Itd&U&li Hij was streng en daar had ik vrede mee Omdat ik het zeg, was het antwoord Het moetvantwee kanten komen 'Mijn vader heb ik nooit gekend, die is overleden toen ik nog geen jaar oud was. Wij mijn broer, mijn zus en ik zijn dus alleen door moeder opgevoed. Moeder is nooit hertrouwd, ze is 41 jaar weduwe geweest. Ik weet niet of ze ooit de kans gehad heeft om weer te trouwen, maar ze was klaarblijkelijk het type vrouw, dat ze wel eens aanduiden met: 'de vrouw van één man'. Ik heb mijn vader eigenlijk ïooit gemist. Voor mijn ge- -oel was het gezin, zoals wij dat met z'n viertjes vorm den, compleet. Ik herinner ie mijn jeugd als een fijne tijd, zonder grote moeilijk heden. Wanneer ik nu te rugkijk en ik ben eerlijk, realiseer ik me wel, dat mijn moeder in wezen echt geen gemakkelijke vrouw was: ze was iemand die nogal sterk domineerde, die wat stug was en zeer sterke sym- en antipathieën had, die ze niet kon verbergen. Toch heb ik nooit zo erg veel last van dat domine rende karakter gehad, ik ien zelf iemand, die zich heel gemakkelijk aanpast en die tamelijk probleemloos eeft. Mijn broer en zuster lebben veel meer last gehad net' het regime van mijn noeder'. Dominerend Bart Nauta is nu 61 jaar. Hij is tandtechnicus, vader, van vier volwassen kinderen, waarvan alleen de jongste nog thuis is. gereformeerd en AR-stemmer. Hij woont üijn hele leven al in Hilver sum, voor een groot deel in iet oude huis, waar hij tot ïijn dertigste met zijn moe- Ier woonde. Aan het einde van de oorlog trouwde hij met een meisje dat tien jaar jonger was dan hij. 'Juist op dat punt van ver tering en trouwen vervulde mijn moeder een erg domi- lerende rol in ons leven. Zij 'ilde altijd de partners voor uitzoeken. De mensen ie wij zelf als vrienden op- jochten, waren nooit goed ;enoeg, volgens haar. Mis- :hien waren wij wel een ieetje lijdzaam in dit op licht. Ik weet zeker, dat ijn zuster een verkering eeft uitgemaakt omdat nijn moeder ertegen was. *Jiet van gediend Zus is tenslotte pas ge brouwd, nadat mijn moeder overleden was. Ze was toen al over de veertig. Ze heeft later wel eens gezegd, dat ze er helemaal fout aan gedaan had die verkering uit te ma ken. Ook bij mij de jong ste, die het langste thuis was gebleven heeft moe der op dit punt van alles iroberen te regelen. Maar 10e gemakkelijk en volg- saam ik op andere punten was, hiertegen heb ik mij altijd heftig verzet; soms noest ik wel op een tame- ijk grove, brutale manier aten weten, dat ik hier niet van gediend was. Ze regelde dan, dat ik bijvoorbeeld meisjes van de zangvereni- !ing moest ophalen en naar luis brengen. Dat soort din- ;en. Toen ik tenslotte met nijn tien jaar jongere ver loofde thuiskwam, zinde dat laar helemaal niet. Ze had heel wat kritiek op mijn aanstaande vrouw. Jaren la ter, toen wij allang ge- trouwd waren had ze daar wel spijt van. Dat heeft ze toen ook wel eens gezegd. Nooit hardop Maar deze houding van mijn moeder heeft voor mij tot gevolg gehad, dat ik me nooit of te nimmer gemengd heb in het Liefdesleven van onze kinderen. Nooit heb ik me uitgelaten over eventue le partners: ik had er na tuurlijk wel mijn gedachten over. maar ik heb ze nooit hardop gezegd'. Toen Bart Nauta's vader stierf was deze 36 jaar. Hij liet een bitter klein pensi oentje na, waardoor z'n moeder gedwongen was te gaan bijverdienen. Aange zien ze zelf van redelijk goede komaf was. had ze nog wel wat geld achter de hand. Hiervan kocht ze een groot huis. waar ze pension gasten ging houden: 's win ters onderwijzers en 's zo mers vakantiegangers. 