iesbosch bedreigd door de watersport eeghwater: een idealist en een fantast PO» 09 Ie aanlegsteigers, illegaal gemeerde jachten, caravans op het eiland... Van rietkragen in één jaar een kwart verdwenen Rijp viert vierhonderdste geboortedag van 'droogmaker' 'oemd door zijn tlerwaterkunst' door Willem-lan Martin Leon Russell is zó wild niet meer -^KWARTET ZATERDAG 14 JUNI 1975 BixNi\Ei\LAiND RH13 sas 3 fSlii Een rustig gebleven stuk Bies- bosch met tóch nog een illegale aanlegsteiger, (links) De weg die aangelegd is rond een spaarbekken in de Bies- bosch. De weg is niet-openbaar en wordt slechts gebruikt door één auto van het waterwinning- bedrijf (voor controlewerkzaam heden). Rechts achter op de fo to loopt de Amer. (rechts) ÏELEN Wanneer de Biesbosch zijn naam van uniek natuurgebied wil ji, zei staatssecretaris Wim Meijer (CRM) een jaar geleden, dan moet '•n strak beleid worden gevoerd. Hij liet er, na afloop van dat werkbe- de Biesbosch, geen twijfel over bestaan dat het daarbij niet alleen de vestiging van industrie, maar dat ook het verder toenemen van de le in de Biesbosch heilloze gevolgen voor de natuur kan hebben. door Hans Schmit r later is er van een dergelijk strak ,og niets zichtbaar. Integendeel, de in de Biesbosch (of, om precies te (de Zuidwaard, het minst aangetas- i is door de toenemende druk van irecreatie zo verslechterd, dat ver- i natuurliefhebbers vorige maand rkgroep Behoud Biesbosch' hebben kt. Hun eerste en meest dringende Idt de recreatie op het water in de Woordvoerder drs. Cees Dubbelman: ren ons niet tegen de waterrecrea- j willen alleen de meer milieu- fijke recreatie bevorderen en de duidelijk maken dat in een na- ed als de Blesbosch bepaalde re ten worden nageleefd'. •kgroep Behoud Biesbosch hoeft niet eens aan te dringen op het van beperkende regels, want die lenvoudigweg al. In november 1973 de gemeente Made en Drimmelen Jstemmingsplan aangenomen, dat /de gehele 'natte Biesbosch' beslaat, plan wordt de natuurwetenschappe- larde van het gebied erkend (het wordt zelfs van nationale betekenis d) en wordt ook vastgesteld dat de eve waarde van de Biesbosch sterk lijk is van het behoud van de raarden. In het bestemmingsplan i ook verordeningen opgenomen, met boten alleen worden aange- de doorgaande vaarroutes, mag in Hopende kreken, killen en inham men niet worden overnacht en mag vrij wel nergens op het land een caravan of een tent worden opgeslagen. Waar wel mag worden aangelegd, geldt dat voor maximaal tweemaal 24 uur Overtreden Een boottocht van bijna vier uur op een koude en winderige doordeweekse dag, niet bepaald het tijdstip waarop en de omstan digheden waaronder de waterrecreatie een hoogtepunt beleeft, leert dat met deze verboden op grote schaal de hand wordt gelicht. Illegale aanlegsteigers, illegaal aangemeerde jachten, een caravan op het land het zijn talrijke voorbeelden van wat het bestemmingsplan van de gemeente Made nu juist niet beoogt. Er wappert zelfs wasgoed aan een lijn, die is gespannen tussen twee bomen op de duidelijk als natuurreservaat aangeduide grond van Staatsbosbeheer. Cees Dubbelman: 'De plaatselijke overheid is duidelijk niet in staat voor een afdoen de bescherming te zorgen. De gemeente Made heeft wel gedurende korte tijd voor lichting aan de watersporters gegeven, maar die is om voor ons duistere redenen stopgezet. Wat wij vragen is in feite niet meer dan het naleven van de bepalingen, zoals die in het bestemmingsplan zijn op genomen. Wij hebben de indruk dat de lokale overheid eigenlijk die bepalingen niet wil naleven. Voor ons, particulieren, is het erg moeilijk de gemeente te dwingen. De officier van justitie gaat in de praktijk uit van signalen van gemeentebesturen en politiecommandanten. Wij hebben onlangs de officier van Justitie in Breda benaderd en die was bereid zelf eens te gaan kij ken'. Grote groei boten met hun schroef in het water ko men, ziet dat soms grijs van de modder, met alle onbekende gevolgen voor het leven onder water. Dirk Feij