•ewakingsdienst mag geen lerkapte politie worden >e Snakkerbuurters illen romantiek van luurtschap behouden w§&mëè±sè 'Gewone' wespen en hun wonderlijke kennisoverdracht j-ouderde wet op de weerkorpsen wordt aangepast -abbelbuurt' wacht op bestemming Stad" Utrecht zou als eerste een milieuraad krijgen ÏV/KWARTET ZATERDAG 21 JUNI 1975 BINNENLAND RH25 i Willem Schrama HAAG Wiliiet jaarlijks mende aantal particuliere :ingsdiensten in de komen den niet uitgroeien tot een verkapte politie-organisk- an 'zijn dringend stappen akelijk die deze florerende fstak met vernieuwde rtikelen aan banden leg- jange tijd heeft de parti- e bewakingsindustrie zich hartelust mogen uitbrei- Jij de gratie van groeiende mliteit enerzijds, en ander- vanwege de 'daaruit voort- nde strengere eisen van erzekeringswezen. momfent bestaan erin Neder- ngeveer vierhonderd bedrijfs- ingsdiensten organisaties, die bedrijfsgebonden werkzaam an bijvoorbeeld de ongeveer nachtveiligheidsdiensten,' die voor derden in het zeil hou- testeert nog een vijftal geld- ortbedrijven en een -in elk aanzienlijk aantal aahver- bedrijfsgroepen waaronder :entrales en particuliere re- lebureaus. aal gaat het hier om ongeveer izend man bewakingsperso- vaak ongeschoold, en uitge- ïet de moeilijke taak om cri- teit te voorkomen terwijl de dheden niet verder reiken e van de 'gewone burger', swakingsindustrie valt heden lage nog steeds onder het irpsenwetje, dat in 1936 werd rpen ter afwending! van het dat NSB-knokploegen in die aanrichtten. Zeven wetsarti- die nauwelijks soelaas bie- Taak van bewaker gaat niet verder dan signaleren het gaat om. de vraag of >ewakingsdienst Wel aan de daagse eisen kan voldoen, nu veranderen. Minister igt is voornemens om in het r enige waarborgen te schep- voor een goed functioneren —leze bedrijfstak. Het is vrijwel dat de verouderde wet op de prpsen daartoe zal moeten jn aangepast. Om de minister is daarom vorig jaar Werkgroep ingesteld, die be ult ambtenaren van justitie inenlandse zaken, politie-in- iurs en directeuren van ban- veiligheidsdiensten. Voorzit- mr. J. J. Kroeskamp, hoofd t stafbureau juridische zaken- it directoraat politie, een on- :1 van het ministerie van jus- In september zal hij namens erkgroep een voorlopig advies mgeny waaruit in elk geval zal in dat er aan vde bestaande ng voor 'nachtteiligheidsdien- (een beschikking uit 1939) wel len en ander kan worden ver- rd. nieuwe eisen springen eruit: iiwbaariiedd, vakbekwaamheid èschiktheid. De enige toets be- op dit ogenblik uit een schrif- ie cursus van de Leidse Onder- jlnstellingen, en de wat meer i stellende opleiding van de nlandse bond van onbezoldigde iringsambtenaren en bewa- personeel. 'Eigenlijk zouden hen-lij ke bewakingsdiensten eigen opleiding met uniforme ens in het leven moeten roe- ment mr. Kroeskamp, 'waar je een vakbekwaamheid op •einen zou kunnen bewerk- igen. Een dergelijke opleiding Mr. J. J. Kroeskamp heeft onvermijdelijk tot gevolg dat de beveiligingsindustrie meer kwa liteit en meer status krijgt. En ook een betere bedrijfsvoering met een zekere continuïteit, waardoor de be trouwbaarheid van de firma als ge heel eveneens toeneemt' MEER EISEN Tot opi de dag van vandaag kan iedere geïnteresseerde een bewa kingsdienst beginnen. Wordt op die wijze niet de grondslag gelegd voor een zekere percentage aan minder bonafide bedrijven9 Mr. Kroeskamp: 'Er is in ieder ge val een toelating van de minister nodig, die in overleg met het hoofd van de plaatselijke politie wordt verstrekt, al geldt dat niet voor geldtransportbedrijven en alarm centrales. Ik geef toe dat er nog wel wat eisen aan die toelating gesteld kunnen worden, maar er bestaat toch een redelijke zekerheid of een dergelijke beginnende dienst geschikt is. Mensen die zeggen: dat vak trekt ons, we moeten nu een maal de vrijheid hebben om te kunnen beginnen'. Hoe