Met de dominee op reis Baptisten blijken mensen van uitersten te zijn deTiid Vandaag Een boekje over huisbezoek De Tour: Anquetilwas een dromer Negenduizend deelnemers aan congres Onze adressen Ds. Joh. Prins (63) overleden Weekblad Vereniging wil appelregeling voor alle dienstplichtigen Theologie-cursus voor werklozen Ontmoetingsdag van christelijke auteurs Russische delegatie naar Nairobi TROUW/KWARTET DONDERDAG 3 JULI 1975 KERK 2 door A. J. Klei En wie hadden jullie als reisleider? Dominee Jansen. Die uit...? Nee meid, die is veel te licht, ik bedoel zijn broer. Hoe was het? Nou, geweldig natuurlijk. Toch heel wat anders dan wanneer je een gewoon iemand als leider hebt. Hoezo dan? Ja, hoe zal ik het zeggen.Hij geeft je als 't ware iets mee van zo'n reis.Weet je, als we liepen te wandelen en 't was mooi weer, wees-t-ie naar de lucht en dan zei hij de eerste regels van psalm ne gentien op, het ruime hemelrond en zo. En als het regende? Dan had-ie weer een andere psalm te pakken, over een land dat dor en mat van droogte braiidt, je kent het wel, en dan zei hij zo mooi iets over dorstige aarde die nu.hoe maakte hij het ook weer, o ja,..die nu gelaafd werd. En dan vond je het helemaal niet erg meer als het es regende. Had hij nooit last met de mensen over het vreemde eten of over open raampjes in de bus? Welnee, daar zorgde meneer Pieter- sen toch voor. Heb ik je eigenlijk al verteld hoe we ook van dominee genoten, toen hij zondags in het hotel preekte? Prachtig was het! We hebben ook dia's gemaakt, die gaan we van de winter op een speciale samenkomst vertonen en dan vragen we hem voor 't ope ningswoord en de sluiting, dat snap je zeker wel. Deze conversatie verzin ik. maar ze moet alleszin- mogelijk zijn tussen een paar deelnemers aan een door een predikant geleide vakantiereis. Ik werd tot mijn verzinsel geïnspl reerd door een mededeling van de classis Utrecht van de gereformeer de gemeenten. Het blijkt namelijk zo te zijn dat in de rechtervleugel van de gereformeerde gezindte de mensen tuk zijn op een dominee als reisleider. Die conclusie kun je trekken na kennisneming van de advertenties van reisbureaus in kerkelijke bladen uit de genoemde hoek van het vaderlandse kerkelij ke leven. De classis Utrecht van de gerefor meerde gemeenten heeft nu tegen deze gang van zaken bezwaar ge maakt. De classis meent namelijk dat de predikanten hierdoor als re clameobject in dienst komen van de commercie, wat leiden kan tot devaluatie van het ambt. Het is niet bij een losse opmerking geble ven op de classicale vergadering, de zaak is volgens de kerkordelijke regels door gespeeld naar de parti culiere (dat is zoveel als: provinci ale) synode Oost en die zal de kwestie weer voor behandeling doorsturen naar de generale syno de. Ik begrijp die bezwaren van de classis Utrecht der gereformeerde gemeenten wel. Niet dat ik domi nee-als-reisleider alleen maar een gereformeerde gezindte (en ook die daarbuiten) geen gratis uitje gun. En ik heb ook oog voor de begeerte van kerkmensen, ook in verre oor den hun of een dominee met zich mee te slepen. Maar waar komt het in de praktijk vaak op neer en wat wekt. meen ik, het misnoegen van de classis Utrecht? Dat de domi neealsreisleider alleen maar een stichtelijk noepje voor onderweg is. Het vuile werk wordt gedaan door een 'gewoon iemand', die met een wanhopig gezicht probeert op komende herrie over tocht in de bus te smoren en die ver moeid alle klaagzangen over gek eten aan moet horen. En als stich telijke versnapering is daar de do mlnee voor een passend woord op z'n tijd en voor het eigen dienstje in het hotel, want weet jij wat voor praatjes die buitenlanders