•ewakingsdienst mag geen
lerkapte politie worden
>e Snakkerbuurters
illen romantiek van
luurtschap behouden
w§&mëè±sè
'Gewone' wespen en
hun wonderlijke
kennisoverdracht
j-ouderde wet op de weerkorpsen wordt aangepast
-abbelbuurt' wacht op bestemming
Stad" Utrecht zou
als eerste een
milieuraad krijgen
ÏV/KWARTET ZATERDAG 21 JUNI 1975
BINNENLAND RH25
i Willem Schrama
HAAG Wiliiet jaarlijks
mende aantal particuliere
:ingsdiensten in de komen
den niet uitgroeien tot een
verkapte politie-organisk-
an 'zijn dringend stappen
akelijk die deze florerende
fstak met vernieuwde
rtikelen aan banden leg-
jange tijd heeft de parti-
e bewakingsindustrie zich
hartelust mogen uitbrei-
Jij de gratie van groeiende
mliteit enerzijds, en ander-
vanwege de 'daaruit voort-
nde strengere eisen van
erzekeringswezen.
momfent bestaan erin Neder-
ngeveer vierhonderd bedrijfs-
ingsdiensten organisaties, die
bedrijfsgebonden werkzaam
an bijvoorbeeld de ongeveer
nachtveiligheidsdiensten,' die
voor derden in het zeil hou-
testeert nog een vijftal geld-
ortbedrijven en een -in elk
aanzienlijk aantal aahver-
bedrijfsgroepen waaronder
:entrales en particuliere re-
lebureaus.
aal gaat het hier om ongeveer
izend man bewakingsperso-
vaak ongeschoold, en uitge-
ïet de moeilijke taak om cri-
teit te voorkomen terwijl de
dheden niet verder reiken
e van de 'gewone burger',
swakingsindustrie valt heden
lage nog steeds onder het
irpsenwetje, dat in 1936 werd
rpen ter afwending! van het
dat NSB-knokploegen in die
aanrichtten. Zeven wetsarti-
die nauwelijks soelaas bie-
Taak van bewaker
gaat niet verder
dan signaleren
het gaat om. de vraag of
>ewakingsdienst Wel aan de
daagse eisen kan voldoen,
nu veranderen. Minister
igt is voornemens om in het
r enige waarborgen te schep-
voor een goed functioneren
—leze bedrijfstak. Het is vrijwel
dat de verouderde wet op de
prpsen daartoe zal moeten
jn aangepast. Om de minister
is daarom vorig jaar
Werkgroep ingesteld, die be
ult ambtenaren van justitie
inenlandse zaken, politie-in-
iurs en directeuren van ban-
veiligheidsdiensten. Voorzit-
mr. J. J. Kroeskamp, hoofd
t stafbureau juridische zaken-
it directoraat politie, een on-
:1 van het ministerie van jus-
In september zal hij namens
erkgroep een voorlopig advies
mgeny waaruit in elk geval zal
in dat er aan vde bestaande
ng voor 'nachtteiligheidsdien-
(een beschikking uit 1939) wel
len en ander kan worden ver-
rd.
nieuwe eisen springen eruit:
iiwbaariiedd, vakbekwaamheid
èschiktheid. De enige toets be-
op dit ogenblik uit een schrif-
ie cursus van de Leidse Onder-
jlnstellingen, en de wat meer
i stellende opleiding van de
nlandse bond van onbezoldigde
iringsambtenaren en bewa-
personeel. 'Eigenlijk zouden
hen-lij ke bewakingsdiensten
eigen opleiding met uniforme
ens in het leven moeten roe-
ment mr. Kroeskamp, 'waar
je een vakbekwaamheid op
•einen zou kunnen bewerk-
igen. Een dergelijke opleiding
Mr. J. J. Kroeskamp
heeft onvermijdelijk tot gevolg dat
de beveiligingsindustrie meer kwa
liteit en meer status krijgt. En ook
een betere bedrijfsvoering met een
zekere continuïteit, waardoor de be
trouwbaarheid van de firma als ge
heel eveneens toeneemt'
MEER EISEN
Tot opi de dag van vandaag kan
iedere geïnteresseerde een bewa
kingsdienst beginnen. Wordt op die
wijze niet de grondslag gelegd voor
een zekere percentage aan minder
bonafide bedrijven9
Mr. Kroeskamp: 'Er is in ieder ge
val een toelating van de minister
nodig, die in overleg met het hoofd
van de plaatselijke politie wordt
verstrekt, al geldt dat niet voor
geldtransportbedrijven en alarm
centrales. Ik geef toe dat er nog
wel wat eisen aan die toelating
gesteld kunnen worden, maar er
bestaat toch een redelijke zekerheid
of een dergelijke beginnende dienst
geschikt is. Mensen die zeggen: dat
vak trekt ons, we moeten nu een
maal de vrijheid hebben om te
kunnen beginnen'.
