese communisme. Marx was
een Duits systeemdenker, met
alle kracht en zwakheid van
dien. Zo had hij een te hoge
dunk van de arbeider (door Her
man Gorter bij ons bijna tot
een Homerische held verheven),
onderschatte hij de zucht bij het
volk naar brood en spelen, de
kracht van het nationalisme
(denk aan Rusland in de tweede
wereldoorlog) en de taaiheid van
de godsdienstige traditie. Door
zijn op de gemeenschap gerichte
manier van denken had hij ook.
te weinig oog voor het persoon
lijk streven naar macht dat over
lijken gaat.
Hoofdstuk apart
Wat gebeurt er, wanneer een
theorie of leer in praktijk wordt
gebracht? Waarbij dan gelet
moet worden op plaats, tijd. per
sonen en omstandigheden. Dit is
een belangrijk hoofdstuk apart.
Hoe heeft het christendom zich
historisch gerealiseerd en hoe
het marxisme: zijn er formele
trekken van overeenkomst? Dit
zou een leerzame studie opleve
ren zowel voor de socioloog als
voor de theoloog. In de confron
tatie tussen christendom en
marxisme zou zulk een studie
van belang zijn. Misschien is
een dergelijk onderzoek al er
gens gedaan. Zo ja. dan zou dit
in brede kring aandacht verdie
nen. Zo niet. dan zal zo'n studie
nodig moeten worden geschre
ven. Het is niet voldoende be
ginsel tegenover beginsel te
plaatsen, maar ook praktijk te
genover praktijk. De wereldkaart
wordt steeds roder en wie daar
aan wat wil doen. moet tegeno
ver het marxisme iets beters
stellen en met name een betere
praktijk, zij het dan gesteund
door een betere ideologie.
Voor Nederland: het komende
C.D.A. zal een hersenclub. een
braintrust nodig hebben, die een
nationale politiek uitstippelt
binnen het wereldomvattende
kader van de internationale
strijd der geesten en der mach
ten. Van Marx kan men leren
dat denken en handelen in we
zen één dienen te zijn. Het,
rechte geloof is niets waard
wanneer het niet tegelijk recht
handelen is. Merkt het gelovig
kiezersvolk dat dit het geval is.
dan krijgt het CDA. vanzelf
wervende kracht bij de werkelijk
tijdsbewuste christenen in en
rondom de onderscheidene ker
ken. Recht en kracht van appél
is er alleen bij aanwezigheid
van een gefundeerde en aanste
kelijke visie.
Hymnologisch congres in Groningen
door ds. A. G. Soeting
Aanstaande maandag begint het achtste congres van de internationale werk
gemeenschap voor hymnologie (officieel: Internationale Arbeitsgemeischaft
für Hymnologie, I.A.H., opgericht in 1959). Een honderdtal leden, geïnteres
seerd in de principiële en practische vragen van kerkzang en liturgische mu
ziek zullen zich een week lang ingespannen bezighouden met de problemen
van kerkelijke gezangboeken voor deze tijd.
Het is een internationaal gezelschap
maar meest afkomstig uit Centraal
Europa. Om een indruk te geven:
van de 24 geleerden en musici die
tevoren bijdragen inzonden komen
twee uit de DDR. zes uit Hongarije,
twee uit Joegoslavië, één uit Neder
land. twee uit Oostenrijk, vier uit
Polen, twee uit Tsjecho-Slowakije.
vier uit West-Duitsland en één uit
Zwitserland. Pijnlijk dat van enke
le deelnemers uit Oostblok-landen
op het laatste moment hun uitreis
visum naar Nederland is ingetrok
ken.
Hymnologie is de wetenschap aan
gaande het kerklied. En dat is,
zeker gezien vanuit protestants ge
zichtspunt. een belangrijke weten
schap: het kerklied is immers het
middel, waardoor de gemeente zélf
deelneemt aan de eredienst. De re
formatoren Luther en Calvijn heb
ben het grote belang van het kerk
lied voor het geloof en het ge
meentelijk leven ingezien en zich
voor de invoering en bevordering
ervan volledig ingezet. Toch is de
belangstelling in Nederland, al
thans in vergelijking met die in
Duitsland, pas laat opgekomen. Het
begon eigenlijk pas 150 jaar gele
den.
Devoot
In het jaar 1821 maakte een jonge
Duitse dichter en geleerde. August
Heinrich Hoffmann (von Fallersle-
ben. 1798-1874) een studiereis naar
Nederland, op zoek naar oude ma-
Dr. Jan Wit
Willem Vogel
nuscripten en liedboeken. In
Utrechts academiale kringen werd
hij nauwelijks ontvangen: men be
greep eenvoudig niet wat hij kwam
doen en wat hij eigenlijk wilde!