op hun kansels verkopen, als je het al kunt verstaan? Ik heb, nogmaals, geen bezwaar te gen vrome genietingen onderweg (al meen ik dat je met een 'gewo ne' reisleider met enige hersens, een zakbijbel en een prekenbundel ook goed uit de weg kunt), maar vind dat dominees het moeten ver tikken als 'lokker' in een zakelijke advertentie te fungeren. Kortom, ik deel de gevoelens van de classis Utrecht der gereformeerde gemeen ten. door prof. dr. J. Reiling Volgende week dinsdag op 8 juli ontmoeten in Stockholm ruim negenduizend baptisten uit ongeveer tachtig landen elkaar voor het dertiende congres van de Baptisten Wereld Alliantie (BWA)Eens in de vijf jaar wordt dit grote festijn van gemeenschap en ontmoeting gehouden. Wie deze congressen door de jaren heen heeft gevolgd krijgt oog voor de ontwikkelingen die zich in het wereld-baptisme bezig zijn te voltrekken. Het zal interessant zijn om na Stockholm vast te stellen wat de laatste vijf jaren aan nieuwe dingen hebben gebracht. Men moet van een congres als dit geen Ingrijpende beslissingen of grote uitspraken verwachten. De BWA is een alliantie, d.ws. de meest losse en onverplichten de vorm van vereniging die zich laat denken. Het congres heeft dan ook niets weg van een internationale synode. Zelfs niet van een groot scheepse studieconferentie. Het is echter wel een wereldforum waar gesproken wordt over de zaken die de baptisten uit alle werelddelen ter harte gaat. Zo'n zaak is ook de relaties tussen baptisten en andere christenen. Ja renlang is dit onderwerp min of meer taboe geweest in de BWA omdat de meningen hierover zoda nig verdeeld waren dat de onder linge eenheid er door zou kunnen worden geschaad. £inds een Jaar of tien echter heeft de BWA een apar te studiecommissie voor christelijke samenwerking (Coöperatieve Chris tianity). De naam zal wel gekozen zijn om het woord oecumenisch te vermijden maar toch ook wel om dat de commissie zich niet alleen bezighoudt met kerkelijke relaties tussen baptisten en andere christe nen maar ook met de niet-kerkelij- ke. zoals samenwerking in bijbelge nootschappen en evangelisatie acties, internationale hulpprogram- mas enz. Als vrucht van haar werk zaamheden heeft de commissie ver leden Jaar een eerste studie het licht doen zien, waarin een over zichtelijke inventarisatie wordt ge geven van de bestaande relatie tussen baptisten en andere christe nen (James Leo Garret e.a. Baptist relations with other christians. Judson Press, Valley Forge, USA Prijs 12 dollar). Wereldbol Baptisten blijken mensen van ui tersten te zijn. Aan de ene kant zijn er afzonderlijke gemeenten of UIT VAN LEZERS Prof. Shahak (2) In uw nummer van 27 Juni publi ceerde u een brief van de heer Kollaard. die een aanval doet op prof. Shahak, voorzitter van de Is raëlische Liga voor de Rechten van de Mens. Als een Israëli die betrok ken is bij de situatie in zijn vader land, voel ik mij genoodzaakt hier op te reageren. De heer Kollaard heeft gelijk als hij stelt dat de Israëlische Liga voor de Rechten van de Mens geen verbinding meer heeft met de 'In ternationale Liga voor de Rechten van de Mens' voorgezeten door de heer Shetak uit de V.S. Trouwens, terwijl de heer Shestak brak met de Israëlische Liga, verwelkomde hij de 'Iraanse Liga voor de rech ten van de Mens', met haar presi dent Hare Majesteit de echtgenote van de Shah, in zijn club. Een ander geliefd lid van de heer Shes- tak's familie is onlangs van het toneel verdwenen: n.l. de Zuid Vietnamese Liga, die rechtstreeks afhankelijk was van het regime Thleu, en die ontkende dat de 400.000 politieke gevangenen ooit bestonden. Klaarblijkelijk mishaag de de moedige strijd van de