Tussenangst en extase Anton Constandse en de bleekneusjes Vandaag /Ilslllall Nieuwe boekek KERK door Kees de Leeuw De vraag naar de menselijke identiteit houdt velen bezig, wier bestaan reeds lang zijn vanzelfsprekendheid verloor, schrijft de Amsterdamse predikant R. H. G. Boiten (directeur van de stich ting Oudezijds 100) in de inleiding van zijn proefschrift 'Tussen angst en extase', dat als ondertitel meekreeg: een godsdienst- fenomenologisch onderzoek naar de samenhang tussen angst en extase, en waarop hij gisteren aan de Universiteit van Amster dam tot doctor in de godgeleerdheid promoveerde. Gesteld kan worden, dat het men selijk bestaan zich afspeelt tussen twee piekervaringen: angst en roes. Vele grot es tads-bewoners blijken een leven lang te worste len met de angst, anderen ont vluchten telkens weer de werke lijkheid in een extatische roesbe leving, terwijl nog weer anderen voortdurend tussen angst en exta se worden heen en weer geslin gerd. Daarbij rijzen vragen naar het wezen van angst en extase. Welke zijn de oorzaken en welke de gevolgen? Bestaat er een on derlinge samenhang en ten slotte: voorzover de verschijnselen nega tief moeten worden beoordeeld, welke tegen-maatregelen (antido ta) staan tot onze beschikking? Boiten heeft een mijns Inziens geslaagde speurtocht ondernomen om op al deze vragen, die ten nauwste samenhangen met ons mens-zijn een (wetenschappelijk) antwoord te geven. Na In het eerste hoofdstuk ver antwoording te hebben afgelegd over de door hem gevolgde me thode van onderzoek, gaat hij in hoofdstuk 2 dieper ln op het ver schijnsel angst en de ontwikke ling van bezorgdheid tot angst. De angst ln haar meest oorspronke lijke vorm is de sensatie van de ademnood, waarbij men (nog) geen kans ziet na te denken over de oorzaak (de vijand) of de mo gelijke consequentie (de dood). Angst is beklemdheid en het ergst ls dat men niet weet, waarom men angstig ls. Er is geen direct aanwijsbare oorzaak. Boitenlk voel me omgeven door het onbekende, ongrijpbare, dat lk niet vermag te interpreteren, dat. me dreigt te verstikken. In tegen stelling tot vrees heeft de angst geen object voorwerp), maar ls het zo, dat de angstige mens zich ln zijn angst altijd weer om geven voelt door het onbekende. Daarbij kan die angst zo hevig worden, dat de adem ln de keel stokt en men door de angst (als het ware) wordt gewurgd. Boiten voert in dit verband de term re- du catdeve emotie' of 'reductie' beperking) in, want, zo legt hij uit. naarmate deze emotie ln he vigheid toeneemt, groeit ook bij mij het besef, dat mijn bestaan wordt Ingeperkt, gereduceerd. Drie vormen Wat ls eigenlijk dat onbekende? Boiten zelf onderscheidt drie ver schillende vormen: 1. het onbe kende dat principieel ontoeganke lijk ls; 2. het onbekende, dat ach teraf toegankelijk blijkt en 3. het onbekende, dat bij nadere be schouwing de indruk wekt waar schijnlijk wel ln meerdere of mindere mate toegankelijk te zijn. BIJ de eerste twee vormen ls de uitweg voor de angstige mens af gesloten. Alleen ln het derde ge val. als men het onbekende tege moet weet te treden ln de veron derstelling, dat het weldra toe gankelijk zal blijken en zich zal onthullen als dit of dat bekende, verdwijnt de angst 'vanzelf'. Want ook al zou het onbekende een gevaar betekenen, dan zou er toch verweer mogelijk zijn, al geeft Boiten zelf al aan, dat de mense lijke mogelijkheden ter bestrij ding van de angst uiterst beperkt zijn. Er wordt dikwijls verband gelegd tussen angst en godsdienst. Er zijn er die menen, dat de mens, door de angst voortgedreven, zich tenslotte goden schept als een laatste redmiddel, ter ontkoming