Hoe is de bewakingsindustrie in
het buitenland wettelijk geregeld?
Mr. Kroeskamp: 'Slecht. Vrijwel
niet. In Zwitserland zijn uitsluitend
de particuliere detectives geregeld.
Ook in Duitsland is het erg ondoor
zichtig. Er is geen directe link tus
sen de politie en de diensten. In
Engeland is evenmin een regeling,
Het parlement vindt het een parti
culiere zaak, waar men zich niet
mee wil bemoeien. Ook in Amerika
zijn er nauwelijks regelingen, voor
zover ik weet'.
De bedoeling van uw werkgroep
is naar ik meen dat het
zwaartepunt van een eventuele
wetsaanpassing komt te liggen bij
het plaatselijk hoofd van de politie,
die een sterk controlerende taak
krijgt. Schept dat geen discrepan
ties in de naleving van een ver
nieuwde wet?
Mr. Kroeskamp: 'Natuurlijk zal er
een zeker verschil bestaan. Als in
-Grouw een dienstje wórdt opge
richt, dat een beetje rondrijdt op
de fiets, dan is dat natuurlijk heel
iets anders dan een dienst in het
Botlek-gebied. De tolerantie zal in
derdaad verschillen, maar de situa
tie zal ook verschillend 'zijn. Stel je
voor: anders zou men in Grouw
nooit aan zo'n dienstje toekomén,
terwijl dat best zijn nut daar kan
hebben'.
Een bedrijf als de Eerste Ge
combineerde Nederlandse Veilig
heidsdienst (GNVD) met bijna dui
zend man personeel, lessen in zelf-
verdedigingsteclinieken, een honden-
africhterij, gaat dat niet lijken op
een verkapte politiemacht? Als er
meer van de bedrijven komen, kan
er dan nog sprake zijn van een
redelijk samenspel met de politie of
van een geschikte controle op der
gelijke grote diensten?
Mr.-Kroeskamp: 'Tot nu toe bestaat
het grootste deel van de bewa
kingsdiensten uit kleine bedrijven.
Er is inderdaad één grote dienst,
én middelgrote, en nog een aantal
behoorlijke, maar de rest bestaat
uit bedrijfjes met hooguit twintig
man personeel. Maar ik geloof juist
dat een kleiner aantal groter be
drijven het voor de politie juist
veel gemakkelijker zou maken. In
dit verband is het opvallend dat
het personeelsverloop bij kleine
diensten vaak groot is. Een groot
bedrijf legt zich erop toe om een
goed bedrijf te zijn. er is een naam
te verliezen.
Een verkapte politiemacht. Tja, het
werk "is natuurlijk verwant met dat
van de politie, maar heeft toch
duidelijk een andere bedoeling. De
politie is er voor de orde en veiligr
heid, de bewakingsdienst heeft en
kel het signaleren tot taak.
Dat geeft natuurlijk wel wat
werk aan de politie. Er schijnt nog
al eens loos alarm te zijn.
Mr. Kroeskamp: 'In de Verenigde
Staten heeft de particuliere bewa
kingsindustrie nu al meer mensen
in dienst dan de poMtie, in Enge
land is dat aantal ongeveer gelijk.