signaleert regelmatig clandestien kamperen, ziet loslopende honden en weet ook dat er met windbuksen wordt gescho ten. Bovendien varen vèel boten in de smalle kreken waardoor gemakkelijk een hekgolf ontstaat. Veel nesten van vooral de fuut en de waterhoen worden hierdoor weggespoeld: volgens een ruwe schatting is in het Pinksterweekeinde van vorig jaar tachtig pet. van de futen-nesten zo ver nield. De watersport heeft de laatste Jaren in het Biesbosch-gebied een zeer grote omvang gekregen. Na de afsluiting van het Haring vliet in het kader van de Delta-werken verdween het wisselende getij en kon de watersport tot bloei komen. In Drimmelen werd een Jachthaven aangelegd, met der tienhonderd ligplaatsen de grootste van West-Europa. Kenmerkend voor de (overi gens veranderde, maar daardoor in na tuurwetenschappelijk opzicht toch nog boeiende) Biesbosch zijn de rietkragen en rietgorzen en de daarbij behorende vogels. Het afgelopen jaar is een kwart van deze rietkragen verdwenen, met name in het zuidoostelijk deel van de Biesbosch. Voor een deel is de watersport hiervoor verantwoordelijk. Dirk Feij, een van de laatste geïsoleerde bewoners van de Bies bosch en opzichter van Staatsbosbeheer, schetst gemakkelijk de gevolgen van te veel en ondeskundige recreatie op het water. Op een drukke dag, zoals in het Pinksterweekeinde is de Noorderklip nau welijks over te steken door de drukte, boven het water hangt een blauwe walm, het lawaai van de motoren is door het gehele gebied te hoten en doordat veel Platgetrapt Het plattrappen van het riet, wanneer boten zijn aangelegd en zitjes worden gemaakt, heeft een ingrijpende invloed op het beeld dat de Biesbosch biedt. Er ver schijnen dan namelijk gras en brandnetels en het riet keert niet meer terug. En wanneer in het najaar dat nieuwe groen verdwijnt, worden in groten getale de plastic vuilniszakken zichtbaar. Overigens zijn het niet alleen de recreanten die het riet bedreigen: grazende koeien richten eveneens veel schade aan, terwijl de riet kragen op enkele plaatsen ook door het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn ver dwenen. Hoewel de Noordwaard, de Oostwaard en de kreken ten zuiden van de Amer ingrij pend zijn veranderd door ruilverkaveling en dijkverzwaring en hoewe lin de Zuidwaard het derde spaarbekken voor Rotterdams drinkwater (De Gijster) in aanleg is, toch telt de Blesbosch nog enke le rustgebieden zoals de Eendenkooi en de polder De Dood. In die laatste polder, in 1962 ondergelopen, konden wij ons tijdens de tocht door de Biesbosch overtuigen van de waarde van dit gebied: gedurende lange tijd lieten vijf lepelaars (zeldzaam in Ne derland) met in hun midden twee blauwe reigers, zich van niet al te ver observeren. Drinkwaterbekken Ook dit gebied, het laatste stilte-gebied in de Biesbosch. wordt bedreigd. Want de polder De Dood moet eens een deel wor den van het vierde spaarbekken voor drink water in de Biesbosch. De Werkgroep Behoud Biesbosch wil zich ook inzetten tegen de Zuiderklip, zoals dit bekken moet gaan heten, maar voorlopig knelt deze dreiging nog niet. De behoefte aan drink water is minder groot dan werd voorzien, zodat de aanleg nog wel tien tot twintig jaar uitstel kan velen. Bovendien zei prof. ir. Knoppert van het Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch onlangs, dat de be reidheid bestaat over een kleinere Zuider klip te praten, zodat onder meer De Dood behouden kan blijven. Overigens speelt hierbij ook het zand dat vrijkomt een belangrijke rol: bij de afzet van de enor me hoeveelheden zand worden steeds meer moeilijkheden ondervonden. Voorlopig kijkt de Werkgroep Behoud Bies bosch (die zich in korte tijd heeft weten te verzekeren van de steun van diverse bestuurders van uiteenlopende politieke richting) nog niet zo ver. Allereerst wil de werkgroep de gemeente Made en Drimme len ertoe aanzetten de bepalingen van het bestemmingsplan na te leven. Want waar om zou een toch al aangetast natuurge bied, dat bovendien op de nominatie