Pop Og de plaat ijna 200.000 mensen tegen hun zin ongetrouwd 'rouwen: nog steeds irootste wens van 'eel alleenstaanden al naar de oppervlakte gezonden hiedradeskerke had sporen Eagles weer in rustiger vaarwater >1 alleenstaanden niet op de hoogte van bonafide bemiddeling ntactarmoede is schuld van maatschappij ige drempel Subsidie j^JW/KWARTET ZATERDAG 28 JUNI 1975 BINNENLAND 11 door Willem-Jan Martin Vrijwel op hetzelfde tijdstip als waarop de heren zonder blikken of blozen een moeiteloos uitverkocht Ahoy Sportpaleis tegen het plafond speelden (een verslag van dit uitstekende treffen anderhalve week geleden, vermocht door een technische storing deze kolommen helaas niet te halen), werd de wereld verblijd met de vierde elpee ran The Eagles: door de bank genomen wederom een portie prachtmuziek, dit keer onder de titel One Of These Nights (Asylum Records AS 53014) en gestoken in een fraaie reliëfhoes. The Eagles bestaan op dit moment al weer zo'n jaar of drie. Met als vertrekpunt het gecombineerde talent van vier individueel zeer sterke muzikanten (Don Henley, Glenn Frey, Randy Meisner en Bernie Leaden; in 74 werd als vijfde man de begenadigde snarenvirtuoos Don Felder aangetrokken) en wist men vla een betonnen debuutelpee en de zo mogelijk nog overtuigender •follow-up' Desperado zonder al te veel moeite door te dringen tot de hoogste regionen van het popgebeuren. Verantwoordelijk daarvoor waren vooral de uitgekiende konstruktie, waarin zachtgestemde schrijnende klanken soepel van plaats wisselden met ronkend gitaarwerk, een perfekte instrumentbeheersing en de individueel zowel, als kollektief vlekkeloze vokalen (Don Henley als onbetwiste kampioen, maar de anderen toch op zijn minst op een ex aequo-notering). Met de komst van een extra gitarist, Don Felder, leek de balans tussen de country- geïnspireerde vriendelijkheid en de krachtiger muziek van grofweg het type Witchy Woman, een balans die tot dan toe een betrekkelijke evenwichtsstand had vertoond, ten gunste van het laatste te gaan verschuiven: op On The Border, nummer drie in de Eagles-produktie, etaleerde Juist Felder althans een niet onaanzienlijke hoeveelheid stevig gitaarwerk (bijv. de •gemene' slide in Good Day In Hell), hetgeen deed vermoeden, dat hij vooral was gekontrakteerd om het gezelschap in een hogere versnelling te brengen. De elpee On The Border als geheel zag er trouwens ook 'rockeriger' uit dan zijn beide voorgangers. Vreemd genoeg (of nou Ja. zet One Of These Nights deze lijn niet voort, maar betekent deze plaat een terugkeer naar een Desperado-ach tig niveau, dwz. een verhouding tussen half- akoestische -half -elektrische me - lanchoiie en ongezouten krachtpatserij in het voordeel van de eerste, waarbij het laatste hier dan wel weer heel erg is ingeperkt: Visions is zo ongeveer de enige van de negen composities, waarin de heren eens behoorlijk 'loos' gaan. Een nieuw punt is de redelijk geslaagde opening naar meer 'experimentele' sferen in de vorm van de door Bernie Leadon geschreven 'instrumental' Journey Of The Sorcerer, een stukje muziek van het type, dat men nog al eens pleegt aan te treffen ter begeleiding van spannende momenten in Italiaanse 'westerns' (stoffig woestijnstadje, zinderende hitte, aan het eind van de verlaten hoofdstraat doemt een in het zwart geklede man op, spiedende ogen, een hond vlucht Jankend een steegje ln... de rest kent u). Het is mogelijk, dat The Eagles op dit soort uitstapje gaan voortborduren, iets nieuws lijkt niet onwelkom nu het gezelschap de akoestiek