Ook hier zal het aantal bewakers
nog groter worden, en dat geeft
natuurlijk het nodige werk. In Ne
derland is negentig procent van de
meldingen van bewakingsdiensten
loos alarm. En toch moet de politie
steeds uitrukken. Op die manier
gaat de spanning er natuurlijk van
af. Dus moeten we daar iets aan
doen. Op nul procent komen we
nooit, maar vijftig procent moet er
in zitten, bijvoorbeeld doordat een
bedrijf met een alarminstallatie
zijn personeel beter instrueert. Of
een technisch betere alarminstalla
tie, die niet gaat werken als er een
muis passeert, maar wel alarm slaat
als het een mens is. Dat klinkt
misschien wat simpel, maar in de
praktijk blijkt het niet/ zo eenvou
dig. Door verschillende fasen in
alarmering in te brengen —bij
voorbeeld eerst de deurmat, dan de
gang, enz. zou je ook al veel loos
alarm kunnen voorkomen.
En tenslotte de samenwerking met
de politie, die moet beter kunnen.
Feit is dat de politie de nachtelijke
surveillances van bewakers erg ple
zierig vindt. Die mensen zijn er op
uit om dingen in de gaten te hou
den, die mentaliteit hebben ze, en
die heeft de gewone burger niet. Ik
geloof trouwens dat een goede op
leiding van bewakingspersoneel ook
vanzelfsprekend een betere samen
werking in de hand werkt'
—In Utrecht heeft zich onlangs
een interessante conflict voorge
daan tussen personeel van de
GNVD en de JAC-medewerker Ad
llomis, die een klacht heeft inge
diend omdat hij zou zijn afgetuigd
bij het aanplakken van affiches
ovér woningnood. Gaat dat niet
Wat ve*9
Mr. Kroeskamp: 'Op zich gaat dat
te ver. Maar ik kan een andere
lezing van dat verhaal. Nadat een
bewaker opmerkingen zou hebben
gemaakt over het aanplakken, zou
hij een emmer met stijfsel over
zijn pak hebben gekregen. Dan zeg
ik: een beetje te begrijpen is het
wel, als je de achtergronden van de
dienst in Hoog-Catharijne kent.
Het is een grote troep daar, ar is
altijd wat aan de hand. Als het
ge enaanrandinkje is, wordt er vel
een winkelier onder druk gezet. Het
is bijzonder moeilijk om daar de
veiligheid te handhaven, waardoor
spanningen ontstaan, die je elders
in mindere mate aantreft. Ik
spreek vaak de officier van justitie
daar, en dan lachen we er maar
om, maar het is werkelijk gruweljk
wat. er allemaal gebeurt'.
Hoe moeten we nu de verdere
ontwikkeling van die bewakingsin
dustrie zien. Meer igroei, meer sta
tus en misschien meer kwaliteit, of,
zoals de directeur-generaal voor
openbare orde en veiligheid, mr. De
Graaf opmerkte: moeten we niet
voorkomen dat we afglijden na^r al
of niet. geïnstitutionaliseerde vor
men van eigen rechter spelen?
Mr. Kroeskamp: 'Dat laatste mag
beslist niet, en dat moet ook beslist
worden voorkomen. Ik geloof dat
meer openheid in deze zaak 'veel
kan doen. Er moet meer bekend
worden wat voor vormen van parti
culiere bewaking er zijn, en wat er
precies gedaan wordt. Die mensen
moeten ook herkenbaar worden,
door uniformen bijvoorbeeld. Als
eenmaal bekend is wat men doet,
dan geloof ik dat het veel minder
erg is'.
door Henk van Halm
De vliegendoder, rondscharrelend
op een stuk hout.
