Bernard Alfrink:
een rendabele kardinaal
Sex in de bijbel
Schaars buffetlicht en
donkerrood meubilair
Vandaag
Onze
adressen
Beroepingswerk
Oostduitse kerken
niet 'gesocialiseerd'
TROUW KWARTET ZATERDAG 5 JULI 1975
I
J - :^iÉpiltS: ill i! |j!i;
ip-liflllpi:*te
door Ton Oostveen
Juist een dag nadat de redactie van deze krant me gevraagd had
een artikel te willen schrijven over de zijn vijfenzeventigste
levensjaar voltooiende kardinaal Alfrink, ontmoette ik de
Utrechtse aartsbisschop op een receptie. Veronderstellend dat
hij de belangstelling van een dagblad als 'Trouw' voor zijn per
soon zou weten te waarderen, vertelde ik hem van m'n opdracht.
Hij produceerde de typisch alfrinkiaanse lichte grinnik en zei:
'Zo, dus je gaat weer harde munt uit m'n persoon slaan'. Waar
op ik me veroorloofde te antwoorden: 'Welzeker, eminentie, u
bent bepaald een rendabele kardinaal'.
Hoeveel geestelijk kapitaal heeft
de rooms-katholieke kerk en heb
ben- mogelijk de kerken verdiend
aan de nu al twintig jaar als
aartsbisschop van Utrecht functi
onerende Bernard kardinaal Al
frink? Het is niet niks, als de
secretaris-generaal van de Neder
landse hervormde kerk. dr. Albert
van den Heuvel, hem- op een dag
dé prins van kerkelijk Nederland
noemt. Niemand zal wie dan ook
aan dat predikaat willen houden,
maar het vleit wel: kardinaal Al
frink is gevoeig voor zulke com
plimenten. al zal hij het nooit
laten merken, en een flink deel
van de -katholieke Nederlanders is
er mèt hem gevoelig voor. Zeer
velen van ons. rooms-katholieken,
zijn nogal trots op de kardinaal:
het rendement dat we aan hem
danken heeft iets te maken met
mondigheid, met een zekere vol
wassenheid, met 'emancipatie', zo
als premier Den Uyl dat vorig
Jaar, toen de kardinaal zijn veer
tigjarig priesterfeest vierde, uit
drukte.
Hoe zei Den Uyl dat ook al weer?
Herinnerend aan het feit, dat
kardinaal Alfrink als hulpbisschop
van kardinaal De Jong in 1954
nog mede-ondertekenaar was ge
weest van het 'beruchte' bisschop
pelijk mandement, dat altijd
geïnterpreteerd is als verscherping
van het rooms-katholieke isole
ment in de Nederlandse samenle
ving. en wijzend op het feit dat
kardinaal Alfrink nu tamelijk al
gemeen wordt erkend als een
symbool van openheid en verzoe
ning. zei de premier: 'Ik hoop dat
u het mij niet euvel duidt, als ik
met name die ontwikkeling, die
ontwikkeling van twintig jaar.
kenschets met de woorden: eman
cipatie en bevrijding. En als Ik
dat zeg. dan bedoek ik dat niet
alleen voor de katholieke kerk in
Nederland, maar voor heel ons
volk.' Kijk. zoiets verwarmt het
roomse hart.
Mandement
Typerend voor kardinaal Alfrink
is trouwens, dat hij het mande
ment nooit echt heeft afgevallen,
al wordt op goede, historische
gronden aangenomen dat hij des
tijds bepaald niet de grootste
geestdrift koesterde voor strenge
bepalingen en forse strafsancties
voor wie lid was van socialistische
verenigingen of regelmatig naar
de VARA luisterde. In deze op
zichten, zo vond hij, werd een
situatie bevestigd, die dus al be
stond: het was niks nieuws.
Nieuw was wel, zo oordeelde de
kardinaal, dat het lidmaatschap
van de Partij van de Arbeid bui
ten het arsenaal van roomse
straffen werd gehouden 'uit een
bijzondere reserve, die zij (de bis
schoppen) in acht willen nemen
tegenover het gebruik van de po
litieke vrijheid.De kardinaal
zei mij enige jaren geleden, dat
zijns inziens, 'deze passage gezien
kon worden als een eerste teken
van het door het kerkelijk gezag
verschaffen van enige ruimte voor
de eigen verantwoordelijkheid van
de katholieken'.