onmogelijk nog verder kan perfektioneren en men er kennelijk ook niet alles voor schijnt te voelen de zaken volkomen de 'Felder-toer' op te draalen. Hoe dan ook, voorlopig bevat one Of These Nights met uitzondering van enige slappigheid (de kleffe akkoordjes van I Wish You Peace en de minstens zo onverteerbare tekst, het wat al te gemakzuchtige After The Thrill Is Gone) nog altijd een afdoende en prima portie 'ouderwetse' Eagles-muziek. variërend van het krachtige (reeds genoemde) Visions via de breekbare Hollywood Waltz tot het absolute hoogtepunt Lyin' Eyes, dat de beste elementen van op zich al onvervangbare werkjes als Peaceful Easy Feeling en Tequila Sunrise In ruim zes hartverscheurende minuten vereent. Vergeten zijn dan nog het titelnummer en de beide, door de kleine muls Randy Meisner (let eens op zijn onvervangbare baspartijen) meegeschreven songs Too Many Hands en Take It To The Limit. Prachtig. r Cisca Dresselhuys de 190.000 onvrijwillig niet-gehuwden trouwen itte 79.000 mannen en vrouwen, maar 111.000 nen blijven ongehuwd. Deze 111.000 onvrijwillig jouwden bestaan uit 67.000 vrouwen en 44.000 ien. Er zijn dus meer vrouwen, die tegen hun zin tzel blijven dan mannen. rland telt 576.000 niet gehuwde mannen en vrouwen tussen de dertig en zestig jaar. Hiervan >ngeveer 380.000 personen nooit getrouwd geweest, de rest is gescheiden of weduwe of weduw- Van de 380.000 mannen en vrouwen, die nooit getrouwd zijn geweest, zijn ruim 190.000 onvrij- vrijgezel: dat wil zeggen: zij willen graag trouwen. De rest is uit vrije keuze ongetrouwd. tomen de mannen en vrouwen, die aanvankelijk rouwd zijn, later toch aan een partner? Hiervoor uiteraard verschillende manieren, waarvan een ebruik maken van een huwelijksbureau is. Sedert toen er een strenge controle werd ingesteld op staande huwelijksbureaus en er alleen erkennin- werden afgegeven aan die bureaus, die qua wijze en opzet geheel bonafide waren, bestaan er is land nog maar zeven erkende huwelijkbureaus zo'n zes zevenduizend cliënten). Vóór 1970 i er zo'n 120 bureaus, die naar zeer grove ting ongeveer 70.000 cliënten hadden. De conclusie, die hieruit getrokken kan worden: het huwelijksbureau neemt op het ogenblik maar een heel bescheiden plaats in in de hulp aan ongetrouwden, die een partner zoeken. Oorzaak hiervan is: veel mensen zijn gewoon niet op de hoogte van het bestaan van (goede) huwelijksbureaus en veel mensen durven, gezien de publicaties van enkele jaren gele den over de grote hoeveelheid onbetrouwbare bureaus, de stap naar het huwelijksbureau niet te zetten. Dit zijn een paar conclusies uit het rapport Dienst verlening voor huwelijkscontacten' een eerste oriëntatie op de partnerkeuze van oudere niet-gehuw- den, dat in opdracht van Landelijk Centrum voor Huwelijkscontacten (het grootste huwelijksbureau in ons land) is opgesteld en betaald door het ministerie van CRM, door het Instituut voor Toegepaste Sociolo gie uit Nijmegen. Nog wat conclusies uit dit eerste onderzoek naar partnerkeuze van oudere ongetrouwde mensen: er wordt in ons land steeds meer en steeds jonger getrouwd (de gemiddelde huwelijksleeftijd daalde van ruim 28 jaar in 1850 tot ruim 23 jaar in 1970); het percentage ongehuwden Is hierdoor, vooral na de Tweede Wereldoorlog sterk gedaald, waardoor de on getrouwden langzamerhand een minderheidspositie (met de daarbij behorende negatieve omstandigheden, zoals discriminatie bij het krijgen van een huis e.d.) zijn gaan innemen. Politiek Bij de partnerselectie voeren nu eens deze, dan weer