4 38 39 41 42 44 45 _..J. LJW/KWARTET DINSDAG 27 MEI 1975 KLEIN ABC 9 Selectie Selectie is één van de meoflt omstreden begrippen in het onderwijs. Het betekent dat de school via toetsen, examens etc. bepaalt of leerlingen mogen doorleren of dat ze moeten afvallen. Dat ook het onderwijs een rol speelt bij het verdelen van de mensheid in succesvolle knappen en dommen die het nooit ver zullen schoppen, is voor velen onaanvaardbaar. Voor sommigen omdat de school daardoor een instrument van het kapitalisme wordt, voor anderen omdat het selectieproces zo dubieus tot stand komt. Wat zegt een goed cijfer over iemands capaciteiten, is het uitlokken van een prestatiestrijd tussen leerlingen niet hoogst ongewenst en hoe beoordeel je leerlingen die om wat voor reden een achterstand hebben? Erkennen dat er aangeboren verschillen tussen mensen zijn is moeilijk, maar een goede oplossing voor de problemen die daaruit voortvloeien lijkt onmogelijk. Spelling Het is al niet eenvoudig om je moederstaai correct te spreken. Bijna onuitvoerbaar is de eis om die taal nog goed te spellen ook. Al eeuwen lang worden er vergeefse pogingen gedaan om via spellingshervormingen onze taal makkelijker schrijfbaar te maken. Schooltoetsen wijzen uit dat spelling tot de moeilijkste schoolvakken behoort. En ook de krant laat dagelijks een -t-zien, waar een -d-had gehoord, om van de -ij- en -ei- maar te zwijgen. Pogingen van de aktiegroep „Spellingvereenvaudiging" enkele jaren geleden om via een paar radikale ingrepen het spellingprobleem in een klap op te lossen, hebben gefaald. Plannen om samen met België de spelling officieel te wijzigen, zijn in de ijskast gezet. Het blijft tobben* Spieken Je kunthethele proefwerk op je duim schrijven, een draaiend kaartje (met een punaise) onder je tafelblad monteren, je boek op schoot leggen, bij je buurman kyken, achter je hand fluisteren, met morsetekens werken, via je schooltas gegevens doorspelen (doe net of je je zakdoek pakt), of - het allergedurfdst, geen leraar gelooft dat je zoveel lef hebt - het boek gewoon voor je op tafel laten liggen. Bedenk wel dat de strijd hard is met een hoge inzet van beide kanten: als je betrapt wórdt, krijg je een één. Zo is het spel, zq zijn de regels O O Spijbelen De heerlijkste ochtenden zijn die uren aan net strand of in de ociuendbiu- scoop als alle anderen in de klas zitten te zwoegen opeen proefwerk Bedenk wel dat je dat proefwerk later zult moeten inhalen, dat je op straat gesnapt kunt worden en dat sommige directeuren direct zien of die handtekening onder het ziektebriefje van je ouders of van jou is. Steiner, Rudolf In 1919 stichtte Rudolf Steiner op verzoek van de Duitsesigarettenfabri kant Emil Molt een school. Hij begon met vormingswerk en scholing voor de arbeiders van de Waldorf-Astoriafabriek in Stuttgart Dat beviel zo goed. dat men hem vroeg ook een school voor de kinderen van dc arbeiders op te richten. Dat was de eerste Vrije School. Steiner. eerst theosoof, later antroposoof, is de grondlegger van de „vrije opvoedkun de". In deze visie wordt de- mens als eenheid gezien. De vrije school vermijdt de eenzijdige nadruk op het intellectuele en hecht veel waarde aan de ontwikkeling van het kunstzinnige. De beweging (ritmiek) neemt een belangrijke plaats in vooral in de heilpedagogie, maar ook in de gewone pedagogie. Een ander belangrijk kenmerk is het periodenonder- wijs. Daarbij worden bepaalde vakken afwisselend gedurende een periode van vier, vijf weken heel intensief gegeven. De leerkrachten van de school, van kleuterleidster tot leraar, vormen een maats' leien samen hun salarissen. Zie verder bij: Vrije School. Straf Sinds de lijfstraffen zijn afgeschaft is er voor fabrikanten van spaanse rietjes geen droog brood meer te verdienen. Het is duidelijk dat door deze verwekelijking het peil van het onderwijs steeds verder zal