Hongarije's opbloei
ing aan veel
rbeiders voorbij
!eferendumcampagnes geselen
rit met sombere toekomst
Meer welvaart
leidt tot
klassenstrijd
Voorstanders EG-lidmaatschap beter georganiseerd dan anti's
EUROPA
JA OF NEE?
)UW 'KWARTET ZATERDAG 31 MEI 1975
lor J. den Boef
et aftreden van de Hongaarse premier Jenö Fock is een nieuwe aanwijzing
tt de zaken in Boedapest niet naar wens gaan. De economische hervormin-
sn die sinds begin 1968 Hongarije tot een consumptiestaat binnen het Sow-
(tblok hebben gemaakt, vertonen neveneffecten, die niet alleen in een 'so
fistische' maar ook in een 'kapitalistische' staat grote wrevel kunnen wek-
>n.
BUITENLAND
PS19-H19
i regering onder leiding van Fock
er blijkbaar niet in geslaagd, het
der de arbeiders ontstane onge
legen weg te nemen. Vandaar dat
i aftreden van Fock eerder is
comen dan algemeen werd ver-
icht. Aanvankelijk werd aangeno-
jti dat Fock (die enkele maanden
eden al had toegegeven dat hij er
|5t in was geslaagd, zijn kabinet
verenigen achter een economi
se politiek, die de gemeenschap-
Jijke belangen van de bevolking
inde) na de op 15 juni te houden
zijn functie zou neer-
gen.
lkbaar heeft de partij onder lei-
g van Janos Kadar het raad-
pm geacht, de verkiezingen niet
te wachten, maar nu reeds stap-
n te doen die de indruk moeten
kken. dat ernst wordt gemaakt
it het oplossen van de proble-
in, die vooral in vakbondskringen
tiek hebben opgeroepen.
oetedoening
icks zelfkritiek herinnerde aan
^linistische tijden en was alleen
i die reden al opzienbarend, om-
genoegzaam bekend is dat de
wjet-Unie er geen behoefte aan
feft om de Hongaren, die in 1956
et harde hand tot de 'socialisti-
werkelijkheid' teruggeroepen
Desten worden, voor het hoofd te
pten. Mogelijk heeft Fock gedacht
t politieke leven te kunnen rek-
door zonder meer alle verant-
iordelijkheid op zich te nemen
lor de gebreken, die de economi
se hervormingen tenslotte gingen
nen. Niet uitgesloten is voorts,
[t partijleider Janos Kadar, met
Fock nauwe relaties onder
houdt. de boetedoening nuttig
achtte.
De zelfkritiek van Fock maakte in
Hongarije echter weinig indruk.
Dat hij zou aftreden was al enige
tijd een publiek geheim. Men giste
slechts nog naar de naam van zijn
opvolger. Aangenomen werd dat
zijn plaats zou worden Ingenomen
door Sandor Gasoar, secretaris-ge
neraal van de vakbonden. De keus
viel echter op de vice-premier La-
zar, die mogelijk alleen voor een
overgangsperiode is benoemd om
later in het jaar plaats te maken
voor Gaspar. Het is duidelijk dat de
rol van de vakbonden binnen het
partij-apparaat zal worden ver
sterkt. Slechts op die wijze kan
worden voorkomen dat het voortbe
staan van de sociale ongelijkheid
als gevolg van de economische her
vormingen tot stakingen leidt.
Het nieuwe systeem, waarvan in
1968 Reszö Nyers de geestelijke va
der werd genoemd, versnelde de
economische ontwikkeling en leid
de in het algemeen tot meer wel
vaart. De ondernemingen kregen
zeven jaar geleden een grote zelf
standigheid en de staat beperkte
zich voortaan tot het geven van
algemene richtlijnen. Door een
combinatie van plan- en markteco
nomie en het laten meespelen van
de wetten van vraag en aanbod
probeerde de staat een zekere
'prijsrealiteit' te scheppen. Voor
brood, suiker, vlees, openbaar ver
voer etc. werden vaste prijzen inge
steld. Maximumprijzen werden
vastgesteld voor boter, kaas. wijn
en bier. Voor de overige artikelen
golden hoogste en laagste limieten
met een marge tot 15 procent.