andere factoren de boventoon. Deze factoren zijn: leeftijd, overeenkomst in godsdienst, milieu, opleiding e.d. Op het ogenblik lijkt er een tendens te zijn, dat men van een partner vooral de opleiding en de politie ke richting belangrijk vindt. Vroeger was dat meer de religie, de afkomst en de regio, waar men vandaan kwam. Dan een aantal kenmerken van mensen, die zich laten inschrijven bij een huwelijksbureau: over het algemeen zijn dit mensen, die minimaal een middel baar (beroeps) opleiding hebben gehad (met name de vrouwen hebben meestal een goede opleiding en ook een goede baan). Opvallend is, dat deze mensen, vaak de oudste of op een na de oudste kinderen uit een gezin zijn: verder oordelen zij vaak nogal negatief over hun jeugd (opmerkingen als: 'waardeloos, geen plezier, weinig aandacht van ouders gekregen, altijd keihard werken', e.a. kwamen nogal eens naar voren). Toch wonen veel van deze mensen nog samen met hun ouders of een van de ouders: wanneer men alleen woont, wendt men zich gemakkelijker tot een huwelijksbureau; de overgrote meerderheid van zowel de mannen als de vrouwen, die bij een huwelijksbu reau staan ingeschreven, heeft een full-time baan, waaronder vooral vaak verpleegsters en bejaardenver zorgsters zitten. Klaarblijkelijk blijven vooral mensen in de verzorgende beroepen vaker ongewenst onge trouwd. Eenzaam Wat betreft de contacten, die deze alleenstaanden hebben: meestal heeft men nog veel contact met ouders, maar minder met broers en zusters. Een opmerking over het contact met de familie: men klaagde erover, dat het initiatief hiervoor steeds moest uitgaan van de alleenstaande. Andere grieven: de autoritaire sfeer thuis, het beslag dat familie op de alleenstaande legt en de ondankbaarheid voor gebo den hulp. Op het werk hebben deze alleenstaanden vaak maar weinig contacten buiten de werksfeer om. Wat hun vrijetijdsbesteding betreft: deze komt meest al neer op het verrichten van nogal 'eenzame' bezig heden: zoals tuinieren, planten verzorgen, lezen, stu deren. televisiekijken, wandelen, fietsen, autorijden, knutselen, fotograferen en sportbeoefening. Over het rapport en de huwelijksbemiddeling hadden wij een gesprek met de directeur van het grootste huwelijksbureau (ongeveer 3000 cliënten), de heer J. C. W. van der Linden, van de Stichting Landelijk Centrum voor Huwelijkscontacten (een fusie van de vier levensbeschouwelijke huwelijksbureaus van vroe gers), Prinsenlaan 1, De Bilt, jJILT 'Hoewel alle mensen, die bij ons bureau ingeschreven staan graag willen trouwen, meen lat ze toch heus niet zomaar zondermeer in een huwelijk zullen duiken, om toch maar koste wat getrouwd te zijn. Ik heb sterk de indruk, dat men gelukkig altijd aan bepaalde mini- |i-eisen blijft vasthouden, waaraan de eventuele partner moet voldoen. voorwaarden verschillen natuurlijk nog al. maar het algemeen komt het er wel op neer, dat men (nd zoekt die ongeveer dezelfde levensstijl en assfeer heeft. Verder worden betrouwbaarheid en ff zeer hoog gewaarderd. En meer dan vroeger ordt een stuk persoonlijke vrijheid in het huwe- ;evraagd. Als je het kort zou moeten omschrijven, k zeggen: betrouwbaarheid en het willen hebben een klankbord zijn de twee belangrijkste aspecten een partner en een huwelijk'. leer J. C. W. van der Linden, die al heel wat jes meeloopt in de huwelijksbemiddeling, is op ogenblik directeur van het grootste huwelijksbu- ln Nederland: zo'n 3000 cliënten. deze drempel te overschrijden. Daarom hebben wij hier bij ons bureau ook de methode, dat wij