29 30 32 33 35 _|UW,'KWARTET DINSDAG 27 MEI 1975 KLEIN ABC 7 Maria Montessori Het Montessoristelsel wer4 «mtworpen door Maria Montessori, een Ita liaanse arts die van 1870-1952 leefde. De eigen activiteit van het kind stond in haar opvattingen centraal. Elk kind heeft een eigen individuali teit en elke fase in zijn ontwikkeling komt op het, voor elk kind, juiste tijdstip. Een onbelemmerde ontplooiing van het kind zal op den duur de beste resultaten afwerpen en de begeleider moet daarbij een afwachten de, nooit dwingende houding aannemen. Speel- en leermateriaal moeten de zelfontplooiing bevorderen en daarom uitermate functioneel zijn. Montessori's zakelijke aanpak deed wel wat tekort aan het sociale en ge voelsleven van het kind, een gemis dat door haar navolgers wat recht getrokken is. Numerus fixus. Te veel vraag en te weinig aanbod van plaatsen op de universiteiten heeft tot het verschijnsel van de studentenstop geleid. Lang niet iedereen kan de studierichting van zijn/haar keuze volgen en voor sommigen is er he lemaal geen plaats. Er is een speciale Machtigingswet waarin de voor waarden voor het instellen van numeri fixi staan en ook de voorwaarden waarop studenten tot zulke ingeperkte studierichtingen kunnen worden toegelaten. Het idee om alle gegadigden met een gelijke kans te laten lo ten om een plaatsje werd afgewezen. Nu is het zo dat je kans groter is naarmate je examencijfers hoger zijn. In ieder geval moet iedere scho lier die wil gaan studeren zich zeer tijdig aanmelden bij het Centraal Bu reau Anmelding en Plaatsing in Groningen, ook als hij aan een niet ver-i stopte faculteit wil gaan studeren. Nut •Het Nut (voluit: de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen) werd in 1784 gesticht om de volksontwikkeling te bevorderen. Het streven naar alge meen volksonderwijs, opleiding tot democratisch staatsburgerschap en opvoeding in een algemeen christelijke geest van verdraagzaamheid en liefde voor het vaderland resulteerde in de stichting van scholen, oplei dingsinstituten en instellingen van sociaal-culturele aard, zoals biblio theken en spaarbanken. O O Onderwijsraad Een adviesorgaan van de overheid dat de minister van onderwijs advi seert over wettelijke en andere maatregelen die met het onderwijs te ma ken hebben. De raad verstrekt die adviezen op verzoek van de minister of op eigen initiatief. Sinds kort zijn adviezen van de Onderwijsraad openbaar. Onderwijzer Iemand die les geeft op een lagere school heet officieel „onderwijzer", maar de leerlingen geven de voorkeur aan termen als „meester", ..juf" en als ze straf krijgen „frik". Onderwijzers krijgen hun opleiding aan een pedagogische academie (vroeger heette dat de kweekschool), een driejarige hogere beroepsopleiding waar mensen met een havo- of een vwo-diploma terecht kunnen. Sommige P.A.'s kennen een havo-top, een afdeling waar mensen met een mavo-4-diploma de voor de onder wijzersopleiding vereiste vooropleiding kunnen volgen. Ontscholing De school is een instituut waar kinderen kennis kunnen opdoen. Omdat geen enkele kennis waardenvrij is, is de school het middel bij uitstek waarvan een staat zich kan bedienen om gezagsgetrouwe onderdanen te kweken. Enige scepsis tegenover het onderwijs, de school als machts middel in de samenleving is wel op zijn plaats en vandaar de oproep van mensen als Ivan Illich en Everett Reimer om de maatschappij te ontdoen van dat machtige apparaat en te ontscholen. In hun visie moet de school een service-instelling worden waarvan mensen gebruik kunnen maken als ze daar zin en tijd voor hebben. Geen wettelijk vastgestelde leer plicht, geen scholen met vastgestelde onderwijs-programma's, maar leerrécht en instituten waar iedereen het onderwijs van zijn gading in volle vrijheid kan volgen. O O Openbaar onderwijs Tegenover het motto: soevereiniteit in eigen kring, staat de leus: onver deeld naar de openbare school. Omdat ongeveer eenderde van de Neder landse schooljeugd openbaar onderwijs volgt, lijkt het voor actievoer ders voor openbaar onderwijs noodzakelijk deze leus nog enige tijd te blijven voeren. Openbaar onderwijs gaat uit van de overheid, soms de rijksoverheid, maar meestal de gemeentelijke overheid. Het moet vol gens de grondwet ieders godsdienstige begrippen eerbiedigen, maar twijfel aan de mogelijkheid hiervan leidde honderd jaar geleden tot de schoolstrijd, die gewonnen werd door voorstanders van bijzonder, door particulieren