'Dat betekende, dat er altijd drukte en werk in ons huis was. Vooral met die zomer gasten: ze werden allemaal op hun kamer bediend, want moeder wilde persé dat wij een privéleven overhielden. Verklaarbaar Mijn broer en ik moesten 's avonds de schoenen, die op de gang gezet waren, poetsen. Talloze fietsbanden hebben we voor de gasten opgepompt. Ik heb het altijd heel erg in mijn moeder ge waardeerd, dat zij, die toch een gegoede, Ina-Boudier- Bakker-achtige jeugd had gehad, zich zo flink en zelf standig heeft weten te red den, toen dat nodig was. Hierdoor valt natuurlijk ook wel een stuk van haar bazi ge, dominerende karakter te verklaren. Ze stond als vrouw immers overal alleen voor. Wij noemden haar al tijd keurig voluit 'moeder' of soms 'moeke', maar 'je' of 'jij' was er niet bij, o heden nee, we zouden niet gedrufd hebben. In die tijd was een ouder nog echt een autori teit, aan wiens gezag je niet durfde te tornen. Zo moes ten wij op zondag altijd twee keer naar de kerk, daarover was geen discussie mogelijk. Nu vragen kinde ren 'waarom', dat was er toen niet bij. Waarom deden wij iets of lieten wij iets? Godsdienst Omdat ik het zeg, was moe ders antwoord en daar bleef het bij. Op zondag mochten we nooit fietsen, we liepen hele afstanden. Op onze wandelingen kwamen we langs een korfbalveld, maar daar mochten we geen oog aan wijden, want sport op zondag was iets dat in moe ders ideeën volstrekt niet paste. Hoewel wij veel praatten ze vertelde ons bijvoorbeeld heel veel over vader, van wie ze erg gehou den moet hebben werd er eigenlijk nooit over wezen lijke dingen, zoals geloof, het leven, seksualiteit e.d. gepraat. Wat er in de wereld te koop was, heb ik niet thuis geleerd, maar in m'n werk en in de maatschappij. Toen je trouwde wist je ei genlijk ook niet veel, je werd niet voorgelicht, je deed maar. Maar zo was het toen eigenlijk bij iedereen, ook bij mijn vrouw. Zelf heb ik met mijn kinderen altijd heel openlijk, al van jongs- af, over dit onderwerp ge praat, waarschijnlijk toch ook als reactie op mijn moeders volkomen stilzwij gen. Over godsdienst werd wel eens gepraat, in die zin, dat moeder sterk leiding gaf aan ons kerkelijke leven: wij moesten naar de kerk, naar catechisatie en naar de jeugdvereniging. Maar over moeilijke punten of twijfels werd nooit gepraat. Als je twijfelde, dacht Je er zelf over na. je las er boeken over en probeerde zelf een uitweg te vinden. Dat geslo- tene zat er bij ons erg in. Emoties Misschien een trekje van ons Groningse karakter. Mijn moeder was zo'n type van 'je lost je problemen zelf op' en ik ben dat ook. Ze heeft waarschijnlijk heel wat moeilijke tijden meege maakt. maar wij als kinde ren wisten daar nooit iets van. Ook toen we ouder werden, besprak ze haar problemen niet met ons. Soms, wanneer we 's avonds tussen het eten en naar bed gaan een beetje zaten te schemeren daar was ze gek op kon ze opeens over vader beginnen te pra ten. Dan liet ze wel eens iets van emoties blijken. Ze zei dan: het leed van een weduwe is lang, je doet het nooit goed. Als je gewoon doorleeft, zou je wel eens wat meer hart mogen tonen. En als je je verdriet toont, moet je flinker zijn'. Over de verhouding tussen kinderen en