Ook in Leiden stuitte hij op onbe
grip: Bilderdijk was teleurgesteld,
omdat Hoffmann geen interesse
toonde voor zijn liederen en ver
zen... In de Universiteitsbibliotheek
van Leiden deed de jonge onder
zoeker zijn eerste ontdekkingen.
Zijn grootste vondst vond plaats in
Haarlem, in de bibliotheek van een
muzikale schoolopziener: een lied
boel; Uit 1539. Dit boekje vormt nog
altijd de voornaamste bron voor
onze kennis van het oudste geeste
lijke lied. De eerste woorden van
de zeer uitvoerige titel luiden:
Een devoot en profijtelijk boekje.
Hoffmann von Fallersleben publi
ceerde zijn studies van het Oudne
derlandse lied in de jaren 1831 tot
'62 in twaalf delen. 'Horae Belgicae'
('Nederlandse uren'), waarmee hij
de grondslag legde voor de Middel
nederlandse letterkunde.
Het 'Devoot en Profijtelijk Boekske'
werd in 1889 heruitgegeven door de
bankier/musicoloog D. F. Scheur
leer: het Haarlemse exemplaar was
echter niet compleet, voor de her
uitgave werd gebruik gemaakt van
het toenmaals tweede bekende
exemplaar uit de nalatenschap van
de rechter/musicoloog De Cousse-
maker te Hasebroek (in Frans-
Vlaanderen).
De drukker van het bovengenoemde
devote boekje zou meer bekendheid
verkrijgen met een uitgave van het
jaar daaropvolgend, 1540. van de
eerste Nederlandse psalmberijming
de 'Souterliedekens' (van psalter,
d.i. psalm). Dit rijmpsalter heeft
nooit kerkelijk gefunctioneerd,
daarvoor waren de melodieën te
werelds! De melodie van psalm 81
b.v. was op de wijze van 'Op eener
morgeristont so yst dat ic beginne
- in 't walsche: Sur le pont Davig-
non', en die bij psalm 150: 'Die
bruyt en wou niet te bedde!' Het
was de psalmberijming van Petrus
Datheen die ingang vond in de
Nederlandse gereformeerde kerken.
De studie van het oude geestelijke
lied bleef lang in handen.van (a-
mateur-)musicologen, littefatoren
en historici. De belangstelling was
ontwaakt, maar niet in kerkeljke
kring: alleen kèrkhistoricl als de
hoogleraren Moll (1812-1879) en
Acquoy (1829-1896) waren geïnte
resseerd. en pas laatstgenoemde
met het oog op de praktijk van de
kerkzang! Theologen die over het
kerklied schreven behandelden al
leen de teksten. Dr. Bronsveld
schreef in 1917 een dik boek over
de evangelische gezangen - met
geen woord repte hij over melodie
of componist!
Dit veranderde eerst kort voor de
tweede wereldoorlog onder invloed
van de invoering van de nieuwe
gezangenbundel van de hervormde
kerk ('38). Prof. dr. G. van der
Leeuw schreef een standaardwerk:
'Beknopte geschiedenis van het
kerklied' (1939). Van recente datum
is het werk van dr. C. P. van Andel,
'Tussen de regels', een kerkgeschie
denis aan de hand van het kerklied.
Instituut
Thans zijn er tal van instanties die
de practische beoefening van de
kerkzang stimuleren: de stichting
lutherse werkgroep voor de kerk
muziek (met haar tijdschrift Musi-
ca Sacra: adres: Fr. Halslaan 32.
Hilversum), de Stichting voor de
kerkzang (Hildegaarde 14, Maas
land). de commissie voor de kerk
muziek van de hervormde kerk
(tijdschrift 'Musica pro Deo' adres:
Cath. van Clevepark 27. Amstel
veen).
Het kerklied wordt wetenschappe
lijk bestudeerd aan de universitei
ten, b.v. te Utrecht waar dr. Jan
van Biezen doceert, maar vooral
aan het instituut voor liturgiewe
tenschap van de rijksuniversiteit te
Groningen, een voor Nederland
unieke instelling, waarvan dr. A. C.
Honders directeur is, en waaraan
dr. Jan Wit is verbonden met als op
dracht: bestudering van het protes
tantse kerklied).
Het liturgisch instituut is gastheer
van het internationale congres dat
volgende week plaatsvindt (dr.
Honders is ook bestuurslid van de
I.A.H.)
