Lokale potentaten verzieken India's hervorming Algerije verenigt socialisme en islam President Boumedienne tien jaar aan de macht - - 1;; Mond vol over socialisme, maar macht wordt niet verdeeld [TROUW/KWARTET ZATERDAG 5 JULI 1975 BUITENLAND 13 Van een medewerker Lang voor India's onafhankelijkheid ontwierpen de leiders van het Indische Nationale Congres plannen die ingrijpende veranderingen in het lot van de verpauperde massa's moesten brengen. Nehroe hoopte met behulp van regeringsplannen en fondsen voor grootscheepse industrialisatie en de nodige sociale maatregelen een keer in hun lot teweeg te kunnen brengen. India heeft met hem en zijn opvol ger Sjastri en zijn dochter Indira min of meer progressieve rege ringsleiders gehad. Hoe komt het dan dat er desondanks van al die plannen zo bitter weinig terecht is gekomen, zoals in het vorige artikel uit de cijfers bleek? De doorslaggevende reden in een heel complex van faktoren is dat Nehroe's macht, die steunde op de massa's die hem vereerden, in de praktische politiek door de dominerende groepen van grote on- i dernemers, groothandelaren, land heren. rijke boeren en bureaucra ten danig beknot werd. Hetzelfde geldt vandaag nog veel meer voor zijn dochter, wier regering ondanks klinkende verkiezingsoverwinnin gen in 1971 en 1972 meer en meer tot uitvoerend orgaan van de wen sen van bovengenoemde machts groepen geworden is. Dorpelingen in India: afhankelijkheid bleef Mooipraterij Hoe gaan deze groepen te werk om de macht binnen India's parlemen taire demokratie aan hun eigen be lang ondergeschikt te maken? Om te beginnen hebben de bezittende klassen in India zich nooit door de socialistische terminologie van de regerende Qongrespartij laten af schrikken. Zij hebben die zelf geïn troduceerd of tenminste geaccep teerd om de steun van de massa's in de bevrijdimgsstrijd te krijgen en daarna te houden en om de com munisten en echte socialisten de wind uit de zeilen te nemen. Zij beheersen perfekt de kunst van mooipraterij over sociale gerechtig heid en wat dies meer zij, en zor gen er ..ach ter de schermen wel voor dat hun dat niets gaat kosten. Dat laatste Is in een groot land als India met een federale staatsstruc tuur nog gemakkelijker dan elders. Neem bij voorbeeld de kwestie van landhervorming. Een progressieve herverdeling van land zou niet al leen rijkere boeren, maar ook arme boeren en landarbeiders ten goede kunnen komen. De Congrespartij besluit al sinds veertig jaren tot landhervormingen van minder ra- dikale aard. die echter met aan zienlijk succes door de grootgrond bezitters getorpedeerd of omzeild zijn. De wetgeving en uitvoering in deze zaken berust namelijk bij de staten en niet bij de centrale rege ring. En op dat niveau hebben de potentaten van het platteland een boel te vertellen. Zij hebben hun mannetjes in het parlement, in de regering, in de bureaucratie, en vooral in de partij die zonder hun financiële steun niet zou kunnen bestaan. Maar zelfs als onder druk van het publiek of ook van de centrale regering een progressieve wet tot stand komt is er voor de bezitters nog geen groot gevaar. De van Engeland geërfde parlemen taire procedures bieden alle tijd om de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen, om het surplus-land op naam van vrouw en kinderen, neefjes, nichtjes, of voor dit doel opgerichte weeshuizen en kleuter scholen te schrijven. Mocht ook dat niet baten, dan zijn er altijd nog de eveneens uit Engeland geërf de gerechtshoven, waar ook de hardnekkigste klager het na kortere of langer tijd moet afleggen tegen een landheer, omdat hij niet de advocaten kan betalen die alle trucs van het spel beheersen. Woekeraars Een ander voorbeeld kan de machtsverhoudingen op plaatselijk niveau illustreren. De regering be sluit overal op het land coöperaties te stichten die aan kleine boeren goedkope kredieten moeten ver schaffen om hen uit de fnuikende afhankelijkheid van woekeraars te bevrijden. Die woekeraars zijn vaak de landheren. Deze geven hun pachters en landarbeiders in tijden van nood tegen een zeer hoge rente voorschotten die hen voor de