is de bewakingsindustrie in het buitenland wettelijk geregeld? Mr. Kroeskamp: 'Slecht. Vrijwel niet. In Zwitserland zijn uitsluitend de particuliere detectives geregeld. Ook in Duitsland is het erg ondoor zichtig. Er is geen directe link tus sen de politie en de diensten. In Engeland is evenmin een regeling, Het parlement vindt het een parti culiere zaak, waar men zich niet mee wil bemoeien. Ook in Amerika zijn er nauwelijks regelingen, voor zover ik weet'. De bedoeling van uw werkgroep is naar ik meen dat het zwaartepunt van een eventuele wetsaanpassing komt te liggen bij het plaatselijk hoofd van de politie, die een sterk controlerende taak krijgt. Schept dat geen discrepan ties in de naleving van een ver nieuwde wet? Mr. Kroeskamp: 'Natuurlijk zal er een zeker verschil bestaan. Als in -Grouw een dienstje wórdt opge richt, dat een beetje rondrijdt op de fiets, dan is dat natuurlijk heel iets anders dan een dienst in het Botlek-gebied. De tolerantie zal in derdaad verschillen, maar de situa tie zal ook verschillend 'zijn. Stel je voor: anders zou men in Grouw nooit aan zo'n dienstje toekomén, terwijl dat best zijn nut daar kan hebben'. Een bedrijf als de Eerste Ge combineerde Nederlandse Veilig heidsdienst (GNVD) met bijna dui zend man personeel, lessen in zelf- verdedigingsteclinieken, een honden- africhterij, gaat dat niet lijken op een verkapte politiemacht? Als er meer van de bedrijven komen, kan er dan nog sprake zijn van een redelijk samenspel met de politie of van een geschikte controle op der gelijke grote diensten? Mr.-Kroeskamp: 'Tot nu toe bestaat het grootste deel van de bewa kingsdiensten uit kleine bedrijven. Er is inderdaad één grote dienst, én middelgrote, en nog een aantal behoorlijke, maar de rest bestaat uit bedrijfjes met hooguit twintig man personeel. Maar ik geloof juist dat een kleiner aantal groter be drijven het voor de politie juist veel gemakkelijker zou maken. In dit verband is het opvallend dat het personeelsverloop bij kleine diensten vaak groot is. Een groot bedrijf legt zich erop toe om een goed bedrijf te zijn. er is een naam te verliezen. Een verkapte politiemacht. Tja, het werk "is natuurlijk verwant met dat van de politie, maar heeft toch duidelijk een andere bedoeling. De politie is er voor de orde en veiligr heid, de bewakingsdienst heeft en kel het signaleren tot taak. Dat geeft natuurlijk wel wat werk aan de politie. Er schijnt nog al eens loos alarm te zijn. Mr. Kroeskamp: 'In de Verenigde Staten heeft de particuliere bewa kingsindustrie nu al meer mensen in dienst dan de poMtie, in Enge land is dat aantal ongeveer gelijk. Ook hier zal het aantal bewakers nog groter worden, en dat geeft natuurlijk het nodige werk. In Ne derland is negentig procent van de meldingen van bewakingsdiensten loos alarm. En toch moet de politie steeds uitrukken. Op die manier gaat de spanning er natuurlijk van af. Dus moeten we daar iets aan doen. Op nul procent komen we nooit, maar vijftig procent moet er in zitten, bijvoorbeeld doordat een bedrijf met een alarminstallatie zijn personeel beter instrueert. Of een technisch betere alarminstalla tie, die niet gaat werken als er een muis passeert, maar wel alarm slaat als het een mens is. Dat klinkt misschien wat simpel, maar in de praktijk blijkt het niet/ zo eenvou dig. Door verschillende fasen in alarmering in te brengen —bij voorbeeld eerst de deurmat, dan de gang, enz. zou je ook al veel loos alarm kunnen voorkomen. En tenslotte de samenwerking met de politie, die moet beter kunnen. Feit is dat de politie de nachtelijke surveillances van bewakers erg ple zierig vindt. Die mensen zijn er op uit om dingen in de gaten te hou den, die mentaliteit hebben ze, en die heeft de gewone burger niet. Ik geloof trouwens dat een goede op leiding van bewakingspersoneel ook vanzelfsprekend een betere samen werking in