Ik denk dat in historisch perspec
tief waar te maken zal zijn, dat
het mandement ten slotte ook een
tevoren gesloten deur op een kier
zette, van welke gelegenheid de
katholieken steeds meer gebruik
hebben gemaakt om die deur ver
der open te duwen. Nu staat die
wagenwijd open. en wie de ont
wikkelingen van de laatste twin
tig jaar betreurt laat nu niet na
om luidkeels 'ziejewel' te roepen
en op de lege kerken te wijzen.
Kardinaal Alfrink behoort daar
niet bij: hij is in zekere zin wel
de vleesgeworden voorzichtigheid
en de wandelende intellectuele
twijfel, maar hij is dan ook nóóit
spijtoptant. Hij neemt de geschie
denis zijn particuliere hobby
uitermate serieus, en dat bete
kent voor hem dat je mogelijk
wel aarzelend vooruitkijkt, maar
nimmer twijfelend omziet. Inte
gendeel: hij verheugt zich op een
hoge ouderdom, want het lijkt
hem, mits hem een goede geeste
lijke gezondheid geschonken
blijft, uitermate boeiend" om te
zien 'waar het allemaal op uit
loopt'.
Omdat ik als verslaggever voor de
rubriek geestelijk leven van mijn
kranten ook veel van het leven
der andere kerken in Nederland
van nabij volgen mag, vraag ik
me wel eens af of het. een recht
geaarde protestante ziel niet sto
ren moet dat wij katholieken toch
altijd de neiging tot een tikje
persoonsverheerlijking houden, en
dat wij ook in de laatste twintig
jaar van emancipatie en volwas
sen-worden massale gevoelens
van trots en bevestiging hebben
geprojecteerd op mannen als bis
schop Bekkers en kardinaal Al
frink. We zijn' ten slotte opge
groeid in- de episcopale sfeer, we
genoten van de pontificale hoog
missen. als kardinaal Alfrink met
zeven meter moiré achter zich
aan de kerk binnen kwam schrij
den, en we knielden als we zijn
ring kusten. Kardinaal Alfrink
voegde zich, uiteraard, naar de
voorschriften die in de rooms-
katholieke kerk golden, en die ten
aanzien van kardinalen destijds
zelfs heel stringent waren: ze mo
gen zich niet in een menigte be
geven, en openbaar vervoer is ta
boe voor hen, zo zeiden destijds
de protocollaire directieven.
Kardinaal Alfrink heeft dat alle
maal ondergaan met de oprechte
twijfel, die deze man zo eigen is.
Ik vond dat de voormalige secre
taris van de Nederlandse bis
schoppen. dr. Louis ter Steeg, de
houding van kardinaal Alfrink het
fraaist heeft geformuleerd, toen
hij me zei: 'Hij is in staat z'n
persoon, z'n achtergrond en z'n
gevoeligheid te scheiden van z'n
ambtsbeoefening. Je zou mis
schien kunnen zeggen dat Alfrink
heel goed in staat is afstand te
nemen van Bernard.' En de Nij
meegse theoloog professor Haars-
ma zei eens dat Alfrink 'malgré
lui' (zijns ondanks) geworden is
wat hij geworden is. en dat dat
voor hem pléit. Haarsma bewees
zogezegd aan kardinaal Bernard
de door Alfrink gerelativeerde eer
hem te vergelijken met Erasmus.
Haarsma zei: 'Het grote in hem
lijkt me dat hij z'n eigen histori
sche. autoritaire houding heeft
overstegen, werkelijk veranderd
is, en zo niet slechts de geschie
denis van onze tijd heeft beleefd,
maar dat hij in zijn eigen wezen
die geschiedenis ook heeft ge
maakt.' Wat er in de rooms-ka
tholieke kerk sinds twintig jaar
veranderd is, is ook veranderd in
Alfrink. Maar niet alleen heeft de
tijd hem beïnvloed, we menen dat
hij ook de tijd beïnvloed heeft, en
daarom hebben we bij wijze van
spreken zo'n hoge mijter van hem
op.
