Hongarije's opbloei ing aan veel rbeiders voorbij !eferendumcampagnes geselen rit met sombere toekomst Meer welvaart leidt tot klassenstrijd Voorstanders EG-lidmaatschap beter georganiseerd dan anti's EUROPA JA OF NEE? )UW 'KWARTET ZATERDAG 31 MEI 1975 lor J. den Boef et aftreden van de Hongaarse premier Jenö Fock is een nieuwe aanwijzing tt de zaken in Boedapest niet naar wens gaan. De economische hervormin- sn die sinds begin 1968 Hongarije tot een consumptiestaat binnen het Sow- (tblok hebben gemaakt, vertonen neveneffecten, die niet alleen in een 'so fistische' maar ook in een 'kapitalistische' staat grote wrevel kunnen wek- >n. BUITENLAND PS19-H19 i regering onder leiding van Fock er blijkbaar niet in geslaagd, het der de arbeiders ontstane onge legen weg te nemen. Vandaar dat i aftreden van Fock eerder is comen dan algemeen werd ver- icht. Aanvankelijk werd aangeno- jti dat Fock (die enkele maanden eden al had toegegeven dat hij er |5t in was geslaagd, zijn kabinet verenigen achter een economi se politiek, die de gemeenschap- Jijke belangen van de bevolking inde) na de op 15 juni te houden zijn functie zou neer- gen. lkbaar heeft de partij onder lei- g van Janos Kadar het raad- pm geacht, de verkiezingen niet te wachten, maar nu reeds stap- n te doen die de indruk moeten kken. dat ernst wordt gemaakt it het oplossen van de proble- in, die vooral in vakbondskringen tiek hebben opgeroepen. oetedoening icks zelfkritiek herinnerde aan ^linistische tijden en was alleen i die reden al opzienbarend, om- genoegzaam bekend is dat de wjet-Unie er geen behoefte aan feft om de Hongaren, die in 1956 et harde hand tot de 'socialisti- werkelijkheid' teruggeroepen Desten worden, voor het hoofd te pten. Mogelijk heeft Fock gedacht t politieke leven te kunnen rek- door zonder meer alle verant- iordelijkheid op zich te nemen lor de gebreken, die de economi se hervormingen tenslotte gingen nen. Niet uitgesloten is voorts, [t partijleider Janos Kadar, met Fock nauwe relaties onder houdt. de boetedoening nuttig achtte. De zelfkritiek van Fock maakte in Hongarije echter weinig indruk. Dat hij zou aftreden was al enige tijd een publiek geheim. Men giste slechts nog naar de naam van zijn opvolger. Aangenomen werd dat zijn plaats zou worden Ingenomen door Sandor Gasoar, secretaris-ge neraal van de vakbonden. De keus viel echter op de vice-premier La- zar, die mogelijk alleen voor een overgangsperiode is benoemd om later in het jaar plaats te maken voor Gaspar. Het is duidelijk dat de rol van de vakbonden binnen het partij-apparaat zal worden ver sterkt. Slechts op die wijze kan worden voorkomen dat het voortbe staan van de sociale ongelijkheid als gevolg van de economische her vormingen tot stakingen leidt. Het nieuwe systeem, waarvan in 1968 Reszö Nyers de geestelijke va der werd genoemd, versnelde de economische ontwikkeling en leid de in het algemeen tot meer wel vaart. De ondernemingen kregen zeven jaar geleden een grote zelf standigheid en de staat beperkte zich voortaan tot het geven van algemene richtlijnen. Door een combinatie van plan- en markteco nomie en het laten meespelen van de wetten van vraag en aanbod probeerde de staat een zekere 'prijsrealiteit' te scheppen. Voor brood, suiker, vlees, openbaar ver voer etc. werden vaste prijzen inge steld. Maximumprijzen werden vastgesteld voor boter, kaas. wijn en bier. Voor de overige artikelen golden hoogste en laagste limieten met een marge tot 15 procent. Werkte het systeem in het alge- Breznjew meen vrij goed. in de loop der jaren bleek echter dat maar een deel van de bevolking ervan profi teerde, nl. de managers en techno craten, de boeren en de kleinhan delaars. De arbeiders kwamen niet aan hun trekken, met name als zij werk hadden in een onderneming die geen vette winsten kon maken, vrijwel niet kon investeren en met verouderde apparatuur moesten werken. Enkele jaren geleden was het voor veel van deze Hongaren al een hard gelag te moeten ervaren dat hun beter verdienende landge noten luxueuze artikelen konden ko pen, die vroeger alleen