Werkte het systeem in het alge-
Breznjew
meen vrij goed. in de loop der
jaren bleek echter dat maar een
deel van de bevolking ervan profi
teerde, nl. de managers en techno
craten, de boeren en de kleinhan
delaars. De arbeiders kwamen niet
aan hun trekken, met name als zij
werk hadden in een onderneming
die geen vette winsten kon maken,
vrijwel niet kon investeren en met
verouderde apparatuur moesten
werken. Enkele jaren geleden was
het voor veel van deze Hongaren al
een hard gelag te moeten ervaren
dat hun beter verdienende landge
noten luxueuze artikelen konden ko
pen, die vroeger alleen binnen het
bereik lagen van toeristen uit het
westen met harde betaalmiddelen.
Ook de Hongaarse vrouw blaast haar partijtje mee in het arbeidsproces.
De winkels boden een assortiment
vac Hongaarse kwaliteitsartikelen
en buitenlandse importprodukten,
die in andere Oosteuropese landen
nog steeds uitsluitend verkrijgbaar
zijn in zaken waar men slechts met
westerse betaalmiddelen kan kopen.
De prijzen waren echter van dien
aard dat een arbeider ze van zijn
maandloon nauwelijks kon kopen.
Toch waren er heel wat Hongaren,
die zich een betrekkelijke luxe kon
den veroorloven. Het aantal perso
nenauto's is voor Hongaarse ver
houdingen drastisch gestegen. Op
spitsuren zit Boedapest tegenwoor
dig 'verstopt' en om de trek naar
het centrum tegen te gaan zijn
maatregelen genomen om het par
keren slechts beperkt mogelijk te
maken. Ook zomerhuisjes zijn in
trek, evenals het bezit van een
eigen huis.
Nadat de ontevredenheid grotere
vormen hadaangenomen, zag mi
nister Nyers zich genoodzaakt de
arbeiders voor te houden dat Hon
garije op de Ingeslagen weg moest
voortgaan. 'We moeten bereid en in
staat zijn. obstakels en moeilijkhe
den op te lossen'. De vakbonden
werden echter ongeduldig en het
was opvallend, dat de Russische
partijleider Leonid Breznjew in de
cember 1972 een speciale reis naar
Boedapest maakte omdat hij zich
ongerust maakte over de 'kapitalis
tische' ontwikkelingen in Hongarije.
Nyers mocht niet deelnemen aan
de besprekingen tussen Breznjew
en de Hongaarse leiders en zijn
dagen leken te zijn geteld. Een
maand later werd hij inderdaad tot
aftreden gedwongen, samen met
zijn college Lajos Feher.
Klassenstrijd
Een medewerker van het partijblad
Nepszabadsag, Peter Renyi, schetste
het Hongaarse probleem tegenover
het Westduitse weekblad Der Spie
gel als volgt: 'Het gaat alle Honga
ren beter dan in 1968. Ons pro
bleem is dat niet iedereen het in
gelijke mate beter heeft. Daarom
moet de partij ingrijpen'. Veel ar
beiders moeten harder werken dan
anderen om aan een redelijk loon
te komen. Daardoor hebben de eco
nomische hervormingen die bedoeld
waren als democratiseringspogin
gen voor een deel van de arbeiders
klasse een situatie in de hand ge
werkt. die aan de stalinistische pe
riode herinnert, waarin hard ge
werkt moest worden voor een sober
bestaan.
Op het in maart gehouden elfde
partijcongres werd besloten, de be
voegdheden van de partij-organisa
ties uit te breiden, om de steeds
groter wordende kloof tussen arbei
ders die veel dan wel weinig ver
dienen. te overbruggen. Handarbei
ders moeten in de bedrijfsraden
een beslissende stem krijgen. Boe
ren moeten afstand doen van het
particuliere bezit van landerijen,
die gezamenlijk eigendom moeten
worden van degenen, die ze bewer
ken. Kadar wil op deze manier een
nieuwe 'klassenstrijd' voorkomen
tussen werkgevers en werknemers,
tussen loonarbeid en kapitaal,
waarbij de vakbonden optreden als
vertegenwoordigers van de belan
gen van de arbeiders.