dalen. Sinds het oprukken der anti-autontairen is bijna niets meer geoorloofd. Zelfs schoolblijven, strafwerk, in de hoek zetten of een paar dagen van school sturen wordt als kindermishandeling aangemerkt. Wat moet er van de jeugd terecht komen? O O Streekschool Streekscholen zijn er voor het zogenaamde beroepsbegeleidend onder wijs. Dat is onderwijs voor werkende jongeren, die drie of vier dagen per week in een bedrijf werken en daar een praktijkopleiding krijgen in het kader van het leerlingwezen izie daar). Op de streekschool krijgen ze dan het theoretische onderwijs dat voor hun beroep nodig is. Werkende jongeren die gedeeltelijk leerplichtig zijn kunnen om aan die leerplicht te voldoen zowel n aar een streekschool als naar een vormingsin stituut. Als de gedeeltelijke leerplicht wordt uitgebreid moeten streek scholen en vormingsinstituten samen programma's opstellen. Student Wie Van Dale opslaat bij het woord student („iemand die studeert") vindt nog veel dat ons herinnert aan het tot voor kort stereotype beeld van de student: de student uithangen, de eeuwige student, studentenbaret, studentencorps, studentenfeest, studentengrap, studentenjool, studenti koos en studentenweerbaarheid. In 1963 is daar de klad in gekomen. Toen schreef studentenleider Ton Regtien een paar artikelen in een studenten-' blad over de studentenvakbeweging (SVB). Die vakbeweging kwam er en in de volgende jaren veranderde het stereotype beeld van de student snel. Nieuwe woorden kwamen in omloop: studentenbelangen, studentende monstraties. studentenprotest. Het is niet alleen de folklore (bezettingen in plaats van biergevechten) die gewijzigd is. Ook de positie van de student is veranderd. De universiteit is een massaal bedrijf geworden met honderdtien duizend studenten en als we het hoger beroepsonderwijs meerekenen zijn er bijna tweehonderd duizend studenten. De vroegere uitzonderingspositie (je kon studeren wat je wilde en zo lang je wilde) verdwijnt en ook de student wordt geconfronteerd met de wetten van de schaarste: te weinig plaatsen voor teveel studenten (zie: numerus fixus) te weinig geld voor eindeloze studies en later te weinig banen voor te veel afgestudeerden Ook dat heeft geleid tot vermaatschappelijking van het hoger onderwijs Studietoelage Rijksstudietoelagen voor het hoger beroepsonderwijs en het wetenschap pelijk onderwijs moeten aangevraagd worden vóór 31 januari vooraf gaande aan de cursus waarvoor de toelage geldt. Dat is ook zo met de tegemoetkomingen in de studiekosten voor het voortgezet onderwijs Alleen voor kinderen die van de basisschool afkomen mag je nog tot 31 juli een aanvraag indienen. In.-jaar '74/75 was de maximale toelaee voor het hoger onderwijs ƒ6870,Dat is dan het bedrag dat een uitwonende student(e) kan krijgen als zijn/haar ouders zelf geen bijdrage in de kosten kunnen betalen. Het is ook mogelijk een gedeeltelijke toelage te krijgen. De toekenning van toelagen hangt af van de studieresultaten (die moeten „bevredigend" zijn) en van het ouderlijk inkomen. De tegemoetkoming voor scholieren in het voortgezet onderwijs was in de cursus '74/'75 maximaal 750,voor inwonende kinderen en ƒ2180,vooruitwonende kinderen. Titel Het diploma van de universiteit is, meer en meer het toegangsbewijs geworden tot de maatschappelijke elite. Toch is dat maar de halve waarheid. Want hoe meer mensen een titel bezitten, des te minder wordt de waarde ervan. Titel-inflatie noem je dat. Doctorandus (drs.) is al helemaal niks meer. Zo'n titel geeft je hoogstens recht op een werkloos heidsuitkering. Dat zal nog erger worden als dc studieverkorting door gaat. Dan kun je alleen nog wat bereiken als je dr. voor je naam hebt (doctor). Tijd voor School Naam van een aktiegroep die streeft naar de invoering van continuroos- ters op scholen voor kleuter- en lager onderwijs. Een continurooster is een rooster van