beheerd onderwijs. Openluchtschool Een benauwd schoollokaal tussen vier stevige muren en met zon die door de ramen gefilterd wordt is natuurlijk voor ieder kind vreselijk, maar voor sommige kinderen ondraaglijk. Als je astmatisch bent, zieke lijk of erg nerveus heb je frisse lucht hard nodig en voor zulke kinderen zijn er enkele openluchtscholen in ons land. Die scholen, indertijd voor tuberculosepatiënten en bleekneusjes gesticht, proberen met hulp van dokters, maatschappelijk werkers en de buitenlucht kinderen met spe ciale moeilijkheden te helpen. Open school Om volwassenen die om wat voor reden ook in hun jeugd geen of een on voldoende opleiding gevolgd hebben, een herkansing te bieden, wordt in ons land de oprichting van een open school voorbereid. Dat is een multi mediale onderwijsinstelling, dwz een school die haar leerlingen via ra dio, televisie en mondelinge en schriftelijke lessen bereikt. Een bekend voorbeeld is de Open University in Engeland, indertijd opgezet om ar beiders de kans te geven een universitaire graad te halen. Dat van die ar beiders is niet helemaal gelukt, maar de rest van de Engelsen schrijft zich massaal in voor de cursussen. Omdat meer mensen gebaat zijn bij een herkansing op mavo-niveau dan bij alsnog een academische titel, wordt in ons land prioriteit gegeven aan een open school boven een open universiteit. Orde Zie tucht Orde is een geregelde gang van zaken in de klas die ontstaat op basis van regels en sancties op overtreding van die regels. In de praktijk betekent het dat jij je mond houdt als de leraar praat alleen iets zegt als je wat gevraagd wordt recht voor je uit kijkt en niet uit het raam, niet giechelt, fluistert of de leraar plaagt. Orde is een begrip waarvan elke aankomende leraar zwetend droomt. Gelukkig komen er steeds meer mensen in het onderwijs die niet zo zwaarwichtig over orde in de klas denken, maar meer hechten aan een plezierige, eventueel wat rommelige Ouders Ouders, onderwijzend personeel en leerlingen hebben elk hun eigen taak in het onderwijs. Officieel konden ouders altijd al via schoolbesturen, ouderraden of oudercommissies invloed uitoefenen op het onderwijs van hun kinderen, maar in de praktijk bleef hun rol vaak beperkt tot het bezoeken van ouderavonden en schoolspreekuren. De laatste tijd wor den ouders actiever betrokken bij het onderwijs, bij het bestuur van de school en bij allerlei activiteiten binnen en buiten de school. Soms zelfs wordt de school voor hen opengesteld om lessen te volgen. Tweemaal is er landelijk een ouderavond georganiseerd om deze ouderparticipatie meer vorm te geven. Parkhurst, Helen Helen Parkhurst, een Amerikaanse onderwijzeres die van 18871973 leefde, is de grondlegster van het Daltonsysteem. Dalton is een plaatsje in Massachussetts, waar Parkhurst haar ideeën op een lagere school in praktijk bracht Het Daltonsysteem, dat ook in ons land op verschillende scholen toegepast wordt, heeft als doel de leerlingen zelfstandig, op ei-- gen verantwoordelijkheid, te leren studeren. De leerstof voor een jaar wordt in 40 weektaken verdeeld die de leerling achtereenvolgens moet afwerken. Hoe hij dat doet hangt van zijn eigen initiatief af, van zijn ei genritme en „zin" in het werk. O O Participatie-onderwijs Een onbegrijpelijk woord waarmee een vorm van ondewijs voor werken de jongeren bedoeld wordt, waarbij geprobeerd wordt de school en het werk dichter bij elkaar te brengen. Participatie-onderwijs dat nu nog in een experimenteel stadium verkeert, moet een verbinding tot stand brengen tussen theorie en praktijk. Het eigenlijke werken wordt dan een soort stage, de werkende jongere die verplicht één of twee dagen moet leren, wordt dan een lerende jongere die een paar dagen per week in een bedrijf zijn kennis in praktijk brengt. Omdat werken en leren nu nog erg ver van elkaar afstaan, komt het participatie-onderwijs bijzonder moei zaam van de grond. Petersen, Peter Peter Petersen was als pedagoog aan de universiteit van Jena in het tegenwoordige Oost-Duitsland verbonden. Hij leefde van 1884-1952 en bracht zijn ideeën over onderwijs en opvoeding in praktijk aan de school die aan de universiteit van Jena verbonden was. Dat werd de Jenaplan school, een naam die sindsdien gebruikt wordt voor een onderwijsvorm die gebaseerd is op Petersens opvattingen. Zie verder Jenaplan. Peuterklas Kinderen die te jong zijn voor de kleuterschool kunnen naar een peuterklas, een