Israëli sche Liga voor de Rechten van Mens de Israëlische autoriteiten, Korte, duidelijk geschreden, liefst aan één kant getypte, brieven kunnen worden gestuurd naar: Secretaris Hoofdredactie Trouw/ Kwartet, Postbus 859, Amsterdam. Bij pubiikatie wordt de naam van "de schrijver vermeld. HOOFDKANTOOR: Nieuwe Zijds Voorburgwal 276-280, Amserdam. Tel. 020-220383. Postbus 859. ROTTERDAM/DORDRECHT: Westblaak 9-11, Rotterdam. Tel. 010-115588. Postbus 948. DEN HAAG/LEIDEN. Parkstraat 22, Den Haag. Tel. 070-469445. Postbus 101. GRONINGEN: Nieuwe Ebbingestr. 25, Groningen. Tel. 050-125307. Postbus 181. ZWOLLE: Melkmarkt 56, Zwolle. Tel. 05200-17030. Postbus 3. die prof. Shahak dus als een 'extre mist' en een 'onverantwoordelijk figuur' betitelden. Ik denk dat dit beschouwd moet worden als een goede indicatie dat de Liga (die trouwens totaal niet politiek is) haar taak eerlijk verricht. Ieder die geïnteresseerd is kan schrijven naar de Israëlische Liga (postbus 14192, Tel Aviv), aan Am nesty International of aan mij (postbus 3989) voor gedetailleerde informatie over het schenden van menselijke rechten in Israël. Wat betreft de 'feiten' die de heer Kol laard aanhaalde, is het voldoende er op te wijzen dat de meerderheid van de arabische gevangen in Is raël niet in de statistieken voorko men omdat zij gevangen zitten zonder proces, krachtens de 'nood wetten van 1945', die door de Britse mandaat-regering in Palestina zijn gemaakt. Amsterdam dr R. Ghaplro Almere (2) Terecht vraagt de heer Colon meer aandacht voor spoorverbindingen tussen Almere en de Randstad. Wij begrijpen echter niet waarom hij niet konsekwent doorredeneert en de railverbinding met het 'achter land' van Almere vergeet. Al jaren lang pleit de stichting Zuiderzeelijn voor een snelle spoorverbinding vanaf Amsterdam, via Almere, Lelystad, Emmeloord, Heerenveen, Drachten naar Groningen. Is dit ingezonden stukje symptoma tisch voor het in eigen beperkte kringetje denken van vele randste delingen? De Zuiderzeelijn zou niet alleen veel bij kunnen dragen aan een verbetering van de zwakke in- fra-struktuur van het Noorden des Lands, maar in de uitvoering ook een aanzienlijk stuk vervangende werkgelegenheid kunnen bieden dat tot in lengte van dagen maatschap pelijk rendement af zal werpen. Drachten Stichting Zuiderzeelijn federaties van gemeenten die geen enkele relatie met andere unies of conventies onderhouden en eerst recht niet met de BWA. Ook in ons land zijn er in Alphen aan de Rijn, Amsterdam en Hengelo (O) baptis tengemeenten die niet bij de unie van baptistengemeenten in Neder land zijn aangesloten, vaak naast gemeenten in dezelfde plaats die dat wel zijn. In het hartje van Manhattan in New York is een grote baptisten-kerk te vinden van de Calvary Baptist Church die bij geen enkele federatie is aangeslo ten maar wel een groot aantal zen delingen naar verschillende wereld delen heeft uitgezonden. Voor in de kerk staat een wereldbol met lamp jes op de plaatsen waar de zende lingen werken. Het zijn er niet weinige. Aan de andere kant zijn er bapstis- ten-gemeenten die hun eigen iden titeit hebben opgegeven om op te gaan in een groter geheel. Het be kendste voorbeeld is natuurlijk- Noord India, waar de baptisten deel zijn gaan uitmaken van de verenig de kerk. In Zuid India en Ceylon nemen de baptisten deel aan de voortgezette gesprekken om te ko men tot eenheid. Tussen deze uitersten ligt nog een brede schakering van mogelijkhe den van deelname en samenwer king,. Enkele baptisten-unies zijn in een federatief kerkelijk verband met andere verwante gemeenschap pen. Het bekendste voorbeeld vin den we in de Bondsrepubliek waar de baptisten