De bemoeiingen van de vakbonden
hebben er al toe geleid dat arbei
ders weigeren overwerk te verrich
ten, omdat dit gezien wordt als een
middel in handen van het leidende
personeel, produktletekorten weg te
werken en daarmee hun jaarlijkse
premies te redden. Stakingen zijn
niet langer uitgesloten, omdat ze
volgens de vakbonden niet nadruk
kelijk in de wet zijn verboden. Om
nieuwe moeilijkheden te voorko
men, moet partijleider Kadar (van
wie bekend is dat hij ervan uitgaat
dat de teugels slechts langzaam
aangetrokken kunnen worden)
voorzichtig manoeuvreren. Radicale
maatregelen zouden bij de bevol
king de indruk kunnen wekken, dat
Hongarije terugvalt naar de om
standigheden van 20 jaar geleden.
Kadar heeft dan ook laten weten
dat de partij zal handelen 'in over
eenstemming met de wensen van
de bevolking, partijleden en partij
lozen'. Hij heeft ook de Hongaarse
gelovigen gerustgesteld met de ver
klaring: 'Met voldoening kunnen
we zeggen dat in Hongarije de ver
houding tussen staat en kerk gere
geld is. De kerken vinden —zonder
het opgeven van hun geloofsprinci-
pes een plaats in de socialisti
sche maatschappij. De godsdiensti
ge mensen nemen als geachte
staatsburgers deel aan de opbouw
van het socialisme'. Op het partij
congres werd Kadar voor een perio
de van vijf Jaar herkozen. In de
ogen van de meeste Hongaren is
hij nog altijd een waarborg voor
een betrekkelijk toegeeflijke partij
lijn.
Intussen blijft de Hongaarse bui
tenlandse politiek zeer sterk op
Moskou gericht. Het verschil met
het zich onafhankelijk gedragende
Roemenië is hier zeer duidelijk. Zo
heeft men in Boedapest weinig
waardering voor het streven van
landen als Nederland, de ontspan
ning in Europa ook merkbaar te
doen worden voor de volken van de
betrokken landen. Nederland is één
van de landen die op de Europese
conferentie over veiligheid en sa
menwerking pleiten voor een vrijer
verkeer van personen, ideeën en
informaties tussen Oost en West.
Hongarije meent dat dit verkeer de
nationale soevereiniteit niet mag
aantasten. Het gaat er voorts van
uit dat het westen eenzijdig voor
deel tracht te behalen bij de onder
handelingen over een wederzijdse
troepenvermindering.
De westelijke landen beschouwen
Hongarije als behorend tot Midden-
Europa. De Russen, die in Honga
rije met atoomraketten uitgeruste
troepen hebben gestationeerd, wil
len slechts over troepenverminde
ring in dat land spreken, als een
soortgelijke stap wordt gezet met
betrekking tot Italië. In Boedapest
wijst men er op dat Hongarije in
het strategische concept van het
oostelijke bondgenootschap tot de
zuidflank daarvan behoort. Men
geeft toe dat de landen van het
Warschaupact in Midden-Europa
een 'zeker overwicht' hebben, maar
niet het grote overwicht, waar de
westelijke landen van uitgaan.
Dit overwicht wil men niet loszien
van het 'evenwicht' op de noorde
lijke en zuidelijke flanken (Noor
wegen, Italië. Griekenland en Tur
kije). Het westerse standpunt, dat
het Russische overwicht op die
flanken tenminste even groot is als
dat in Midden-Europa, verwerpt
Hongarije in navolging van de
Sowjet-Unie. Het blijft een trouwe
bondgenoot van Moskou en wordt
daarvoor beloond met een voor
door communisten geregeerde land
onwerkelijk aandoende con
sumptie-maatschappij, waarin de
aandacht kan worden afgeleid van
de politieke problemen die sinds de
neergeslagen vrijheidsstrijd van
1956 onopgelost zijn gebleven.