Op de eerste avond zal een forum
gesprek plaatsvinden, waarin het
Nederlandse liedboek voor de ker
ken centraal staat. Het forum zal
bestaan uit de heren Ad den Bes
ten, Jan van Biezen, Frits Mehr-
tens, prof. Boendermaker. prof.
Wegman en Jan Wit.
Voorts is er een tentoonstelling in
gericht, gewijd aan de geschiedenis
van het Nederlandse kerklied. Een
der hoogtepunten zal ongetwijfeld
zij de eerste uitvoering van een
koorwerk van Willem Vogel (speci
aal voor deze gelegenheid gecompo
neerd) door het NCRV-vocaal en
semble) onder leiding van Marinus
Voorberg.
Handboek
Tot slot: het standaardwerk voor
de Néderlandse hymnologie ontbrak
tot nog toe. Een uitgave dat hèt
handboek belooft te worden zal dit
najaar verschijnen als uitgaven van
de Prof. dr. G. van der Leeuw
stichting (niet in de handel ver
krijgbaar) onder de titel 'Compen
dium bij het liedboek voor de ker
ken', - een encyclopedische uitgave
van ca. 750 grote pagina's. Het is
reeds nu bij voorintekening te be
stellen bij de Van der Leeuwstich
ting, Louis Bouwmeesterstraat 7 hs,
A dam, onder gelijktijdige overma
king van 56,75 (d.i. een geredu
ceerde prijs. incl. porti voor toezen
ding) op giro 36508.
Ds A. G. Soeting Is Predikant van
de Hervormde gemeente te Assen
BIDDEN NIET VANZELFSPRE
Soms kom je mensen tegenF
wie bidden geen enkel problei
Laten we even bidden, zeggj
alsof het gelijk staat met evet
de buurman praten of een
bekende woorden oplepelen.nze
kan angstig zijn. Er is een a
held die op zichzelf een prol*1^
is. Want het is toch niet nie jezo
tot God te spreken, wat bidd< ;erir
zijn. Ze weten het dan ook rhe
baar beter dan Paulus,
in Romeinen 8 schrijft: 'Wai v
weten niet eens hoe wij beho: ifoni
bidden..' Van de discipelen lez
in het evangelie dat ze aan! de
Meester vragen: Leer ons bist e
De gedachte dat bidden een
zelfsprekende zaak is en
moeilijkheden moet opleveren
die geloven is dus in de bij be 'uy!5
zo voor de hand liggend. Er n'
bidden dat van die vanzei
kendheid uitgaat. Men begint
voudig met de bekende aansl\:°
en bedenkt dat gaandeweg u !eKe
gevraagd dient te worden. II uw
mensen die het vreselijk vindende
de dominee van een papiertjefegen
Dat wil dan zeggen dat hij tb an
alle stilte zich op zijn verant fond
delijk werk van bidden in e&gen
de gemeente heeft voorbereii ha<
er geen uit het hoofd geleerd t ei
van te maken en evenmin tejieuv
vallen in de al te bekende zin eder
dingen, het opgeschreven bati
Paulus troost de mensen he
moeilijk hebben met hun bidd a P
die er altijd een beetje onbefetsoi
gend van terugkeren met de bibin
dat de Geest van God inl levr
meebidt en die kan het well tei
kan zelfs zover reiken dat die eid
die aan tafel echt niet verde i g
komen dan altijd weer de jk
woorden te gebruiken echt wef
den kan en gedragen wordt dd He
Geest. Maar dat ontslaat om leste
van de verantwoordelijkheid van
ons bezig te houden met de gew
naar wat wij behoren te bidders
ia!
ie d
dag
van
ver
ps
a ad
erd
erci
h
NEW YORK De Amerik
afdeling van de r.k. vredesbew
'Pax Christi' wijdt haar najaa
eenkomst aan het thema 'chrii
ke geweldloosheid: een uitdf^x
voor Amerika'. Een pogal uitd^
onderwerp volgens de bew
omdat het geweld van oudshe
belangrijk bestanddeel is va1
Amerikaanse samenleving.
erm
In een voorbereidingsboek fzeli
aandacht besteed aan de the! de
sche en politieke kanten vache
andere mogelijkheden voor «ulte
en geweld, aan de wapenweBj t
en aan amnestie voor dienstvjaarf
raars. h h<
Pax Christi in de VS is on hu
gereorganiseerd. De beweging I zij
nu. behalve voor pacifisten)1^
open voor katholieken, die ij u
licht van het evangelie geïnfie'
seerd zijn in de studie ',aj
persoonlijke en maatschappl
wortels van het geweld.