samen met de vrije evangelischen en de methodisten de bond van evangelisch-vrijkerke- lijke gemeenten vormen. Ook in de Sovjet-Unie bestaat een dergelijke situatie: hier zijn baptisten, pink sterchristenen en mennonieten verenigd in de unie van evangeli sche christenen baptisten. In beide gevallen vormen de baptisten de sterkste partner. In de Sovjet-Unie practiseren alle drie groepen de doop op belijdenis door onderdom peling, in de Bondsrepubliek niet. Slechts tien Het is gebruikelijk om de oecume nische samenwerking van de ker ken af te lezen uit hun lidmaat schappen van plaatselijke, landelij ke of internationale raden van ker ken. Hoewel dit geen bruikbaar cri terium is om de oecumenische ge zindheid van de betrokken kerken te beoordelen, is het in ieder geval een duidelijk hanteerbaar inde lingsprincipe. Toegepast op de bap tisten betekent dit dat in Europa alleen de baptisten van Denemar ken, Groot Brittannlë en Hongarije lid zijn van de wereldraad van kerken en buiten Europa een aan tal conventies in de Verenigde Sta ten en de Unies van Nieuw Zee land. Birma. Nigeria en Kameroen. In totaal slechts tien van de meer dan honderd leden van de BWA. Veel meer unies doen mee met landelijke raden van kerken, hoe wel ook nog lang niet de meerder heid. Ook participeren soms plaat selijke gemeenten in een plaatselij ke raad ook als de unie waartoe zij behoren geen deel uitmaakt van de landelijke raad van kerken. In het boek van de studiecommissie is men nog niet toegekomen aan een grondig onderzoek naar de oor (Advertentie) zaken en achtergronden van deze grote verscheidenheid van opstel lingen. Toch laten zich wel enkele dingen noemen. In de eerste plaats doet zich in alle vormen van oecumenische toenade ring voor de baptisten altijd het probleem voor dat de kerkelijke eenheid waarnaar gestreefd wordt aanzienlijk verder gaat dan wat zij in hun eigen gemeenschap voor ge wenst houden. Alle regionale, lan delijke en internationale verbanden van baptisten gemeenten zijn fe deratief, de plaatselijke gemeenten autonoom. Dat dit ook niet zonder schaduwzijden is weten de baptis ten langzamerhand wel maar zo lang zij niet in eigen rking tot een nauwer verband komen ligt het voor de hand dat zij terughoudend reageren op een ideaal van een verenigde kerk waarin de plaatse lijke gemeente haar autonomie prijs moet geven aan de hogere vergaderingen of ambtsdragers. In de tweede plaats maakt de dooppraktijk scheiding tussen de baptisten en hun geestverwanten enerzijds en alle andere kerken an derzijds. De princiiële keuze voor de dopp op belijdenis en tegen de kinderdoop heeft vérstrekkende consequenties. Zij ondergraaft de wederzijdse dooperkenningen tus sen de kerken omdat zij in de kinderdoop een van de essentiele kenmerken van de doop mist, nl. de belijdenis van de dopeling.Zon der die belijdenis is het voor bap tisten moeilijk om over de geldig heid van de doop te praten alleen op basis van de kerkelijke bedie ning van de doop. Deze overtuiging isoleert. Het is natuurlijk duidelijk dat er aan deze kwestie veel meer vastzit dan alleen het al of niet geldig zijn van de doophandeling. Uiteindelijk hebben de verschillende doopsop vattingen te maken met verschil lende visies op de plaats van de gemeente van Christus in de we reld. Juist in een tijd van voort gaande secularisatie en ontkerste ning wordt deze zaak weer in toe nemende mate actueel. In dit tijds gewricht is het de historische roe ping van alle voorstanders van de doop op belijdenis hun inzichten en overtuigingen aangaande de ge stalte en de plaats van de gemeen te van Christus in de wereld in broederlijke dialoog in te brengen in hun