staat de status van nationaal park te krijgen, nog verder worden vertrapt, als al ander half jaar voorschriften bestaan die dit moeten tegengaan? Haro Hielkema JP Vierhonderd jaar werd Jan Adriaensz. water in De Rijp geboren, it dat de inwoners van het hollandse dorp en die van tngrenzende Graft van 20 juli uitgebreid vieren. Im- Leeghwater is tijdens en n leven bekend geworden )ogmaker van talrijke me- nolenbouwer en schrijver et 'Haarlemmermeerboek'. is Leeghwater veel beter e duiden als een groot fan- een ingenieur (vernufte die rijk was aan ideeën en Isieën. blikaties over de kwaliteiten sies van Leeghwater lopen uiteen. Door sommige auteurs op een voetstuk gezet (Max mstel) of omringd met een tisch waas (Jan Maas). An- (J. G. de Roever) benaderen unsten met grote kritiek: hij iet veel meer dan een water baar zijn. Ter gelegenheid e Rijper feesten is opnieuw oek over Leeghwater versche- 'het eerste sinds de tweede oorlog)een werkstuk van Monnikendam en Hans Woes- rg*) .Deze twee amateurhisto- ebben getracht de veelzljddg- van de timmermanszoon uit 3p aan te tonen. Vandaar hun ng van Leeghwater als dui- unstenaar, waterbouwkundige, Peester. uurwerkmaker, uit- timmerman, schrijver, mo ker, tekenaar, politiek waar landmeter, stuntman, reizi- vernufteling. huisvader, dich- uealist en (dat is in feite de ivatting) fantast, water leefde van 1575 tot Geboorte- en sterfdatum zijn [bekend, wel het feit dat hij vroeg in de voetsporen van Vader begaf en de timmerkunst F Een beroep overigens, dat fastenmaken, schrijnwerken en Pbouwen inhield. Leeghwater breidde zijn bezigheden op latere leeftijd nog veel verder uit. Toen hij in Amsterdam woonde, vervaar digde hij zelfs het klokkenspel voor de Zuider- en Westertoren, zij het met weinig succes. De klokken van de Westertoren bleken zo onzuiver gestemd, dat Hemony ze naderhand omsmolt en opnieuw goot. Ook zijn ontwerp voor de toren van de Nieu we Kerk in Amsterdam liep op een fiasco uit: om de architectuur van het nabijgelegen raadhuis (het pa leis op de Dam) niet te schaden kreeg de kerk bij nader inzien geen toren. Het water Verreweg de meeste bekendheid kreeg Leeghwater door zijn bezig heden in en rondom het water. Een van de merkwaardigste dingen, die hij deed, .was de vertoning van zijn 'onder-waterconste' voor prins Mau- rits en diens gevolg in 1605. De prins had vernomen dat Leeghwa ter en twee andere personen uit De Rijp 'onder water konden gaan'. Hij nodigde Jan Adriaensz. uit om die kunst ln Den Haag te vertonen. Leeghwater dook in een molentocht bij de vaart naar Delft voor de ogen van Maurits en Frederik Hen drik te water en kwam pas boven, toen al gevreesd werd dat hij ver dronken was. Maurits. onder de in druk van de voorstelling, verleende de Rijpers daarop prompt octrooi. In 1606 herhaalde Leeghwater in Amsterdam zijn onderwaterkunst. Van die gelegenheid is bekend dat hij een stuk of tien peren in de zakken van zijn linnen pak (voor loper van het duikerscostuum) stopte, een schalmei en een blanco stuk papier meenam en te water sprong. Daar speelde hij psalm 23, noteerde op het papier: 'Dat heb ik voor Amsterdam in de Wetering onder water geschreven' en at de peren half op. Hij blijkt drie kwar tier kopje-onder geweest te zijn. Gevraagd naar een verklaring, ant woordde hij slechts: 'Job 28 vers 12: men keert de stroom des waters ende brengt dat daer verborgen in is, aen 't licht.' Velen hebben zich nadien afge vraagd welke methode Leeghwater hanteerde. Vermoed wordt dat hij gebruik maakte van een tevoren verankerde duikerston of -klok. Het zal echter bij een vermoeden moe ten blijven: Leeghwater is met deze kennispraktijken niet verder door gegaan. Het raadhuis van De Rtfp, door Leegh water getekend, nu veel gefotografeerd. Een afbeelding van De RÜP, volgens Leegh water 'het beste dorp van Holland'. Jan Adriaensz. Leeghwater Inpoldering Leeghwaters geboortedorp lag geï soleerd op het Schermereiland, om spoeld door Beemster, Schermer en Starnmeer. De vaak woeste