Tussenangst
en extase
Anton Constandse en de bleekneusjes
Vandaag
/Ilslllall
Nieuwe boekek
KERK
door Kees de Leeuw
De vraag naar de menselijke identiteit houdt velen bezig, wier
bestaan reeds lang zijn vanzelfsprekendheid verloor, schrijft de
Amsterdamse predikant R. H. G. Boiten (directeur van de stich
ting Oudezijds 100) in de inleiding van zijn proefschrift 'Tussen
angst en extase', dat als ondertitel meekreeg: een godsdienst-
fenomenologisch onderzoek naar de samenhang tussen angst en
extase, en waarop hij gisteren aan de Universiteit van Amster
dam tot doctor in de godgeleerdheid promoveerde.
Gesteld kan worden, dat het men
selijk bestaan zich afspeelt tussen
twee piekervaringen: angst en
roes. Vele grot es tads-bewoners
blijken een leven lang te worste
len met de angst, anderen ont
vluchten telkens weer de werke
lijkheid in een extatische roesbe
leving, terwijl nog weer anderen
voortdurend tussen angst en exta
se worden heen en weer geslin
gerd. Daarbij rijzen vragen naar
het wezen van angst en extase.
Welke zijn de oorzaken en welke
de gevolgen? Bestaat er een on
derlinge samenhang en ten slotte:
voorzover de verschijnselen nega
tief moeten worden beoordeeld,
welke tegen-maatregelen (antido
ta) staan tot onze beschikking?
Boiten heeft een mijns Inziens
geslaagde speurtocht ondernomen
om op al deze vragen, die ten
nauwste samenhangen met ons
mens-zijn een (wetenschappelijk)
antwoord te geven.
Na In het eerste hoofdstuk ver
antwoording te hebben afgelegd
over de door hem gevolgde me
thode van onderzoek, gaat hij in
hoofdstuk 2 dieper ln op het ver
schijnsel angst en de ontwikke
ling van bezorgdheid tot angst. De
angst ln haar meest oorspronke
lijke vorm is de sensatie van de
ademnood, waarbij men (nog)
geen kans ziet na te denken over
de oorzaak (de vijand) of de mo
gelijke consequentie (de dood).
Angst is beklemdheid en het ergst
ls dat men niet weet, waarom
men angstig ls. Er is geen direct
aanwijsbare oorzaak.
Boitenlk voel me omgeven door
het onbekende, ongrijpbare, dat lk
niet vermag te interpreteren, dat.
me dreigt te verstikken. In tegen
stelling tot vrees heeft de angst
geen object voorwerp), maar
ls het zo, dat de angstige mens
zich ln zijn angst altijd weer om
geven voelt door het onbekende.
Daarbij kan die angst zo hevig
worden, dat de adem ln de keel
stokt en men door de angst (als
het ware) wordt gewurgd. Boiten
voert in dit verband de term re-
du catdeve emotie' of 'reductie'
beperking) in, want, zo legt hij
uit. naarmate deze emotie ln he
vigheid toeneemt, groeit ook bij
mij het besef, dat mijn bestaan
wordt Ingeperkt, gereduceerd.
Drie vormen
Wat ls eigenlijk dat onbekende?
Boiten zelf onderscheidt drie ver
schillende vormen: 1. het onbe
kende dat principieel ontoeganke
lijk ls; 2. het onbekende, dat ach
teraf toegankelijk blijkt en 3. het
onbekende, dat bij nadere be
schouwing de indruk wekt waar
schijnlijk wel ln meerdere of
mindere mate toegankelijk te zijn.
BIJ de eerste twee vormen ls de
uitweg voor de angstige mens af
gesloten. Alleen ln het derde ge
val. als men het onbekende tege
moet weet te treden ln de veron
derstelling, dat het weldra toe
gankelijk zal blijken en zich zal
onthullen als dit of dat bekende,
verdwijnt de angst 'vanzelf'. Want
ook al zou het onbekende een
gevaar betekenen, dan zou er toch
verweer mogelijk zijn, al geeft
Boiten zelf al aan, dat de mense
lijke mogelijkheden ter bestrij
ding van de angst uiterst beperkt
zijn.