binnen het bereik lagen van toeristen uit het westen met harde betaalmiddelen. Ook de Hongaarse vrouw blaast haar partijtje mee in het arbeidsproces. De winkels boden een assortiment vac Hongaarse kwaliteitsartikelen en buitenlandse importprodukten, die in andere Oosteuropese landen nog steeds uitsluitend verkrijgbaar zijn in zaken waar men slechts met westerse betaalmiddelen kan kopen. De prijzen waren echter van dien aard dat een arbeider ze van zijn maandloon nauwelijks kon kopen. Toch waren er heel wat Hongaren, die zich een betrekkelijke luxe kon den veroorloven. Het aantal perso nenauto's is voor Hongaarse ver houdingen drastisch gestegen. Op spitsuren zit Boedapest tegenwoor dig 'verstopt' en om de trek naar het centrum tegen te gaan zijn maatregelen genomen om het par keren slechts beperkt mogelijk te maken. Ook zomerhuisjes zijn in trek, evenals het bezit van een eigen huis. Nadat de ontevredenheid grotere vormen hadaangenomen, zag mi nister Nyers zich genoodzaakt de arbeiders voor te houden dat Hon garije op de Ingeslagen weg moest voortgaan. 'We moeten bereid en in staat zijn. obstakels en moeilijkhe den op te lossen'. De vakbonden werden echter ongeduldig en het was opvallend, dat de Russische partijleider Leonid Breznjew in de cember 1972 een speciale reis naar Boedapest maakte omdat hij zich ongerust maakte over de 'kapitalis tische' ontwikkelingen in Hongarije. Nyers mocht niet deelnemen aan de besprekingen tussen Breznjew en de Hongaarse leiders en zijn dagen leken te zijn geteld. Een maand later werd hij inderdaad tot aftreden gedwongen, samen met zijn college Lajos Feher. Klassenstrijd Een medewerker van het partijblad Nepszabadsag, Peter Renyi, schetste het Hongaarse probleem tegenover het Westduitse weekblad Der Spie gel als volgt: 'Het gaat alle Honga ren beter dan in 1968. Ons pro bleem is dat niet iedereen het in gelijke mate beter heeft. Daarom moet de partij ingrijpen'. Veel ar beiders moeten harder werken dan anderen om aan een redelijk loon te komen. Daardoor hebben de eco nomische hervormingen die bedoeld waren als democratiseringspogin gen voor een deel van de arbeiders klasse een situatie in de hand ge werkt. die aan de stalinistische pe riode herinnert, waarin hard ge werkt moest worden voor een sober bestaan. Op het in maart gehouden elfde partijcongres werd besloten, de be voegdheden van de partij-organisa ties uit te breiden, om de steeds groter wordende kloof tussen arbei ders die veel dan wel weinig ver dienen. te overbruggen. Handarbei ders moeten in de bedrijfsraden een beslissende stem krijgen. Boe ren moeten afstand doen van het particuliere bezit van landerijen, die gezamenlijk eigendom moeten worden van degenen, die ze bewer ken. Kadar wil op deze manier een nieuwe 'klassenstrijd' voorkomen tussen werkgevers en werknemers, tussen loonarbeid en kapitaal, waarbij de vakbonden optreden als vertegenwoordigers van de belan gen van de arbeiders. De bemoeiingen van de vakbonden hebben er al toe geleid dat arbei ders weigeren overwerk te verrich ten, omdat dit gezien wordt als een middel in handen van het leidende personeel, produktletekorten weg te werken en daarmee hun jaarlijkse premies te redden. Stakingen zijn niet langer uitgesloten, omdat ze volgens de vakbonden niet nadruk kelijk in de wet zijn verboden. Om nieuwe moeilijkheden te voorko men, moet partijleider Kadar (van wie bekend is dat hij ervan uitgaat dat de teugels slechts langzaam aangetrokken kunnen worden) voorzichtig manoeuvreren. Radicale maatregelen zouden bij de bevol king de indruk kunnen wekken, dat Hongarije terugvalt naar de om standigheden van 20 jaar geleden. Kadar heeft dan ook laten weten dat de partij zal handelen 'in over eenstemming met de wensen van de bevolking, partijleden en partij lozen'. Hij heeft ook de Hongaarse gelovigen gerustgesteld met de ver klaring: 'Met voldoening kunnen we zeggen dat in Hongarije de ver houding tussen staat en kerk gere geld is. De kerken vinden —zonder het opgeven van hun geloofsprinci- pes een plaats in de socialisti sche