niet persoonlijk bemiddelen, maar dat iedereen zelf uit een circulaire met korte beschrijvingen van alle ingeschrevenen, iemand kan kiezen met wie hij of zij wil gaan corresponderen. Dat gaat de eerste keren onder num mer via ons bureau. Later kan men, op eigen verzoek, deze anonimiteit opheffen en persoonlijk contact met elkaar zoeken. Er is dus nog heel wat zelfwerkzaam heid bij, hier. Juist dat idee van: nu worden we gekoppeld, houdt nogal wat mensen tegen. Uiteraard zijn er mensen, voor wie zo'n persoonlijke bemidde ling (dat is een juister woord dan koppeling) nodig is. Die verwijzen wij dan naar een van de bureaus met deze werkwijze'. I is dit maar relatief een klein aantal, wanneer je totaal aan ongewenst ongetrouwde mensen in Ne- ind ziet. Moet er niet meer gebeuren voor de sen, die een partner zoeken en hierin zelf klaar- telijk niet slagen? der Linden: 'Ja, aan de ene kant, zouden wij veel bekendheid moeten krijgen, aan de andere kant, je altijd een beetje bang voor de belangstelling, je oproept, wanneer je meer in de publiciteit Want kun je iedereen helpen? Dat blijft na- lijk de vraag. Maar het is inderdaad zo, dat er deze grote groep mensen meer hulp en begelei- moet komen. Want hoewel er nu dus zeven ide en goedgekeurde huwelijksbureaus zijn, zul je de mensen de kost moeten geven, die nog de worden van allerlei dubieuze zogenaamde con- •adivertenties: örempel voor het huwelijksbureau is helaas nog te dat komt voor een deel door de slechte publici- die huwelijksbureaus jaren geleden hadden, maar f een nog belangrijker deel door de onnodige weer- id, die mensen hebben om naar zo'n bureau te gaan. heeft de indruk, dat men zichzelf hiermee een 'et van onvermogen geeft: 'ben er zelf niet in ge ld een partner te vinden'. Vooral mannen hebben lier moeilijk mee. Het kost een stuk prestige om Juist omdat de heer Van der Linden de huwelijksbe middeling als een stuk heel normale dienstverlening ziet, zou hij wel graag in aanmerking willen komen voor een subsidie van CRM. 'Ons bureau is als instelling zonder winstdoel nog een van de goedkoopste, maar het kost natuurlijk altijd geld, omdat wij onszelf helemaal moeten bedruipen. Een inschrijving voor een half Jaar kost 195 gulden, daarna komen er per half jaar bedragen van enkele tientjes bij. Nu kun je zeggen (zoals veel mensen ook doen)wanneer je zo graag een man of vrouw wilt hebben, mag je er toch wel wat voor. over hebben. Dat vink ik een onjuiste benadering. Het moet zo zijn, dat deze hulp, zoals veel andere vormen van hulpverlening, voor iedereen be schikbaar Ls. Nu is het in principe zo, dat wij nooit iemand weigeren, omdat hij of zij het niet kan betalen, daar passen we dan wel een mouw aan. maar juist om deze mogelijkheid te hebben zou je een subsidie moeten hebben, waardoor je dergelijke men sen gemakkelijk gratis zou kunnen helpen'. Hoewel het huwelijk nog steeds een door velen begeerd ideaal is, is het tegenwoordig toch ook zo, dat er een groeiend aantal mensen is, dat wel graag een bepaalde relatie, maar niet direct een huwelijk wil. Zijn er voor deze mensen eigenlijk ook mogelijkheden via een bureau? Van der Linden: 'Nee, die bestaan er op het ogenblik nog niet. Wij richten ons op mensen, die een huwelijk willen, dat doen wij omdat deze groep nog steeds erg groot is en ook omwille van de duidelijkheid. Overi gens hebben wij onlangs een brief naar de raad van toezicht gestuurd, waarin wij vragen of het geen zin heeft om een stuk hulpverlening op te zetten voor mensen, die wel een relatie