aan de angst. Anderen huldigen de opvatting, dat de angst veeleer Juist door f godsdienst ln het leven wordt geroepen. Duidelijk ls in ieder geval wel. dat een nauwe onderlinge samenhang tussen angst en godsdienst moeilijk zal kunnen worden ontkend. Vast staat, dat de mens zich op allerlei wijzen door het onbekende be dreigd voelt en daarom koortsach tig zoekt naar wegen om de re- ductieve emoties te beheersen en indien mogelijk te vernietigen. Dit doel bereikt hij ln de praktijk meestal slechts zeer ten dele. ter wijl hij daarbij waarschijnlijk maar al te vaak zijn toevlucht tot struisvogelpolitiek moet nemen door zelf aan het onbekende een naam te geven. In feite, aldus Boiten, zou er eigenlijk slechts één werkelijke therapie voor de angst zijn te vinden, als men tenminste afziet van de zelf moord. Deze therapie ligt echter niet in onze handen. Het ls de therapie, die zou moeten liggen in de zelfopenbaring van het Onbekende als een antwoord van de overzijde. Door een derge lijk antwoord zou voor het eerst een menselijke keuze werkelijk mogelijk worden- Dit antwoord laat zich echter niet vangen ln een wetenschappelijk onderzoek. Het bereikt ons alleen bij geruch te. Het onbekende wordt dan tot op zekere hoogte bekend. De angst, die als enige uitwijkmoge lijkheid de vlucht of de sprong ln het duister had, maakt plaats voor de vrees ln de zin van 'awe' Engels voor 'ontzag'). Nu ls er een keuze mogelijk, kan er ln vrijheid worden gekozen voor of tegen Hem. die zich openbaart als liefde en gerechtigheid. Behoefte Tegenover de reductieve emotie van de angst stelt Boiten ln hoofdstuk 3 de extensieve in hevigheid toenemende) emotie, die zich uitstrekt van sereniteit zuiverheid) tot extase geestesvervoering). Speelt in het eerste geval het depressieve, het neerdrukkende, een belangrijke rol, ln het tweede geval kan ge sproken worden van een gevoel van opgewektheid, opgetogen zijn, high zijn, de hoogte hebben. Boi ten: terwijl de angst te maken bleek te hebben met een voortdu rend benauwder wordende engte, is in deze euphore gelukzali ge) emoties sprake van een zich steeds verder verwijdende ruimte, waarin het lk zich kan uitbreiden. Of anders geformuleerd: terwijl in de angst het ik tenslotte door het onbekende wordt vernietigd, wordt op het hoogtepunt van de extensie heftige gemoedsbe weging) ln de extase Juist het onbekende door het lk vernietigd. Wanneer de veroveringsdrang toeneemt, groeit automatisch het ik, en omgekeerd. Deze groei kan tenslotte zelfs door niets meer worden afgeremd met het gevaar, dat deze groei ziekelijke vormen kan gaan aannemen en het con tact met de werkelijkheid verlo ren gaat. Het streven te ontkomen aan de al te benauwende, al te beangsti gende beperkingen van alle dag, is een behoefte, die de mens tel kens opnieuw overvalt, schrijft Boiten. Velen voelen zich gedron gen het gevestigde bestaan te ver laten om op pad te gaan. Soms als ontdekkingsreizigers, gefasci neerd door onbekende verten, soms veeleer voortgejaagd, op de vlucht voor de ander of wellicht meer nog voor zichzelf. Vaak ls het de godsdienst, die de zo ge zochte 'weg ter ontkoming' wijst: weg van de techniek of weg van de methode, maar ook het omge keerde lijkt mogelijk. Niet alleen wijst godsdienst soms de weg naar de extase, ook kan de extase naar het schijnt de deur openen naar de godsdienst. Volgens sommigen tenminste voert de psychedelische weg naar buiten op onverwachte wijze juist binnen in het huls van de godsdienst. Veelheid Boiten behandelt dan op vrij uit voerige wijze een veelheid van mogelijke 'wegen en grenzen', op dat de onbekende lokkende verten toegankelijk