maatschappij. De godsdiensti ge mensen nemen als geachte staatsburgers deel aan de opbouw van het socialisme'. Op het partij congres werd Kadar voor een perio de van vijf Jaar herkozen. In de ogen van de meeste Hongaren is hij nog altijd een waarborg voor een betrekkelijk toegeeflijke partij lijn. Intussen blijft de Hongaarse bui tenlandse politiek zeer sterk op Moskou gericht. Het verschil met het zich onafhankelijk gedragende Roemenië is hier zeer duidelijk. Zo heeft men in Boedapest weinig waardering voor het streven van landen als Nederland, de ontspan ning in Europa ook merkbaar te doen worden voor de volken van de betrokken landen. Nederland is één van de landen die op de Europese conferentie over veiligheid en sa menwerking pleiten voor een vrijer verkeer van personen, ideeën en informaties tussen Oost en West. Hongarije meent dat dit verkeer de nationale soevereiniteit niet mag aantasten. Het gaat er voorts van uit dat het westen eenzijdig voor deel tracht te behalen bij de onder handelingen over een wederzijdse troepenvermindering. De westelijke landen beschouwen Hongarije als behorend tot Midden- Europa. De Russen, die in Honga rije met atoomraketten uitgeruste troepen hebben gestationeerd, wil len slechts over troepenverminde ring in dat land spreken, als een soortgelijke stap wordt gezet met betrekking tot Italië. In Boedapest wijst men er op dat Hongarije in het strategische concept van het oostelijke bondgenootschap tot de zuidflank daarvan behoort. Men geeft toe dat de landen van het Warschaupact in Midden-Europa een 'zeker overwicht' hebben, maar niet het grote overwicht, waar de westelijke landen van uitgaan. Dit overwicht wil men niet loszien van het 'evenwicht' op de noorde lijke en zuidelijke flanken (Noor wegen, Italië. Griekenland en Tur kije). Het westerse standpunt, dat het Russische overwicht op die flanken tenminste even groot is als dat in Midden-Europa, verwerpt Hongarije in navolging van de Sowjet-Unie. Het blijft een trouwe bondgenoot van Moskou en wordt daarvoor beloond met een voor door communisten geregeerde land onwerkelijk aandoende con sumptie-maatschappij, waarin de aandacht kan worden afgeleid van de politieke problemen die sinds de neergeslagen vrijheidsstrijd van 1956 onopgelost zijn gebleven. pNDEN Als hij alles voor waar neemt wat de afgelopen weken over Enge- inds lidmaatschap van de Europese Gemeenschap is gezegd moet de Brit anneer hij volgende week donderdag ja of nee aankruist op het referen- ambiljet het gevoel hebben dat hij het doodvonnis van zijn land bekrachtigt, tent zowel de voor- als de tegenstanders van Engelands deelneming in de G hebben hem in niet mis te verstane woorden laten weten dat een in de J ind slaan van hun stemadvies het Verenigd Koninkrijk in de diepste ellen- e zal storten. Duistere, bittere jaren zullen aanbreken en de lichtvaardige iezer zal nog jaren spijt hebben van zijn daad. e verkiezingsmachines draaien op volle ieren, ook al valt daar onder de gewone lan en vrouw in de straat weinig van te Derken. Maar als deze 's morgens in de ndergrondse zijn krant open slaat of avonds zijn radio of televisie aanzet iroomt de informatie over het komende IG-referendum hem toe. En als hij nor- laal reageert zal hij in vertwijfeling zijn gen naar de hemel slaan. 'ie moet hij geloven. Zelden is Enge- tnds politieke bovenlaag en de leiding an de vakbonden zo verdeeld geweest, immer sinds de oorlog hebben figuren iet zulke verschillende denkbeelden zich o achter één banier geschaard. organisatie van de referendumcam- agnes in Groot Brittannië is voorname- jk in handen van twee organisaties, Irltain in Europe' voor de voorstanders an voortzetting van het EG-lidmaat- chap en de National Referendum Cam- aign voor diegenen, die willen uittre- en. Beide organisaties hebben een zoge- laamde paraplu-functie, dat wil zeggen at ze activiteiten van andere, dikwijls laatselijke organisaties overkoepelen en en van advies en materialen voorzien. Britain in Europe' (BIE) is enkele ïaanden geleden gevormd en wordt oorgezeten door Roy