gol ven (de 'waterwolf') zorgden voor een voortdurende bedreiging van het toch al schaarse omringende land. In Leeghwaters periode de Gouden Eeuw van georganiseerde handel, de opkomst van de Vere nigde Oostindische Compagnie, het tijdperk van eigenbaat, zelfzuchtig heid en nieuwe frisse visies kwamen de plannen tot droogma ken en inpolderen. Niet van Leegh water, al wordt hij nog altijd ge zien als de droogmaker bij uitstek. Monnikendam en Woestenburg er kennen dat ook volmondig. Hij mag een fantast geweest zijn en nieuwe ideeën bedacht hebben op het gebied van de molenbouw, veel verder reikten zijn kwaliteiten niet. Het plan tot droogmaken van de Hollandse meren kwam voort uit de brein van Amsterdamse kooplieden, die via de VOC al een aanzienlijk vermogen hadden verkregen en (ook in politiek opzicht) een steeds belangrijker plaats bekleedden. Hun gedachten gingen uit naar nog meer winst, via speculatie. Zij be schouwden zich als 'de nieuwe adel' in een tijd waarin "heerlijkheden', buitenplaatsen en kasteelachtige hoven (in plaats van de traditione le bezittingen langs de Vecht) hun de nodige exclusiviteit moesten ge ven. Het droogmaken van de meren (vooral de Beemster) werd gereali seerd vanuit het oogfherk van geld belegging. Een opvallende zaak, die in het verleden te weinig aandacht heeft gekregen. Monnikendam en Woestenburg doen dat nu wel. Vol gens hen was Leeghwater slechts een dankbaar persoon om de idee ën van de Amsterdammers mede in praktijk te brengen. Zijn betekenis op molengebied en het feit dat hij een scherpzinnig denkende arbeider was, kwam de geldmagnaten uitste kend van pas. Leeghwater schrijft later nog eens spottend: 'Het loon verzoet de arbeid'. Winst Niet dat de inwoner van De Rijp (later verhuisd naar Amsterdam) er zelf zo veel beter van is geworden. De winst van de nieuw verworven gebieden kwam in de zakken van mannen als de Amsterdammer Dirck van Oss, die al een vermogen verdiend had met handel op vijan dige landen. In de beschouwingen over de 'wa terbouwkundige' Leeghwater is het interessant de visie te peilen van hedendaagse ingenieurs, immers, Leeghwater mag ook volgens de au teurs van het Juist verschenen boek een minder toonaangevende rol in het droogmaken van Hollandse me ren hebben gespeeld, met zijn acti viteiten en vooral zijn boek over het droogleggen van het Haarlem mermeer (1643) heeft hij toch veel gepresteerd. Zijn ideeën om het gebied tussen Amsterdam, Haar lem en Leiden tot land te verande ren stuitten op teveel bezwaren. De Meer viel pas in 1852 droog. Som mige deskundigen betwijfelen de haalbaarheid van het plan. Prof. dr. ir. J. C. van Dam, hoogleraar in de waterbeheersing, weg- en water bouw aan de Technische Hoge school in Delft, (die de feesten in de Rijp met een rede zal openen): 'Het is moeilijk om dat te beoorde len. Hij heeft de drooglegging wel mede gestuwd. Hij heeft gewéldige prestaties geleverd, zeker gezien de problemen met verkeer en vervoer in die tijd, Leeghwater was een veelzijdig man, maar daar moeten we tegenoverstellen dat hij een he leboel op het gevoel deed, weinig rekenwerk leverde en daarmee toch vaak succes had.' 'Tweede plaats' Monnikendam en Woestenburg ko men ook tot die conclusie: 'Leegh water bleef altijd op de tweede plaats, hij heeft het. nooit gemaakt. Zijn intelligentie schoot dikwijls tekort, zijn inzicht in politieke si tuaties liet maar al te vaak te wensen over. Zakelijk Inzicht bezat hij niet.' Het boek 'Leeghwater' vormt een belangrijke bijdrage tot de visie op deze fantast. Het is het werk van amateurs, die moesten werken met tal van vaagheden en vermoedens. Niettemin is het in nuchtere bewoordingen geschreven. De uitgave, rijkelijk versierd met foto's van Dirk de Herder en histo risch materiaal, is voortreffelijk verzorgd. JAN ADRIAENSZ LEEGHWA TER, IDEALIST EN MOLENMA KER door ,Toep Monnikendam en Hans Woestenburg. Vormgeving en fotografie: Dirk de Herder. Uitgave Edeca, Hoorn. Prijs: ƒ25,-. De il lustraties bij dit artikel zijn