zoeken, maar niet per se een huwelijk willen. Wij zouden graag iets voor deze mensen gaan doen, omdat ze nu eigenlijk alleen maar terecht kunnen in de sfeer van contactadvertenties. Wij zetten ons helemaal niet af tegen andere contac ten, wij zien het huwelijk echt niet als iets exclusiefs, als de enige goede mogelijkheid voor relatievorming. We hopen dan ook, dat de mogelijkheid zal groeien ook te gaan bemiddelen voor mensen, die een andere relatie dan het huwelijk willen'. Tot slot wil de heer Van der Linden nog graag kwijt, dat hij er in al die jaren steeds meer van overtuigd is geraakt, dat het feit, dat de mensen tegenwoordig veel moeilijker contacten leggen, niet altijd de schuld van de mensen zelf is, maar vaak van de maatschappij'. Er zijn tegenwoordig wel veel vluchtige en functionele (zake lijke) contacten, maar het is erg moeilijk, vooral op iets oudere leeftijd, om diepergaande contacten te leggen. Wij proberen hier te helpen door onze bemid deling, maar in wezen zou de maatschappij natuurlijk weer zo moeten zijn, dat dergelijke contacten min of meer vanzelfsprekend tot stand zouden komen. Daar mee zou een groot stuk eenzaamheid weggenomen worden', aldus de heer Van der Linden. Klein gedeelte van de archeologische vondsten, die afkomstig zijn uit het verdronken dorp Thiedradeskerke. sten en conclusies, die men daar aan kon verbinden, enorm ver lengd. 'Brandweer' De ROB, die ook maar beperkte mogelijkheden heeft, fungeert meestentijds slechts als archeologi sche 'brandweer'. Dat wil zeggen dat de dienst zich voornamelijk be zig houdt met 'noodopgravingen' in gevallen, waarin ondergrondse mo numenten verloren dreigen te gaan, en met een zorgvuldige documen tatie. Deze activiteit is van grote betekenis voor de kennis van de ondergrondse monumentenbestand voor de 'bewaking' van arheologi- sche vindplaatsen en voor eventu eel later te verrichten onderzoekin gen. De wet staat de dienst toe een vinger in de pap te hebben als er sprake is van ruilverkavelingen, uitbreidingsplannen, wegenaanleg of andere bouwplannen, want ook archeologische monumenten zijn beschermd. De provinciale archeo logen. die voor de helft vla de ROB door het ministerie van CRM en voor de andere helft door de pro vincies worden gehonoreerd, hou den hun eigen gebied in het oog. De gebroeders Alders werden door de ROB belast zich in samenwer king met de heer Rijken bezig te houden met de verkenning van de archeologisch nog maagdelijke Zwijndrechtse Waard. Hun onder zoek was gebaseerd op de in West- Duitsland ontwikkelde methode van de 'Landesaufnahme'. Dat is een systematische verkenning en be schrijving van een streek, die gege vens oplevert zonder dat de spade er nog aan te pas behoeft te ko men. Die veldverkeimlng nu, gevolgd door het graven van zes proefput- ten; leverde zoveel gegevens op dat men in combinatie met literatuur studie. archiefonderzoek, de bestu dering van oud en recent kaartma teriaal en de Interpretatie van luchtfoto's tot de slotsom kwam dat men het middeleeuwse, bij een overstroming en de Sint Elisabeths- vloed van 1421 'verdronken' dorp Thiedradeskerke had terugge vonden. Het strekte zich in Lintbe bouwing uit langs de rivier, 2 kilo meter lang en 200 meter breed. De bewoners leefden van landbouw en visvangst, onderhielden handelsbe trekkingen met Limburgse. Vlaamse en Duitse steden en waren ook ambachtelijk aardig bedreven. Thiedradeskerke oftewel Kerk van Theudaraed. vrij vertaald 'Volks- raadkerk'. Het is wellicht een stu- .die op zich zelf na te gaan wat dat