Katholiek
Overbekend is hoe de kardinaal
toen zijn Nederlandse geloofsge
meenschap in de Italiaanse pers
verdacht werd gemaakt, eens da
nig van zich afbeet in een Ro
meins perscentrum met de ge
vleugelde woorden: 'Hoe ook Ro
mein. ik ben altijd nog meer ka
tholiek.' Katholiek zijn heeft voor
Alfrink in zeer essentiële zin van
doen met het Petrusambt en dus
met de paus, en daarmee lijkt me
vanzelfsprekend ook zijn afstand
tot het protestantisme beschreven.
Maar ofschoon hij gek is op Italië
en erg graag in Rome komt, heeft
hij een kritische afstand tegen
over dat roomse element in de
kerk, dat niet werkelijk katholiek
is, omdat het de centrale positie
van de paus ais 'dienaar der die
naren Gods' wel eens verwart met
macht en autoritair af te dwingen
eenvormigheid. Daarin moet de
kardinaal in Rome. mogelijk ook
door de paus. wel misverstaan
zijn, want niemand ontkent dat
het romeinse beleid met betrek
king tot de katholieke kerk in
Nederland de laatste jaren blijk
geeft van pure - reactie. Zekere
kringen in Rome hebben kardi
naal Alfrink gezien als een pro
testant. en met leedwezen moet ik
u berichten dat zulks in heel wat
Romeinse ogen nog altijd geen
eretitel is.
Binnenland
Inmiddels is er ook wel binnen
landse kritiek op kardinaal Al
frink: men vreest dat zijn drang
om het onverzoenlijke te verzoenen
te ver gaat, en dat hij, uiteraard
zonder met Rome te breken, meer
op de rechten van de lokale kerk
zou moeten staan en minder zou
moeten toegeven aan behoudende
Kardinaal Alfrink, die vandaag zijn vijfenzeventigste verjaardag
gedenkt.
krachten in de kerk. Het verwijt te
toegevend te zijn is hem altijd
gemaakt, van links en van rechts,
en sommige vroegere oprechte be
wonderaars van de kardinaal heb
ben zelfs openlijk wat waardering
ingeslikt 'omdat hij teveel in zijn
schulp kruipt'.
Ik deel die kritiek niet. Ik denk
dat in het roomse kerkmodel,
waarin de bisschop een centrale
"plaats inneemt, in een tijd van
verandering een type als Alfrink.
die evenmin uitdaagt als in z'n
schulp kruipt, erg moeilijk mis
baar is, omdat hij vooral de din
gen open houdt, zodat de geschie
denis zijn gang kan gaan. En
kardinaal Alfrink weet erg goed.
dat die functie hem altijd, van
alle zijden, kritiek zal opleveren:
dat moet dan maar.
Met nogal wat particuliere trots
bewaar ik een briefje, dat hij me
tien jaar geleden schreef:een
weekblad had toen een vernieti
gend oordeel over de kardinaal
gepubliceerd, en knap nijdig heb
ik daar toen een artikel tegenin
geschreven, hetwelk de bladen
waarvoor ik werk bereid waren in
forse opmaak te presenteren. De
kardinaal schreef me toen dat ge
waardeerd te hebben, 'omdat een
bisschop ook wel eens behoefte
aan bevestiging heeft', maar hij
voegde eraan toe: 'Nou maar uit
kijken dat ze u niet de kardinaals
knecht gaan noemen'.
Dat zij dan maar zo.Protes
tantse lezers mogen deze katho
lieke berichtgever vergeven dat hij
een stuk mogelijk typisch roomse
bewondering voor Alfrink met
zich meedraagt, en zich erop ver
heugt kleinkinderen ooit te kun
nen vertellen dat hij die kar
dinaal nog persoonlijk vrij goed
gekend heeft, 'n Rendabele kardi
naal. dat is-ie wel. Om in econo
mische termen te blijven: in een
tijd van kerkelijke inflatie en
schijnbare religieuze teruggang is
hij een groeifactor Daarom moest
de paus hem nog maar even aan
houden.
Ton Oostveen is redacteur geeste
lijk leven van: Brabants Dagblad,
Eindhovens Dagblad, Helmonds
Dagblad en Nieuwsblad v: h. Zui
den. Hij publiceerde o.m. 'Bernard
Alfrink, katholiek' en (samen met
zijn vrouw Fieke) 'Kroniek '74;
wel en wee van katholiek Neder
land'.
door prof. dr. H. M. Kuitert
Sex blijft een gewild artikel; dat is ook de commercie bekend. Een boek zonder sex wordt niet gele
zen, is een duf boek en verkoopt niet- Een scheutje sex, al is het dan maar op de flap, doet wonderen.