Een voortdurend zacht knierpen, dat duidelijk van de schutting
kwam, maakte me er vier jaar geleden op attent: wespen, meest
een drie of vier tegelijk, die de hele dag door aan het dorre riet
knagen. Ze verzamelen de vezels van de vliezige bladscheden die
nog om de stengels zitten en die ze fijnmalen tot een soort hout-
pulp. Van dat materiaal construeren ze de raten en het papier
dunne omhulsel dat hun nest omsluit. Waar dat ergens ligt, heb
ik nooit kunnen ontdekken. Gelukkig in al die jaren nooit in mijn
tuin in elk geval.
Van de wespen het is de gewone
wesp, u weet wel: de lastige, van de
jampot en de limonadeglaasjes
ondervinden we geen enkele hin
der. Ze vliegen doelbewust naar de
schutting, knagen er en vliegen
weer weg. Dat gaat door tot na
zonsondergang. Ze laten je rustig
van dichtbij toekijken en komen
ook niet voor iets anders. Maar het
verbazingwekkende- is dat ze elk
jaar weer terugkomen. Nu moét u
weten dat elke herfst het hele wes-
pehvolk uitsterft, op de koningin
nen na, die ergens op een vorstvrij
plekje overwinteren en in het voor
jaar een nieuw volk stichten. Een
nieuw volk van werksters, die op
nieuw houtpulp moeten verzamelen
voor de bouw van het nest. En dat
ieder jaat weer van mijn schutting
komen halen, zonder dat hun dat
op welke manier ook is 'meege
deeld' door hun voorgangsters,
want die waren al dood, ver vóór
zij geboren i werden.
Van mij mogen ze, evengoed als
het slanke graafwespje Trypoxylon,
dat vorig jaar bij honderden tege
lijk in dezelfde rietstengels nestel
de. Deze glanzend zwarte wespen,
maar een centimeter lang, had ik
al vaak zien rondscharrelen op de
met de zoete afscheiding van blad
luizen ('honingdauw') bedekte bla
deren van de hazelaar, die ze gretig
aflikten. Ik had ze vroeger al eens
bezig, gezien bij hun nestjes in het
dakriet van een oude boerderij en
meende er ook eens mijn schutting
o£ te moeten nazien. En inderdaad,
ook daar vlogen ze. ze zweefden
voor de rieten wand en landden
daar de een na de ander. Ik zag
hoe ze bij gebroken stengels de
vliezige tussen schotjes wegknaag-
den en een enkele maal betrapte ik
een wijfje, dat een spin aandroeg
en die in haar nestje stouwde.
Trypoxylon is een spinnenjager en
leeft niet, zoals de gewone wesp, in
volken met een koningin 'aan het
hoofd', maar is zoals alle andere
graafwespen baas in eigen huis. In
haar eentje vult het wijfje het gan
getje in de rietstengel met spinnen,
waarop ze een eitje legt. Daarna
sluit ze de gang af met een wandje
van aarde of knaagsel uit het bin
nenste van de stengel.
Vliegendoders
Er zijn nog meer van die éénlingen
in de tuin: zeef wespen en vliegen
doders. De zeefwespen zijn altijd te
zien op de al genoemde hazelaar.
Ze zijn geel met zwart en de man
netjes hebben aan de voorpoten
een rond plaatje, dat als metaal
glinstert in de zon. Het is als een
zeefje geperforeerd, maar dat zie je
alleen met een loep.
Op een junimiddag zittend in de
tuin voelde ik plotseling iets op de
rug van mijn hand vallen: daar zat
een vliegendoder, mét tussen kaken
en poten een blauwe bromvlieg ge
klemd, die worstelde om te ontko
men, maar stevig door de knau
wende kaken in bedwang werd ge
houden. De graafwesp, pok geel met
zwart, vloog meteen weer op, weg
naar haar diepe nest ergens in
de grond, waar de prooi bij nog
meer gedode soortgenoten zou ko
men te liggen om als voedsel te
dienen voor de toekomstige wespe
larve. Vliegendoders scharrelen
steeds actief rond over de bladeren
van zonbeschénen struiken en bo
men. Ik zie ze vooral op de haze
laar. waar tientallen vliegen van de
honingdauw komen snoepen. Hun
aanvallen zijn plotseling en ra
zendsnel. maar heus niet altijd met
succes. Ik heb meermalen gezien
hoe een vliegendoder zich op een
bromvlieg stortte, die op het nip
pertje ontkwam. De wesp achter
volgde haar prooi wel, maar keerde
al gauw terug voor een andere
vlieg.