contacten met hun mede christenen. Het is te hopen dat zij zich aan deze dialoog die toch altijd het in de waagschaal stellen van eigen inzichten met zich meeb rengt niet zullen onttrekken. Prof. dr. J. Reiling is bijzonder hoogleraar in de geschiedenis en leer van het baptisme en gewoon lector in de uitlegging van het Nieuwe Testament aan de faculteit der godgeleerdheid van de rijksuni versiteit te Utrecht. DE DAGEN DODEN Jan, de buur die tegenover ons woont, is een soort Pallieter, een dagendoder. Hij staat niet te vroeg meer op. want dat hoeft al een paar jaar niet meer. Hij heeft z'n AOW en een klein pensioentje, waarvan hij met Hairne goed kan rondkomen. Jaren lang heeft hij bij de Borenbond gewerkt en onmen selijke balen mest en weet ik wat allemaal gesjouwd. Nu gaat hij 's morgens om negen uur eerst naar de mis. We zien hem een half uurtje later terugkomen met de an deren die daar de tijd voor hebben. Wat ze daar samen aan beleven valt moeilijk uit te maken. Daarna komt de krant en de post. Hij zet de bril op en heeft in een benij denswaardig korte tijd datgene van het nieuws opgedaan dat hem ver der die dag in staat stelt om te kunnen zeggen 'ge hebt zeker ook gelezen'. Er valt dan in het verloop, van de morgen nog wel iets te doen. Vaak zie ik hem met elek trische staven lopen die hij in het gazon zet om daar pieren uit te halen, die hij nodig heeft voor zijn vispartijtje in de avond. Dan is het al gauw twaalf uur en precies op die tijd heeft Hanne het eten klaar. Dan knapt hij bij het 'raam op een houten stoel gezeten een uiltje. Dat mag niet te lang duren want als het even goed weer is worden de fietsen voor dé dag gehaald en dan gaat het erop los. Beiden zijn gewel dige natuurliefhebbers en 't liefst gaan ze naar de bossen om daar konijntjes en 'reekes' te zien. Ik ben wel eens mee geweest, maar toen waren ze er natuurlijk net niet. Zo'n tocht kan uren duren. Gauw eet Jan wat brood en dan stapt hij op de motor om een twintig kilo meter verder bij Mia's, zijn dochter, aan het kanaal te gaan vissen. Al leen op paling, luidt het bescheid. Of hij daarmee ooit veel sukses heeft" is- mij niet duidelijk. De avond is daarna nog maar kort. Soms komen kinderen of andere familieleden .en de dag is om. Wat hij behalve dat nog allemaal doet is niet te beschrijven en Ik vraag me vaak af wanneer hij dat dan doet. De dagendoder heeft het druk om van de dagen te leven en hij is er gelukkig mee. AALSMEER Op 63-Jarige leeftijd is onverwacht overleden ds. Joh. Prins, christelijk gereformeerd pre dikant. Ds. Prins was na zijn studie te Apeldoorn eerst enkele jaren predi kant in algemene dienst en lector aan de theologische hogeschool. Daarna stond hij als predikant In Amsterdam-West, Groningen, Rijs wijk en sinds 1971 in Aalsmeer. Als hoofdbestuurslid en later als bui tengewoon lid nam hij een belang rijke plaats in het Nederlands bij belgenootschap ln. Overal te koop voor 1,80 door dr. C. Rijnsdorp Ds. R. Kapteln, HET HUISBEZOEK, problematiek en methode ln een veranderde gemeente. Uitgeverij Ten Have b.v., Baarn, 111 blz. 14,50. Dit boek bevat de geheel herschre ven tekst van een oudere uitgave uit 1965. Het gaat uit van de situa tie in hervormde gemeenten, wat niet zeggen wil dat ook andere kerken met dit geschrift niet winst kunnen doen. Vrijwel alle denkbare zaken die met het huisbezoek van wege de kerk verband houden, wor den hier in 19 hoofdstukken, voor afgegaan door een inleiding en be sloten met een kleine literatuur lijst, uitvoerig behandeld. Het eigen karakter, mogelijkheden en gren zen, de verschillende soorten van bezoek, planning en organisatie, het doel, ambtelijk karakter, de