rest van hun leven tot schuldenaars maken. De landheren zijn slim ge noeg zich niet tegen dergelijke coö peratie-plannen te verzetten. Zij proberen veeleer en meestal met succes de zaak onder hun mach tige hoede te nemen. Men 'regelt' de benoeming van een 'vertouwenspersoon' tot president van de coöperatie. De arme pach ters krijgen hun kredieten, maar niet direkt, want wie garandeert tenslotte de terugkbetaling. De landheer is zo goed die garantie te verstrekken. Hij neemt de kredie ten in hun naam tegen lage rente op en geeft die dan tegen een dubbele rente voor de moeite door. Dat levert een gemakkelijk winstje op en handhaaft bovendien de afhankelijkheid van zijn pach ters. Voor de pachters, gesteld dat zij erachter komen, is het nauwe lijks mogelijk aan dit gruwelijke spelletje een eind te maken. De landheer kan hen maken en bre ken, tenzij zij goed georganiseerd zijn, en dat is niet zo vaak het geval. Klachten bij de bevoegde in stanties helpen maar zelden. Niet dat alle ambtenaren cynisch of om koopbaar zijn, maar him macht is beperkt en hun afhankelijkheid groot. Zij moeten rekening houden met de politici die op hun beurt de (lokale bazen te vriend moeten hou den. tenzij zij in het verdomhoekje van de linkse oppositiepartijen wil len zitten, waar doorgaans weinig geld en eer te behalen valt. Averechts effect Er zijn talloze voorbeelden te geven hoe ook de fraaiste plannen op de beschreven óoalitie van rijkaards, politici, en van hun afhankelijke bureaucratie en politie stuk gaan of dankzij deze machtsverhoudingen averechts werken. Het beroemdste geval is het grootse Gemeenschaps ontwikkelingsprogramma dat in tussen alle dorpen van India be reikt heeft, (meer dan 400 miljoen mensen) een geweldige administra tieve prestatie alleen al. Het plan werd in 1952 gelanceerd. In de loop van de tijd onderging het verschil lende wijzigingen. Oorspronkelijk was het de bedoeling om allerlei verspreide activiteiten ter verbete ring van het leven in de dorpen te bundelen in een door de regering opgezette organisatie die de partici patie van de dorpsbewoners dusda nig zou aanmoedigen en mogelijk maken, dat dezen het programma op de duur in eigen regie zouden overnemen. Nehroe sprak van een revolutie op het platteland, een vreedzame revolutie van boven zo gezegd. Grote nadruk viel op de verbetering van landbouw en veeteelt, maar gezondheid, opvoeding en gemeen schapsvorming stonden eveneens op het programma. Welke gemeenschap Kritische rapporten hebben uitge wezen dat ook dit weer alleen aan een hoogstens wat bredere toplaag ten goede is gekomen. De ontwikkelingswerkers in de dorpen die hun nieuwe landbouwtechnie ken aan de man moesten brengen kwamen vanzelf bij de grotere boe ren en landheren terecht die ge noeg land en kapitaal hebben om profijtelijke experimenten te wa gen. Zij waren in ieder geval de enigen die op korte termijn voor resultaten konden zorgen. En in Delhi wilde men natuurlijk snel resultaten zien. De ontwikkeling van de produkti- vitelt in de landbouwsektor werd al doende zozeer het beheersende the ma dat het ministerie voor Ge meenschapsontwikkeling inmiddels door Indira Gandhi bij het land- bouwmindsterie ondergebracht is. Daar hoort het inderdaad meer thuis. Met ontwikkeling van de ge meenschap, laat staan met een re volutionaire verandering van de so ciale relaties heeft het niet veel te maken, hoogstens onbedoeld door de verscherping van de tegenstel lingen die het teweeg brengt. Wat is tenslotte de gemeenschap tussen landbezitters, pachters en landar beiders? Zij zijn gescheiden door kastengrenzen en klassetegenstel lingen. Het dorp is veel meer een gedwongen gemeenschap die door economische en traditionele fakto ren in stand gehouden wordt. De armsten hebben geen keus, tenzij zij Bun geluk op het overbevolkte plaveisel van Bombay of Calcutta willen beproeven, iets waaraan in derdaad velen de voorkeur geven blijkens de migratie naar de ste den. Dit alles wil niet zeggen, dat al die ontwikkelingsprogramma's niets bereikt hebben. Er is een boel ver anderd, economisch, sociaal en cul tureel. Maar wat bijna