de hand werkt' —In Utrecht heeft zich onlangs een interessante conflict voorge daan tussen personeel van de GNVD en de JAC-medewerker Ad llomis, die een klacht heeft inge diend omdat hij zou zijn afgetuigd bij het aanplakken van affiches ovér woningnood. Gaat dat niet Wat ve*9 Mr. Kroeskamp: 'Op zich gaat dat te ver. Maar ik kan een andere lezing van dat verhaal. Nadat een bewaker opmerkingen zou hebben gemaakt over het aanplakken, zou hij een emmer met stijfsel over zijn pak hebben gekregen. Dan zeg ik: een beetje te begrijpen is het wel, als je de achtergronden van de dienst in Hoog-Catharijne kent. Het is een grote troep daar, ar is altijd wat aan de hand. Als het ge enaanrandinkje is, wordt er vel een winkelier onder druk gezet. Het is bijzonder moeilijk om daar de veiligheid te handhaven, waardoor spanningen ontstaan, die je elders in mindere mate aantreft. Ik spreek vaak de officier van justitie daar, en dan lachen we er maar om, maar het is werkelijk gruweljk wat. er allemaal gebeurt'. Hoe moeten we nu de verdere ontwikkeling van die bewakingsin dustrie zien. Meer igroei, meer sta tus en misschien meer kwaliteit, of, zoals de directeur-generaal voor openbare orde en veiligheid, mr. De Graaf opmerkte: moeten we niet voorkomen dat we afglijden na^r al of niet. geïnstitutionaliseerde vor men van eigen rechter spelen? Mr. Kroeskamp: 'Dat laatste mag beslist niet, en dat moet ook beslist worden voorkomen. Ik geloof dat meer openheid in deze zaak 'veel kan doen. Er moet meer bekend worden wat voor vormen van parti culiere bewaking er zijn, en wat er precies gedaan wordt. Die mensen moeten ook herkenbaar worden, door uniformen bijvoorbeeld. Als eenmaal bekend is wat men doet, dan geloof ik dat het veel minder erg is'. door Henk van Halm De vliegendoder, rondscharrelend op een stuk hout. Een voortdurend zacht knierpen, dat duidelijk van de schutting kwam, maakte me er vier jaar geleden op attent: wespen, meest een drie of vier tegelijk, die de hele dag door aan het dorre riet knagen. Ze verzamelen de vezels van de vliezige bladscheden die nog om de stengels zitten en die ze fijnmalen tot een soort hout- pulp. Van dat materiaal construeren ze de raten en het papier dunne omhulsel dat hun nest omsluit. Waar dat ergens ligt, heb ik nooit kunnen ontdekken. Gelukkig in al die jaren nooit in mijn tuin in elk geval. Van de wespen het is de gewone wesp, u weet wel: de lastige, van de jampot en de limonadeglaasjes ondervinden we geen enkele hin der. Ze vliegen doelbewust naar de schutting, knagen er en vliegen weer weg. Dat gaat door tot na zonsondergang. Ze laten je rustig van dichtbij toekijken en komen ook niet voor iets anders. Maar het verbazingwekkende- is dat ze elk jaar weer terugkomen. Nu moét u weten dat elke herfst het hele wes- pehvolk uitsterft, op de koningin nen na, die ergens op een vorstvrij plekje overwinteren en in het voor jaar een nieuw volk stichten. Een nieuw volk van werksters, die op nieuw houtpulp moeten verzamelen voor de bouw van het nest. En dat ieder jaat weer van mijn schutting komen halen, zonder dat hun dat op welke manier ook is 'meege deeld' door hun voorgangsters, want die waren al dood, ver vóór zij geboren i werden. Van mij mogen ze, evengoed als het slanke graafwespje Trypoxylon, dat vorig jaar bij honderden tege lijk in dezelfde rietstengels nestel de. Deze glanzend zwarte wespen, maar een centimeter lang, had ik al vaak zien rondscharrelen op de met de zoete afscheiding van blad luizen ('honingdauw') bedekte bla deren van de hazelaar, die ze gretig aflikten. Ik had ze vroeger al eens bezig, gezien bij hun nestjes in het dakriet van een oude boerderij en meende er ook eens mijn schutting o£ te moeten nazien. En inderdaad, ook daar vlogen ze. ze zweefden voor de rieten wand en landden daar de een na de ander. Ik zag hoe ze bij gebroken stengels