Er wordt dikwijls verband gelegd
tussen angst en godsdienst. Er
zijn er die menen, dat de mens,
door de angst voortgedreven, zich
tenslotte goden schept als een
laatste redmiddel, ter ontkoming
aan de angst. Anderen huldigen
de opvatting, dat de angst veeleer
Juist door f godsdienst ln het
leven wordt geroepen. Duidelijk ls
in ieder geval wel. dat een nauwe
onderlinge samenhang tussen
angst en godsdienst moeilijk zal
kunnen worden ontkend. Vast
staat, dat de mens zich op allerlei
wijzen door het onbekende be
dreigd voelt en daarom koortsach
tig zoekt naar wegen om de re-
ductieve emoties te beheersen en
indien mogelijk te vernietigen.
Dit doel bereikt hij ln de praktijk
meestal slechts zeer ten dele. ter
wijl hij daarbij waarschijnlijk
maar al te vaak zijn toevlucht tot
struisvogelpolitiek moet nemen
door zelf aan het onbekende een
naam te geven. In feite, aldus
Boiten, zou er eigenlijk slechts
één werkelijke therapie voor de
angst zijn te vinden, als men
tenminste afziet van de zelf
moord. Deze therapie ligt echter
niet in onze handen.
Het ls de therapie, die zou moeten
liggen in de zelfopenbaring van
het Onbekende als een antwoord
van de overzijde. Door een derge
lijk antwoord zou voor het eerst
een menselijke keuze werkelijk
mogelijk worden- Dit antwoord
laat zich echter niet vangen ln
een wetenschappelijk onderzoek.
Het bereikt ons alleen bij geruch
te. Het onbekende wordt dan tot
op zekere hoogte bekend. De
angst, die als enige uitwijkmoge
lijkheid de vlucht of de sprong ln
het duister had, maakt plaats voor
de vrees ln de zin van 'awe'
Engels voor 'ontzag'). Nu ls er een
keuze mogelijk, kan er ln vrijheid
worden gekozen voor of tegen
Hem. die zich openbaart als liefde
en gerechtigheid.
Behoefte
Tegenover de reductieve emotie
van de angst stelt Boiten ln
hoofdstuk 3 de extensieve in
hevigheid toenemende) emotie,
die zich uitstrekt van sereniteit
zuiverheid) tot extase
geestesvervoering). Speelt in het
eerste geval het depressieve, het
neerdrukkende, een belangrijke
rol, ln het tweede geval kan ge
sproken worden van een gevoel
van opgewektheid, opgetogen zijn,
high zijn, de hoogte hebben. Boi
ten: terwijl de angst te maken
bleek te hebben met een voortdu
rend benauwder wordende engte,
is in deze euphore gelukzali
ge) emoties sprake van een zich
steeds verder verwijdende ruimte,
waarin het lk zich kan uitbreiden.
Of anders geformuleerd: terwijl
in de angst het ik tenslotte door
het onbekende wordt vernietigd,
wordt op het hoogtepunt van de
extensie heftige gemoedsbe
weging) ln de extase Juist het
onbekende door het lk vernietigd.
Wanneer de veroveringsdrang
toeneemt, groeit automatisch het
ik, en omgekeerd. Deze groei kan
tenslotte zelfs door niets meer
worden afgeremd met het gevaar,
dat deze groei ziekelijke vormen
kan gaan aannemen en het con
tact met de werkelijkheid verlo
ren gaat.
Het streven te ontkomen aan de
al te benauwende, al te beangsti
gende beperkingen van alle dag,
is een behoefte, die de mens tel
kens opnieuw overvalt, schrijft
Boiten. Velen voelen zich gedron
gen het gevestigde bestaan te ver
laten om op pad te gaan. Soms
als ontdekkingsreizigers, gefasci
neerd door onbekende verten,
soms veeleer voortgejaagd, op de
vlucht voor de ander of wellicht
meer nog voor zichzelf. Vaak ls
het de godsdienst, die de zo ge
zochte 'weg ter ontkoming' wijst:
weg van de techniek of weg van
de methode, maar ook het omge
keerde lijkt mogelijk. Niet alleen
wijst godsdienst soms de weg naar
de extase, ook kan de extase naar
het schijnt de deur openen naar
de godsdienst. Volgens sommigen
tenminste voert de psychedelische
weg naar buiten op onverwachte
wijze juist binnen in het huls van
de godsdienst.
Veelheid
Boiten behandelt dan op vrij uit
voerige wijze een veelheid van
mogelijke 'wegen en grenzen', op
dat de onbekende lokkende verten
toegankelijk worden. Allereerst de
kunstmatige weg van de midde
len, zoals magische drank, magi
sche spijs, magische rook en ma
gische varia, zoals toverzalf. In de
weg van de techniek stipt hij
onder meer muziek, zang, dans,
pljnbeleving, vasten, erotiek en
yoga aan. Tegenover de kunstma
tige extensie of de weg van de
verovering staat de spontane ex
tensie of de weg van het ge
schenk.