Jenkins, minister an Binnenlandse Zaken en al sinds jaar n dag een fervent voorstander van het Xï-lidmaatschap. In het presidium van ie organisatie zijn alle partijen vertegen woordigd. Bovendien zitter er verschil- inde leidinggevende figuren uit het be- Irijfsleven en de vakbondswereld in de op van de organisatie. ilE heeft hiermee een gezelschap dat Ijn contacten heeft in bijkans alle gele- lingen van de Britse samenleving. Daar naast worden vanuit de partijen zelf lampagnes gevoerd, die met het oog op lepaalde plaatselijke èituaties een wat neer tot de grenzen van de partij afge tekende basis hebben. Tenslotte zijn or nog gevallen, waarin een itrikt persoonlijke campagne wordt ge- Woerd. Voorbeelden hiervan zijn de leider wan de Conservatieven Magaret Thatcher m premier Harold Wilson. )e pro-EG-campagne wordt gevoerd van- iit een oud rommelig en overduidelijk 'oor slechts enkele maanden gehuurd lebouw aan Old Park Lane, een straat lie uitloopt op Hyde Park. Onder direc- «raat van de 62-jarige Sir Con O'Neill. 'Ud-journalist en één van de belangrijk ste onderhandelaren voor oud-premier "ped Heath bij de toetreding van Enge land tot de Europese Gemeenschap in 1972. Tussen stapels materiaal en midden in de rommel werken hier zestig men sen, waarvan ongeveer de helft vrijwillig, in een razend en slopend tempo om de machine draaiende te houden. De 'publiciteitsgroep' probeert de vele telefonische vragen te beantwoorden, en stuurt documentatie naar individuele personen, groepen of campagne-organi saties op plaatselijk niveau, waarvan er momenteel een dikke driehonderd zijn. Therese Appleby, één van de tien publi- citeitsmensen, stelt dat de vragen en belangstelling van de mensen vooral zijn toegespitst op vier onderwerpen: de prij zen, de onafhankelijkheid, de veiligheid en de relatie met de andere Gemenebest- landen. BIE voert binnen het totaal van de campagne ook acties die speciaal zijn gericht op de jeugd en de vrouwen. Op de jeugdafdeling in het gebouw wordt een jongeren aansprekende benadering uitgewerkt. De activisten zijn voorname lijk leden van de jongerenorganisaties van de drie politieke partijen en scholie ren en studenten. 'Jongeren voor Europa' organiseert vooral bijeenkomsten op uni versiteiten en trekt rond met tot infor matiestands omgebouwde bussen. De vrouwen worden benaderd via de vele vrouwenorganisaties en de vakbonden. Er wordt een pamflet uitgegeven waarin met name de zaken aan de orde komen, waarmee de doorsnee-huisvrouw en de werkende vrouw dagelijks te maken krij gen. Een laatste, evenals de andere medewer kers tussen met massa's posters behan gen wanden werkende groep is die van de onderzoekers. Hun taak is het de vele feiten, die tegenstanders van het EG- lidmaatschap te berde brengen nader te bekijken en een oordeel over juist- of onjuistheid te vellen. Vijftien groepen door Bert van Panhuis Die tegenstanders zijn voor een deel verenigd onder de vleugels van de Natio nal Referendum Campaign (NRC). De NRC bestrijkt zo'n vijftien soms heel verschillende anti-EG-groepen. zoals de strijdbare 'Get Britain Out' (GSO) van de Londense. al jaren tegen de EG vechten de jurist Christopher Frere-Smith, de Co- op. de Labourleden tegen Europa, CA- TOR, de organisatie van Conservatieven tegen het Verdrag van Rome en bijvoor beeld ook de Katholiek-Protestantse Alli antie tegen de Euromarkt. De paraplu functie van de NRC is er pas na veel vijven en zessen als compromis gekomen. Aanvankelijk zou Get Britain Out het worden maar de vriendelijke, echter iet wat excentrieke Frere-Smith wekte zo veel verzet dat ook maar de geringste vorm van samen optrekken van de anti's niet haalbaar leek. Het werd daarom de NRC. gepresideerd door Lagerhuislid Neal Marten, tien jaar geleden onderminister van luchtvaart in de Conservatieve rege ringen MacMillan en Douglas-Home. De NRC heeft het verre van gemakkelijk bij het organiseren van de anti-campag ne. Een belangrijke factor is dat een paar van de prominentste anti-EG-mi- nisters, zich tot nu toe verre hebben gehouden van een