gang van het huisbezoek maar ook de vraag wie het bezoek moeten doen en de structuur van het gees telijke gesprek komen aan de orde. Huisbezoeken doen er goed aan dit werkje aandachtig door te lezen. Ze kunnen zich troosten met de uit spraak op bl. 18: 'Maar ook al blijft alle zichtbare resultaat voor de be zoeker uit, tenslotte gaat het erom de opdracht, als die als zodanig is herkend, naar beste weten en kun nen te hebben uitgevoerd. Voor het pastoraat geldt bij uitstek dat de linkerhand niet mag weten wat de rechter doet. Komt er iets van dan is het geschenk'. DENBOEKJE; gekozen, vertaald en van een nawoord voorzien door Jean A. Schalekamp. Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, 165 blz. 18.50. Dit boekje is een uittreksel uit Voltaires Dictionaire philosophique van 1764, een boek van in totaal ruim 600 bladzijden. De bewerker moest dus zorgvuldig kiezen en schrappen. Het oorspronkelijke werk is minder bekend, maar des tijds van grote invloed geweest op de opkomst van anti-clerlcalisme, op de scheiding van kerk en staat en de afschaffing van de Inquisitie. Voltaire, meer journalist dan diep denker, streed tegen godsdienstig fanatisme, dogmatisme, bijgeloof, hypocrisie oorlog, wreedheid voor oordeel en domheid. Hij deed dit met sprankelend vernuft en venij nig sarcasme. Hij heeft veel gods dienstigheid helpen uitroeien maar, zoals de bewerker erkent, wat be treft de algemene menselijke dom heid weinig veranderd, de vrijheid niet kunnen vestigen en het ver branden van boeken en martelen niet ongedaan kunnen maken. Zijn meest doeltreffende arbeid is de strijd tegen het christelijk geloof geweest, een strijd die tegenwoor dig door de massa hiuwelijks meer nodig wordt gevonden. Zo blijven eer zijn geestigheid en zijn stijl, literaire kwaliteiten dus. De schrij ver en pamflettist leeft, de filosoof is geen gesprekspartner meer. En de kerk is nog niet dood. Dominee (op huisbezoek)'Nou Molly, wat zou je liever zijn, mooi of goed?' Molly: 'Ik zou 't liefst mooi en berouwvol zijn'. (Uit Punch van 27 september 1911). SATAN 'DEMONEN ZIJN NIETSEN, nr 3 van CONCILIUM, internatio naal tijdschrift voor theologie, uitg. De Horstink, Amersfoort 1975, prijs 9.90. Twaalf theologen uit vier landen: Nederland, Frankrijk, West-Duits- land en De Verenigde Staten heb ben met elkaar dit Satan-nummer mogelijk gemaakt. Edward Schille- beeckx en Bas van Iersel schreven een Ten Geleide. Telkens als een oude cultuur in afbraak is en een nieuwe cultuur haar eigen grond trekken nog niet heeft gevonden, is er sprake van een opleving van satanisme. Het nummer wil de (in eerste instantie r.k.) lezer helpen om het bijbelse geloof Ln de demonen te analyseren zulks binnen het ka der van de richtlijnen der officiële kerk. Na een abstract-filosofisch betoog van Edgar Haulotte behan delt D. C. Mulder de demonen in de niet-bijbelse religies. Meinrad Lim beck gaat de wortels na van de bijbelse opvatting over de duivel en de demonen. Karl Kertelge schrijft over Jezus zijn wonderdaden en de Satan. Claude Gérest heeft de 15e eeuwste 'Heksenhamer' bestudeerd en brengt daarvan verslag uit. Charles Meyer houdt de lezer bezig met het r.k. leergezag over engelen en duivelen. Johannes Mischo be spreekt het verschijnsel van 'demo nische bezetenheid' met onder an dere de resultaten van een interes sante enquête onder r.k. en prot. theologen. Willi Oelmüller geeft uitlegging van huidige ervaringen omtrent lijden en kwaad en merkt daarbij o.a. op: 'In de theologieën en filosofieën lijkt de breuk met traditionele symbolen en interpre tatiesystemen vrijwel onoverbrug baar. Nieuwe vormen van traditie overdracht zijn (evenwel) nog niet betrouwbaar geblekeh' (bl 86). Jean- an-Pierre Jossua schrijft over Het kwaad, de verlosaing en het heil' onder verwijzing naar openb. 