Het lijkt wel of Tom Horner dat bedacht heeft toen hij het boek Sex in de bijbel schreef (uitg.
Koninklijke Van Gorcum Comp., Assen. Prijs ƒ23,50).
Voor velen, aldus de schrijver ln
zijn voorwoord, ls de bijbel een saai
geval geworden, maar dan weten ze
kennelijk niet waarover ze praten.
De bijbel is helemaal niet saai; het
is een levensecht boek, waarin van
alles gebeurt dat ook in het echte
leven gebeurt, een boek om te lezen
en om aan anderen aan te bevelen,
want inderdaad, ook de bijbel
kent de sex ln al zijn variaties, ja
(ik citeer nu maar even letterlijk)
'op de keper beschouwd is de bijbel
een erg sexy boek.'
Smakeloos
Dat ls de introductie die Horner
aan zijn boek meegeeft, en het
moet mij van het hart: dat is m.i.
een commerciële en smakeloze In
troductie die het boek niet nodig
heeft (en de bijbel nog minder).
Het ls bovendien nog onzin ook.
want wat is sexy? Als het om
erotiek of onverhulde sexualiteit
gaat, kun je beter andere boeken
HOOFDKANTOOR:
Nieuwe Zijds Voorburgwal
276-280, Amserdam.
Tel. 020-220383.
Postbus 859.
ROTTERDAM/DORDRECHT:
Westblaak 9-11, Rotterdam.
Tel. 010-115588.
Postbus 948.
DEN HAAG/LEIDEN.
Parkstraat 22, Dèn Haag.
Tel. 070-469445.
Postbus 101.
GRONINGEN:
Nieuwe Ebbingestr. 25,
Groningen.
Tel. 050-125307.
Postbus 181.
ZWOLLE:
Melkmarkt 56, Zwolle
Tel. 05200-17030.
Postbus 3.
lezen dan de bijbel. De tijd is
voorbij dat er geen andere infor
matiebron voorhanden was dan het
Oude Testament (dat onder een al
te lange preek werd uitgevlooid op
wat er allemaal wel niet over ge
slachtelijke omgang en pikantierie-
en in stond). Ik bedoel maar: ie
dereen kan overal terecht als hij
werkelijk 'sex' wil lezen. Waarom
de bijbel dan met zo'n opgeklopt
voorwoordje tot 'een sexy boek'
pardon, een 'erg sexy' boek te ver
klaren?
Dit moet mij eerst van het hart.
want lezen we verder door. dan is
het boek niet alleen goed bedoeld,
maar ook een bijna degelijk infor
matief boek.
Die goede bedoeling staat in het
begin en keert- telkens weer terug.
De schrijver beweert en hij heeft
niet helemaal ongelijk dat veel
christenen nooit de passages in de
bijbel gehoord of gelezen hebben die
over de sexualiteit handelen, want
die werden vanaf de zondagschool
tot en met het bijbellezen aan tafel
op kiese maar onverbiddelijke wijze
uit de tekst weggelaten. Hij is daar
niet kwaad om. Waarom zou hij
ook? Het is natuurlijk ook niet zo
eenvoudig om het verhaal van Lot
met zijn beide dochters aan tafel
voor kinder- (of puber-)oren voor
te lezen. Maar hij wil wel met zijn
boek aan deze onbekendheid met
dit stuk van het leven van de
bijbelheiligen (en onheiligen) een
einde maken, en zo begint dan zijn
24 hoofdstukken voortgaande infor
matie.
Verantwoord
Ik moet zeggen dat hier van het
commerciële toontje van voorwoord
en flap weinig over is. Het is echt
informatie die hier geboden wordt,
en voorzover ik kan zien is die
goed en verantwoord.
Sommige dingen zijn bekend, bij
voorbeeld dat het huwelijk oudtijds
(ook in de bijbel) een patriarchale
aangelegenheid was: dat de polyga
mie in het Oude Testament van
zelfsprekend was, getuige Abraham.
Jacob, Mozes en Elkana, om van
David en Salomo maar te zwijgen.