gezamenlijk optreden met andere partijen en Tony Benn, één van hen, heeft zelfs principieel geweigerd met een niet-partijgenoot achter één ta fel te zitten. Enoch Powell, de zeer om streden parlementariër voor Noord-Ier- land geeft er ook de voorkeur aan in z'n eentje op te treden en daarom is het zeer moeilijk een aantrekkelijk forum op de planken te brengen. Waar de NRC en vooral GBO rijkelijk over kunnen beschikken zijn de vak bondsmensen. Clive Jenkins. Jack Jones en Hugh Scanion, om de drie invloed rijkste te noemen, zijn dan ook veel gevraagde sprekers. Bob Harrison van de bond van transportpersoneel is aan de NRC uitgeleend om het hoofdkwartier van de anti's te leiden. Dit gebeurt vanaf een kleine etage aan de winkelstraat Strand, op schootsafstand van het Lon dense zakencentrum. De NRC heeft slechts acht mensen aan het werk, waar onder de vrouw en dochter van voorzitter Marten. Ook hier wordt in een razend tempo gewerkt, temidden van stapels pamflet ten, drukwerkjes, badges en stickers. Aan de muur een lijst met data van bijeen komsten, organisaties, locaties. De lijst verandert dagelijks. Overtuigingskracht Wie de campagnes van de pro's en de anti's enige tijd aandachtig volgt moet wel tot de conclusie komen dat wat de opzet en de overtuigingskracht betreft de voorstanders van het EG-lidmaatschap er beter vanaf komen dan de tegenstanders. De dagelijkse persconferenties van de pro's in een suite van het dure Waldorf- hotel in de City en van de anti's in een vertrek in een al even luxe gebouw in Mayfair vallen wat de bezetting aan gaat in vier van de vijf keer in het nadeel van de anti's uit. Waar de pro's bijvoorbeeld tegelijkertijd Whitelaw, minister van Onderwijs Preiv- tice en de oppositieleider in het Hoger huis Lord Carrington in de praatstoelen hebben krijgt men een uur later bij de anti's een voormalig voorzitter van de boerenbond, een oud-onderminister, een hereboer en een boerin, die tevens eco nome is. Tegenover ministers en vak bondsleiders bij de pro's vindt men on bekende Lagerhuisleden bij de anti's. De voorstanders hebben een zo uitgebrei de lijst van prominente sprekers, dat ze op de vele bijeenkomsten, hetzij een meer-partijen, hetzij een eigen Labour of Conservatieve vergadering, die dagelijks alom in Groot-Brittannië worden belegd, wel één of soms twee of drie nationaal bekende figuren kunnen presenteren. Bij de anti's verkeert alleen Labour, en dan nog maar ten dele, in een dergelijke positie, want de zes of zeven dissidente ministers, die daarbij wel bekend maar volgens verschillende onderzoekingen steeds minder bemind blijken, en de ene Enoch Powell als trofee van rechts, kun nen maar op één plaats tegelijk zijn. En dan kan het gebeuren dat de belang stellende bezoeker van een anti-Market- rally wordt getracteerd op figuren, die geen enkel gevoel voor taktlek hebben, zoals die vakbondsman, die in Londen voor een zeer gemengd gezelschap de Engelse zakenman als dweil over het podium haalt en prompt dan ook slechts applaus van de helft van de zaal krijgt. Of beursredacteur C. Gordon Tether van de Financial Times, die huilerig vertelt dat hij de enige journalist in heel Enge land is die tegen de EG durft te schrij ven, maar even weglatend dat bijvoor beeld ook de communistische Morning Star en het conservatieve weekblad The Spectator al sinds mensenheugenis tegen de EG zijn. Voor zijn moedige houding krijgt hij een ovationeel applaus dat hij dankbaar in ontvangst neemt. Of tv-presentator en globetrotter Johnny Morris die tegenover een van de lach Twee politieke rivalen, Lord Carrington, o ppositieleider in het Britse Hogerhuis en Reginald Prentice, minister van onderwijs in het Labour-kabinet, zitter hier broe derlijk naast elkaar om een gezamenlijk ideaal, 'Engeland in de EG' te verdedigen. gierende zaal, vertelt over watervlooien. Als je ze onder een miscrocoop legt lijken ze net mensen, legt hij uit, en beste mensen, daar in Brussel zitten vijf duizend watervlooien, de bureaucraten. Of hij sneert naar de economen, die niet verder kijken dan een meter