ïurinamers ontdekken hun eigen
'erleden in guerrillastrijders
Uriin wil hén commanderen
lie hem eens bevelen gaven
ischiedenis richt bevolking op onafhankelijkheid
Boni, Baron
en Joli Coeur
Bij het scheiden
van de markt
rW/KWARTET VRIJDAG 27 JUNI 1975
BINNENLAND-BUITENLAND RH13
Bi de Kom, de Surinaamse schrijver en nationalist; als Nederlands verzetsstrijder omgekomen
ft concentratiekamp Dachau, over de geschiedenis van zijn vaderland Suriname: 'Wanneer wij,
e negerjongens, kinderen of kleinkinderen van slaven, op school les in de vaderlandse geschie-
kregen, dan was dat natuurlijk de geschiedenis der blanke krijgslieden. Voor de klas stonden de
aarde Tilburgse broeders en onderwezen ons in de heldendaden van Piet Hein en De Ruyter, van
lp en de Evertsen en Banckert. Wij, zwarte kinderen op de achterste banken (de voorste waren
imd voor zoons en dochters van Europeanen) martelden ons hoofd om er de jaartallen van Hol
le, Beierse en Bourgondische gravenhuizen in te pompen. Wij, die de namen van de opstan-
gen Bonni, Baron en Joli Coeur tevergeefs in onze geschiedenisboekjes zochten, beijverden ons
ïug en nauwgezet voor het examen de namen en jaartallen op te dreunen der Nederlandse gou-
fcurs, onder wier bewind men onze vaders als slaven ingevoerd heeft. En het systeem werkte.
I beter middel om het minderwaardigheidsgevoel bij een ras aan te kweken, dan dit geschiede-
iderwijs waarbij uitsluitend de zonen van een ander volk worden genoemd en geprezen.'
(schreef In 1933 de 35-jarige
i de Kom in een zaal van de
ttklijke Bibliotheek in Den
i als nationalist en vooral als
frkraaier' verbannen uit zijn
land Suriname,
leertig jaar later, nu Suriname
de vooravond van zijn onaf-
fclljikheid staat, heeft het land
fct hoe juist de geschiedenis
piddel kan zijn om de bevol-
te richten op de komende
lankelijkheid; hoe het besef
[gezamenlijk grote avonturen
fd te hebben een natie kan
romantische gedachte? Ja z-e
baar Suriname is dan ook een
it romantisch oord. Het is mij
jrbeeld in Nederland nog
.overkomen dat in het gebouw
de Tweede Kamer een kamer
iet persklaar maken van zijn
fste gedichtenbundel moest
fbreken voor een gesprek of
en ambtenaar op een ministe-
kij als afscheidsgeschenk zijn
le gedichtenbundel schonk, die
plant over zijn bureau slin-
ls mij in Paramaribo gebeurd,
dichtende Statenlid was Theo
de dichtende ambtenaar op
(ninisterie van opbouw noemt
Kwakoe. Beiden maakten op
e indruk erg aardige en rusti-
ensen te zijn tenminste zo
zij niet de pen op papier
om te dichten. Want als het
is, wordt er geschimpt en
aid of zelfs opgeroepen tot
stichting: een oproep, die zo
ekend, niet onbeantwoord is
'en, al kan je er aan twijfelen
werkelijke brandstichters de
len van deze opbouw-ambte-
ook hadden gelezen.
6 het klimaat waarin dit alles
gedacht, gezegd en geschre-
hetzelfde klimaat ook waar-
geschiedenis opnieuw wordt
irdeerd en (waarschijnlijk)
de lopende band nieuwe
en worden geschapen. Dat
wat afwijzend, maar zo is
liet bedoeld.
gel
^1, in 1969 als premier door
woedende stakers weggestuurd is
nu dood. Hij heeft zijn indrukwek
kend standbeeld op het Oranjeplein
(net als koningin Wilhelmina zij
staat recht tegenover het karakte
ristieke ministerie van financien).