ont leend aan dit boek. Het optreden van Leon Russell in de Nieuwe RAI, nu ruim vier jaar geleden, ligt mij nog vers in het geheugen. Het betrof een uiterst op windend gebeuren, waaraan 'The master of time and space' (een kwalificatie die Russell verwierf op basis van zijn moeiteloos omspringen, met het lijvig Mad Dogs Englishmen evenement rond de zingende loodgieter Joe Cocker) een extra dimensie verleende door zo dronken als een tor op het toneel te verschijnen, maar het tegelijk niettemin klaarspeelde de zaken op vertrouwde wijze af te wikkelen, dus: zijn energiek gezelschap perfect onder controle, en zelf swingend en klem vast achter de piano. Prachtig. Twee jaax later, in '73 dus, werden de dingen op de plaat nog eens stevig overgedaan, de drank daargelatenHet drie elpees tellende pakket Leon Live bracht Russells gestructureerde chaos in de huiskamer en wist sedertdien, dankzij die zeer aanstekelijke zuidelijke (dat wil zeggen het zuiden van de VS) 'power', bijvoorbeeld ten huize van ondergetekende menig partijtje voor het fatale inzakken te behoeden. Van recenter plaatwerk echter moet helaas gevreesd worden, dat dit het beruchte nachtkaars - effect op feesten alleen maar zal versterken. Leon Russell is zo wild niet meer. De elpee Carney, die in '72 verscheen, bevatte reeds elementen van een kentering. Hoes en teksten verwezen duidelijk naar een bezinning op de tot dan toe gevolgde lijn, de muziek kende af en toe zelfs stemmige momenten. Leon Live, daarna uitgebracht, suggereerde een uitslag van het zelfonderzoek ten voordele van de rock-and- roll, maar moet, gezien het vervolg van Russells produktie, achteraf als een laatste stuiptrekking van de oude koers worden opgevat. Voortbouwend op de elementen van Carney, best een goeie plaat overigens, kwam vorig jaar allereerst Stop All That Jazz in roulatie, een elpee die alleen al door zijn titel ('hou toch op met dat lawaai') duidelijk maakte, dat het Russell ernst was met een nieuwe lijn. maar tevens demonstreerde dat er nog heel wat problemen te overwinnen waren. Het resultaat kwam althans aardig in de buurt van de bloedeloze brouwsels, die men nog al eens pleegt voor te schotelen in muziekprogramma's later op de avond. Stop All That Jazz bleek in feite het binnenhalen van juist de meest melige variant van dit muziektype. 'Dwaallicht' Het is misschien precies vanwege de onzekerheid van de afgelopen periode, dat Russells jongste elpee de naam Will O' The Wisp (Philips Stereo 6369 130) meekreeg. Een en ander betekent zoiets als 'dwaallicht', hetgeen als bekend geen wezentjes zijn die bepaald kaarsrecht op hun doel afstevenen. Een andere vraag is, of dat doel hier uiteindelijk is bereikt. In elk geval is Will O' The Wisp beslist een evenwichtiger plaat dan zijn voorganger en heeft deze zeker niet te lijden onder de daar te constateren inflatoire tendenzen op het terrein der creativiteit. In bijna de helft van de nummers bereikt Leon Russell een intensiteit en vindingrijkheid, die de vergelijking met ouder werk kunnen doorstaan. Maar zelfs als hij erin zou slagen zijn huidige aanpak vollediger met deze krlteria ln overeenstemming te brengen, blijft er het feit van het genre- verschilvonkende rock-and-roll versus beschaafd 'entertainment'. En dan heb lk toch nog altijd liever het eerste. Waarna nog slechte ruimte rest voor de kategorie Restanten, materiaal voor de liefhebbers, die deze week kunnen kiezen uit 100 CC: zes hits van 10 CC, en dus prima muziekjes als Rubber Bullets, Donna en Wallstreet Shufle, plus niet eerder uitgebrachte nummers; Return To Fantasy door het populaire gezelschap Uriah Heep, een nagekomen Mad Dog uit de koker van John Entwistle's OX, en als laatste de kleine brillemans Elton John, die met zijn 'buddie' Bernie Taupln via de elpee Captain Fantastic And The Brown Dirt Cowboy terugkijkt op de jaren '67-'70. de tijd waarin dit onverwoestbare duo zijn eerste successen begint te incasseren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 13