In veel godsdiensten namelijk
ontstaat mettertijd een reactie
van afweer tegen al deze midde
len en technieken op grond van
een groeiende reserve ten opzich
te van de echtheid van dergelijke
religieuze ervaringen. Alleen al
vanwege het feit, dat de gelovige
hierover vrijmachtig beschikt en
kunstmatig deze ervaringen kan
oproepen, waar en wanneer hij
maar wil. Een reserve die ook de
kwaliteit van de langs deze weg
opgeroepen ervaringen betreft. Zo
groeit bij de gelovigen langzaam
aan het besef, dat de ware extase
veeleer een geschenk is, dat men
zich langs deze weg van eigen
geestelijke inspanning waardig
moet betonen, dan wel dat men dit
geschenk even onverwacht als on
verdiend als een overweldigende
genade ontvangt. In elk geval
kunnen we constateren, aldus
Boiten, dat op het terrein van de
extensie in grote lijnen een ont
wikkeling valt waar te nemen van
de brutale roes naar de nobele 'be
geestering'.
In het laatste hoofdstuk, getiteld
'Tussen angst en extase' gaat Boi
ten dieper in op de onderlinge
samenhang tussen belde ver
schijnselen, waarbij hij zich af
vraagt, hoe het komt dat in de
ontmoeting met het onbekende in
het ene geval Juist angst en ln
het andere daarentegen extase
optreedt? Blijkbaar zijn er twee
grondhoudingen, die men tegeno
ver de wereld en zichzelf kan
aannemen. Ofwel de houding van
de vertrouwende zelfbevestiging
ofwel die van de bevreesde zelf
ontkenning. Beide houdingen
vullen elkaar aan: hoe sterker de
zelfbevestiging hoe zwakker de
zelfontkenning, en omgekeerd.
Boiten onderscheidt verder drie
vormen van extase: de natuurex-
tase, die langs kunstmatige weg
tot stand wordt gebracht, de mo
nistische (monisme stelsel dat
alles vanuit één beginsel ver
klaart) extase van het hindoeïs
me, soefisme en christelijke
mystici als Eokehart, hoewel die
daar niet helemaal onder valt en
de theïstische extase. Is er bij de
eerste twee ln laatste instantie
alleen maar sprake van een vorm
van zelfverheerlijking, waaruit
geen terugweg is te vinden, de
theïstische met geloof ln een
persoonlijk God) extase daarente
gen wordt, aldus Boiten, niet door
mij veroverd, maar onverwacht en
onverdiend aan mij geschonken
door de Barmhartige, die naar mij
omziet.
Deze laatste vorm van extase
vindt zijn beginpunt niet in .een
behoefte of verlangen naar het
individu, maar in de ontmoeting
met de Onbekende, die zich open
baart. Voorwaarde voor een exta
se-beleving is een positieve waar
dering van de ontmoeting en die
leidt tot een vergroting van de
overgave, of zoals Fortmann het
formuleert: de moed om zichzelf
te verliezen. Deze extase is niet
wereldgericht, zoals de natuur-ex-
tase, noch ego-centrisch als de
monistische extase, maar theo-
centrlsch niet op de mens
zelf, maar op God gericht). Deze
Ander aan wie het lk zich overgaf,
zendt het lk terug in de wereld
van alledag. Deze extase, als bij
zondere genade ervaren, ls geen
eindpunt, maar veeleer beginpunt
voor de 'werken der dankbaar
heid'.
Conclusie
Aan het slot van zijn .proefschrift
concludeert Boiten, dat zowel de
angst als de natuur-en monisti
sche extase beide tot het niets
leiden, waarin de mens ondergaat,
respectievelijk niet meer 'mee
speelt'. Daartegenover staat de the
rapie, die het evangelie naar het
getuigenis van vele gelovigen pre
tendeert te bieden. Deze therapie
blijkt samen te vatten ln één
woord: Openbaring. Deze openba
ring Is de openbaring door het
Woord van de Onbekende God.