Oudemans vertelt in zijn 'De Ne-
derlandsche Insecten' (1900) dat
het vooral deze soort is. die zich op
spijkerkoppen in het hout. zwarte
vlekjes enzovoort, werpt, in de me
ning dat het vliegen zijn. De wesp
achtervolgt de vliegen zelfs tot in
huis: ik vang er nogal eens een die
ik dan weer de vrijheid geef.
Boeken
Het insektenleven maakt, een even
belangwekkend deel uit van wat in
een tuin gebeurt, als de vogels die
er nestelen, komen eten of baden
of zingen in boom en struikgewas.
Voor wie dat met me eens is, zijn
er zojuist een paar boeken versche-
nn, die kunnen helpen .meer over
deze wonderbaarlijke creatuurtjes
te weten te komen en soms hun
naam te achterhalen al is dat
laatste niét het belangrijkste om
van hun doen en laten te genieten.
Gemaakt voor zo'n tuinbezitter is
'Insekten en andere kleine dieren'
van Aake Sandhall. die de meest
algemeen in Zweden voorkomende
kleine dieren fotografeerde en in
een handzaam boek met korte be
schrijven sen van hun leefwijze bij
eenbracht. De vlinders, libellen, ke
vers, wespen, vliegen. mugEen.i'
sprinkhanen, mieren, spinnen, dui
zendpoten. slakken, wormen en een
aantal hier niet ter zake doende
zeedieren behoren voor het meren
deel tot soort ep die ook in ons land
heel gewoon zijn.
Elke tuin. die nooit met gif besoo-
ten wordt., bevat er een groot aan-,
tal van. Ze zijn gerangschikt naar
Dr Jan Sloothaak
SUWARDEN/SNAKKERBUREN Snakkerburen, een buurtschap bij Leeuwarden, heeft volgens
pas verschenen brochure een 'Wazig verleden en een onzekere toekomst'. Maar dat is juist de
rme van de buurtschap, die met de ondergang wordt bedreigd. De stichting 'Snakkerburen', in
tfdzaak door bewoners gevormd, pleit voor.behoud. Weliswaar heeft de gemeente Leeuwarden
bestemmingsplan voor het gebied in de maak, maar als het nog lang duurt is het te laat, zo
zen de 189 bewoners van de vijfenzeventig panden die de buurtschap nog telt.
'wazige verleden' van Snakker-
:n moet zeker zo'n vijf eeuwen
den wortel hebben geschoten,
kkerbuorren. zoals de Friezen
5en, ontstond tussen Leeuwar
en het dorpje Lekkum en 'op
aloude driehoek klei waar de
ikesloot in de Dokkumer Ee uit-
ndt'.
Sens stichtingssecretaris Bas
Oudsten moet voorzover na
saan Snakkerburen zijn ont-
&n te danken hebben aan een
tal negatieve factore. 'Vrijbui-
de' kooplieden, schippers, hand-
kslieden en andere personen'
rden in de brochure genoemd als
de figuren die zich er vestigden,
juist buiten de stad Leeuwarden.
Zij wilden zich aan de (financiële
en andere) stedelijke verplichtin
gen onttrekken, maar zochten wel
een gunstig plaatsje uit om van de
voordelen van die stad te kunnen
profiteren. Het Leeuwarder stadsbe
stuur vond dat niet zo leuk en
ruziede met de Grietman van Leeu-
warderadeel over de 'uitgebreidheid
van het Stedelijk Regtsgebied'.