betekent. Wat aan vondsten dat het gebied ook rond het begin van de jaartel- jERSFOORT De jonge amateur-archeologen Pim (18) en Ge il Aalders (22) uit Alblasserdam hebben in de Zwijndrechtse ard de restanten gevonden van een middeleeuws dorp, dat van elfde tot een eindweegs in de vijftiende eeuw op een hooggele- plek aan het water heeft gelegen. Hebben zij met deze belang- ie vondst het geluk gehad, waarvan elke speurder naar de vroe- ïn het liefst vroegste geschiedenis van ons land droomt of moet let zien als de bekroning van een gericht onderzoek? gesprek met de heer G. van Beemt, chef van de afdeling unentatie van de Rijksdienst oudheidkundig bodemonder- te Amersfoort, die met de inciale archeoloog voor Zuid and, drs. H. Sarfaty, het onder van de gebroeders Alders heeft eleid, leert dat deze vraag te iel is. Je loopt maar zelden per eluk tegen een belangrijk ar- 'loglsche vondst aan. Meestal je er door zoveel aanwijzingen Dp attent gemaakt dat er iets ressants in de bodem zit dat de nlijke vondst - hoe raar het klinkt - de bevestiging is. Men bij de ROB dat er tussen rjansdam en Rijsoord langs het henriviertje de Waal iets bijzon- te vinden zou zijn. te beginnen bevond zich sinds in het documentatiearchief de ding van een concentratie van Tven-aanrde-oppervlakte van Stichting voor bodemkartering te Wageningen. Bovendien had de tuinder P. Rijken, eveneens een amateur-archeoloog, naar aanlei ding van de vele schervenvondsten op zijn land de ROB gevraagd bij hem in de buurt eens een onder zoek in te stellen. Men was er alleen nog niet aan toe gekomen, want - aldus de heer Van den Beemt - Nederland en vooral het westelijk deel is één grote bodem schat. Zo'n tien, vijftien jaar gele den werd aan het westen in arche ologisch opzicht vrijwel geen waar de gehecht. Nu blijkt dat je sporen van vroege bewoners juist daar moet zoeken. Meer dan zesduizend jaar geleden woonden er op de plaats waar nu Schiedam ligt al mensen, de zgn. Vlaardingse cul tuur gaat terug tot, 2450 voor Chr. en Ln het Volkerak is een houten beeldje (het 'beeldje van Willem stad') gevonden van 4500 voor Chr. De 'vaderlandse' geschiedenis is de laatste decennia door bodemvond- ling al bewoond was en dat hier, net als in de Alblasserwaard, de Romeinen nederzettingen van de Caninefaten (en geen kaninefaten, zoals wij Ln ons eerste bericht over Thiedradeskerke schreven) bestuur lijk controleerden en hun stempel opdrukten. Maar van een rivier de Noord, die nu de Zwijndrechtse en de Alblasserwaard van elkaar scheidt, was toen dan ook nog geen sprake. Wat voor nut? Wat, zo zullen 'praktische' mensen vragen, heeft het voor nut dit alle maal te weten? De voor de archeo logie toch bijzonder enthousiaste Gerard Alders zegt met Jeugdige onbevangenheid dat hij dat eigen lijk ook niet ziet, maar dat er nu eenmaal zoveel onnutte dingen zijn. die hun waarde ontlenen aan het feit dat ze gewoon fijn zijn. De heer Van den Beemt kan die opvat ting wel waarderen, maar hij is het er niet mee eens. Hij zegt: 'De archeologie tracht het groepproces van de mens als denkend en schep pend wezen bloot te leggen en zo doende het moderne mensbeeld te verruimen. Zij is een mensweten schap. Op velerlei gebied zijn pa rallellen te trekken tussen heden en verleden. Maar Je moet het zien en je moet er van willen leren dat er tussen onze situatie in de twin tigste eeuw en die in bijvoorbeeld de Romeinse tijd in vele opichten geen wezenlijk verschil bestaat.' or Barend Mensen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 11