Enerzijds doet deze zelfopenbaring
van de Onbekende in Zijn Woord
de angst wijken voor de blijd
schap, dat lk mag leven ln de
nabijheid van Hem," die mij lief
heeft. Anderzijds perkt deze open
baring mijn menselijke verover
ingsdrang van het 'als God willen
zijn' in, doordat lk juist als de
van God beminde wordt opgeroe
pen, in navolging van het godde
lijke voorbeeld mijzelf te geven,
schrijft Boiten.
Zo wordt de mens uit de extreme
posities van angst en extase te
ruggeroepen naar het middenveld,
waar hij kan leven doordat hier
een zeker evenwicht ls te vinden
tussen de elkaar telkens afwisse
lende houdingen van zelfbevesti
ging en zelfontkenning.
De handelseditie van de disserta
tie van dr. Boiten komt dit najaar
nit bij Callenbach in Nijkerk.
door A. J. Klei
De radiospreker naar wie ik met de meeste toewijding luister, is Anton
Constandse. Uit zijn woorden straalt een stevige stelligheid die we, nu on
zekerheid een gangbaar geloofsartikel is geworden, elders niet meer aan
treffen. Hij lijkt op een ouderwetse dominee, alleen zegt hij niet 'zondig',
maar: 'fascistoïde'.
Opmerkelijk ls de wijze
waarop hij ln program
mabladen en voor de ei
gen VPRO-mlcrofoon
aangekondigd wordt: zo
en zo laat Anton Con
standse. Punt, uit. Geen
nadere omschrijving van
het onderwerp, zoals bij
mindere goden gebruike
lijk is. Het moet ons ge
noeg zijn te weten, dat
Anton Constandse zich
straks tot ons zal richten.
Het zal ook wel niet
meevallen van tevoren
precies aan te duiden wat
ons te wachten staat,
want Anton Constandse
bestrijkt onze aardbol tot
in de verste uithoeken en
geen fascistoïde wolkje
als eens mans hand ont
glipt zijn oog.
Een van mijn collega's
typeerde hem onlangs in
een gesprek zeer onaardig
als: de sneldichter van
de VPRO. Noem maar een
land en Constandse
houdt er prompt een ver
haal over. Ik herinnerde
me hoe Nico Haasbroek,
toen Nixon net afgezet
was. een beetje pesterig
aan hem vroeg: en An
ton. weet Je soms ook al
wat lelijks over de nieu
we Amerikaanse presi
dent te vertellen? Waar
op Constandse zich ter
stond zeer afkeurend uit
liet over de kliek waartoe
Ford behoorde.
Intussen willen we nie
mand aanmoedigen, be
droefd het hoofd te
schudden over de onver-
schrokkendheden van
Constandse. Hij heeft een
staat van dienst als
dwarsligger achter de rug
die hem veel recht van
spreken geeft en waarbij
huidige vervaardigers van
opstandige stencils vol
strekt verbleken. In 1918
werd hij een pril lid van
de bond van revolutio
nair-socialistische intel
lectuelen ('dat kon om
dat ik een onderwijzers
akte en een akte LO-
Frans had en voor MO
studeerde'). Sindsdien
kom je hem tegen in alle
mogelijke uiterst linkse
bewegingen en blaadjes.
En dat waren er heel wat
Hij heeft geen eerbied
voor het gezag
(houtsnede van Frans
Masereel - Opstand
1926, pr. 3).
want naar het getuigenis
van Constandse zelf
'heeft het socialisme met
het christendom gemeen
dat het zich pleegt te
splitsen ln ontelbare ker
ken en sekten'.
De geciteerde woorden
zijn uit de uitvoerige in
leiding die Constandse
schreef voor het door
hem samengestelde 'De
Alarmisten 1918-1933'
(uitg. Meulenhoff, Am
sterdam; 160 pag. prijs
ƒ21,50): een bloemlezing
van politieke teksten, ge
dichten, essays en teke
ningen uit de anarchisti
sche tijdschriften Alarm
en Opstand. Om nog
even op de door Con
standse vastgestelde
splijtlust bij socialisten
en christenen terug te
komen, hij memoreert in
dezelfde volzin de af
scheiding van Wijnkoop
en Van Ravesteyn van de
communistische partij in
1926. Een kerkmens
denkt bij dit Jaartal dl-
rekt aan dominee Geel
kerken die In hetzelfde
jaar de gereformeerde
kerken uit moest. Con
standse noemt Geelker
ken ook. maar ln ander
verband: als een van de
genen met wie hij als
vrijdenker in "t publiek
debatteerde. Overigens ls
de Asser synode niet aan
Constandse's aandacht
ontsnapt, hij meldt van
Geelkerken dat deze 'het
waagde te betwijfelen of
Patroon tot arbeider: Ziehier het stembiljet om
jouw belangen te verdedigen en het geweer
om m y n belangen**^ verdedigen (onder de
kop 'Het verkiezingsDodrog' in Opstand 1927. nr.