pNDEN Als hij alles voor waar neemt wat de afgelopen weken over Enge-
inds lidmaatschap van de Europese Gemeenschap is gezegd moet de Brit
anneer hij volgende week donderdag ja of nee aankruist op het referen-
ambiljet het gevoel hebben dat hij het doodvonnis van zijn land bekrachtigt,
tent zowel de voor- als de tegenstanders van Engelands deelneming in de
G hebben hem in niet mis te verstane woorden laten weten dat een in de
J ind slaan van hun stemadvies het Verenigd Koninkrijk in de diepste ellen-
e zal storten. Duistere, bittere jaren zullen aanbreken en de lichtvaardige
iezer zal nog jaren spijt hebben van zijn daad.
e verkiezingsmachines draaien op volle
ieren, ook al valt daar onder de gewone
lan en vrouw in de straat weinig van te
Derken. Maar als deze 's morgens in de
ndergrondse zijn krant open slaat of
avonds zijn radio of televisie aanzet
iroomt de informatie over het komende
IG-referendum hem toe. En als hij nor-
laal reageert zal hij in vertwijfeling zijn
gen naar de hemel slaan.
'ie moet hij geloven. Zelden is Enge-
tnds politieke bovenlaag en de leiding
an de vakbonden zo verdeeld geweest,
immer sinds de oorlog hebben figuren
iet zulke verschillende denkbeelden zich
o achter één banier geschaard.
organisatie van de referendumcam-
agnes in Groot Brittannië is voorname-
jk in handen van twee organisaties,
Irltain in Europe' voor de voorstanders
an voortzetting van het EG-lidmaat-
chap en de National Referendum Cam-
aign voor diegenen, die willen uittre-
en. Beide organisaties hebben een zoge-
laamde paraplu-functie, dat wil zeggen
at ze activiteiten van andere, dikwijls
laatselijke organisaties overkoepelen en
en van advies en materialen voorzien.
Britain in Europe' (BIE) is enkele
ïaanden geleden gevormd en wordt
oorgezeten door Roy Jenkins, minister
an Binnenlandse Zaken en al sinds jaar
n dag een fervent voorstander van het
Xï-lidmaatschap. In het presidium van
ie organisatie zijn alle partijen vertegen
woordigd. Bovendien zitter er verschil-
inde leidinggevende figuren uit het be-
Irijfsleven en de vakbondswereld in de
op van de organisatie.
ilE heeft hiermee een gezelschap dat
Ijn contacten heeft in bijkans alle gele-
lingen van de Britse samenleving. Daar
naast worden vanuit de partijen zelf
lampagnes gevoerd, die met het oog op
lepaalde plaatselijke èituaties een wat
neer tot de grenzen van de partij afge
tekende basis hebben.
Tenslotte zijn or nog gevallen, waarin een
itrikt persoonlijke campagne wordt ge-
Woerd. Voorbeelden hiervan zijn de leider
wan de Conservatieven Magaret Thatcher
m premier Harold Wilson.
)e pro-EG-campagne wordt gevoerd van-
iit een oud rommelig en overduidelijk
'oor slechts enkele maanden gehuurd
lebouw aan Old Park Lane, een straat
lie uitloopt op Hyde Park. Onder direc-
«raat van de 62-jarige Sir Con O'Neill.
'Ud-journalist en één van de belangrijk
ste onderhandelaren voor oud-premier
"ped Heath bij de toetreding van Enge
land tot de Europese Gemeenschap in
1972. Tussen stapels materiaal en midden
in de rommel werken hier zestig men
sen, waarvan ongeveer de helft vrijwillig,
in een razend en slopend tempo om de
machine draaiende te houden.
De 'publiciteitsgroep' probeert de vele
telefonische vragen te beantwoorden, en
stuurt documentatie naar individuele
personen, groepen of campagne-organi
saties op plaatselijk niveau, waarvan er
momenteel een dikke driehonderd zijn.