Restauratie
Hoe het ook zij, de buurtschap ont
stond en aangenomen wordt dat de
naam is ontleend aan het feit dat
men er tot 'uit verre omgeving
kwam babbelen. 'Snakke' betekent
zoveel als babbelen en het woord
'buurten' wordt wel gebruikt voor
een buurpraatje maken. Gepraat
werd er zeker in de vier kroegen
met jeneverstokerij die het ge
hucht in 1737 nog had. Veel is
sindsdien veranderd, al was het al
leen al het feit dat Snakkerburen
nu Leeuwarder grondgebied is ge
worden. De contouren van de nieu
we, met hoge flats volgebouwde
stadswijk Lekkumerend. overscha
duwen de b :urtschap. maar voor de
stedelingen is Snakkerburen nog
aitijd een geliefd wandelgebied.
De bewoners willen er ook graag
blijven. De woonkwaliteit laat ech
ter te wensen over en daarom
dringt de stichting met spoed aan
op de rehabilitatie. Echte monu
menten zijn er in Snakkerburen
niet. Wel zijn er enkele huizen en
panden gerestaureerrd met subsidie,
zoals de oude waterherberg 'De Se-
venster' en de woning "t Hemeltje'.
Het duurt echter allemaal te lang.
De buurtschap gaat nu al het derde
jaar in dat er een voorbereidings-
besluit geldt en nog ziet het er niet
naar uit dat de raad binnenkort
een ontwerp bestemmingsplan
krijgt aangeboden. Wel komen
HTS-ers in augustus om opmetin
gen te verrichten.
Chauvinisme
'Het is eigenlijk de laatste buurt
schap bij Leeuwarden die nog is
overgebleven', aldus secretaris Den
Oudsten, 'en het stadsbestuur moet
oppassen dat het niet zo handelt
zoals dat- gebeurde met'de Schenke-
schans. de Schildkamp en 't Vliet.
De Schildkampen bijvoorbeeld is
vernield door er een nieuwe weg
door aan te léggen. Eenzelfde lot
dat Snakkerburen leek te zijn be
schoren, lijkt nu echter afgewend.
De bewoners en ook veel andere
Leeuwarders willen graag dat de
romantiek ^an Snakkerburen be
houden blijft, ook al is het voorzie
ningenpakket 'nihil'. Men is aange
wezen op het nabij gelegen Lekkum
of op Leeuwarden zelf.
Van enig chauvinisme is de stich
ting overigens niet gespeend. De
bewoners zijn stuk voor stuk indi
vidualisten, maar crimineel zijn ze
zeker niet. Daarom is Tjisse Knust
(zo geheten wegens een handafwij
king) in 1945 in zijn woonscheepje
dan ook zeker, niet vermoord door
een Snakkerbuurtster, want al
dus de brochure 'hun grootste
ondeugd en een enkele burenruzie,
soms een brokje wrok en wat afge
waaide berichtgeving op de tam
tam'.
Tekening uit de brochure: het twee huisje van rechts, een van de oudste,
schreeuwt om herstel.
Gezicht op het 'Hooghoudt' over' de Bonkesloot en Snakkerburen aan de
Dokkumer Ee. met markante boomwallen.
de plekken waar je ze het meest
kunt aantreffen.
Voordeel van deze voortreffelijke
gids is dat de diertjes zijn gefoto
grafeerd op de bloemen en planten,
waar ze het meest opverblijven en
in de heel eigen houding die ze in
actie of rustend innemen. Dat is
niet het geval in twee andere in-
sektengidsen. die uitsluitend teke
ningen bevatten, waarop het insekt
in een ideale ('opgezette') stand is
weer gegeven. Voor beide methoden
van afbeelding is veel te zeggen,
want een tekenaar kan alle onder
delen uitstekend laten zien, wat
een fotograaf lang niet altijd lukt.