de vliezige tussen schotjes wegknaag- den en een enkele maal betrapte ik een wijfje, dat een spin aandroeg en die in haar nestje stouwde. Trypoxylon is een spinnenjager en leeft niet, zoals de gewone wesp, in volken met een koningin 'aan het hoofd', maar is zoals alle andere graafwespen baas in eigen huis. In haar eentje vult het wijfje het gan getje in de rietstengel met spinnen, waarop ze een eitje legt. Daarna sluit ze de gang af met een wandje van aarde of knaagsel uit het bin nenste van de stengel. Vliegendoders Er zijn nog meer van die éénlingen in de tuin: zeef wespen en vliegen doders. De zeefwespen zijn altijd te zien op de al genoemde hazelaar. Ze zijn geel met zwart en de man netjes hebben aan de voorpoten een rond plaatje, dat als metaal glinstert in de zon. Het is als een zeefje geperforeerd, maar dat zie je alleen met een loep. Op een junimiddag zittend in de tuin voelde ik plotseling iets op de rug van mijn hand vallen: daar zat een vliegendoder, mét tussen kaken en poten een blauwe bromvlieg ge klemd, die worstelde om te ontko men, maar stevig door de knau wende kaken in bedwang werd ge houden. De graafwesp, pok geel met zwart, vloog meteen weer op, weg naar haar diepe nest ergens in de grond, waar de prooi bij nog meer gedode soortgenoten zou ko men te liggen om als voedsel te dienen voor de toekomstige wespe larve. Vliegendoders scharrelen steeds actief rond over de bladeren van zonbeschénen struiken en bo men. Ik zie ze vooral op de haze laar. waar tientallen vliegen van de honingdauw komen snoepen. Hun aanvallen zijn plotseling en ra zendsnel. maar heus niet altijd met succes. Ik heb meermalen gezien hoe een vliegendoder zich op een bromvlieg stortte, die op het nip pertje ontkwam. De wesp achter volgde haar prooi wel, maar keerde al gauw terug voor een andere vlieg. Oudemans vertelt in zijn 'De Ne- derlandsche Insecten' (1900) dat het vooral deze soort is. die zich op spijkerkoppen in het hout. zwarte vlekjes enzovoort, werpt, in de me ning dat het vliegen zijn. De wesp achtervolgt de vliegen zelfs tot in huis: ik vang er nogal eens een die ik dan weer de vrijheid geef. Boeken Het insektenleven maakt, een even belangwekkend deel uit van wat in een tuin gebeurt, als de vogels die er nestelen, komen eten of baden of zingen in boom en struikgewas. Voor wie dat met me eens is, zijn er zojuist een paar boeken versche- nn, die kunnen helpen .meer over deze wonderbaarlijke creatuurtjes te weten te komen en soms hun naam te achterhalen al is dat laatste niét het belangrijkste om van hun doen en laten te genieten. Gemaakt voor zo'n tuinbezitter is 'Insekten en andere kleine dieren' van Aake Sandhall. die de meest algemeen in Zweden voorkomende kleine dieren fotografeerde en in een handzaam boek met korte be schrijven sen van hun leefwijze bij eenbracht. De vlinders, libellen, ke vers, wespen, vliegen. mugEen.i' sprinkhanen, mieren, spinnen, dui zendpoten. slakken, wormen en een aantal hier niet ter zake doende zeedieren behoren voor het meren deel tot soort ep die ook in ons land heel gewoon zijn. Elke tuin. die nooit met gif besoo- ten wordt., bevat er een groot aan-, tal van. Ze zijn gerangschikt naar Dr Jan Sloothaak SUWARDEN/SNAKKERBUREN Snakkerburen, een buurtschap bij Leeuwarden, heeft volgens pas verschenen brochure een 'Wazig verleden en een onzekere toekomst'. Maar dat is juist de rme van de buurtschap, die met de ondergang wordt bedreigd. De stichting 'Snakkerburen', in tfdzaak door bewoners gevormd, pleit voor.behoud. Weliswaar heeft de gemeente Leeuwarden bestemmingsplan voor het gebied in de maak, maar als het nog lang duurt is het te laat, zo zen de 189 bewoners van de vijfenzeventig panden die de buurtschap nog telt. 