hun ouders zijn geen cijfers of statistieken te geven. Stellig is er in het verleden wel eens een enquête gehouden onder een groep kinderen, hoe zij over hun ouders denken. De uitkomsten laten zich raden: kinderen van tussen de zes en twaalf hebben veel respect voor hun vader en moeder, tussen de twaalf en de vijfentwintig is dat veel minder, daarna neemt het begrip voor de ouders meestal weer toe. Veel leer je niet uit deze enquêtes. Vraag je aan een groep kinderen, waaróm zij respect voor hun vader en moeder hebben, dan krijg je vele ver schillende antwoorden. Het is dan ook moeilijk een algemeen beeld te schetsen. Toch houdt de relatie met zijn vader en moeder iedereen bezig. Wij zijn daarom maar eens niet teruggeschrok ken voor dit onderwerp. Aan drie willekeurige personen hebben we gevraagd wat zij vinden van de opvoeding, die ze gehad hebben. Niet om vervolgens generaliserend vast te stelleneen man van zestig, een vrouw van dertig of een meisje van twintig denken er zus of zo over; wel om de lezer te confronteren met een aantal meningen over de opvoeding, en hoe die wordt ervaren. 'Je zult me wel een doetje vinden'. Mieke Kosters (31) trekt haar gezicht in een brede glimlach, wrijft met de wijsvinger over het puntje van haar neus en praat voorzichtig, wei felend verder over de re latie met haar ouders. Een (loetje? Opstandig is zij nooit geweest. Maar waren er in haar jeugd factoren aan wezig waartegen zij in op stand moest komen? De strengheid van haar vader misschien. Maar Miekes kin derjaren spelen zich af in de jaren vijftig, en toen torn de nog bijna niemand aan hel spreekwoord 'zoals de oude zongen, pieken de jon gen'. Bovendien vond Mieke dat haar ouders vooral waar het de sociale bewo genheid gold verdraaid aardig zongen. Mieke was niet revolutio nair. Zij kon altijd wel be grip opbrengen voor de moeilijkheden waarmee haar ouders kampten. Haar vader, directeur van een klein aan nemingsbedrijf. moest zwoe gen om zijn acht kinderen te onderhouden. 'Hij was al tijd aan het werk. Dat vond ik wel eens vervelend, hij had nooit tijd voor je. Maar ik nam het hem niet kwa lijk. Ik dacht: laat ik hem maar niet lastig vallen, hij heeft toch al zo veel dingen aan zijn hoofd. En als hij driftig werd. grof in de mond. dan dacht ik: dat moet je hem vergeven, dat komt door dat aannemers wereldje waarin hij leeft. Ik ging nooit recht tegen hem in. Als ik bijvoorbeeld eens laat wilde doorwerken, kwam hij om elf uur in mijn kamer, zei dat ik naar bed moest en deed het licht uit. Een kwartiertje later deed ik het licht weer aan. Ik ging mijn, eigen gang, zonder ruzie met hem te maken. Hij was streng, en daar had ik vrede mee. Ik heb nooit pogingen gedaan hem te veranderen. Dat is misschien fout geweest. Mijn jongere broers en zus ters hebben het later veel moeilijker met hem gehad.' Dat- haar vader geen tijd had zich intensief met elk van de acht kinderen bezig te houden, had volgens Mie ke ook zijn goede kanten. Hij gaf zijn kinderen de vrijheid, hij maakte ze onaf hankelijk, zelfstandig. 'Als ik aan hem vroeg: mag ik blokfluit leren spelen, dan zei hij: goed kind, zoek zelf maar een lerares uit. En dan ging ik zelf op pad.' Vader legde, wat dit betreft, zijn kinderen geen strobreed in de weg. Hij, een ongelovig man, heeft Mieke bijvoor beeld nooit verhinderd dat zij tot de doopsgezinde kerk toetrad. 