'Elseviers insektengids' imponeert
door de vele platen van volwassenen
dieren van elke belangrijke insek-
tengroep en rupsen van een aantal
vlinders. Eigenlijk is dit boek be
doeld voor verzamelaars, want het
geeft speciale aandacht aan het
verzamelen, conserveren en prepa
reren van insekten. Veel zwartwit-
tekeningen verklaren de bouw van
elk lnsektentype en niet al te inge
wikkelde determineertabellen ma
ken het mogelijk een gevangen in
sekt tot de superfamilie, de familie
en soms het geslacht thuis te bren
gen. En daarmee ben je dan al een
heel eind gekomen, want er zijn zo
onvoorstelbaar veel insektensoor-
ten, zelfs in ons land, dat een
volledige beschrijving van allemaal,
hoe kort ook. in geen enkele band
kan. Na een algemene inleiding
over de biologie en de in- en uit
wendige bouw van de insekten
volgt een doorlopend verhaal,
waarin alle orden, onderorden en
de belangrijkste families in één
groot overzicht zijn samengevat.
Tekeningen
Nauwkeurige en mooi gekleurde te
keningen van merendeels gewone
insekten toont ook 'Ongewervelde
dieren van duin en hei', het derde
deel van een serie visuele insekten-
gidsen, waarvan al eerder 'Onge
wervelde dieren in bos en veld' en
'Ongewervelde dieren langs wegen
en paden' uitkwamen. Ze zijn be
doeld voor mensen die insekten
willen leren kennen zonder langdu
rig determineren, die ze dus lopend,
vliegend, zittend en op bloemen
honing zuigend door vergelijking
van duidelijke tekeningen willen
herkennen. Schema's van vleugela
der ing, details van poten, achterlijf
of sprieten, kopborstels enz., zijn in
deze boeken niet te vinden, wel
beschrijvingen met veel bijzonder
heden over leefwijze en voorkomen.
Aake Sandhall zwijgt In zijn gids
over het verzamelen, maar wijdt
een apart hoofdstukje aan het foto
graferen van insekten en andere
kleine dieren met de eenogige re
flexcamera, met voorzetlenzen en
balgapparaat en de flitsapparatuur
die erbij hoort. Het is niet meer
dan wijzen op mogelijkheden van
insekterifotografie; diep gaat het
niet. Daarvoor is een ander boekje,
ook pas verschenen. 'Tips voor ma
crofotografie', dat wel niet speciaal
over Insekten gaat, maar evengoed
over het fotograferen van muizen,
planten, spinnen, bloemen en kik
kers. Het geeft tal van uitstekende
tips, van zelf beproefde mogelijkhe
den. Juist door zijn beknoptheid is
dit boek erg overzichtelijk en door
het volkomen gemis van ballast
bijzonder bruikbaar om beginnende
Insektenfotografen op weg te hel
pen.
Aake Sandhall: Insekten en andere
kleine dieren. Uitg. Zomer Keu-
nlng, Wageningen. Met 432 kleu
renfoto's, 208 blz.. 32.50. Michael
Chfnery: Elseviers insektengids
voor West-Europa. Uitg. Elsevier
Amsterdam-Brussel. Met ruim 1000
afbeeldingen, 412 blz., 45,-.
Leif Lyneborg en G. den Hoed:
Ongewervelde dieren van duin en
hei. Uitg. Moussault. Baarn. Met
387 kleurentekeningen. 158 blz..
15.50. W. Becbtle: Tips voor ma
crofotografie. Uitg. Thieme. Zut-
phen. 54 blz. ƒ8.90.
Van een verslaggever
UTRECHT Als eerste van Neder
land zal de gemeente Utrecht waar
schijnlijk kunnen beschikken over
een adviesraad voor het milieu,
waarin ook burgers en vertegen
woordigers van milieubelangenor
ganisaties zitting zullen hebben.
Een en ander staat in een voorstel
aan de gemeenteraad, dat nog in
behandeling is bij een commissie,
die zich heeft beziggehouden met
het op poten zetten van de advies
raad. Vorig jaar zijn al belangstel
lenden opgeroepen. Een groot aan
tal milieuorganisaties heeft zich al
aangemeld, waaron der 'Strohalm'.
'Stichting Aarde' eh 't Groene
Hart'.
De milieuraad, waarin 19 leden zit
ting hebben heeft tot taak het ge
meentebestuur op verzoek of uit
eigener beweging te adviseren over
aangelegenheden, die van belang
zijn voor het te voeren milieube
leid.