'wazige verleden' van Snakker- :n moet zeker zo'n vijf eeuwen den wortel hebben geschoten, kkerbuorren. zoals de Friezen 5en, ontstond tussen Leeuwar en het dorpje Lekkum en 'op aloude driehoek klei waar de ikesloot in de Dokkumer Ee uit- ndt'. Sens stichtingssecretaris Bas Oudsten moet voorzover na saan Snakkerburen zijn ont- &n te danken hebben aan een tal negatieve factore. 'Vrijbui- de' kooplieden, schippers, hand- kslieden en andere personen' rden in de brochure genoemd als de figuren die zich er vestigden, juist buiten de stad Leeuwarden. Zij wilden zich aan de (financiële en andere) stedelijke verplichtin gen onttrekken, maar zochten wel een gunstig plaatsje uit om van de voordelen van die stad te kunnen profiteren. Het Leeuwarder stadsbe stuur vond dat niet zo leuk en ruziede met de Grietman van Leeu- warderadeel over de 'uitgebreidheid van het Stedelijk Regtsgebied'. Restauratie Hoe het ook zij, de buurtschap ont stond en aangenomen wordt dat de naam is ontleend aan het feit dat men er tot 'uit verre omgeving kwam babbelen. 'Snakke' betekent zoveel als babbelen en het woord 'buurten' wordt wel gebruikt voor een buurpraatje maken. Gepraat werd er zeker in de vier kroegen met jeneverstokerij die het ge hucht in 1737 nog had. Veel is sindsdien veranderd, al was het al leen al het feit dat Snakkerburen nu Leeuwarder grondgebied is ge worden. De contouren van de nieu we, met hoge flats volgebouwde stadswijk Lekkumerend. overscha duwen de b :urtschap. maar voor de stedelingen is Snakkerburen nog aitijd een geliefd wandelgebied. De bewoners willen er ook graag blijven. De woonkwaliteit laat ech ter te wensen over en daarom dringt de stichting met spoed aan op de rehabilitatie. Echte monu menten zijn er in Snakkerburen niet. Wel zijn er enkele huizen en panden gerestaureerrd met subsidie, zoals de oude waterherberg 'De Se- venster' en de woning "t Hemeltje'. Het duurt echter allemaal te lang. De buurtschap gaat nu al het derde jaar in dat er een voorbereidings- besluit geldt en nog ziet het er niet naar uit dat de raad binnenkort een ontwerp bestemmingsplan krijgt aangeboden. Wel komen HTS-ers in augustus om opmetin gen te verrichten. Chauvinisme 'Het is eigenlijk de laatste buurt schap bij Leeuwarden die nog is overgebleven', aldus secretaris Den Oudsten, 'en het stadsbestuur moet oppassen dat het niet zo handelt zoals dat- gebeurde met'de Schenke- schans. de Schildkamp en 't Vliet. De Schildkampen bijvoorbeeld is vernield door er een nieuwe weg door aan te léggen. Eenzelfde lot dat Snakkerburen leek te zijn be schoren, lijkt nu echter afgewend. De bewoners en ook veel andere Leeuwarders willen graag dat de romantiek ^an Snakkerburen be houden blijft, ook al is het voorzie ningenpakket 'nihil'. Men is aange wezen op het nabij gelegen Lekkum of op Leeuwarden zelf. Van enig chauvinisme is de stich ting overigens niet gespeend. De bewoners zijn stuk voor stuk indi vidualisten, maar crimineel zijn ze zeker niet. Daarom is Tjisse Knust (zo geheten wegens een handafwij king) in 1945 in zijn woonscheepje dan ook zeker, niet vermoord door een Snakkerbuurtster, want al dus de brochure 'hun grootste ondeugd en een enkele burenruzie, soms een brokje wrok en wat afge waaide berichtgeving op de tam tam'. Tekening uit de brochure: het twee huisje van rechts, een van de oudste, schreeuwt om herstel. Gezicht op het 'Hooghoudt' over' de Bonkesloot en Snakkerburen aan de Dokkumer Ee. met markante boomwallen. de plekken waar je ze het meest kunt aantreffen. Voordeel van deze voortreffelijke gids is dat de diertjes zijn gefoto grafeerd op de bloemen en planten, waar ze het meest opverblijven en in de heel eigen houding die ze in actie of rustend innemen. Dat is niet het geval in twee andere in- sektengidsen. die uitsluitend teke ningen bevatten, waarop het insekt in een ideale ('opgezette') stand is weer gegeven. Voor beide methoden van afbeelding is veel te zeggen, want een tekenaar kan alle onder delen uitstekend laten zien, wat een fotograaf lang niet altijd lukt. 