8).
de slang in het paradijs
wel echt gesproken had'.
Veel had Constandse niet
met theologen op. Wan
neer ln 1932 de Amster
damse universiteit ver ge
legenheid mil haat drie
honderdjarig bestaan ook
aan vier theologen een
eredoctoraat aanbiedt.
heeft Constandse het, sa
men met A. Elsee, in
Alarm over 'vier verbrei-
ders' van 'fantasierijke
onnozelheid' en 'fatsoen
lijke bleekneusjes van de
Heilige Schijn'. Eveneens
worden vier geneeskundi
gen geëerd en Alarm
merkt schamper op: 'De
heelmeesters verdienen
niet méér dan de geest
bedervers'.
In de Alarm-beweging
was veel aandacht voor
het zgn. neem- en eet-
recht, dat voortvloeide uit
wat gezien werd als ken
merk van het volledige
socialisme: arbeiden naar
vermogen, nemen naar
behoefte. In het nummer
van september 1922 van
Alarm stond te lezen:
'Een controleur van De
Bijenkorf heeft drie
mannen naar de politie
geleld, die ln de lunch
room ieder een broodje
met twee eieren hadden
gebruikt zonder te beta
len'. Dit gold een demon
stratie, legt Constandse
uit. Het heeft kennelijk
geen kwaad bloed gezet
tussen De Bijenkorf en
de mensen uit de hoek
van Alarm, want in de
oorlog heeft een perso
neelschef van deze zaak
ervoor gezorgd dat Piet
Kooijman (bekend anti
militaristisch agitator)
als nachtportier buiten
het bereik van de Duit
sers bleef.
Tot zover een graal uit
wat dit boekje biedt. Er
zijn meer publikaties
over de oproerig-linkse
mannebroeders. maar 'De
Alarmisten* valt op
doordat de auteur en de
bloemlezer zelf volledig
bij de door hem beschre
ven en uitgezochte zaken
betrokken was. Con
standse laat ons trouwens
beslist niet in het onge
wisse over zijn eigen rol
ZAKELIJK
U kent vast wel het verhaal
Petrus in de gevangenis, die 1
blijkbaar nog niet vol was. Er
ook geen tekort aan personeel,
ploegen van vier moesten hem
waken. Of diie Herodes ook l
was! Maar dat zijn tirannen al
De gemeente bad vurig voor Pel
En toen gebeurde het. Lukas ve
dat er Ineens een engel des H
voor Petrus stond, 't Merkwaai
ste is dat die engel zo zak
tegen Petrus praat. Hij doet
anders dan hem heel zakelijk
strukties geven betreffende zijn
vrijding. 'Sta vlug op', 'Doe
gordel om 'Sla uw mantel
en volg mij'. Dat is ongeveer a
En weg is de engel weer. "1
kwam Petrus tot zichzelf en
'Nu weet lk zeker dat de Heer
engel heeft gezonden en mij h
ontrukt aan de macht van H
desZo kan het dus blljkl
gaan. We lezen niet dat de es
zich eerst voorstelde of legitim
de, we lezen ook geen motlv
van zijn instrukties. Alles Is e
zakelijk. En pas achteraf wordt
Petrus ineens duidelijk dat de i
die hem bevrijdde, of althans
Instrukties daartoe gaf, een
van de Heer was, Iemand dooj
Heer gezonden. Nogmaals: zo
het dus gaan. Iemand helpt Je
een bijzonder efficiënte manier
achteraf herken je de Heer ln
hulp. Zo zal het wel vaker gaan.
dan ls de hulp belangrijk, maar
herkennen niet minder. Hoe
mensen heeft Hij al op die mai
aan 't werk gezet, zonder veel i
haal. Je kreeg een paar aan wij!
gen en de hulp werd werkelijkl
en achteraf kwam je tot de ontc
king dat God door mensen we
Misschien moeten we daar n
oog voor krijgen. (Handelingen
1-11).
NED. HERV. KERK
Beroepen te Ede: P. Molenaar
Jaarsveld: te Andel (toez.) J. Vi
Zijderveld; te Poortugaal (ge
verz. delta-ziekenhuis) H. J. V<
te Waddinxveen (bijstand in pas
raat); te Dantumawoude (toez.)