Minder bekend is misschien dat de
wetten van Mozes geen polygamie-
verbod kennen, en dat de monoga
mie eerst geleidelijk wordt veroverd
door de culturen rond de Middel
landse Zee. Zij bestond al als vaste
zede bij de Grieken en Romeinen
toen het christendom daar zijn en-
trée maakte en is dus niet een
christelijk 'nieuwtje' in de mense
lijke moraal (wat nog niet wil zeg
gen dat het christendom de mono
gamie niet van een eigen fundering
heeft voorzien).
Minder bekend, maar van belang
voor het verstaan van sommige
passages uit het Oude en Nieuwe
Testament, zijn de regels waarin de
graden van bloedverwantschap
werden ondergebracht, met name
voorzover deze graden van bloed
verwantschap het twee mensen
verboden om met elkaar te trou
wen. op straffe van incest (bloed
schande) te plegen. Hetzelfde geldt
voor wat er in de bijbel onder
overspel en ontucht wordt verstaan.
De schrijver merkt hier terecht
op, hoezeer al deze wetten en
bepalingen verraden dat ze 'door
mannen voor mannen' werden op
gesteld. De bepalingen over de gra
den van bloedverwantschap zijn
bepalingen voor mannen: het ver
bod tot echtscheiden is een verbod
aan het adres van mannen; echt
breken kunnen alleen mannen enz.
Doordat dit alles hoofdstuk na
hoofdstuk op de lezer afkomt, krijgt
het boek af en toe ook iets van een
opsomming over zich, niet bepaald
dor, maar wel de vraag oproepend
waar het allemaal nu goed voor is
dat we dit moeten weten.
DE EZEL
Van de komende messias-koning
zegt de profeet Zacharias dat hij
deemoedig is en op een ezel rijdt.
In de Reinaard heet de ezel Carco-
fas, hij is niet bepaald snugger ook
al draagt hij een geleerd aandoende
bril op zijn kop. Ook onder ons
geldt de ezel niet als een dier om
trots op te zijn. Hij speelt z'n rol in
vriendelijke sprookjes en is verder
in de bijbel een koppig dier. De
twee opmerkingen van de profeet
behoren bij elkaar: deemoedig en
rijdende op een ezel. In het laatste
wordt het eerste min of meer tot
uitdrukking gebracht. Op een ande
re plaats spreekt de profeet van
paarden, waarop je geen vertrou
wen moet stellen als je op God
vertrouwt. Paarden hebben Iets
hoogmoedigs, dat wil zeggen zoals
de. mensen ze 'gebruiken'. Een ezel
niet. Het gedreun van een eskadron
paardenvolk in aantocht mag angst
aanjagen, een ezel doet ons glimla
chen. Alles heeft misschien ook een
andere kant, maar daar hebben we
het nu niet over. De messiaanse
koning rijdt op een ezel. Hij komt'
ook niet om mensen bang te ma
ken, zijn bedoeling is niet om met
zijn verschijning vrees in te boeze
men. Daarom komt Jezus ook via
een achterdeur, uit Nazareth en via
een stal in Bethlehem, waar in
ieder geval geen gedelegeerden
stonden om Hem te ontvangen. Het
heil is onze wereld binnengeslopen.
Vandaar dat het tot vandaag ont
kent wordt door ieder mens die op
grootheid en macht gesteld is. Die
aard van het heil, die ezelachtig
heid, moet dan ook ons eigen leven
vanuit dit heil bepalen. Niet om te
heersen zijn wij gezonden, maar
om te dienen. Tot in de kleinste
dingen toe. Dat opent werkelijk
to.ekomst. (Zacharias 9,9-10). J
NED. HERV. KERK
BERLIJN (EPD) De Oostduitse
regering heeft geen plannen om de
kerken te 'socialiseren'. De kerken
zouden zichzelf echter een slechte
dienst bewijzen, wanneer zij zich in
de communistische maatschappij
zouden beschouwen als overblijfse
len van het kapitalisme.
Dit zei de voorzitter van de Oost
duitse CDU, Gerald Goetting, in
een rede bij de viering van het
dertigjarig bestaan van deze partij.
De Oostduitse CDU is de grootste
van de partijtjes, die toegestaan
zijn naast de communistische partij
ln het land. Goetting zei, dat het
praktische werk van zijn partij be
langrijke invloed heeft op de posi
tiebepaling van christenen en ker
ken in de Oostduitse samenleving.