'Elseviers insektengids' imponeert door de vele platen van volwassenen dieren van elke belangrijke insek- tengroep en rupsen van een aantal vlinders. Eigenlijk is dit boek be doeld voor verzamelaars, want het geeft speciale aandacht aan het verzamelen, conserveren en prepa reren van insekten. Veel zwartwit- tekeningen verklaren de bouw van elk lnsektentype en niet al te inge wikkelde determineertabellen ma ken het mogelijk een gevangen in sekt tot de superfamilie, de familie en soms het geslacht thuis te bren gen. En daarmee ben je dan al een heel eind gekomen, want er zijn zo onvoorstelbaar veel insektensoor- ten, zelfs in ons land, dat een volledige beschrijving van allemaal, hoe kort ook. in geen enkele band kan. Na een algemene inleiding over de biologie en de in- en uit wendige bouw van de insekten volgt een doorlopend verhaal, waarin alle orden, onderorden en de belangrijkste families in één groot overzicht zijn samengevat. Tekeningen Nauwkeurige en mooi gekleurde te keningen van merendeels gewone insekten toont ook 'Ongewervelde dieren van duin en hei', het derde deel van een serie visuele insekten- gidsen, waarvan al eerder 'Onge wervelde dieren in bos en veld' en 'Ongewervelde dieren langs wegen en paden' uitkwamen. Ze zijn be doeld voor mensen die insekten willen leren kennen zonder langdu rig determineren, die ze dus lopend, vliegend, zittend en op bloemen honing zuigend door vergelijking van duidelijke tekeningen willen herkennen. Schema's van vleugela der ing, details van poten, achterlijf of sprieten, kopborstels enz., zijn in deze boeken niet te vinden, wel beschrijvingen met veel bijzonder heden over leefwijze en voorkomen. Aake Sandhall zwijgt In zijn gids over het verzamelen, maar wijdt een apart hoofdstukje aan het foto graferen van insekten en andere kleine dieren met de eenogige re flexcamera, met voorzetlenzen en balgapparaat en de flitsapparatuur die erbij hoort. Het is niet meer dan wijzen op mogelijkheden van insekterifotografie; diep gaat het niet. Daarvoor is een ander boekje, ook pas verschenen. 'Tips voor ma crofotografie', dat wel niet speciaal over Insekten gaat, maar evengoed over het fotograferen van muizen, planten, spinnen, bloemen en kik kers. Het geeft tal van uitstekende tips, van zelf beproefde mogelijkhe den. Juist door zijn beknoptheid is dit boek erg overzichtelijk en door het volkomen gemis van ballast bijzonder bruikbaar om beginnende Insektenfotografen op weg te hel pen. Aake Sandhall: Insekten en andere kleine dieren. Uitg. Zomer Keu- nlng, Wageningen. Met 432 kleu renfoto's, 208 blz.. 32.50. Michael Chfnery: Elseviers insektengids voor West-Europa. Uitg. Elsevier Amsterdam-Brussel. Met ruim 1000 afbeeldingen, 412 blz., 45,-. Leif Lyneborg en G. den Hoed: Ongewervelde dieren van duin en hei. Uitg. Moussault. Baarn. Met 387 kleurentekeningen. 158 blz.. 15.50. W. Becbtle: Tips voor ma crofotografie. Uitg. Thieme. Zut- phen. 54 blz. ƒ8.90. Van een verslaggever UTRECHT Als eerste van Neder land zal de gemeente Utrecht waar schijnlijk kunnen beschikken over een adviesraad voor het milieu, waarin ook burgers en vertegen woordigers van milieubelangenor ganisaties zitting zullen hebben. Een en ander staat in een voorstel aan de gemeenteraad, dat nog in behandeling is bij een commissie, die zich heeft beziggehouden met het op poten zetten van de advies raad. Vorig jaar zijn al belangstel lenden opgeroepen. Een groot aan tal milieuorganisaties heeft zich al aangemeld, waaron der 'Strohalm'. 'Stichting Aarde' eh 't Groene Hart'. De milieuraad, waarin 19 leden zit ting hebben heeft tot taak het ge meentebestuur op verzoek of uit eigener beweging te adviseren over aangelegenheden, die van belang zijn voor het te voeren milieube leid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 25