worden. Allereerst de kunstmatige weg van de midde len, zoals magische drank, magi sche spijs, magische rook en ma gische varia, zoals toverzalf. In de weg van de techniek stipt hij onder meer muziek, zang, dans, pljnbeleving, vasten, erotiek en yoga aan. Tegenover de kunstma tige extensie of de weg van de verovering staat de spontane ex tensie of de weg van het ge schenk. In veel godsdiensten namelijk ontstaat mettertijd een reactie van afweer tegen al deze midde len en technieken op grond van een groeiende reserve ten opzich te van de echtheid van dergelijke religieuze ervaringen. Alleen al vanwege het feit, dat de gelovige hierover vrijmachtig beschikt en kunstmatig deze ervaringen kan oproepen, waar en wanneer hij maar wil. Een reserve die ook de kwaliteit van de langs deze weg opgeroepen ervaringen betreft. Zo groeit bij de gelovigen langzaam aan het besef, dat de ware extase veeleer een geschenk is, dat men zich langs deze weg van eigen geestelijke inspanning waardig moet betonen, dan wel dat men dit geschenk even onverwacht als on verdiend als een overweldigende genade ontvangt. In elk geval kunnen we constateren, aldus Boiten, dat op het terrein van de extensie in grote lijnen een ont wikkeling valt waar te nemen van de brutale roes naar de nobele 'be geestering'. In het laatste hoofdstuk, getiteld 'Tussen angst en extase' gaat Boi ten dieper in op de onderlinge samenhang tussen belde ver schijnselen, waarbij hij zich af vraagt, hoe het komt dat in de ontmoeting met het onbekende in het ene geval Juist angst en ln het andere daarentegen extase optreedt? Blijkbaar zijn er twee grondhoudingen, die men tegeno ver de wereld en zichzelf kan aannemen. Ofwel de houding van de vertrouwende zelfbevestiging ofwel die van de bevreesde zelf ontkenning. Beide houdingen vullen elkaar aan: hoe sterker de zelfbevestiging hoe zwakker de zelfontkenning, en omgekeerd. Boiten onderscheidt verder drie vormen van extase: de natuurex- tase, die langs kunstmatige weg tot stand wordt gebracht, de mo nistische (monisme stelsel dat alles vanuit één beginsel ver klaart) extase van het hindoeïs me, soefisme en christelijke mystici als Eokehart, hoewel die daar niet helemaal onder valt en de theïstische extase. Is er bij de eerste twee ln laatste instantie alleen maar sprake van een vorm van zelfverheerlijking, waaruit geen terugweg is te vinden, de theïstische met geloof ln een persoonlijk God) extase daarente gen wordt, aldus Boiten, niet door mij veroverd, maar onverwacht en onverdiend aan mij geschonken door de Barmhartige, die naar mij omziet. Deze laatste vorm van extase vindt zijn beginpunt niet in .een behoefte of verlangen naar het individu, maar in de ontmoeting met de Onbekende, die zich open baart. Voorwaarde voor een exta se-beleving is een positieve waar dering van de ontmoeting en die leidt tot een vergroting van de overgave, of zoals Fortmann het formuleert: de moed om zichzelf te verliezen. Deze extase is niet wereldgericht, zoals de natuur-ex- tase, noch ego-centrisch als de monistische extase, maar theo- centrlsch niet op de mens zelf, maar op God gericht). Deze Ander aan wie het lk zich overgaf, zendt het lk terug in de wereld van alledag. Deze extase, als bij zondere genade ervaren, ls geen eindpunt, maar veeleer beginpunt voor de 'werken der dankbaar heid'. Conclusie Aan het slot van zijn .proefschrift concludeert Boiten, dat zowel de angst als de natuur-en monisti sche extase beide tot het niets leiden, waarin de mens ondergaat, respectievelijk niet meer 'mee speelt'. Daartegenover staat de the rapie, die het evangelie naar het getuigenis van vele