Beroepen te Wilnis: J. den Dikken
te Benthuizen: te Schiedam (ned.
prot. bond): dr B. van Blanken te
Haastrecht, die dit beroep heeft
aangenomen; te Leiden (gewone
predikantsplaats) M. J. Wagenvoor
de, pred. buiteng. werkz. (vrijz.;
-herv.) aldaar, die dit beroep heeft
aangenomen.
Aangenomen naar Barneveld: G. S. 1
A. de Knegt" te Kesteren, die be
dankte voor Alblasserdam, Veenen-
daal, Woudenberg en Nieuw Lek-
kerland.
Bedankt voor Ootmarsum (toez.) J.
G. Bamhoorn te Haulerwijk.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Beroepen te Sauwerd, Winsum A'
de Snoo kand. te Zwijndrecht.
Intrede te Neede: drs M. te Velde
te Hardenberg (verb, ber.)
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Meliskerke: A. Bac te
Boskoop.
Bedankt voor Enschede: J. Karens
te Opheusden; voor Rotterdam-
West: N. W. Schreuder te Goes.
BAPT. GEMEENTEN
Bedankt voor Amsterdam W: C.
van Wier te Emmen.
VRIJE EV. GEMEENTEN
Intrede te Franeker: kand. E. J.
Warning te Amersfoort.
Bijna alles
Daarmee ben ik terug bij het begin.
Als ik de schrijver goed begrijp, wil
hij de suggestie dat de bijbel een
saai boek is. doorbreken. 'In de
bijbel staat bijna alles', roept hij
ergens uit. en dat is als compli
ment bedoeld. De bijbel is. in één
woord samengevat, interessant, in
elk geval interessanter dan de
mensen veelal denken.
Ik wil daar twee dingen over zeg
gen. In de eerste plaats vind ik
zoals ik aan het begin al zei het
een enigszins commercieel aan
doende truc, om de bijbel met be
hulp van een verwijzing naar de
sex die erin voorkomt, interessant
te maken. Ik bedoel allerminst dat
er niet over die passages gesproken
mag worden, maar maken die de
bijbel nou zo de moeite van het
lezen waard?
De tweede opmerking sluit daarbij
aan. Men kan niet ontkennen dat
op zichzelf genomen de bijbel aan
profiel wint. wanneer we weten hoe
aartsvaders, profeten en apostelen
met de sexualiteit omgingen. Maar
hebben we verder zoveel baat bij
dit weten? Het is interessant, en de
De profeet Nathan bestraft ko
ning David, nadat deze een man
(Uria) de dood heeft ingejaagd.
David deed dit omdat lijj Uria's
echtgenote (Bathseba) in bezit
had genomen en zwanger had
gemaakt.
bijbel wint daardoor aan profiel,
wanneer we weten hoe men in de
tijd van aartsvaders, profeten en
apostelen het land bewerkte. Maar
betekent dat, dat wij het land nog
zo bewerken of moeten bewerken?
Moeten wij de polygamie toelaten;
twaalf graden van bloedverwant
schap vaststellen die het een man
verbieden met een bepaalde vrouw
te trouwen; op dezelfde manier
liefde bedrijven als in het Hoog
lied? Ik noem maar wat op, en
denk dat niemand het daarvoor wil
opnemen.
Daarom is het natuurlijk niet weg,
als we weten wat ze in de bijbel nu
precies met de sexualiteit deden;
het is interessant om het te wetejn,
en het verdiept je inzicht in het
leven van de mensen die toen leef
den. liefden en loofden. Maar het
blijft een vorm van, zeg maar, ar
cheologisch bijbellezen. Dat is goed,
nuttig, onmisbaar zelfs, maar het is
en blijft een middel en niet een
doel. Iemand die alles van Abra
hams geslachtsleven afweet is nog
niet veel wijzer, ook al moet je, om
Abraham te verstaan, van zijn ge
slachtsleven (zijn omgang met Sa
ra, Hagar en Ketura bijvoorbeeld)
weten.