onderwijs-speelgroep voor twee-en driejarigen. Soms zijn aan kleuterscholen peuterklasjes verbonden, waar kleine kinderen een beetje voorbereid worden op het spelen in groepsverband. Onderwijs is er op deze leeftijd nog niet bij, al kun je elke overdracht van kennis en ervaring natuurlijk onderwijs noemen. En via allerlei spelmateriaal wordt peuters toch heel wat bijgebracht. Peuterklasjes vallen niet onder de supervisie van het ministerie van onderwijs, maar horen tot de zorgen van CRM. Vanwege de verbinding met een kleuterschool is dat misschien niet zo handig, maar aan de andere kant benadrukt het de recreatieve kant van het omgaan met peuters. O O Rechten Ook minderjarigen hebben rechten die in de wet omschreven worden. Ze mogen stemmen, trouwen, ze hebben recht op onderwijs en op bescher ming door volwassenen. In de verklaring van de Rechten van het kind (aangenomen door de Verenigde Naties in 1959) staan nog veel meer rechten, zoals het recht op een vrije ontwikkeling, op ontspanning, op vrijheid van meningsuiting, op vrijheid van geweten en godsdienst, op opvoeding, maar net als bij de Rechten van de mens zijn die rechten vaak dode letters die niet in praktijk gebracht worden. Met de rechten van scholieren is het helemaal droef gesteld. Ze mogen vaak hun jas niet leggen waar ze dat willen, of hun fiets neerzetten, ze mogen niet zelf een agenda uitkiezen en ze mogen hun brood niet overal opeten. Aktie. Samenwerkingsschool Een samenwerkingsschool is een schoolvorm waarin verschillende le vensbeschouwelijke richtingen samenwerken. Een oecumenische school is een voorbeeld van beperkte samenwerking, namelijk tussen protestan ten en katholieken. Daarnaast bestaan er ook brede samenwerkingsscho len, waaraan zowel het openbaar als het bijzonder onderwijs deelnemen. De vroegere staatssecretaris Schelfhout meende dat de grondwet gewij zigd moest worden om deze laatste vorm mogelijk te maken. Hij wilde naast openbaar en bijzonder onderwijs een derde mogelijkheid: „terti- um". Het idee is hem niet in dank afgenomen. Samenwerkingsscholen worden door de landelijke organisaties van het christelijk onderwijs met argwaan bekeken. Scholengemeenschap Een scholengemeenschap ontstaat uit het samengaan van twee of meer verschillende schooltypen. Het lyceum is een heel bedaagde vorm van zo'n scholengemeenschap: gymnasium en HBS (nu atheneum) onder één dak Sinds 1968 zijn er veel scholengemeenschappen gekomen. Bijvoorbeeld voor lager beroepsonderwijs en mavo of voor mavo-havo-v.w.o. Er zijn ook heel brede scholengemeenschappen van l.t.s. tot en met gymnasium. Naast deze „horizontale" gemeenschappen zijn er ook verticale, bijvoor beeld een combinatie van lager, middelbaar en hoger huishoudonderwijs. School De school is een instelling waar je een groot deel van je leven doorbrengt. Als je de peuterklas en de universiteit meerekent ben je al gauw vijfentwintig jaar van je leven onder dak. Dan is het wel eens moeilijk om de waarheid te beseffen van het oude gezegde: niet voor de school, maar voor het leven leren wij. Je zou bijna denken dat het hele leven om de school draaide. Zie: Ontscholing. De school is ook in ander opzicht een belangrijk gegeven. Meer dan drie miljoen Nederlanders volgen onderwijs. Tweehonderdduizend Nederlan ders verdienen hun brood met lesgeven. Nog een flink aantal werknemers is economisch afhankelijk van de school (producenten van leermiddelen, de scholenbouw, een heirleger ambtenaren, en zelfs onderwijsjournalis ten die hun brood verdienen met het maken van zo'n klein ABC van het onderwijs). Schoolbegeleiding Een omstreden onderwerp sinds de nota hierover van minister Van Kemenade. De vraag is: moet het bijzonder onderwijs meedoen met gezamenlijke regionale diensten en zo ja, krijgen zij binnen die diensten ruimte voor een op het bijzonder onderwijs afgestemde begeleiding. Een meer algemene vraag is: wat moeten al die begeleiders precies in de school? Schoolgeld Sinds enkele jaren wordt het schoolgeld door de belastingdienst geïnd. De hoogte van het schoolgeld is afhankelijk van het inkomen van de ouders. Het minimum per kind is 54 per jaar, het maximum 500. Het kleutergeld wordt dit jaar afgeschaft. Dat betekent dat je pas in de vierde klas van het voortgezet onderwijs schoolgeld moet gaan betalen, want het lager •onderwijs en de eerste drie jaren van het voortgezet onderwijs zijn schoolgeldvrij (je kunt moeilijk zeggen dat ze