In één van die verveloze en vale
houten krotten, waar de armsten van
de stadscreolen wonen, zag ik een
opvallend groot portret van Pengel
de handen in een geruststellend
afwerend gebaar met daarnaast in-
koeien van letters de tekst: 'Wacht
even. Wees gerust. Alles komt te
recht',- één van de diepzinnigheden,
waarmee hij indertijd de massa van
de creolen aan zich wist te binden.
En als ik er mijn, door twijfel
ingegeven verbazing over uit
spreek, dat Suriname nu onder lei
ding van een man als Arron de
onafhankelijkheid tegemoet moet
treden, dan is men wel bereid even
de twijfel te delen of Arron voor dat
karwei wel de meest geschikte man
is, maar dan wordt er toch ook
onmiddellijk aan toegevoegd: 'maar
hij is door Pengel op die plaats
neergezet' een soort apostolische
successie binnen de Nationale Par
tij Suriname.
De mythe geldt niet alleen perso
nen, maar ook zaken uit een recent
verleden. In de Universiteit van
Suriname hooide ik een gastcollege
van de in Amsterdam docerende
econoom van Surinaamse kom-af
(en oud-minister) prof. dr. P. A. M.
van Philips. Hij ontwikkelde op een
argeloze, maar daardoor wel zo ef
fectieve manier de interessante
stelling dat Suriname een groot
aandeel heeft gehad in de bevrij
ding van Nederland van de nazibe
zetting en dat Nederland die ere
schuld nu maar eens grootmoedig
met een extra portie ontwikke
lingshulp moet goedmaken. (Suri
name was in de jaren 1940-1945
's werelds eerste aluminiumleveran-
cier; Amerika bouwde met dat alu
minium zijn vliegtuigen voor be-
vrijding van o.a. Nederland: Neder
land is dus mede door Surinaamse
vliegtuigen bevrijd).
Guerrilla
De namen van Bonnie, Baron en
Joli Coeur in de dagen van
Anton de Kom nog met taboe om
geven jagen nu in Suriname
geen schrik meer aan en zijn ook
niet onbekend meer. Dat heeft iets
te maken met een langzaam ont
wakend nationalisme, maar waar
schijnlijk ook met het beeld van de
guerrilla-vrijheidsstrijd zoals de
wereld die in Vietnam heeft leren
kennen.
In dat klimaat en onder die om
standigheden gaat een spotgoedko
pe herdruk van De Koms boek 'Wij
slagen van Suriname' (buiten de
uitgever om in Suriname op de
markt gebracht, omdat de officiële
herdruk veel te duur is) over de
toonbank in de volksboekwinkel
aan de Verlengde Keizerstraat.
En in de keurige, door als burgers
vermomde nonnen gedreven boek
handel 'De Hoeksteen' tegenover de
kathedraal aan de Gravenstraat,
kocht ik 'De Surinaamse geschiede
nis voor de hoogste klas van de
katholieke lagere scholen, een boek
uit 1967 door frater M. Engelbert
Verrijt één van die door De Kom
zo gelaakte eerwaarde Tilburgse
broeders.
Frater Engelbert kan niet om Bon
ni, Baron en Joli Coeur heen en dat
doet hij ook niet, al zit er nog een
merkwaardige dubbelzinnigheid in
zijn verhaal. Grote slavenopstanden
heeft Suriname gelukkig niet ge
kend, zegt hij, maar er was 'een
andere plaag, een ander gevaar dat
misschien nog erger was. Onze uit
gestrekte en ondoordringbare bos
sen lokten de Negers om daar hun
vrijheid te zoeken.' En van Frater
Engelbert heb ik ook geleerd, dat
het brandmerken van een slaaf een
voor de betrokkene weliswaar pijn
lijke, maar toch niet onduldbare
operatie is.
Tegen die achtergrond krijgen de
kinderen dan de heldenverhalen
van de van de plantages wegge
vluchte slaven: de Marrons: hun
aanvallen onder leiding van Bon
ni, Baron en Joli Coeur op de
Nederland en
Suriname
door J'an Kuijk
plantages, hun guerrilla (om dat
modewoord toch maar even te ge
bruiken) en tenslotte hun overwin
ning, die in plechtige overeenkom
sten tussen Nederlandse autoritei
ten en de Marrons werd vastgelegd
een vrede, die een garantie in
hield voor vrijheid en onafhanke
lijkheid van de weggelopen negers
op het door hen beheerde grondge
bied, waar trouwens geen Europe
aan in die achttiende eeuw ooit zou
durven door te dringen.