12:9 Hij sluit zich aan bij de opvatting, dat de machten van het kwaad machteloos zouden zijn zonder de menselijke medeplichtigheid (108). Tenslotte levert Bruno Borchert do cumentatiemateriaal over het sata nisme. Het thema van de onderti tel, t.w. Demonen zijn 'nietsen'. is niet in een afzoderlijke bijdrage uitgewerkt. De uitvoerige verwijzing naar lite ratuur is te meer van belang, om dat dit nummer toch een ietwat hybridische totaalindruk achterlaat en dus voornamelijk moet worden gezien als een aansporing tot ver dere studie voor wie zich daartoe C. Rijnsdorp Van een verslaggever DEN HAAG De Algemene Vere niging van Nederlandse Militairen (AVNM) heeft de bevelhebber der landstrijdkrachten gevraagd voor dienstplichtige soldaten eenzelfde appèlregeling in te voeren. De AVNM is het er niet mee eens dat ln de huidige avondappèl-rege ling de dienstplichtige sergeant of reserve-officier *s avonds mogen binnenkomen wanneer het hun goeddunkt en dat de dienstplichtige soldaat om 24.00 uur binnen moet zijn op straffe van boete die kan oplopen tot vijftig gulden. Volgens de AVNM heeft een peiling uitgewezen dat onder de dienst plichtigen van alle rangen geen enkel bezwaar bestaat tegen veran- deringg van de huidige regeling en was men het er over eens dat er een eind gemaakt moest worden aan de bevoogding van de dienst plichtig soldaat. NED. HERV. KERK Beroepen te Drogeham (toez.): W. Tijink kand. te Hoogkerk. Bedankt voor Baimeveld: H. Jon- gerden te Veemehdaal. Beroepbaar en toegelaten tot de evangeliebediening: mevr. J. van Giessen-v. d. Velde, Pr. Hendrik- laan 41, Utrecht: H. J. Ekker, Laan van de Vrijheid 23. Groningen (per 1.9.75); G. J. Ros, Nederlandlaan 1, IJsselstein; A. W. Berkhof, Albarda- plantsoen 79, Voorschoten. GEREF. KERKEN Aangenomen naar Apeldoorn (le raar Myrtuscollege)H. G. Rang te Goor. STOCKHOLM (LWI) Werkloze academici ln Zweden kunnen op staatskosten een cursus van acht tien maanden volgen, waarin zij opgeleid worden tot predikant van de lutherse kerk. Voorwaarde ls al leen, dat zij bij het begin van hun studie een verklaring kunnen tonen van een bisschop, dat hij bereid ls, de kandidaat na het voltooien van de opleiding tot predikant te orde nen. BARNEVELD In de boerderij van de Veluwse schrijver Jac. Over- eem zijn zestig schrijvers, schrijf sters, neerlandici en journalisten uit de gereformeerde gezindte bij een geweest op een 'ontmoetings dag voor protestants-christelijke auteurs' om zich te bezinnen op hun werk. Deze eerste ontmoeting werd als geslaagd ervaren. Een commissie van vier (de auteurs Evert Kuyt, Overeem, Rik Valken burg en uitgever Reinders uit Hier- den) zullen een volgende dag voor bereiden. MOSKOU (EPD) De synode van de Russische orthodoxe kerk heeft de delegatie vastgesteld, die deze kerk zal vertegenwoordigen op de assemblee van de wereldraad van kerken, eind november in Nairobi. De delegatie, die 25 man sterk is, wordt geleid door metropoliet Niko- dim van Leningrad, die voorzitter is van de synodecommissie voor vra gen van de christelijke eenheid en de interkerkelijke betrekkingen. Nog drie metropolieten maken deel uit van de Russische delegatie: Ju- venaly, die de afdeling buitenland se zaken van het patriarchaat Mos kou leidt, Filaret, de exarch van de Oekraine, en Antony, metropoliet van Londen. Verder zijn afgevaardigd een aarts bisschop, drie bisschoppen, hoogle raars. docenten en twee studenten van seminaries en één vrouwelijke leek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 2