in het vierkant en een centimeter diep graven. Hem valt een lange ovatie ten deel, echter niet van de twee linkse Lagerhuis leden, die zich, aan hun gezichtsuitdruk king te zien, hoogst ongelukkig voelen. Dit soort samenraapsels kenmerkt een groot deel van de anti-campagne in het land en alleen, waar één spreker of meerdere gelijkgezinden op het program ma staan, krijgen de verschillen in be weegreden van de anti's w£t meer duide lijkheid. Een van de sprekendste voorbeelden is wel een conferentie van de CATOR- groep, de tien Conservatieve Lagerhuisle den tegen het Verdrag van Rome. De plaats van handeling: het uiterst sjieke restaurant Quaglino's, favoriete pleister plaats van de overleden oud-koning Edu- ard VIII. Deelnemers: dames in fraaie complets en heren in voor het overgrote deel donkerblauwe kostuums, met wit overhemd en blauwe das met klein rood werkje. Voorzitter Ronald Bell vertelt in keurig Oxford-Engels, dat de Conservatieven een vaderlandslievende partij zijn en dat haar devies nog altijd luidt: For King. Country en Commonwealth (het Engelse equivalent voor God, Nederland en Oran je). Uit zijn mond komt ook de uitspraak dat de Britten nog steeds verreweg het beste volk ter wereld zijn. Na hem volgt, slechts onderbroken door een pauze met alcohol voor de heren en the? met crèmekoekjes voor de dames, een rij van sprekers, dié ook andere zaken van het oude Engelse imperium willen terughalen. Drie uren vol stijlvolle Engelse traditie, maar ook niet meer dan dat. Vooroordelen Eerder verbazingwekkend dan vermake lijk zijn een paar vooroordelen, die tij dens dit voorspel van het referendum de kop weer opsteken. De opvallendste is het enorme wantrouwen bij sommige mensen tegen de continentale Europeanen en dan met name de Duitsers. Veel is er dezer dagen weer op geharherd dat men niet met de Duitsers in één organisatie kan zitten vanwege de Tweede Wereld oorlog. Een staaltje van Duitservrees bracht in de Midden-Engelse stad Derby de goed moedige minister Jenkins van binnen landse zaken tot een woede-uitbarsting. Tijdens de bijeenkomst van de Labour voor Europa-groepering in deze stad kwam een man naar voren, die Jenkins vraagt of het waar is dat zowel Heath als hij geld van de Duitsers hebben gekregen uit erkentelijkheid dat zij voor Engelands lidmaatschap van de EG zijn. Ja, zegt een dan nog kalme bewindsman, maar het gaat hier om de Schumanprijs, die de Duitsers hebben ingesteld. De man ver ontschuldigt zich met de woorden: 'Ik had ook niet verwacht dat u zich zou laten omkopen maar ik weet nu eenmaal dat de Duitsers het op deze manier pro beren. Rood van woede haalt Jenkins in een volle zaal naar de man uit: 'Is het ooit in je domme kop opgekomen dat de Duitsers de oorlog ook weieens willen vergeten en aan een vredig Europa wil len bouwen?' Een hardnekkig vooroordeel is ook dat de EG en de katholieke kerk wat met elkaar te maken hebben. Een aardig voorbeeld doet zich voor tijdens de al eerder ge noemde conferentie van de Conservatie ven tegen de EG. John Montgomery, oud-voorman van de boerenorganisatie zegt: 'Als ik goed ben ingelicht' liggen de verhoudingen in de EG ongeveer 50 pro cent protestant en vijftig procent katho liek. En kennelijk met de bedoeling te wijzen naar een paus Paulus, die han denwrijvend klaar staat om de macht in de EG over te nemen zegt hij: 'Zijn niet veel van de belangrijkste voorstanders van het EG-lidmaatschap katholiek?' De reactie van de keurige dames en heren, die hun afkeuring over het alge meen met 'shame' (schande) en hun goedkeuring met "hear, hear' (bravo) aanduiden is zeer vrijzinnig: 'rubbish' (kletskoek) is de algemene kreet. De voorzitter weet niet hoe vlug hij Montgo mery van het spreekgestoelte moet krij gen. De oud-voorman van de boeren is niet de enige, die EG en katholieke kerk op één lijn stelt. Want hardnekkige ge ruchten willen dat er een Conservatief Lagerhuislid is dat er nog altijd heilig van overtuigd is dat het Verdrag van Rome een produkt is van het Vaticaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 19