Fiere toon
Uit dit alles komt die fiere en
zelfbewuste toon voort, waarop
vandaag nog een bosneger spreekt.
Onafhankelijkheid? Dat is zijn zaak
niet. Hij is immers als meer dan
twee eeuwen onafhankelijk en hij
heeft geen boodschap aan wat er in
Den Haag of Paramaribo wordt be-
Vorige maand is in Paramaribo tij
dens de topconferentie overeenge
komen dat de republiek Suriname
straks als rechtsopvolger van Ne
derland het Nederlandse aandeel in
deze tractaten zal overnemen: dat
deze tractaten een binnenlandse
aangelegenheid van Suriname zul
len zijn en dat 'niet gebleken is dat
aan deze overeenkomsten op juri
dische gronden rechten kunnen
worden ontleend door betrokken
partijen*.
Pas toen dat allemaal beklonken
was, is premier Arron voor de eer
ste maal nadat hij de onafhanke
lijkheid per eind 1975 had aange
kondigd, naar het binnenland ge
gaan om granman (dat is: opper
hoofd) Aboikonl op de hoogte te
stellen van de dingen, die gaan
gebeuren.
Hij heeft daar royaal met politieke
beloften gestrooid. Ik was er helaas
niet bij, maar ik heb een drie
velletjes tellend officieel communi
qué van de regering naast mij lig
gen en dat te mogen lezen, is ook
een gebeurtenis: een nieuwe weg
hier, een nieuwe verbinding daar,
en nieuwe veerboot op het stuw
meer. vóór 1980 elektriciteit ('deze
primaire voorziening') in de belang
rijkste dorpen, nieuwe toiletten in
het ziekenhuis van Djoemoe en
het allerbelangrijkste geen enke
le wijziging van de positie van de
bosland-dignitarissen na de onaf
hankelijkheid.
'Het is voor het eerst dat een rege
ring zulke vergaande toezeggingen
heeft gedaan', verklaarde granman
Aboikoni volgens het communiqué.
Wie zal zich dan nog verder verba
zen dat de granman 'de onafhanke
lijkheid een goede zaak noemde?
Zo gaat dat in Suriname.
Twijfel
Toch is er reden voor twijfel, want
op hetzelfde ogenblik dat Aboikoni
en Arron elkaar vriendelijk kopjes
zaten te geven zei het Statenlid
Jarrien Gadden (de enige verte
genwoordiger van de Progressieve
Bosneger Partij in het parlement
en daar stevig opgesloten in het
hechte oppositieblok van Lachmon)
dat wij dan toch maar goed moeten
bedenken dat z ij n voorouders al
vrij waren toen Arrons voorouders
nog slaven waren: dat de Bosneger-
partij een radicale partij moet blij
ven omdat in Suriname de scheids
lijnen nu eenmaal langs de lijnen
van het ras lopen (en een bosneger
een heel andere neger Is dan een
stadscrcool; wat naar culturele
achtergrond gezien nog waar is
ook) en dat een onafhankelijk Su
riname zich zal oriënteren op Ve
nezuela en Cuba, twee in Gaddens
ogen communistische landen, in
plaats van op democratische landen
als Amerika of Nederland. Hij
houdt daarom nog steeds rekening
met een splitsing van Suriname in
een smalle kuststrook en het (aan
mineralen en waterkracht rijke)
binnenland.
Adel
Er is geen enkele reden de tegen
stelling tussen de boslandcreool en
de stadscreool aan de vooravond
van de onafhankelijkheid toe te
spitsen: er is evenmin aanleiding
die tegenstelling te negeren. De
boslandcreool kijkt niet zonder dé
dain neer op de stadscreool. Heel
romantisch en naar Europese ver
houdingen terug vertaald: als er in
een republiek Suriname plaats zou
zijn voor adel, dan zouden de Bos-
land-creolen (en dan zeker in el-
gen ogen) daarvoor in aanmerking
Rondom het standbeeld van Pengel in Paramaribo heeft zich al een legende
gevormd. De maker van het beeld, Robles de Medina, vertelt in een in Su
riname circulerend geschriftje over Pengel dat het model van zijn beeld
in het atelier snurkte precies zoals Pengel bij zijn leven indringend kon
snurken. Vele mensen hebben het snurkende kleimodel mogen beluisteren.