'Ik zat op een doopsgezinde school en daar kwam ik in aanraking met het geloof. Op een dag vroeg ik aan mijn vader of ik naar de zondagsschool mocht. Hij vond het goed. Maar toen ik er eenmaal opzat, moest ik ook, iedere zondag naar de zondagsschool. Net zoals met mijn blokfluitlessen: vader stond erop dat ik geen les oversloeg. Als je eenmaal a gezegd had. moest je ook b zeggen, vond hij.' Beter contact Met haar moeder had Mieke een beter contact. 'Zij kon zich onze moeilijkheden voorstellen. Zij had een middelbare schoolopleiding gehad, en kon best begrij pen dat wij in de repetitie- tijd wel eens een nachtje wilden doorwerken.' Zij leefde mee met wat de kin deren deden, en Mieke bij voorbeeld was zeer actief. 'In mijn vrije tijd werkte ik in een buurthuis. Ik kwam daar in aanraking met arme kinderen die niet best ge kleed waren. Ik had met ze te doen. Op een dag pikte ik een stapeltje onderbroeken uit de linnenkast en gaf ze aan de kinderen. Mijn moe der ontdekte dat natuurlijk. Zij was niet eens boos op mij. Of liever gezegd: zij was wel boos dat ik het niet gevraagd had. want als ik dat had gedaan, had ik die onderbroeken zonder meer gekregen. Mijn ouders ston den altijd klaar om mensen te helpen, dat waardeer ik nog. Ze vingen vrienden, kennissen, familieleden, die in de put zaten, op en dan maakten ze wel tijd vrij om met dié mensen te praten. Ach, er waren altijd zo veel mensen bij ons thuis. Ik nam ook regelmatig vrien dinnetjes mee naar huis. Eén vriendinnetje. een meisje dat in een weeshuis zat. logeerde vaak bij ons. Mijn moeder vond dat nor maal, en organisatorisch wist zij het altijd op te van gen. Als wij met teveel mensen aan tafel zaten, riep zij altijd: ik heb te weinig eten, dus iedereen eet van daag wat minder. Niemand maakte daar een punt van. Het waren eigenlijk heel so ciale mensen, mijn ouders.' 'Hun bewogenheid heeft mij altijd sterk aangesproken. Ik wilde dan ook maatschappe lijk werkster worden. Ik neem het mijn ouders wel kwalijk dat zij niet ingezien hebben dat ik deze richting uitwilde. Na mijn m.m.s.-op- leiding ben ik gaan werken. Zeven jaar later ik was toen al lang getrouwd ben ik met de studie maat schappelijk werk begonnen, en ik ben er nu bijna mee klaar.' Fouten Welke fouten, die je ouders gemaakt hebben, wil je bij de opvoeding van jouw kin deren proberen te voorko men? vraag ik. Zij kijkt naar haar twee zoons, een tweeling, in de box, die in de zonnige serre van haar woning in Bloemendaal staat. Haar man komt met een nieuwe pot thee binnen en Mieke denkt lang na. 'Ik wil mijn man sterk bij de opvoeding van de kinderen betrekken. Ik hou het nu al tegen dat hij te veel werkt. Verder wil ik veel met de kinderen praten, ze een stuk geloof meegeven. Maar ik wil ook met ze over sexuali- teit praten, een onderwerp dat bij ons thuis altijd taboe is geweest. Ik heb heel lang geen kinderen kunnen krij gen, en mijn ouders hebben nooit de vraag durven stel len hoe dat kwam. Hoewel ik de afgelopen jaren beter met mijn vader kan praten dan vroeger. Hij is rustiger geworden, afstandelijker. Dat komt door de ouderdom, denk ik. en ook doordat hij zijn schaapjes op het droge heeft. Ja. als ik het zo nog eens naga. dan denk ik: mijn ouders hebben ook een heleboel dingen hartstikke goed gedaan. Dat ik bijvoor beeld zelf een lerares voor de blokfluitles mocht zoe ken. Zelfstandigheid, dat wil ik mijn