:oi
1 CH'
var
Jan Arends. Nagelaten gedii hel
De Bezig Bij Amsterdam 197gog]
blz. 12,50.
er
HF
et
Prof. G. van der Leeuw
Van de vorig jaar overleden
Arends heeft Remco Campert
nalatenschap deze bundel gedi nt!
samengesteld. Evenals de 'Li jjd
pauzegedichten' die in 1974 aa
scheen, maakt deze bundel ii jjn
door de uiterst eenzelvige
waarmee Arends het leven i;
moet getreden en waarvan hij
slag doet in zijn schrijverijónc:
informatie die de bundel biedt
het leven ervaren door iemani
van de geleerde zegt 'Hij wee
goed/het voor mij is/ om g<
zijn' is van een verbluffende
voud, van een ongehoorde recl^
nigheid en geeft een niets ont
de doorblik in de zogenaamde
tuur van niet-gekken. Tegelijk
bundel van een ontroerende
voud in zijn levensbeschri,
waarin schuldbesef, argelooi
eenzaamheid en volstrekte
fering de boventoon voeren,
een schrijven naar zelfkennis 'W
wie ik ben/ gaat niemand/"'
aan.
liel
'H
30^
H
door A. J. Klei
Het is misschien wat kinderachtig
van me, maar ik heb er aardigheid in
om, wanneer ik de radio aandoe en
in een kerkdienst terecht kom, te pro
beren uit de gemeentezang op te ma
ken welke soort kerk in de ether zit.
Zeg mij hoe gij zingt en ik zal zeggen
wie gij zijt.
Vorige week zondagmiddag drukte Ik de
knop in en juist werd psalm 68 vers 10:
'Geloofd zij God met diepst ontzag...'
ingezet. Ik luisterde aandachtig, dacht
even diep na (want dat hoort er ook bij)
en concludeerde: een vrijgemaakte gere
formeerde kerk. binnen verband, in een
provincieplaats. Een blik in het omroep
blad schonk me de voldoening dat ik
raak geschoten had, er werd een dienst
van de vrijgemaakten in Hardenberg uit
gezonden.
Het zal duidelijk zijn dat we hier met
een uiterst stichtelijke vorm van vrije
tijdsbesteding te maken hebben. Tenein
de ook anderen in staat te stellen, deze
te beoefenen wil ik wel vertellen hoe ik
tot zo'n trefzeker antwoord kwam op de
vraag: wie zingen daar? Om te beginnen
stelde ik vast dat er uit de oude psalm
berijming gezongen werd. Dit schakelde
meteen hervormden, gereformeerden, lu
theranen. doopsgezinden en remonstran
ten uit. want die gebruiken het liedboek
waarin de nieuwe berijming is opgenomen.
In de richting van rooms- en oud-katho
lieken hoefde ik niet te denken, die
happen niet zo stevig in een psalm.
Bleven over vrije evangelischen, baptisten,
vrijgemaakte gereformeerden en christe
lijke gereformeerden (de gereformeerde
gezindte gaat nog wel verder door naar
rechts, maar uit die hoek komt nooit
iemand voor of in een massamedium). Ik
overwoog verder dat we niet van doen
hadden met vrije evangelischen of bap
tisten, want die zoeken het meer in
versjes dan in psalmen. Terloops een tip:
als het in dit opzicht erg bont wordt
gemaakt, heb je gauw baptisten voor je,
want die staan voor niets. Ik maakte
eens een dienst van hen mee, waarin zij
eerst een lied aanhieven op de melodie
van het slotkoor van de negende symfo
nie van Beethoven en vervolgens een
lofzang op de wijs van Rule Brittania.
Aldus resteerden vrijgemaakte en chris
telijke gereformeerden. O ja. gerefor
meerde bonders waren het ook niet, die
zingen op héle noten (wat nu niet het
geval was) en ze zijn bovendien niet
vaak voor de radio. De kerkzang klonk
trouwens ook niet massaal genoeg voor
een bondsgemeente. Ik besloot het op
vrijgemaakte gereformeerden te houden,
het tempo lag net iets te hoog voor
christelijke gereformeerden. En nu komt
een verfijning: het feit dat de zgn. toe
vallige verhogingen in de melodie nog
helemaal meededen, gaf me de zekerheid
dat we niet in de randstad zaten, maar
in de provincie waar ze niet zo benauwd
zijn voor deze toevalligheden.
Voordat nu iemand losbarst in bewonde
ring voor mijn gave des onderscheids,
moet ik eerlijkheidshalve melden dat er
een gokelement overbleef. Ik heb name
lijk nog geen verschil kunnen ontdekken
tussen zingende binnenverbanders en
buiten ver banders (de twee genres vrijge
maakten) en met meer geluk dan wijs
heid nam ik aan dat de psalm uit bin-
nenverbandse kelen klonk.