Pas toen het in brons gegoten was, werd het weer stil.
komen. Kijk maar na in Van Dale:
'adel - in historische zin eerste
maatschappelijke stand'.
Tegelijk echter kijkt de stadscreool
met zijn hele Europese culturele
achtergrond met minachting neer
op die half-naakte mensen daar
diep in het oerwoud, waar hij liever
net als de Nederlanders in de
achttiende eeuw niet komt. Mis
schien voelt hij nog wel enige soci
ale bewogenheid voor die mensen,
die het niet zo gemakkelijk hebben
en geteisterd worden door vreselij
ke ziekten, waardoor broodmagere
kinderen met wanstaltig dikke bui
ken en uitpuilende navels rondlo
pen, maar dat gevoel is waarschijn
lijk nog vager dan hier in Neder
land, want die beelden uit eigen
land zijn in Suriname nooit op de
televisie. De hulp en de medische
verzorging moet van de Europeanen
komen ook al cultiveert die
stadscreool nu dan vlijtig de
mythen van Bonni. Baron en Joli
Coeur. de voorvaderen van die ver
van het veilige bed afwonende bos
negers.
Kwakoe mag dan in zijn gedichten
zeggen, dat als de stad in brand
staat er toch nog altijd de bossen
zijn om in weg te schuilen: ik heb
hem na de brand in Watermolen
straat nog in de stad ontmoet en
hij maakte geen aanstalten om weg
te gaan.
Dichter
Dat over de tegenstelling tussen de
creolen. Wie een hindoestaanse
stem over dit alles wil horen, moet
luisteren naar het gedicht dat de
hindoestaande dichter Shrinavasi
wijdde aan Bonni (door hem ge
speld als Boni, want in Suriname
heeft alleen het ABN het alge
meen beschaafd Nederlands een
vastgestelde spelling).
Boni
JU hebt dit land bevrijd
JU en Ik
voeren eenzelfde strijd
en het bevreemdt Jou
dat men mij niet begrijpt
omdat ik geen kroeshaar heb
omdat ik later binnen kwam
of omdat men strUd bitter en stil ls.
velen bezoedelen Je naam
velen eren je met de lippen
In een taal
waar ik mU voor schaam.
Boni JU hebt dit land bevrijd
maar in een nieuwe strijd
moeten wij van andere ketens
worden bevrijd.
Shrinavasi probeert hier een kloof
te overbruggen, zoals de besten uit
het Surinaamse dat elke dag weer
proberen te doen. Voor zijn onaf
hankelijkheid heeft Suriname ge
schiedenis nodig, maar die geschie
denis kan kennelijk helemaal nog
niets anders zijn dan verhalen en
mythen over de segmenten, waaruit
het Surinaamse volk is samenge
steld.
En de mythe van de onafhankelijk
heid heeft een toevallige politieke
meerderheid van het creoolse seg
ment (met wat ja vanen er om
heen) voor zichzelf gereserveerd.
itse leraar Dennis Hills het slachtoffer
>r Nico Kussendrager
pns een conferentie van de Verenigde Naties, eind vorig jaar, ontmoette ik een hoge Oegandese
>maat. 'Ik heb juist een boek gelezen over uw president, Idi Amin', zei ik tegen 'm om een ge
ls aan te knopen. De ogen van de man schoten vuur: 'We call him general', (Wij noemen hem
raai)riep hij met grote stemverheffing en wendde zich verontwaardigd af. Ik had bijna heilig-
nnis gepleegd door Amin met een zo 'algemeen' woord als president aan te duiden.