Therese Appleby, één van de tien publi-
citeitsmensen, stelt dat de vragen en
belangstelling van de mensen vooral zijn
toegespitst op vier onderwerpen: de prij
zen, de onafhankelijkheid, de veiligheid
en de relatie met de andere Gemenebest-
landen.
BIE voert binnen het totaal van de
campagne ook acties die speciaal zijn
gericht op de jeugd en de vrouwen. Op
de jeugdafdeling in het gebouw wordt
een jongeren aansprekende benadering
uitgewerkt. De activisten zijn voorname
lijk leden van de jongerenorganisaties
van de drie politieke partijen en scholie
ren en studenten. 'Jongeren voor Europa'
organiseert vooral bijeenkomsten op uni
versiteiten en trekt rond met tot infor
matiestands omgebouwde bussen. De
vrouwen worden benaderd via de vele
vrouwenorganisaties en de vakbonden. Er
wordt een pamflet uitgegeven waarin
met name de zaken aan de orde komen,
waarmee de doorsnee-huisvrouw en de
werkende vrouw dagelijks te maken krij
gen.
Een laatste, evenals de andere medewer
kers tussen met massa's posters behan
gen wanden werkende groep is die van
de onderzoekers. Hun taak is het de vele
feiten, die tegenstanders van het EG-
lidmaatschap te berde brengen nader te
bekijken en een oordeel over juist- of
onjuistheid te vellen.
Vijftien groepen
door Bert van Panhuis
Die tegenstanders zijn voor een deel
verenigd onder de vleugels van de Natio
nal Referendum Campaign (NRC). De
NRC bestrijkt zo'n vijftien soms heel
verschillende anti-EG-groepen. zoals de
strijdbare 'Get Britain Out' (GSO) van de
Londense. al jaren tegen de EG vechten
de jurist Christopher Frere-Smith, de Co-
op. de Labourleden tegen Europa, CA-
TOR, de organisatie van Conservatieven
tegen het Verdrag van Rome en bijvoor
beeld ook de Katholiek-Protestantse Alli
antie tegen de Euromarkt. De paraplu
functie van de NRC is er pas na veel
vijven en zessen als compromis gekomen.
Aanvankelijk zou Get Britain Out het
worden maar de vriendelijke, echter iet
wat excentrieke Frere-Smith wekte zo
veel verzet dat ook maar de geringste
vorm van samen optrekken van de anti's
niet haalbaar leek. Het werd daarom de
NRC. gepresideerd door Lagerhuislid Neal
Marten, tien jaar geleden onderminister
van luchtvaart in de Conservatieve rege
ringen MacMillan en Douglas-Home.
De NRC heeft het verre van gemakkelijk
bij het organiseren van de anti-campag
ne. Een belangrijke factor is dat een
paar van de prominentste anti-EG-mi-
nisters, zich tot nu toe verre hebben
gehouden van een gezamenlijk optreden
met andere partijen en Tony Benn, één
van hen, heeft zelfs principieel geweigerd
met een niet-partijgenoot achter één ta
fel te zitten. Enoch Powell, de zeer om
streden parlementariër voor Noord-Ier-
land geeft er ook de voorkeur aan in z'n
eentje op te treden en daarom is het zeer
moeilijk een aantrekkelijk forum op de
planken te brengen.
Waar de NRC en vooral GBO rijkelijk
over kunnen beschikken zijn de vak
bondsmensen. Clive Jenkins. Jack Jones
en Hugh Scanion, om de drie invloed
rijkste te noemen, zijn dan ook veel
gevraagde sprekers. Bob Harrison van de
bond van transportpersoneel is aan de
NRC uitgeleend om het hoofdkwartier
van de anti's te leiden. Dit gebeurt vanaf
een kleine etage aan de winkelstraat
Strand, op schootsafstand van het Lon
dense zakencentrum. De NRC heeft
slechts acht mensen aan het werk, waar
onder de vrouw en dochter van voorzitter
Marten.
Ook hier wordt in een razend tempo
gewerkt, temidden van stapels pamflet
ten, drukwerkjes, badges en stickers. Aan
de muur een lijst met data van bijeen
komsten, organisaties, locaties. De lijst
verandert dagelijks.