kinderen ook bij-- brengen.' De moeilijkheden waarmee Annemarie (20) de afgelopen vijf jaar heeft gewor steld, mogen model staan voor het veel besproken generatieconflict. Vijf jaar leefde zij in een wereld van uitersten. Nooit thuis, het volledig ontbreken van communicatie met haar ouders, voortdu rend stoned en vrijwel dagelijks een over dosis aan alcohol. Sinds kort is haar we reld een beetje veranderd, dank zij een beter contact met haar ouders. Annemarie behoort niet be paald tot die leeftijdgeno ten, die de weekends door brengen in dancings, bij voorkeur hand in hand met een fris jongmens in maat kostuum. Annertiarie is het type van de ruwe bolster, met in zich een aantal fijn gevoeligheden die er in haar jeugd nauwelijks uitkwa men. Het zat haar niet mee. Op tweejarige leeftijd werd ze poliopatiënt. Haar linker been was enkele jaren to taal verlamd. Sinds kort lijkt ze voorgoed van die kwaal genezen, alleen bij overmatige inspanningen heeft ze er nog last van. 'Manke' 'Later is van alle kanten vaak gezegd dat die ziekte er de oorzaak' v$n was dat ik me op school nooit heb kunnen aanpassen. Dat zou wel kunnen. Ik kon wel leren, maar ik kon me niet concentreren. En de dingen die ik echt fijn vond zoals gymnastiek, wandelen, hard lopen daar kon ik niet aan meedoen. En dan riepen ze 'manke' tegen me. Of ik dat erg vond? Ik zag hele maal niks meer! Alles werd rood voor m'n ogen. Ik had ze niet te pakken moeten krijgen, maar dat lukte im mers toch niet'. 'Nee, het ging niet op school. Op de eerste dag van de kleuterschool liep ik al weg. Het was altijd een straf voor me. Later, op de Rudolf Steinerschool, was dat beter. Vrijheid dat moest ik heb ben. Op de mulo was het weer pet. Blijven zitten, toen naar de mavo. In df tweede klas er af. Toen naar de detailhan delsschool, en daarna wer ken in een zwembad'. Kraakpand In die tijd werd de kloof tussen Annemarie en haar ouders breder en breder. Ze leerde een vriend kennen, die in eer. kraakpand woon de. 'Daar zat ik elke dag. Vóór die tijd rookte ik al hasjiesj, maar toen werd het Ineens veel erger. Nou, dan kom je een keertje goed stoned thuis, en dan staat ma te janken en pa loopt met zo'n gezicht door het huis. Ze schrokken zich dood, en ik wist het ook niet meer. Ik sloot me aan bij de Youth for Christ. Dat heeft maar een half jaar geduurd. Het was een zoet houdertje. Je wordt bedu veld. Ik ging naar Hilver sum. naar een zekere tante Jo, ik moest met haar mee bidden. Toen we klaar wa ren sloeg ze me op de schouder. Je bent bekeerd, zei ze. maar ik was alleen maar blij dat ik daar al m'n rottigheid eens had kunnen vertellen'. Drinken Annemarie begon te drin ken. Veel. 's Morgens vroeg begon het al. Uit de ijskast. Daarna doorzakken in het park. En 's avonds om zes uur volledig dronken'. Na het eten herhaalde zich dat. Ze belandde via een kennis je bij een psycholoog, maar knapte er nauwelijks van op. Thuis bleef de situatie ongewijzigd. Haar ouders konden haar en de situatie niet aan, meent ze achteraf. 'Anders was het allemaal nooit gebeurd'. Annemarie was toen niet ver van het moment dat ze fysiek en mentaal in elkaar klapte. Dat gebeurde twee keer. na grote hoeveelheden hasjiesj en alcohol. Een week later voelde ze zich weer In elkaar storten, zon der dat ze ook maar iets gebruikt had. 