[Opmerking die de Oegandese
Ornaat deed briesen doelde op
fcojuist in Nederlandse vertaling
bhenen boek 'General Amin',
de Britse Journalist David Mar-
'Een belangrijke trek van
hs persoonlijkheid', schrijft
tin, 'is zijn vastbeslotenheid
enen te commanderen die hem
f bevelen gaven'. De Brit, die
Ikennelijk lijfsbehoud zelf een
odiging van Amin voor een be-
afsloeg, heeft dezer dagen op
to gelijk gekregen.
frpstiran'
eist dat de Britse minister
buitenlandse zaken Calagghan
lonlijk naar Oeganda komt om
leven te redden van de Britse
*r Dennis Hills. - Deze ls ter 7plfhphonH
veroordeeld omdat hij Amin
fen nog niet gepubliceerd boek
'dorpstiran' heeft genoemd,
ighan wil pas komen als Hills
clementie krijgt. 'Ik laat mij
onder druk zetten. Een leven is
ruilobject', aldus de bewinds-
Martin gebruikt meer karakteristie
ken: eigengereidheid en sluw is
Amin volgens hem ook en de gene
raal heeft een sterk instinct tot
zelfbehoud. Een recent voorbeeld
van dat laatste: tijdens een autorit
ging Amin plots In de laatste wa
gen van de kolonne zitten wegens
'vermoeidheid'. Even daarna werd
een aanslag gepleegd op de voorste
wagens. De inzittenden daarvan
werden het slachtoffer, Amin bleef
ongedeerd. Hij zegt zelf te weten
wanneer hij zal sterven. Die weten
schap heeft Amin te danken aan de
geheimzinnige 'profeet Johannes'
een Ghanees die als een Afrikaanse
Greet Hofland grote invloed had en
nog heeft op tal van Afrikaanse
staatshoofden.
>laats van Callaghan reisde de
se generaal Blair naar de Oe-
lese hoofdstad Kampala. Blair
wnmandant van Amin geweest
iet Britse koloniale leger, de
is African Rifles. Eerst leek
h Ingenomen met het bezoek
r later viel hij uit dat Blair
iken was geweest (als hij geT
iken zou hebben (wat radio
ipala opgaf zou hij inmiddels
1 alcoholvergiftiging zijn overle-
en dat hij zich onbeschoft
gedragen alsof hij (Amin) nog
Is zijn ondergeschikte was. Een
«re karaktertrek van Amin,
Wt Martin, ls zijn onbereken-
rheid.
Dat instinct tot zelfbehoud komt
Amin te stade om aan de macht te
blijven. Want dat is de grote vraag:
hoe slaagt deze bruut erin aan de
macht te blijven? Het antwoord:
door zijn tegenstanders eenvoudig
weg uit de weg te ruimen. In de
eerste twee Jaar van zi'n terreurbe
wind zijn er naar schatting van
een gevluchte minister tachtig tot
negentig duizend mensen om het
leven gekomen, maar hij zegt erbij
dat dit een voorzichtige raming is.
Martin vermoedt dat schuldgevoel
over deze moorden Amins ruste
loosheid verklaart. De man zit geen
moment stil, is voortdurend bezig,
houdt geen seconde zijn mond
(Hoewel hijzelf zegt iemand van
weinig woorden te zijn). De verkla
ring dat Amin als een Macbeth
door spoken wordt opgejaagd lijkt
wat gemakkelijk. Zij die Amin in
het leger hebben meegemaakt zeg
gen dat hij niets geeft om het
leven van een mens, het is voor
hem even weinig waard als dat van
een kakkerlak.
Amin is een Kakwa, een kleine
Nubische stam in het noorden van
Oeganda. Martin schrijft - genera
liserend - dat onder de Nubiërs de
meeste moorden ter wereld voorko
men. Zij zijn berucht vanwege hun
sadistische inslag, hun gebrek aan
ontwikkeling, het vergiftigen van
vijanden en hun weigering in gro
tere eenheden op te gaan.
Martin geeft vervolgens Amin staat
van dienst uit het Britse leger. Zo
had Amin altijd veel succes als
leden van de Karamajong-stam -
traditionele veedieven - hun schil
den en wapens moesten inleveren.
Hij dwong de mannen bij een tafel
te gaan staan en daar hun penis op
te leggen. Vervolgens dreigde Amin
die met een kapmes af te hakken
als zij hem niet vertelden waar hun
wapens en schilden waren.