Wassenaar te Haamstede (partti
predikant)
Benoemd tot parttime hulpred.
Nijmegen drs H. Vrij ling, kand.
Nijmegen.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Beroepen te Harlingen: S. S. Cn
sen te Spakenburg-Noord
Gramsbergen: A. de Snoo, kand.
Zwijmdrecht.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen te Siegerswoude:
Pronk kand. te Apeldoorn.
GEREF. GEMEENTEN IN NED.
Beroepen te Middelburg: A. W:
te Veenendaal; te Gouda: F. M
lan te Vlaardingen.
VRIJE EV. GEMEENTEN
Aangenomen naar Franeker: E.
Warning kand. te Amersfoort.
Beroepen te Utrecht-Noord; J.j
Hamers te Wormerveer.
A. Alberts. Aan Frankrijk uitge
verd. G. A. van Orschot, Amst
dam, 1975. 141 blz. ƒ15.90.
Wie denkt met een nieuw boek t
Alberts naar huis te gaan, k<
bedrogen uit: het is zijn in 1
verschenen 'Met de Franse sli
dat een andere titel heeft gekref
(was de vroegere dan niet mooi
Komt bedrogen uit is natuur
niet helemaal waar, want het pr
van Alberts loont altijd herlezi
Zo blijft dit autobiografische v
slag van enkele jaren volonta
schap aan het Franse departemi
voor kolonië recht overeind sta
Het is een schitterend geschrev
en vooral curieus waargenom
beeld van het Franse ambtenar<
leven; het is de buitenstaander
en nu in dubbele zin Alberts
in deze onwezenlijke wereld
dossiers en onderscheidingen la<
niek zijn weg zoekt. 'Aan Frankr
overgeleverd' bevat bovendien fij
zinnige typeringen van Parijs
omstreken, doorspekt met histo
sche informatie.
'Drie maanden later ben ik op
boot naar Indië gestapt', zo luidt
laatste zin van dit boek. Het i
1939. Uit de tijd daarna kennen
Alberts uit verhalen ('De ellandei
en 'Namen noemen.' Dat laat
boek mag nu we toch aan I
herdrukken zijn na 'De vergadi
zaal' ook wel eens heruitg
ven. Onder dezelfde titel, zou
T. v.
Hoe blanken beschaven (Opstand 1926, nr. 2).
en hij deelt ons ook
nauwkeurig mee welke
aktes hij na 1918 nogg ge
haald heeft en waarop
hij tenslotte 'promoveer
de.
Twee enigszins stichtelij
ke opmerkingen tot slot.
Tijdens de lectuur van
'De Alarmisten' weer
stond ik de aandrift, de
hier geboekstaafde club
namen en omschrijvin
gen van vóór de oorlog te
vervangen door wat de
na-oorlogse gereformeer
de gezindte aan afkortin
gen en onderscheidingen
te bieden heeft (voor SA-
JO bijvoorbeeld COGG,
en voor radencommunis
ten: buitenverbanders, ik
noem maar wat). Ik
weerstond niet de nei
ging nog eens vast te
stellen dat de kerk op
bescheidener toon dan
soms op kansels en in
Kenmerk gebeurt moet
praten over antikolonia
lisme. vrouwenemancipa
tie. sociale verantwoorde
lijkheid en dat soort za
ken. want 'de wereld'
ging haar voor, 't is droef
maar waar.
Bij uitgeverij Duwaer Zonen
Amsterdam zijn weer 6 deelt
verschenen in de serie 'Ken
sport'. Het zijn: Backgammon, do
P. de Koster, Canasta, door L. V
Waterskiën, door S. Adriaens<
Paardrijden door A. P. van Lee
wen, Yoga voor het hele gezin, do
J. J. Bruins, Paardspringen, door
P. van Leeuwen. Per deeltje 32 b
3,75.
Zeil strijken -stoom op, door J1
H. Reuchlin. Een boekje in
reeks boekjes over Rotterdam
heden en verleden, 99 blz, ƒ7.50.
AO-boekje 1568: International!'
ring van de consumentenvoorlic
ting, door J. F. van Twisk. Uil
Stichting -IVIO. Lelystad. 20 b
1.40: no 1569: Franco-Span
door H. van Wordragen. 20 blz.
Go, het oudste denkspel, door
Vie. Uitg. Duwaer, Amsterdam,
blz. 9.90.