Overtuigingskracht
Wie de campagnes van de pro's en de
anti's enige tijd aandachtig volgt moet
wel tot de conclusie komen dat wat de
opzet en de overtuigingskracht betreft de
voorstanders van het EG-lidmaatschap er
beter vanaf komen dan de tegenstanders.
De dagelijkse persconferenties van de
pro's in een suite van het dure Waldorf-
hotel in de City en van de anti's in een
vertrek in een al even luxe gebouw in
Mayfair vallen wat de bezetting aan
gaat in vier van de vijf keer in het
nadeel van de anti's uit.
Waar de pro's bijvoorbeeld tegelijkertijd
Whitelaw, minister van Onderwijs Preiv-
tice en de oppositieleider in het Hoger
huis Lord Carrington in de praatstoelen
hebben krijgt men een uur later bij de
anti's een voormalig voorzitter van de
boerenbond, een oud-onderminister, een
hereboer en een boerin, die tevens eco
nome is. Tegenover ministers en vak
bondsleiders bij de pro's vindt men on
bekende Lagerhuisleden bij de anti's.
De voorstanders hebben een zo uitgebrei
de lijst van prominente sprekers, dat ze
op de vele bijeenkomsten, hetzij een
meer-partijen, hetzij een eigen Labour of
Conservatieve vergadering, die dagelijks
alom in Groot-Brittannië worden belegd,
wel één of soms twee of drie nationaal
bekende figuren kunnen presenteren. Bij
de anti's verkeert alleen Labour, en dan
nog maar ten dele, in een dergelijke
positie, want de zes of zeven dissidente
ministers, die daarbij wel bekend maar
volgens verschillende onderzoekingen
steeds minder bemind blijken, en de ene
Enoch Powell als trofee van rechts, kun
nen maar op één plaats tegelijk zijn.
En dan kan het gebeuren dat de belang
stellende bezoeker van een anti-Market-
rally wordt getracteerd op figuren, die
geen enkel gevoel voor taktlek hebben,
zoals die vakbondsman, die in Londen
voor een zeer gemengd gezelschap de
Engelse zakenman als dweil over het
podium haalt en prompt dan ook slechts
applaus van de helft van de zaal krijgt.
Of beursredacteur C. Gordon Tether van
de Financial Times, die huilerig vertelt
dat hij de enige journalist in heel Enge
land is die tegen de EG durft te schrij
ven, maar even weglatend dat bijvoor
beeld ook de communistische Morning
Star en het conservatieve weekblad The
Spectator al sinds mensenheugenis tegen
de EG zijn. Voor zijn moedige houding
krijgt hij een ovationeel applaus dat hij
dankbaar in ontvangst neemt.
Of tv-presentator en globetrotter Johnny
Morris die tegenover een van de lach
Twee politieke rivalen, Lord Carrington, o ppositieleider in het Britse Hogerhuis en
Reginald Prentice, minister van onderwijs in het Labour-kabinet, zitter hier broe
derlijk naast elkaar om een gezamenlijk ideaal, 'Engeland in de EG' te verdedigen.
gierende zaal, vertelt over watervlooien.
Als je ze onder een miscrocoop legt
lijken ze net mensen, legt hij uit, en
beste mensen, daar in Brussel zitten vijf
duizend watervlooien, de bureaucraten.
Of hij sneert naar de economen, die niet
verder kijken dan een meter in het
vierkant en een centimeter diep graven.
Hem valt een lange ovatie ten deel,
echter niet van de twee linkse Lagerhuis
leden, die zich, aan hun gezichtsuitdruk
king te zien, hoogst ongelukkig voelen.
Dit soort samenraapsels kenmerkt een
groot deel van de anti-campagne in het
land en alleen, waar één spreker of
meerdere gelijkgezinden op het program
ma staan, krijgen de verschillen in be
weegreden van de anti's w£t meer duide
lijkheid.