'Toen ben ik pas echt geschrokken. Vla kennissen ben ik toen bij een kinderloos echtpaar in Noord-Holland terechtgeko men m af te kicken. Dat half jaar heeft me goed ge daan. En weet je waarom? Huiselijk Vanaf de eerste dag was het daar gezellig en huiselijk. Ik dronk nog wel een pilsje, maar had verder nergens meer behoefte aan. Dat had ik thuis nooit gekend. Toen ik in de vijfde klas van de lagere school zat, overleed mijn opa, die samen met mijn vader een groothandel dreef. Mijn moeder moest de administratie gaan doen. De gezelligheid was weg. Ik kan het die mensen ook niet kwalijk nemen, maar ze dachten dat geld alles was. Met Sinterklaas bijvoorbeeld kreeg ik de gekste dingen. Fietsen, steppen en noem maar op. Neem mijn oma, die vertelde me van de week dat il- vijfhonderd gulden krijg, als ik binnenkort jarig ben. Nou, da's fijn, maar het doet me niks. Ik heb liever iets van twee gulden dat ze zelf gemaakt hebben. Maar zo redeneren ze nu eenmaal. Als het maar geld kost, dan is het goed'. Spanningen 'Toch hebben mijn ouders ook van dat half jaar in Noord-Holland geleerd. Ik meen begrepen te hebben dat ze in die tijd ook eens bij die psycholoog geweest zijn, en misschien heeft dat ze wel aan het nadenken gezet. Vóór die tijd stonden ze zelf ook ver uit elkaar, dat weet ik zeker. Maar in de tijd dat ik weg was zijn ze weer een beetje naar el kaar toegegroeid. Ik ben het ook anders gaan bekijken. Ik zie nu dat het van twee kanten moet komen. Mijn rot situatie gaf tussen hen ook veel spanningen. Nu blijf ik eens lekker een za terdagavondje thuis en dan doen we allerlei maffe din gen, zoals kroketten bakken. Nu vind ik dat leuk. Van de zomer ben lk dagjes met ze gaan rijden. Dat was nog nooit gebeurd, maar vroeger beslisten ze ook altijd alles voor mij. Dat gaat ook heel anders nu. Er wordt meer over gepraat. Maar de pro blemen van een paar jaar geleden zijn eigenlijk nog nooit echt uitgepraat. Dat zit me wel dwars. Maar ik veroordeel ze niet meteen meer, dat deed ik vroeger wel. Het moet gewoon nog een beetje groeien, dat komt vanzelf.' Weer mis 'Ik geloof nu zelfs echt dat ik mijn ouders nodig heb. Mijn roept me 's morgens als ik naar mijn werk moet en dan staat er brood klaar. Dat vind ik toch wel fijn. Ik heb deze zomer twee maan den op kamers gewoond een vriendin was twee maanden weg maar dat ging niet. Ik zou weer naar de knoppen zijn gegaan. Binnen een week zat ik al weer thuis te eten. Dat von den ze trouwens best fijn. Toch ging het weer even mis. Ja. drinken weer. Ik voelde me meteen hartstik ke rot op mijn werk en ben er meteen mee opgehouden. Hoewel je die neiging altijd wel zal blijven houden, denk lk. Maar het is toch anders geworden. Ik geloof werke lijk dat mijn ouders van me houden en dat ik van hen houd. Dat gevoel heb ik Ja renlang niet gehad. Toen een paar jaar geleden mijn hond dood ging. leek me dat veel erger echt waar dan dat mijn vader zou overlijden. Nu zou ik dat niet meer over mijn lippen durven te krijgen. Ik heb er in ieder geval een hoop van geleerd, a/s ik zelf nog eens inderen krijg'. 1 /KWARTET ZATERDAG 19 JULI 1975. lalement is een maandelijkse pagina over mensen en hun ien en geneugten, ditmaal samengesteld door Brokken, Cisca Dresselhuys en Willem Schrama (inter- re), Dirk Ketting (foto) en Erik Terlouw (vormgeving), daag belicht Signalement de relatie tussen leren en hun ouders BINNENLAND 13

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 13