ongeveer half negen tot ongeveer drie uur, waarbij de kinderen tussen de middag op school blijven. Ze eten dan samen op school. Volgens de werkgroep heeft dat grote voordelen: moeders en kinderen hoeven niet zo vaak heen en weer over straat, minder verkeers gevaar en gevlieg, op school eten is rustiger en best leuk, het schoolpro gramma is minder gebroken, de aandacht van de kinderen 's middags nog groter, na school heb je meer tijd om te spelen en de ouders kunnen ook beter hun dag indelen O O Unie De Unie „School en Evangelie" heette vroeger Unie „Een school met den Bijbel". De Unie werd opgericht op 23 januari 1879 om de krachten in de schoolstrijd te bundelen. Aanleiding was de aanvaarding van de wet- Kappeyne. die ondanks een massaal volkspetitionnement door de koning werd ondertekend. Jaarlijks organiseert de Unie een Uniecollecte. Vroe ger was deze vooral bestemd voor noodlijdende scholen in eigen land. Nu gaat een groot deel van de collecte naar het buitenland Verder doet de Unie veel aan propaganda voor het christelijk onderwijs. De Unie geeft behalve de serie Cahiers o.a. ook een bulletin met documentatie uit. m Adres: Van Breestraat 14, Amsterdam Universiteit De oudste Nederlandse universiteit bestaat dit jaar vierhonderd jaar: dat is de rijksuniversiteit te Leiden, gesticht door Willem van Oranje in 1575. Er zijn verder rijksuniversiteiten in Groningen, Utrecht en Rotterdam. Bijzondere universiteiten zijn er in Amsterdam (Vrije Universiteit en Universiteit van Amsterdam) en Nijmegen (Katho lieke Universiteit). Ook de hogescholen in Wageningen, Delft, Eindhoven en Twente horen tot het wetenschappelijk onderwijs. In Maastricht is een nieuwe universiteit in oprichting. De universitaire studie zal drastisch hervormd worden: zie herstructurering. Het universitair bestuur is in 1970 gedemocratiseerd: zie democratisering. De toegang tot de universi teit is niet meer onbeperkt sinds de numerus fixus (zie daar). Studenten dragen geen jaquetten meer (zie: studenten). De universiteiten zijn samenvertegemvoordigd in de academische raad. die de minister van advies dient. De universiteit is opgedeeld in faculteiten: theologie, rechten, letteren, wis- en natuurkunde, sociale wetenschappen, medicij nen, economie en diergeneeskunde. Het wetenschappelijk onderwijs heeft twee taken: onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Er is een raamwet in de maak die wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs onder één noemer brengt. Vakantie Hoe kom je de lijd tussen de vorige en de volgende vakantie heelhuids door? De ruk naar de herfstvakantie is het langst. Zelfs geen ijsvrij tussendoor. Tot kerst is ook nog een heel eind. maar dan heb je het ergste gehad. De krokusvakantie maakt de sprong naar pasen gemakkelijker, zeker als pasen vroeg valt. Dan is het leed bijna geleden. Bevrijdingsda gen. koninginnefeesten. hemelvaart, pinksteren, vrije dagen als er exa mens zijn en voor je het weet breekt weer de welverdiende rust van do Grote Vakan: - i. r O O Vakkenpakket De mammoetwet (1968) voerde een systeem van kern- en keuzevakken in. Kernvakken zijn verplicht voor het examen, uit de keuzevakken mag je kiezen. In het v.w.o. (gymnasium en atheneum) moet je examen doen in zeven vakken, waarvan er meestal vijf vastliggen. Bij het ongedeeld v.w.o. is de keuzevrijheid groter. Op sommige scholen kun je een achtste vak doen. Op andere scholen voor voortgezet onderwijs (havo. mavo. lager beroepsonderwijs) omvat het examen zes vakken, waarvan in ieder geval Nederlands, soms nog andere vakken verplicht zijn. Vaak stellen vervolgopleidingen bepaalde eisen aan het vakkenpakket. Aan de universiteiten bestaat de mogelijkheid om lacunes in het vakken pakket („deficiënties") weg te werken. Volkshogeschool Halverwege de vorige eeuw in Denemarken ontstaan heeft de beweging van volkshogescholen