Het boek van Homer wil ik
afgezien van mijn bezwaren die ik
in het begin formuleerde daarom
best aanbevelen als een informatief
boek (dat goed vertaald is, laat ik
dat erbij mogen zeggen), maar dan
met de aantekening erbij dat we de
bijbel wel om een andere reden
van generatie tot generatie door de
tijd heen meeslepen. Wat voor
christenen de bijbel tot bijbel
maakt, is dat daarin voor hen het
gelaat van God oplicht in Jezus
van Nazareth.
door A. J. Klei
Vroeger was dansen zonde, nu het gebruik van
een verdacht soort koffiebonen. Vroeger schudde
je je hoofd over een ongehuwde moeder, nu óver
verkeerde maatschappelijke structuren. Vroeger
mocht je niet naar de bioscoop, nu niet naar
Zuid-Afrika.
Ik wou maar aantonen dat we sinds een jaar of tien
een schaalvergroting van de moraal meemaken. Mijn
voorbeelden zijn grof geschetst, dat stem ik direct toe,
maar ze zijn uit het volle leven geplukt. De tijd is
voorbij dat zonden en zondige plekken om zo te
zeggen onder handbereik van de vermanende pastor
lagen.
Nog niet zo lang geleden, ik meen in het begin van de
jaren zestig, verscheen onder redactie van dominee H.
J. Hegger het boek 'Jezus boeide mij'. Daarin stonden
getuigenissen van bekeerlingen en in één daarvan
kon je de volgende beschrijving van een (Rotterdam
se) bar tegenkomen: 'Schaars buffetlicht weerspiegel
de zich in het donkerrode meubilair. Monotoon jam
merde de jazzmuziek. Schor klonk de lach van vrou
wen, die hier met geraffineerde methoden de verdach
te vriendschap van mannen zochten. De geheimzinni
ge sfeer, de walgelijke geur van parfum en de vloeken
vanachter en rondom de tapkast maakten het verblijf
tot een volkomen woonplaats van de duivel'.
Ik zal niet zeggen dat het daar in die Rotterdamse
lokaliteit een gezellige boel was, maar zo vlot pinnen
wij de duivel niet meer aan een bepaalde plaats vast.
Je merkt het aan kerkbladen, waarin gemakkelijke
omschrijvingen van te mijden oorden en na te laten
handelingen het veld hebben geruimd voor moeizaam
aangeduide landen en systemen die niet deugen.
Je kunt soms horen beweren dat dit een vlucht is. De
dominee durft niet meer waarschuwen voor verleidin
gen op de hoek van de straat en gaat daarom maar
uitpakken over wat er allemaal aan mankeert in1
Afrikaanse landen. Maar wie dit zegt vergeet dat de
problemen van een Afrikaans land via (alweer) kof
fiebonen bij je in huis terecht komen en dat is nog
naderbij dan op de hoek van de straat. Er zit veel
meer een vlucht in het terugverlangen naar vanouds
vertrouwde en overzichtelijke tegenstellingen.
Een opmerkelijk voorbeeld van dat laatste vond ik in
het maartnummer van het maandblad 'Middernachts-
roep' dat een bevriende hand mij toeschoof. Daarin
was het volgende aangestreept (waaruit tevens blijkt
dat het gebruik van het afschuwelijke modieuze woord
'alternatief' nergens halt houdt): 'Toen wij het vorig
jaar in de Kurzaal in Bern een dag van gebed hadden,
keken wij maar vreemd op bij de aanblik van twee
aanplakbiljetten bij de hoofdingang van het gebouw.
Op het ene stond in grote letters geschreven: Tedere
avond dansen in de Kurzaal' en daarnaast nodigde
ons eigen aanplakbiljet uit: 'Hoort des Heren Woord!'
Het greep mij opnieuw aan: Hier hebben wij weer de
these en de antithese, het alternatief van de Bijbel,
Hoor des Heren woord en leef eeuwig of dans de
eeuwige verdoemenis in. Onze tijd begeert in geen
enkel opzicht meer dit duidelijke alternatief, dit 'ja'
of 'neen', dit zwart of wit. eeuwig verderf of eeuwig;
behoud.'
Dezelfde vriendelijke hand legde ook deze merkwaar-'
dige huwelijksadvertentie uit het opinieblad 'Koers'!
van 15 februari voor me neer:
Jongen, 23 jr. Prov. GId., onkerkelijk. Strikt Baptist
zoekt SER. KENNISM. met eenv. vriendin. Zij die de
HEERE VREEST doet mijn ziele klaren, haar bemin
ik het meest.