gelovigen pre tendeert te bieden. Deze therapie blijkt samen te vatten ln één woord: Openbaring. Deze openba ring Is de openbaring door het Woord van de Onbekende God. Enerzijds doet deze zelfopenbaring van de Onbekende in Zijn Woord de angst wijken voor de blijd schap, dat lk mag leven ln de nabijheid van Hem," die mij lief heeft. Anderzijds perkt deze open baring mijn menselijke verover ingsdrang van het 'als God willen zijn' in, doordat lk juist als de van God beminde wordt opgeroe pen, in navolging van het godde lijke voorbeeld mijzelf te geven, schrijft Boiten. Zo wordt de mens uit de extreme posities van angst en extase te ruggeroepen naar het middenveld, waar hij kan leven doordat hier een zeker evenwicht ls te vinden tussen de elkaar telkens afwisse lende houdingen van zelfbevesti ging en zelfontkenning. De handelseditie van de disserta tie van dr. Boiten komt dit najaar nit bij Callenbach in Nijkerk. door A. J. Klei De radiospreker naar wie ik met de meeste toewijding luister, is Anton Constandse. Uit zijn woorden straalt een stevige stelligheid die we, nu on zekerheid een gangbaar geloofsartikel is geworden, elders niet meer aan treffen. Hij lijkt op een ouderwetse dominee, alleen zegt hij niet 'zondig', maar: 'fascistoïde'. Opmerkelijk ls de wijze waarop hij ln program mabladen en voor de ei gen VPRO-mlcrofoon aangekondigd wordt: zo en zo laat Anton Con standse. Punt, uit. Geen nadere omschrijving van het onderwerp, zoals bij mindere goden gebruike lijk is. Het moet ons ge noeg zijn te weten, dat Anton Constandse zich straks tot ons zal richten. Het zal ook wel niet meevallen van tevoren precies aan te duiden wat ons te wachten staat, want Anton Constandse bestrijkt onze aardbol tot in de verste uithoeken en geen fascistoïde wolkje als eens mans hand ont glipt zijn oog. Een van mijn collega's typeerde hem onlangs in een gesprek zeer onaardig als: de sneldichter van de VPRO. Noem maar een land en Constandse houdt er prompt een ver haal over. Ik herinnerde me hoe Nico Haasbroek, toen Nixon net afgezet was. een beetje pesterig aan hem vroeg: en An ton. weet Je soms ook al wat lelijks over de nieu we Amerikaanse presi dent te vertellen? Waar op Constandse zich ter stond zeer afkeurend uit liet over de kliek waartoe Ford behoorde. Intussen willen we nie mand aanmoedigen, be droefd het hoofd te schudden over de onver- schrokkendheden van Constandse. Hij heeft een staat van dienst als dwarsligger achter de rug die hem veel recht van spreken geeft en waarbij huidige vervaardigers van opstandige stencils vol strekt verbleken. In 1918 werd hij een pril lid van de bond van revolutio nair-socialistische intel lectuelen ('dat kon om dat ik een onderwijzers akte en een akte LO- Frans had en voor MO studeerde'). Sindsdien kom je hem tegen in alle mogelijke uiterst linkse bewegingen en blaadjes. En dat waren er heel wat Hij heeft geen eerbied voor het gezag (houtsnede van Frans Masereel - Opstand 1926, pr. 3). want naar het getuigenis van Constandse zelf 'heeft het socialisme met het christendom gemeen dat het zich pleegt te splitsen ln ontelbare ker ken en sekten'. De geciteerde woorden zijn uit de uitvoerige in leiding die Constandse schreef voor het door hem samengestelde 'De Alarmisten 1918-1933' (uitg. Meulenhoff, Am sterdam; 160 pag. prijs ƒ21,50): een bloemlezing van politieke teksten, ge dichten, essays en teke ningen uit de anarchisti sche tijdschriften Alarm en Opstand. Om nog even op de door Con standse vastgestelde splijtlust bij socialisten en christenen terug te komen, hij memoreert in dezelfde volzin de af scheiding van Wijnkoop en Van Ravesteyn van