omstreeks 1930 ook in ons land wortel geschoten. De volkshogeschool richtte zich vooral op jong volwassenen. De volkshogescholen geven cursussen in internaatsverband. De eerste Nederlandse volksuniversiteit dateert van 1913. De volksuniversiteit geeft cursussen op allerlei gebied. Deze cursussen worden vooral in de avonduren gegeven. De bond van volksuniversiteiten verzorgt ook de uitzendingen van de radio-volksuniversiteit. Het werk van volkshoge scholen en volksuniversiteiten kan het beste worden aangeduid met de wat traditionele term „volksontwikkeling". Voortgezet onderwijs De wet op het voortgezet onderwijs regelt al het onderwijs tussen basisschool en universiteit, inclusief het hoger beroepsonderwijs. Het is echter wel de bedoeling dat dit hoger beroepsonderwijs eruit verdwijnt en samen met het universitair onderwijs wordt ondergebracht in één raamwet voor heel het hoger (tertiair) onderwijs. De wet op het voortgezet onderwijs (w.v.o.) staat bekend als mammoetwet (zie daar). De wet brengt een scheiding aan tussen algemeen voortgezet en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs enerzijds (avo-v.w.o.) en be roepsonderwijs anderzijds. Tot het algemeen voortgezet onderwijs horen lavo. mavo en havo en het v.w.o. omvat gymnasium en atheneum. Het beroepsonderwijs is ingedeeld in lager, middelbaar en .hoger beroepson derwijs. Vormingswerk Vormingsinstituten voor werkende jongeren bieden een gevarieerd programma. Discussies, spel, excursies, sport, cursussen, dans, beroeps voorlichting, enzovoorts. Hoewel er ook groepen 17- en 18-jarigen zijn, worden de vormingsinstituten toch vooral bevolkt door 15-en 16-jarigen, die gedeeltelijk leerplichtig zijn. Als de 15-jarigen per 1 augustus volledig leerplichtig worden (zoals de regering voorstelt), wordt de leerplicht voor 16-jarigcn waarschijnlijk uitgebreid tot twee dagen. Aan die leerplicht kun je voldoen op vormingsinstituten of op streekscholen of op beide. Het is de bedoeling dat een tweedaags programma onderdelen van beide soorten omvat. Het vormingswerk kampt met grote problemen door de groeiende jeugdwerkloosheid, de gebrekkige samenwerking met streek scholen en het grote verzuim van de jongeren. Vrije school De Vrije Scholen zijn in ons land op de vingers van twee handen te tellen. Het zijn meestal scholen voor kleuter-, lager en voortgezet onderwijs, voor kinderen van vier tot zestien jaar. Sinds kort is er ook een pedagogische academie in Zeist, die leerkrachten opleidt volgens de Vrije Opvoedkunde van Rudolf Steiner (zie daari. Vrijheid van onderwijs Artikel 208 van de grondwet zegt o.a.: „Het geven van onderwijs is vrij. behoudens het toezicht-van de overheid en, voor wat by de wet aangewe zen vormen van onderwijs betreft, het onderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van hen die onderwijs geven. De eisen van deugdelijkheid, aan het geheel of ten dele uit de openbare kas te bekostigen onderwijs te stellen, worden by de wet geregeld, met inachtne ming, voorzover het bijzonder onderwijs betreft, van de vrijheid van richting". Nu de overheid het bijzonder onderwijs geheel subsidieert, lijkt de vrijheid van onderwijs financieel wel gewaarborgd. Toch is er voortdurend discussie mogelijk hoever de overheid mag gaan bij het voeren van een onderwijsbeleid. Steeds weer blijkt dat de inrichting van het onderwijs ook de lichting kan raken. Met name doet zich die vraag voor als de overheid op het terrein van bijvoorbeeld leerplanontwikkeling en schoolb'T"V: J:ng knrr' O O Werkende jongeren „Bestaan ze echt?" is een vraag die scriptieschrij vende studenten nog wel eens bij organisaties van werkende jongeren op tafel leggen. Dan antwoordt de KWJ, landelijke beweging van werkende jongeren de maatschappelijk bewogen student als volgt: „Ze zijn er, maar het is een uitstervend ras. De KWJ vecht voor het behoud van deze