nooit veran derd is. is de machtsstructuur, af gezien van verschuivingen binnen de toplaag van ouderwetse, feodale landheren naar moderne, kapitalis tische grootgrondbezitters en rijke boeren. En wat verder niet wezen lijk veranderd is, is de armoede en de afhankelijkheid van de overgro te meerderheid. Eerdere artikelen in deze serie ver schenen op 1 en 3 juli. Deze zomer viert Algerije de tiende verjaardag van de 'her nieuwing van de revolutie'. Dit is de officiële benaming voor de machtsgreep van Houari Bou medienne in juni 1965. Hij was toen minister voor de strijd krachten en tweede man na Ben Bella. De laatste heeft sindsdien huisarrest in een kleine villa in Blida. Boumedienne had overi gens de meeste ministers van toen op zijn hand; ook enkele oud-ministers die door Ben Bella waren afgezet. Ter gelegenheid van dit jubileum heeft Boumedienne voor de naaste toekomst verkiezingen voor een na tionaal parlement aangekondigd, alsmede presidentsverkiezingen. Veel veranderingen zal dat voorlo pig niet met zich brengen: Boume dienne zit stevig genoeg in het zadel om zeker te kunnen zijn van herverkiezing. Zijn islamitisch-soci- ajistische partij blijft de enige toe gestane politieke organisatie. Toch is de belofte van verkiezingen niet helemaal zonder belang. In 1967 zijn gemeenteraadsverkiezingen gehouden en in 1969 verkiezingen voor de wilaya (distrikten). Bij beide gelegenheden is een aantal jonge, kapabele mensen naar voren geko men die sindsdien een kans hebben gekregen om te bewijzen wat ze waard zijn als vertegenwoordigers die de wensen van de bevolking we ten te vertolken. De bedoeling van de regering is dat een aantal van hen binnenkort doorstoot naar het nationale parlement en daardoor jong bloed in het politieke leven brengt. Jonge bevolking De helft van de Algerijnse bevol king is jonger dan twintig jaar. Er is de regering daarom veel aan gelegen zich niet van de jeugd te vervreemden. Van de leiders van de bevrijdingsoorlog tegen de Fransen van 1954 tot 1962, iic naar schat ting ongeveer een miljoen Algerij nen het leven kostte, zijn nog maar weinig politiek aktief. Van degenen die de oorlog hebben overleefd zijn enkelen inmiddels overleden, ande ren naar het buitenland gevlucht. De zwijgzame Boumedienne. leider van een Algerijns bevrijdingsleger dat jarenlang in Marokko oefende maar nooit in aktie is gekomen, heeft de meeste verzetsleiders op door H. A. Halbertsma een zijspoor weten te rangeren. Vrijwel iedereen in Algerije er kent echter zijn kapacitelten als regeringsleider. De Algerijnen hebben voor hun binnenlandse politiek een formule gevonden die islam en socialisme in zich verenigt. Alle grote onder nemingen moeten per definitie staatsbedrijven zijn Deze zijn ech ter vrij om zaken te doen met westerse particuliere ondernemin gen. Algerije is bezig een sterke petrochemische industrie op te bouwen. De enorme investeringen die daarvoor nodig zijn worden verdiend door de verkoop van aard olie en in toenemende mate' ook van aardgas, dat in vloeibare vorm zal worden geëxporteerd naar Euro pa en naar de Verenigde Staten. De kommunistische landen van het Oostblok zijn echter sterke concur renten van het westen. Landhervorming Bij de landhervorming heeft de re gering. rekening gehouden met de individualistische instelling van de meeste Algerijnse boeren. In de vlakke delen van het land hadden Franse kolonisten een aantal mo derne. gemechaniseerde landbouw bedrijven gesticht waarvan de pro- dukten voor een deel naar Frank rijk gingen. Deze bedrijven zijn na de onafhankelijkheid door de Algerijnse arbeiders overgenomen. Experimenten op het gebied van zelfbestuur werden geen onverdeeld sukses. In de praktijk zijn dit nu ook staatsbedrijven, onder leiding van landbouwingenieurs. Een groot deel van de Algerijnse landbouw vindt plaats in de bergen. Deze dient in de eerste plaats om het boerengezin te eten te geven, over schotten worden verkocht op de dichtstbijzijnde markt. Dat bete kent geen ruim bestaan. Een deel van de mannelijke bevolking werkt in Frankrijk als gastarbeider en spaart voor een rentenlersbestaan in het