gratis zijn want we betalen er allemaal aan mee via de gewone belasting). Voor universiteiten (zie: Collegegeld), avondonderwijs (zie cfaar) en voor cursussen bestaan aparte regelingen. O O Schoolkrant Vele schrijvers en journalisten begonnen hun carrière bij de schoolkrant, het blad dat ondanks smeekbeden aan de leerlingen toch altijd weer hoofdzakelijk door de redactie volgeschreven moest worden. Rubrieken als „er wordt gefluisterd dat" met vervolgens vriendelijke roddels over leraren, hartverscheurende liefdespoëzie en verslagen over schoolavond ontbraken en ontbreken in geen enkele schoolkrant. De namen van schoolkranten vormen een hoofdstuk apart. De Nederlandse Schoolpers Unie in Amersfoort is een overkoepelende organisatie die o.a. speciale dagen voor schoolbladredacteuren belegt. Schoolonderzoek Het eindexamen van mavo-, havo-envwo-scholen bestaat uit een centraal schriftelijk deel en uit twee of meer schoolonderzoeken. Dat zijn testen die in de loop van het examenjaar door de leraar plus een andere leraar van school worden afgenomen. Het gemiddelde van de cijfers die bij de schoolonderzoeken behaald worden telt even zwaar als het cijfer voor het schriftelijk examen. Tegen het schoolonderzoek worden veel bezwaren ingebracht, onder meer omdat het een gespannen examensfeer veroorzaakt gedurende het hele laatste schooljaar. Het valt dan ook te verwachten dat het huidige eindexamen zijn langste tijd (het bestaat in deze vorm sinds de Mammoetwet) gehad heeft. Schoolradio en televisie Tijdens de schooluren kunnen leerlingen en docenten kijken en luisteren naar speciale uitzendingen voor het onderwijs die, wat betreft de radio, verzorgd worden door de verschillende omroepverenigingen en, voor de televisie, door de Nederlandse Onderwijs Televisie. De onderwerpen van de uitzendingen variëren van actualiteiten tot ruimtevaart, en van vaderlandse geschiedenis tot sexuele voorlichting. Meestal worden uit zendingen vergezeld van speciaal lesmateriaal, boekjes, illustraties, dia's en soms worden ze 's avonds voorvertoond of uitgezonden om leraren voor te bereiden. Schoolstrijd De schoolstrijd heeft verstrekkende gevolgen gehad voor het Nederland se onderwijs. De schoolwet van 1806 sprak nog onbekommerd over het onderwijs als opleiding tot alle maatschappelijke en christelijke deugden, maar door de afscheiding, het reveil en de doleantie werd duidelijk dat een dergelijk algemeen christendom niet kon bestaan. Toen de hervorming in christelijke zin van de openbare school onmogelijk bleek, eisten de orthodoxe christenen het recht van eigen scholen. Het duurde tot 1917 voor de vrijheid van onderwijs volledig in de grondwet werd opgenomen (zie: vrijheid van onderwijs). Sindsdien werd het onderwijs opgebouwd volgens een vierdeling: open baar, neutraal-bijzonder, rooms-katholiek en protestants. Tegenwoordig wordt wel over een tweede schoolstrijd gesproken al worden daar verschillende dingen mee aangeduid. Sommigen gebruiken de term in verband met het streven naar samenwerkingsscholen (zie daar). De nieuwe schoolstrijd zou dan gaan om het behoud van de eigen school en tegen de samenwerking met andere levensbeschouwelijke richtingen. Prof. fjr. K. Posthumus vatte de term op in verband met de toenemende schaarste aan plaatsen in het hoger onderwijs. Ook dat zou je een „schoolstrijd" kunnen noemen. De Groningse wethouder van onder wijs Wallage gebruikte de term op nog een andere manier. Hij wees op dc polarisatie binnen de openbare, maar ook binnen de bijzondere school tussen links en rechts. Schriftelijk onderwijs Vele tienduizenden grijpen jaarlijks een „tweede kans via het schriftelijk onderwijs. Het schriftelijk onderwijs omvat honderden cursussen op bijna elk terrein: van computerkunde tot naaien en van techniek tot middenstandsonderwijs. Sommige cursussen richten zich op bepaalde examens: bijvoorbeeld het staatsexamen mavo of een van de erkende praktijkexamens. Maar er zijn ook veel cursussen die meer op het terrein van de algemene vorming liggen. Het voordeel van schriftelijk onderwijs is dat je thuis in je eigen tempo kunt werken. (Zie: Avondonderwijs). Het nadeel is dat je erg op je eigen houtje werkt, al worden er soms ook bijeenkomsten van cursisten georganiseerd. Wie meer wil weten kan de brochure „Schriftelijk Onderwijs" aanvragen bij het ministerie van onderwijs..postbus 28. Den Ha??

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 19