laatste exemplaren van de jonge arbeidende klasse. Een groot struikelblok is wel. dat ze zich verschuilen in nagenoeg onvindbare fabrieken, winkels en onderwijsinstellingen. Bestuderen van de soort wordt daardoor enorm bemoeilijkt. Vele studenten wenden zich daarom in wanhoop tot de KWJ. die in het hele land tenminste nog 50 opsporingsfunctionarissen heeft. Een probleem? Ja, je hoort wel eens dat hun problemen zich zouden toespitsen op beloning, werkgelegenheid, huisvesting, onderwijs en werkomstandig heden. Omdat het hier gaat om jongeren, kinderen eigenlijk, is hulp dringend gewenst. Het wachten is dus op de verrassende resultaten van de gebundelde scripties." Als de vijftienjarigen volledig leerplichtig worden blijven er nog altijd 150.000 werkende jongeren van 16, 17 jaar over. Voorlopig dus scriptie- voer genoeg. Zie verder: Jeugdloon, Leerlingwezen, Leerplicht. Participa- tieonderwys en Vormingswerk. Adressen van organisaties: NW-Jongerenkontakt. Plein 40-45, nr 1, Amsterdam. KWJ, Oorsprongpark 9, Utrecht en Werkende Jeugd CNV. Ravellaan 1, Utrecht. Informatie: „Ze bestaan echt", brochure van Nettv Rosenfeld, in opdracht van CRM, een uitgave van Vrij Nederland. Zittenblijven „Opstaan tegen zittenblijven" dat was de titel die drs. K. Doornbos jaren geleden meegaf aan zijn in opdracht van het ministerie geschreven studie over de oorzaken van het zittenblijven. In die studie wordt doorbreking van het klassikale systeem (zie: klassikaal, flexibel) aanbevolen. Sinds dien is het zittenblijven belangrijk teruggelopen. Wel komen de proble men (achterop rakende kinderen) soms in andere vorm weer terug En nog altijd zijn er scholen met hoee uitval en zitten'v<\ O O Afkortingen A.B.N. - Algemeen beschaafd Nederlands A.B.O.P. - Algemene bond van onderwijzend personeel A.V.O. - Algemeen voortgezet onderwijs B.L.O. - Buitengewoon lager onderwijs B.O. - Beroepsonderwijs Bu.O. - Buitengewoon onderwijs C.C.O.O. - Centrale commissie onderwijs overleg C.M.L. - Commissie modernisering leerplan E.A.O. - Economisch en administratief onderwijs G.L.O. - Gewoon lager onderwijs G.O. - Georganiseerd overleg H.A.V.O. - Hoger algemeen voortgezet onderwijs H.B.O. - Hoger beroepsonderwijs H.B.S. - Hogere burgerschool H.E.A.O. - Hoger economisch en administratief onderwijs H.N.O. - Huishoud- en nijverheidsonderwijs H.O. - Hoger onderwys H.T.O. - Hoger technisch onderwijs I.H.N.O. - Individueel huishoud en nijverheidsonderwijs I.O.S. - Interkerkelijk overleg schoolzaken I.S.O. - Inspectie schriftelijk onderwijs I.T.O. - Individueel technisch onderwijs K.L.O.S. - Kleuterleidsters opleidingsschool K.O.V. - Katholiek onderwijzers verbond L.A.V.O. - Lager algemeen voortgezet onderwijs L.B.O. - Lager beroepsonderwijs L.H.N.O. - Lager huishoud- en nijverheidsonderwijs L.O. - Lager onderwijs L.O.M. - (School voor) leer- en opvoedingsmoeilijkheden L.T.O. - Lager technisch onderwijs M.A.V.O - Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs M.B.O. - Middelbaar beroepsonderwijs M.E.A.O. - Middelbaar economisch en administratief onderwij: M.T.O. - Middelbaar technisch onderwys N.FO. - Nederlandse federatie van onderwijsvakorganisaties N.G.L. - Nederlands genootschap van leraren N.K.S.R - Nederlandse katholieke schoolraad N.O.T. - Nederlandse onderwijs televisie N.P.C S. - Nederlandse protestants christelijke schoolraad O. en W. - (ministerie van) onderwijs en wetenschappen P.A. - Pedagogische academie P.C.O. - Protestants christelijke onderwijsvakorganisatie S-L.O. - Stichting leerplanontwikkeling S.P.O. - Sociaal-pedagogisch onderwijs. S.V.O. - Stichting voor onderzoek van het onderwys T.H. - Technische hogeschool V.O. - Voortgezet onderwijs W.O. - Wetenschappelijk onderwys W.V.O. - Wet op het voortgezet onderwys W U B. - Wet universitaire bes*uurshervorming

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 21