geboortedorp. Gezien de gro te werkloosheid, zowel hier als in de steden, heeft het weinig zin arbeidsbesparende technieken te gaan invoeren in deze primitieve maar gezien de mogelijkheden toch uitgekiende boerenbedrijven ge steld al dat dit mogelijk zou zijn op de vaak sterk hellende terreinen. Wel wil de regering graag de op brengst van deze soort landbouw op voeren. Enkele jaren geleden begon onder de studenten en scholieren in de steden een grote campagne om in de lange zomervakanties als vrijwilligers in de dorpen te gaan werken om mee te werken aan de modernisering van het boerenleven. Dat liep uit op een tamelijk grote mislukking, omdat de vrijwilligers vrijwel niets van de problemen wisten waar een boer voor komt te staan en daarom in de dorpen niet serieus werden genomen. Sindsdien heeft de regering de le^en van voorzitter Mao van de Chinese communistische partij ter harte ge nomen: de stadsbewoners moeten eerst van de boeren leren en niet omgekeerd. Tegenwoordig zien de boeren de scholieren en de studen ten die hen in de vakanties moeten komen helpen niet langer als lasti ge pottekijkers. De regering zoekt bij de landher vorming aansluiting bij oude demo cratische tradities binnen het stamleven. Daarom wordt zij door de boeren niet als van bulten opge drongen ervaren. Met name ln de bergen van Kabylië en de Aures bestaat een eeuwenlange traditie, die voor de bewoners kleur aan het leven geeft en die zij niet graag willen missen! Geen elite Eén van de sterke punten van Bou medienne is dat hij in zijn manier van optreden het hele Algerijnse volk lijkt te vertegenwoordigen en niet, zoals zijn voorganger Ben Bel la. een ontwikkelde, steedse elite. Het is een 'voordeel' dat hij niet, zoals de meeste hoge ambtenaren en technici van zijn land. in Frank rijk heeft gestudeerd, maar in Cairo, op een islamitische universi teit. De grote massa van de bevol king is ln Algerije, net als trouwens in heel Noord-Afrika. gehecht aan de Islam die. allerlei lokale gebrui ken als het ware heeft geabsor beerd. Boumedienne legt de nadruk op dynamische faktoren ln de is lam. zoals het principe van recht vaardigheid dat voor elke tijd zijn eigen uitdrukking moet vinden, aangepast aan de ontwikkeling der omstandigheden. Op die manier Is socialisme niet een vijand van het geloof, maar een uitdrukking ervan die kan steunen op uitspraken in de Koran. Hoewel Algerije een van de kleine re olie-exporterende landen is, heeft het sinds de oliekrisis in de derde wereld een enorm prestige verworven. Het geldt onder de ar me ontwikkelingslanden als een voorbeeld van wat men kan berei ken door op eigen kracht te ver trouwen en niet domweg westerse manleren na te apen en westerse bedrijven in huis te halen. Dat Algerije ln staat ls gebleken ln deze moeilijke periode de vrede in eigen land te bewaren, ls zeker voor een niet gering deel een verdienste van president Boumedienne. Hoewel hij nog steeds een betrekkelijk zwijg zaam man ls, geldt hij tegenwoor dig als een van de leiders van de derde wereld. Hij ls voorstander van een samenwerking tussen de ontwikkelingslanden en het westen, op voorwaarde dat het westen mee werkt aan de Industrialisatie van de arme landen door het leveren van technische kennis en machi nes. Dat hoeft niet voor niets: als de ontwikkelingslanden zelf een behoorlijke prijs krijgen voor de olie en andere produkten die ze naar het westen exporteren, kun nen ze daar een normale prijs voor betalen. Algerije heeft, met Instem ming van bijna alle ontwikkelings landen, voorgesteld een systeem te ontwerpen waarin de arme landen voortaan gegarandeerde minimum prijzen krijgen voor hun exportpro- dukten. Zo n systeem op Internatio naal niveau eist'natuurlijk een hele organisatie. Dit is een van de be langrijkste onderwerpen waarover de Arabische landen willen spreken op de eerstvolgende bijeenkomst tussen de Europese en de Arabische landen, die deze maand ergens ln Europa zal worden voortgezet. (Schrijver van dit artikel ls als socioloog gespecialiseerd ln de Isla mitische wereld).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 13