In het begin van de jaren zestig
kwamen bij het Britse bestuur be
richten binnen over moorden ge
pleegd door Amin en zijn mannen.
Er werden beschuldigingen tegen
hem ingesteld die ontslag uit het
leger zouden hebben betekend als
de Britten niet huiverig waren ge
weest één van de twee zwarte offi
cieren in het leger te ontslaan
(Martin gaat overigens voorbij aan
de vraag hoe een mens als Amin -
begonnen als hulpkok - zo hoog
heeft kunnen komen.)
Reprimande
De Britse gouverneur vroeg Milton
Obote, de latere president van Oe
ganda om advies. Deze raadde aan
de maatregelen te beperken tot een
reprimande. De Britten èn Obote
hebben het geweten.
president Obote werd in 1971 door
Amin (toen legercommandant af
gezet toen hij voor een Gemenbest-
conferentie in Singapore was.
Kort voor zijn vertrek had Obote
Amin nog op het matje geroepen
omdat 2,5 miljoen pond aan leger-
gelden en wapens waren verdwe
nen. Daarnaast smeulde een con
flict over Amins geheime steun aan
de opstandelingen In het zuiden
van Soedan, terwijl president Obote
Juist de regering in Khartoem
steunde.
Met het oprakelen van deze zaken
stelde Obote zich hopeloos kwets
baar op; ex-bokskampioen Idi
Amin (zijn parool: sla altijd je
tegenstander k.o., dan kan de
scheidsrechter Je niet bedonderen)
haalde vernietigend uit: het leger
In Oeganda nam de macht over.
Het kwam de Britten niet slecht
uit. De 'ruk naar links' die Obote
vlak voor zijn val bekend had ge
maakt was een bedreiging voor de
Britse zakenlieden. Amin werd
daarom met veel égards behandeld,
velen zagen hem daarnaast als een
amusante figuur. 'Hoofdzakelijk'
schrijft Martin, 'omdat hij zo vol
komen beantwoordt aan hun voor
oordelen over de zwarte mens. Hij
ls ongeletterd, onberekenbaar, een
onbekwaam heerser en een moor
denaar'.
Iedereen kent zijn 'dwaasheden':
hij zamelde groenten ln om het
economisch zieke Engeland te hel
pen. vindt dat Kissinger bij hem
moet komen om raad. vindt Hitier
een groot man die terecht miljoe
nen joden uitmoordde, en zo zijn
er nog ettelijke.
Onbenul
Het toppunt van onbenul toont
Amin als het om economische za
ken gaat. Toen zijn minister van
financiën klaagde over een begro
tingstekort, riep hij geërgerd: laat
dan meer geld drukken! En het
betalen met cheques begrijpt Amin
nog steeds niet. Buitensporige mlll-
David Martin; General Amin. Nederlandse verPrijs 19,50.
taling: Generaal Amin. Uitgeverij: Het Spectrum.
taire uitgaven en volstrekt wanbe
heer ruïneerden de 'parel van Afri
ka'. zoals Churchill Oeganda eens
noemde.
Volgens Martin om de aandacht,
van de economische problemen af
te leidden zette Amin in 1972 veer
tigduizend Aziaten het land uit. Zij
werden tot zondebokken verklaard
en Engeland moest dertig
duizend Aziaten opnemen. Een con
flict met de Britten en felle woor
denwisselingen tussen Londen en
Kampala waren het gevolg.
Ook toen wilde Amin zijn vroegere
commandanten duidelijk maken
wie nu de bevelen uitdeelde. ZIJ
dachten dat hij blufte en dat
dwong hem tot het uiterste te gaan.
Daarvan dreigt nu Dennis Hills
'Het slachtoffer te worden.
Psychologen die Amin gadeslaan
hebben wel eens geopperd dat hij
manisch depressief ls. Perloden van
neerslachtigheid, afgewisseld met
onbeheerste uitvallen', perioden
van grote opgetogenheid, gevolgd
door gewelddadige activiteit',
schrijft Martin Andere zielekijkers
noemen hem het soort persoonlijk
heid dat zichzelf ten gronde wil
richten. Het is voor Afrika te hopen
dat dat snel mag zijn.