Een van de sprekendste voorbeelden is
wel een conferentie van de CATOR-
groep, de tien Conservatieve Lagerhuisle
den tegen het Verdrag van Rome. De
plaats van handeling: het uiterst sjieke
restaurant Quaglino's, favoriete pleister
plaats van de overleden oud-koning Edu-
ard VIII. Deelnemers: dames in fraaie
complets en heren in voor het overgrote
deel donkerblauwe kostuums, met wit
overhemd en blauwe das met klein rood
werkje.
Voorzitter Ronald Bell vertelt in keurig
Oxford-Engels, dat de Conservatieven
een vaderlandslievende partij zijn en dat
haar devies nog altijd luidt: For King.
Country en Commonwealth (het Engelse
equivalent voor God, Nederland en Oran
je). Uit zijn mond komt ook de uitspraak
dat de Britten nog steeds verreweg het
beste volk ter wereld zijn.
Na hem volgt, slechts onderbroken door
een pauze met alcohol voor de heren en
the? met crèmekoekjes voor de dames,
een rij van sprekers, dié ook andere
zaken van het oude Engelse imperium
willen terughalen. Drie uren vol stijlvolle
Engelse traditie, maar ook niet meer dan
dat.
Vooroordelen
Eerder verbazingwekkend dan vermake
lijk zijn een paar vooroordelen, die tij
dens dit voorspel van het referendum de
kop weer opsteken. De opvallendste is
het enorme wantrouwen bij sommige
mensen tegen de continentale Europeanen
en dan met name de Duitsers. Veel is er
dezer dagen weer op geharherd dat men
niet met de Duitsers in één organisatie
kan zitten vanwege de Tweede Wereld
oorlog.
Een staaltje van Duitservrees bracht in
de Midden-Engelse stad Derby de goed
moedige minister Jenkins van binnen
landse zaken tot een woede-uitbarsting.
Tijdens de bijeenkomst van de Labour
voor Europa-groepering in deze stad
kwam een man naar voren, die Jenkins
vraagt of het waar is dat zowel Heath als
hij geld van de Duitsers hebben gekregen
uit erkentelijkheid dat zij voor Engelands
lidmaatschap van de EG zijn. Ja, zegt
een dan nog kalme bewindsman, maar
het gaat hier om de Schumanprijs, die de
Duitsers hebben ingesteld. De man ver
ontschuldigt zich met de woorden: 'Ik
had ook niet verwacht dat u zich zou
laten omkopen maar ik weet nu eenmaal
dat de Duitsers het op deze manier pro
beren. Rood van woede haalt Jenkins in
een volle zaal naar de man uit: 'Is het
ooit in je domme kop opgekomen dat de
Duitsers de oorlog ook weieens willen
vergeten en aan een vredig Europa wil
len bouwen?'
Een hardnekkig vooroordeel is ook dat de
EG en de katholieke kerk wat met elkaar
te maken hebben. Een aardig voorbeeld
doet zich voor tijdens de al eerder ge
noemde conferentie van de Conservatie
ven tegen de EG. John Montgomery,
oud-voorman van de boerenorganisatie
zegt: 'Als ik goed ben ingelicht' liggen de
verhoudingen in de EG ongeveer 50 pro
cent protestant en vijftig procent katho
liek. En kennelijk met de bedoeling te
wijzen naar een paus Paulus, die han
denwrijvend klaar staat om de macht in
de EG over te nemen zegt hij: 'Zijn niet
veel van de belangrijkste voorstanders
van het EG-lidmaatschap katholiek?'
De reactie van de keurige dames en
heren, die hun afkeuring over het alge
meen met 'shame' (schande) en hun
goedkeuring met "hear, hear' (bravo)
aanduiden is zeer vrijzinnig: 'rubbish'
(kletskoek) is de algemene kreet. De
voorzitter weet niet hoe vlug hij Montgo
mery van het spreekgestoelte moet krij
gen. De oud-voorman van de boeren is
niet de enige, die EG en katholieke kerk
op één lijn stelt. Want hardnekkige ge
ruchten willen dat er een Conservatief
Lagerhuislid is dat er nog altijd heilig
van overtuigd is dat het Verdrag van
Rome een produkt is van het Vaticaan.