de communistische partij in 1926. Een kerkmens denkt bij dit Jaartal dl- rekt aan dominee Geel kerken die In hetzelfde jaar de gereformeerde kerken uit moest. Con standse noemt Geelker ken ook. maar ln ander verband: als een van de genen met wie hij als vrijdenker in "t publiek debatteerde. Overigens ls de Asser synode niet aan Constandse's aandacht ontsnapt, hij meldt van Geelkerken dat deze 'het waagde te betwijfelen of Patroon tot arbeider: Ziehier het stembiljet om jouw belangen te verdedigen en het geweer om m y n belangen**^ verdedigen (onder de kop 'Het verkiezingsDodrog' in Opstand 1927. nr. 8). de slang in het paradijs wel echt gesproken had'. Veel had Constandse niet met theologen op. Wan neer ln 1932 de Amster damse universiteit ver ge legenheid mil haat drie honderdjarig bestaan ook aan vier theologen een eredoctoraat aanbiedt. heeft Constandse het, sa men met A. Elsee, in Alarm over 'vier verbrei- ders' van 'fantasierijke onnozelheid' en 'fatsoen lijke bleekneusjes van de Heilige Schijn'. Eveneens worden vier geneeskundi gen geëerd en Alarm merkt schamper op: 'De heelmeesters verdienen niet méér dan de geest bedervers'. In de Alarm-beweging was veel aandacht voor het zgn. neem- en eet- recht, dat voortvloeide uit wat gezien werd als ken merk van het volledige socialisme: arbeiden naar vermogen, nemen naar behoefte. In het nummer van september 1922 van Alarm stond te lezen: 'Een controleur van De Bijenkorf heeft drie mannen naar de politie geleld, die ln de lunch room ieder een broodje met twee eieren hadden gebruikt zonder te beta len'. Dit gold een demon stratie, legt Constandse uit. Het heeft kennelijk geen kwaad bloed gezet tussen De Bijenkorf en de mensen uit de hoek van Alarm, want in de oorlog heeft een perso neelschef van deze zaak ervoor gezorgd dat Piet Kooijman (bekend anti militaristisch agitator) als nachtportier buiten het bereik van de Duit sers bleef. Tot zover een graal uit wat dit boekje biedt. Er zijn meer publikaties over de oproerig-linkse mannebroeders. maar 'De Alarmisten* valt op doordat de auteur en de bloemlezer zelf volledig bij de door hem beschre ven en uitgezochte zaken betrokken was. Con standse laat ons trouwens beslist niet in het onge wisse over zijn eigen rol ZAKELIJK U kent vast wel het verhaal Petrus in de gevangenis, die 1 blijkbaar nog niet vol was. Er ook geen tekort aan personeel, ploegen van vier moesten hem waken. Of diie Herodes ook l was! Maar dat zijn tirannen al De gemeente bad vurig voor Pel En toen gebeurde het. Lukas ve dat er Ineens een engel des H voor Petrus stond, 't Merkwaai ste is dat die engel zo zak tegen Petrus praat. Hij doet anders dan hem heel zakelijk strukties geven betreffende zijn vrijding. 'Sta vlug op', 'Doe gordel om 'Sla uw mantel en volg mij'. Dat is ongeveer a En weg is de engel weer. "1 kwam Petrus tot zichzelf en 'Nu weet lk zeker dat de Heer engel heeft gezonden en mij h ontrukt aan de macht van H desZo kan het dus blljkl gaan. We lezen niet dat de es zich eerst voorstelde of legitim de, we lezen ook geen motlv van zijn instrukties. Alles Is e zakelijk. En pas achteraf wordt Petrus ineens duidelijk dat de i die hem bevrijdde, of althans Instrukties daartoe gaf, een van de Heer was, Iemand dooj Heer gezonden. Nogmaals: zo het dus gaan. Iemand helpt Je een bijzonder efficiënte manier achteraf herken je de Heer ln hulp. Zo zal het wel vaker gaan. dan ls de hulp belangrijk, maar herkennen niet minder. Hoe mensen heeft Hij al op die mai aan 't werk gezet, zonder veel i haal. Je kreeg een paar aan wij! gen en de hulp werd werkelijkl en achteraf kwam je tot de ontc king dat God door mensen we Misschien moeten we daar n oog voor krijgen. (Handelingen 1-11). NED. HERV. KERK Beroepen te Ede: P. Molenaar Jaarsveld: te Andel (toez.) J. Vi Zijderveld; te Poortugaal (ge verz. delta-ziekenhuis) H. J. V< te Waddinxveen (bijstand in pas raat); te Dantumawoude (toez.) Wassenaar te Haamstede (partti predikant) Benoemd tot parttime hulpred. Nijmegen drs H. Vrij ling, kand. Nijmegen. GEREF. KERKEN (VRIJG.) Beroepen te Harlingen: S. S. Cn sen te Spakenburg-Noord Gramsbergen: A. de Snoo, kand. Zwijmdrecht. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Siegerswoude: Pronk kand. te Apeldoorn. GEREF. GEMEENTEN IN NED. Beroepen te Middelburg: A. W: te Veenendaal; te Gouda: F. M lan te Vlaardingen. VRIJE EV. GEMEENTEN Aangenomen naar Franeker: E. Warning kand. te Amersfoort. Beroepen te Utrecht-Noord; J.j Hamers te Wormerveer. A. Alberts. Aan Frankrijk uitge verd. G. A. van Orschot, Amst dam, 1975. 141 blz. ƒ15.90. Wie denkt met een nieuw boek t Alberts naar huis te gaan, k< bedrogen uit: het is zijn in 1 verschenen 'Met de Franse sli dat een andere titel heeft gekref (was de vroegere dan niet mooi Komt bedrogen uit is natuur niet helemaal waar, want het pr van Alberts loont altijd herlezi Zo blijft dit autobiografische v slag van enkele jaren volonta schap aan het Franse departemi voor kolonië recht overeind sta Het is een schitterend geschrev en vooral curieus waargenom beeld van het Franse ambtenar< leven; het is de buitenstaander en nu in dubbele zin Alberts in deze onwezenlijke wereld dossiers en onderscheidingen la< niek zijn weg zoekt. 'Aan Frankr overgeleverd' bevat bovendien fij zinnige typeringen van Parijs omstreken, doorspekt met histo sche informatie. 'Drie maanden later ben ik op boot naar Indië gestapt', zo luidt laatste zin van dit boek. Het i 1939. Uit de tijd daarna kennen Alberts uit verhalen ('De ellandei en 'Namen noemen.' Dat laat boek mag nu we toch aan I herdrukken zijn na 'De vergadi zaal' ook wel eens heruitg ven. Onder dezelfde titel, zou T. v. Hoe blanken beschaven (Opstand 1926, nr. 2). en hij deelt ons ook nauwkeurig mee welke aktes hij na 1918 nogg ge haald heeft en waarop hij tenslotte 'promoveer de. Twee enigszins stichtelij ke opmerkingen tot slot. Tijdens de lectuur van 'De Alarmisten' weer stond ik de aandrift, de hier geboekstaafde club namen en omschrijvin gen van vóór de oorlog te vervangen door wat de na-oorlogse gereformeer de gezindte aan afkortin gen en onderscheidingen te bieden heeft (voor SA- JO bijvoorbeeld COGG, en voor radencommunis ten: buitenverbanders, ik noem maar wat). Ik weerstond niet de nei ging nog eens vast te stellen dat de kerk op bescheidener toon dan soms op kansels en in Kenmerk gebeurt moet praten over antikolonia lisme. vrouwenemancipa tie. sociale verantwoorde lijkheid en dat soort za ken. want 'de wereld' ging haar voor, 't is droef maar waar. Bij uitgeverij Duwaer Zonen Amsterdam zijn weer 6 deelt verschenen in de serie 'Ken sport'. Het zijn: Backgammon, do P. de Koster, Canasta, door L. V Waterskiën, door S. Adriaens< Paardrijden door A. P. van Lee wen, Yoga voor het hele gezin, do J. J. Bruins, Paardspringen, door P. van Leeuwen. Per deeltje 32 b 3,75. Zeil strijken -stoom op, door J1 H. Reuchlin. Een boekje in reeks boekjes over Rotterdam heden en verleden, 99 blz, ƒ7.50. AO-boekje 1568: International!' ring van de consumentenvoorlic ting, door J. F. van Twisk. Uil Stichting -IVIO. Lelystad. 20 b 1.40: no 1569: Franco-Span door H. van Wordragen. 20 blz. Go, het oudste denkspel, door Vie. Uitg. Duwaer, Amsterdam, blz. 9.90.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 2